Werkboek Bloedsomloop Percentage Stempel Docent Module 1 Bloedsomloop Module 2 Bloed Module 3 Hart Module 4 Bloedvaten Proeftoets SO Module 5 Ziektes Module 6 Bloedgroep ….v.d. 8 patiënten overleefd Module 7 Lymfe Module 8 Nieren Proeftoets PW Tijdens het doorlopen van een module maak je aantekeningen in de samenvatting. Zorg dat deze volledig is, want deze samenvatting is straks de leerstof voor je toets. Zorg dat de samenvatting dus volledig is. Module 1 Bloedsomloop: 5 functies van de bloedsomloop zijn: Functie 1 Helpen bij de gaswisseling Toelichting Vervoeren van zuurstof en koolstofdioxide 2 3 Aanvoeren: Afvoeren: 4 Vervoer van hormonen 5 Lymfesysteem = (zie ook tabel onder) Een van de functies van de bloedsomloop is het vervoeren van hormonen. Geef een omschrijving wat de volgende organen doen: Orgaan: Hypofyse en hypothalamus Functie: Schildklier Bijnieren Alvleesklier Geslachtsorganen Kleine bloedsomloop = Hart …………….……. Hart Grote bloedsomloop = Hart ………………………………… Hart Dubbele bloedsomloop = Overige aantekeningen: Module 2 Bloed: Bloed met veel O2 is lichtrood / donkerrood Bloed met veel CO2 is lichtrood / donkerrood Wat zijn de functies van het bloed? 1) ……………………………………………………………………………………….. A………………………………………………………………………………... B ……………………………………………………………………………….. C ……………………………………………………………………………….. D ……………………………………………………………………………….. E ……………………………………………………………………………….. 2) ……………………………………………………………………………………….. 3) ……………………………………………………………………………………….. Bloedcellen worden gemaakt uit stamcellen in ……………………………………….. van de ……….……… beenderen Rode bloedcellen Witte bloedcellen Bloedplaatjes Nummer uit afbeelding onder Grootte Kleinste van allemaal Aantal per mm3 Celkern? Functie Kleur Bevatten de kleurstof: Kleurloos Deze kleurstof bevat: X Samenstelling bloed: 90% …………………. Serum 10% …………………. 55% ……………………… Eiwitten, zoals………………. …………………………………. 45% ………………………. …………………………………. …………………………………. De functie van bloedplasma is : Hoe werken witte bloedcellen? Manier 1: Etter = dode + dode Manier 2: Natuurlijke immuniteit = Kunstmatige immuniteit = Vaccin = Hoe werkt de bloedstolling? (gebruik fibrinogeen en fibrine in je omschrijving) Trombose = Module 3 Het hart Het hart wordt omgeven door een …………………….., waar een beetje …………..….tussen zit. Dit heeft als functie………………………….…….. Verbind de onderdelen met de functie: Rechterboezem Longslagader Bovenste holle ader Kransader Linkerboezem Linkerkamer Kransslagader Aorta Zijtak van de aorta die zuurstof en voedingsstoffen aan de hartspier geeft Zuurstofrijk bloed uit de longen word hier verzameld Verzamelt het zuurstofarme bloed uit het lichaam Perst zuurstofrijk bloed de aorta in Via deze ader gaat zuurstofarm bloed van het hoofd naar de rechterboezem Vervoer vanuit de linkerkamer zuurstofrijk bloed naar alle organen Afvoeren van afvalstoffen (o.a. CO2) van de hartspier Brengt het zuurstofarme bloed van het hart naar de longen *Benoem de bloedvaten *Kleur de delen van het hart/bloedvaten die zuurstofrijk zijn rood, de andere delen die zuurstofarm zijn blauw Een hartinfarct = een vernauwing van de ……………………………….. van het hart. Hierdoor krijgt de hartspier geen …………………… meer. Dit is het gevolg van …………………………………….….. Regeling hartslag: Het regelcentrum in de ………………….. stuurt de ………………..…. in het hart. Deze ligt in de …………………………..van het hart en geeft een elektrisch signaaltje aan het hart, waardoor deze samentrekt. Dit elektrische signaaltje kan worden weergegeven op een …………………………………….……….(ECG). 3 fases hartslag: Fase 1) Hart is ontspannen, boezems stromen vol met bloed Fase 2) Fase 3) Overige aantekeningen: Module 4 Bloedvatenstelsel: Aders Slagaders Haarvat Wand Kleppen? Stroomrichting Voel je het bloedvat kloppen? Bloeddruk Ligging De poortader is zuurstofarm/zuurstofrijk, en heeft als functie……………………………………. …………………………………………………………………………………………………………… Zoz *Benoem de bloedvaten in de afbeelding hieronder *Kleur de bloedvaten rood (zuurstofrijk) en blauw (zuurstofarm) In afbeelding is het bloedvatenstelsel van de mens schematisch getekend. Afbeelding 12 1 13 2 3 14 4 5 15 6 16 7 8 17 9 10 11 Overige aantekeningen: Module 5 Ziektes en behandelingen Slagaderverkalking = Drie oorzaken van slagaderverkalking zijn : 1) 2) 3) Gevolgen van slagaderverkalking zijn o.a.: 1) Hartinfarct = 2) Angina Pectoris = 3) Beroerte = Een TIA is: Opsporen van hartproblemen gebeurd o.a. door: 1) Maken van een ECG 2) Hart-katheterisatie = Vier veelgebruikte behandelingen/operaties bij hartproblemen zijn: 1) D = 2) B = 3) S = 4) Pacemaker Drie belangrijke maatregelen om hartproblemen te voorkomen zijn: 1) 2) 3) Bloedarmoede = (opzoeken via google) Overige aantekeningen: Module 6 Bloedgroepen Rode bloedcellen hebben geen celkern, want …… Op het …………………. ……van de rode bloedcellen komen allerlei eiwitten voor, die per persoon kunnen verschillen. Cellen met vreemde stoffen , die in het lichaam van de mens komen, worden door de ……………………………………………..vernietigd. Deze cellen maken dan ………………….. waardoor de indringers uitgeschakeld worden. De vreemde cellen worden afgestoten. Transplantatie = Transfusie = Als bij een bloedtransfusie rode bloedcellen worden toegediend met vreemde stoffen in de membraan, dan wordt dat bloed afgestoten door antistoffen. Het toegediende bloed gaat ……………………… Vul de bloedgroepen in op de juiste plaats van de tabel: Bloedgroep …. …. …. …. A B A en B geen Anti-A geen Anti-A en Anti-B Bloedfactoren (antigenen) op celmembraan Antistoffen in bloedplasma Anti-B Mogelijke bloedtransfusies : De resusfactor = Rh+ = resuspositief, oftwel resuseiwit aanwezig op celmembraan Rh- = resusnegatief Wat is het verschil tussen een antigen en een antistof? Twee manieren van sportfraude die plaats vinden zijn: 1) Bloeddoping = 2) EPO = (zoek via google meer info over EPO en de werking van EPO) Overige aantekeningen: Module 7 Lymfe Maak hier de samenvatting over het lymfestelsel: Module 8 Nieren Maak hier de samenvatting over de nieren: