vervolgadvies op het HWC • • • • • Wat is nu de geschiktste opleiding? Hoe en wanneer? Welke criteria? Profiel leerling. Waar letten we op? Verschillen opleidingen/ wat vraag welke opleiding? advies docenten gemotiveerde ambitie leerling cijfers vergadering vmbo-t havo vwo de na het voorlopig advies • de mentor bespreekt het advies met de leerling of eerst met de ouders • u ontvangt een brief met het voorlopig advies tijdens het tweede driehoeksgesprek is het voorlopig advies onderwerp van gesprek • indien wenselijk vragen we toestemming voor een NIO voorlopig advies en ontwikke ling leerling gemotiveerde ambitie leerling advies docenten cijfers eindvergadering vmbo-t havo vwo criteria 1. Gemotiveerde ambitie leerling 2. Cijfers en opleiding 3. Informatie vakdocenten Gemotiveerde ambitie Huidige situatie Wie ben ik nu? Wat wil ik nu? Wat kan ik nu? Welke opleiding past nu het beste bij mijn ontwikkeling? Wat kan en wil ik doen voor mijn opleiding? Normen • Overgangsnormen (schoolgids/website) zonder bespreking havo 3: Cluster I: ne, en, fa, du, gs, ak, wi, ns, bi Cijfergemiddelde van de cluster 1 vakken is minimaal 6,2 1x 5 3 compensatiepunten 1x 4 / 2x 5 4 compensatiepunten Kernvakken (Ne, En, wi) gemiddeld een 6,3 en geen cijfer lager dan 6,0 Cluster II: gd, tn, hv, mu, lo, mmi maximaal 1 onvoldoende toegestaan Profiel leerling – algemeen • Wat kan ik goed en wat minder goed? • Waar sta ik nu? • interesse – werkhouding • inzet/tempo • huiswerkattitude – capaciteiten • probleemoplossend vermogen – vaardigheden • concentratie • zelfstandigheid Verschillen afdelingen • Duur (4, 5, 6 jaar) • Aantal verplichte examenvakken • Directe aansluiting vervolgopleidingen (mbo, hbo, wo) • Niveau/moeilijkheidsgraad -Hoeveelheid stof per toets/opdracht -Tempo -Soort vragen Wat typeert het vmbo-t? • • • • • Meer concreet dan abstract Nadruk op toepassing en toepasbaarheid Mix van theorie en praktijk Leerstof in overzichtelijke eenheden Verbinding tussen leerstof en de persoon van de docent Wat typeert de havo? • Mix van abstract en concreet • Verbinding tussen kennis/vaardigheden en de leefwereld van de leerling • Combinatie van theorie en praktijk, met zwaartepunt bij de theorie • Leerstof en opdrachten redelijk gestructureerd • Vereist redelijke zelfstandigheid en redelijk organisatievermogen van de leerlingen Wat typeert het vwo? • • • • • Bereidt voor op wetenschappelijk onderwijs Een hoog abstractieniveau van de stof Open en minder gestructureerde opdrachten Het aanleren van een kritische houding Het dieper ingaan op de stof om deze echt te gaan begrijpen • Vereist zelfstandigheid en organisatievermogen van de leerlingen Overstapmogelijkheden na klas 3 • Na vmbo-t-diploma naar havo • Na havodiploma naar vwo • Van vwo naar havo • Van havo 3 naar vmbo-t 4 Voor alle mogelijkheden geldt dat er criteria zijn waaraan voldaan moet worden. De havo-opleiding Waar nu al rekening mee te houden? Verschil onderbouw en bovenbouw • In klas 1 t/m 3: alle vakken • In de bovenbouw – havo 4 en havo 5; – vwo 4, vwo 5 en vwo 6 Combinatie van verplichte vakken en “keuzevakken” Verplichte vakken • havo: Nederlands en Engels en wiskunde (alleen in cm geen wiskunde) • vwo: Nederlands, Engels en – tweede vreemde taal – bij de keuzevakken altijd een vorm van wiskunde NB. Een vwo-leerling heeft dus altijd één vak meer dan een havoleerling Profielen (verplichte vakken) • natuur & techniek: wiskunde B, natuurkunde, scheikunde • natuur & gezondheid: wiskunde A/B, biologie, scheikunde • economie & maatschappij: wiskunde A/B, economie, geschiedenis • cultuur & maatschappij: geschiedenis, Frans/Duits, aardrijkskunde Examennormen 1. Bij de eindcijfers maximaal één 4 en één 5. Het gemiddelde van de eindcijfers moet voldoende zijn 2. Het gemiddelde van de eindcijfers van het Centraal Schriftelijk Eindexamen moet voldoende zijn. 3. In de groep Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen mag maar één 5 voorkomen.