Tekst 11: Laatmoderniteit en de zorg voor welzijn 1ste vaststelling: De tijd waarin we leven is er één van snelle, fundamentele en alles-omvattende sociale transformaties (postmoderniteit) 2de vaststelling: De sector van de welzijnszorg kan de groeiende vraag niet meer volgen Is er tussen deze 2 vaststellingen een relatie? Dat wordt hier onderzocht. ! 2 opmerkingen: 1. Begrip Zorg is hier omschreven zoals deze geinstitutionaliseerd is via de welzijnszorg. 2. Meer dan het aanduiden van verbanden zal niet in deze paper gebeuren. 1. Van het moderne naar het laatmoderne gezin 1.1 Das ganz normale chaos der liebe. Gezinnen evolueren van het burgerlijk relatietype naar partnersschapsrelatietype, van bevelshuishouding naar onderhandelingshuishouding. Evolutie van een gemeenschap bijeengehouden door behoefte naar één gebaseerd op effectieve affiniteit. Men gaat steeds verder weg van het patriarchale gezin o Kwatitatieve indicatoren: Dalend aantal huwelijken Groeiend aantal echtscheidingen Lagere fertiliteitsgraad Hoger aantal kinderen geboren buiten het huwelijk Stijgend aantal ongehuwd samenwonenden Stijgend aandeel éénoudergezinnen o Kwalitatieve indicatoren Gezin is optelsom van verschillende en potentieel met elkaar in conflict staande levensplannen Op vrijwel alle punten (familie , huwelijk en seksualiteit) is er keuzedwang en keuzemogelijkheid opgetreden, wat leid tot grotere pluralisering van gezinsvormen Het gezin democratiseert Gezin verdwijnt niet, het diversifeert 1.2 Gezinnen in verandering en zorg Andere eisen tegenover het huwelijk, de verwachtingen gesteld aan het huwelijk zijn gestegen → meer scheidingen Gescheiden mensen hebben vaker meer fysieke en psychologische problemen, waardoor zij meer beroep doen op hulpverlening Hogere kans voor nieuw samengestelde gezinnen om in een precaire situatie terecht te komen. Een tekort aan stabiliteit in de gezinssituatie zorgt voor problemen bij de identiteits-ontwikkeling van de kinderen, waarbij stabiliteit noodzakelijk is. Al deze zaken zorgen voor een grotere nood aan zorg 2. De genderrevolutie 2.1 De la societé des hommes à la societé des femmes Gendergelijkheid gestegen op de arbeidsmarkt, genderkloof is gedicht op onderwijs-niveau, is aan het minderen in politieke organen, ... Evolutie van mannen- naar vrouwenmaatschappij 2.2 Genderrevolutie en de (in)formele zorg 1 - Vrouwelijke activiteitsgraad zorgt voor problemen in de opvangmogelijkheden van kinderen. Er is een tekort en een probleem omtrent de flexibiliteit van de opvang Ook een probleem voor opvangmogelijkheden voor gehandicapten en ouderen 3. Vergrijzing 3.1 Vergrijzing: kwantitatieve en kwalitatieve aspecten Tegen 2050 zal 25% van de bevolking 65+ zijn Mentaliteitsverandering bij de ouderen: zorg door de kinderen mag geen verplichting zijn. De kwalititeitseisen zijn gestegen en er is een veel grotere diversiteit bij de ouderengroep 3.2 Vergrijzing: een dubbele zorgkloof In de periode 2000-2020 zal de zorgkloof met 40-50 procent toenemen. Dit leidt tot grote tekorten aan verzorgend personeel Care-sectror is toe aan meer professionaliteit, er is een uitdaging van institutionele vormgeving, er zijn toenemende eisen aan de zorgsector Proces van ontgroening is aan het afzwakken, wat voor tekorten bij de kinderopvang zal zorgen 4. Van een mono-naar een multiculturele maatschappij 4.1 Diversiteit Vijf trends: o Toenemende immigratie sinds jaren 1980 o Globalisering van de migratie o Feminisering van de migratie o Grotere heterogeniteit in de migrantenpopulatie o Toenemende politisering van de migratie We evolueren naar een societé des identités, waar recht op verschil in de gelijkheid, diversiteit, diversiteitsbeleid de ordewoorden zijn geworden. Erkenning van verschil wordt steeds meer een dwingende eis 4.2 Diversiteit en zorg Meer allochtonen cliënten bij de zorgverlening tegenover vroeger Welzijnsvoorzieningen krijgen meer en meer te maken met de problematiek verbonden mer discriminatie 5. Individualisering 5.1 Van een standaard-naar een keuzebiografie De standaardbiografie wordt vervangen door een DIY-biografie Individualisering houdt in o Detraditionalisering o Desinstitutionalisering o Privatisering 5.2 Individualisering en zorg Het leven heeft zijn zelfevident karakter verloren, wat voor psychologische problemen kan zorgen. Bv anorexia nervosa en identiteitsstoornissen worden hieraan gelinkt De keuzedwang zorgt voor een nieuwe breuklijn tussen degenen die erin slagen de keuzevrijheid te benutten en degenen die daar niet in slagen. Vaak wordt een afname van solidariteit als effect van individualisering gezien. Onderzoek spreekt dit tegen. De vorm van inzet is wel veranderd: o Vrijwilligers nemen nu vaker dan vroeger een gericht engagement op o Attitude van vrijwilligers is kritscher 2 o - Wijze van betrokkenheid op de organisatie is veranderd. Nu meer identificatie met het eigen project dan met hele organisatie Behoeften zijn minder voorspelbaar geworden Gebruikers willen ook hun zeg hebben bij de welzijnsvoorzieningen. Voorzieningen worden gezien als een recht, niet meer als een gunst 6. Vermaatschappelijking van de natuur Levensomstandigheden zijn drastisch verbeterd, maar dit heeft ook perverse gevolgen met zich meegebracht (door bv technologie). Bv: zure regen, gat in ozonlaag, nucleare rampen,.. 6.1 De risicomaatschappij Grensmarkeringen tussen natuur en maatschappij zijn meerduidig en problematisch geworden. Bv. Begin van het leven: invitro-fertilisatie, abortus, stamcelonderzoek 6.2 Risicomaatschappij en de zorg Ontwikellingen in de moderne geneeskunde plaatsen het individu voor existentiële vragen: in leven houden van premature babys, levensreddende behandelingen maar blijvende handicap?, ... 7. Economie en arbeidsbestel 7.1 Ontwikkelingen Een nieuwe economie Kenmerken: o Toenemend globaal karakter, toenemend belang van financiële markten o Hoe langer hoe meer informationeel, minder industrieel o Organisatorsche veranderingen: desintegratie van de verticale bureaucratie en de vernetwerking van de bedrijfswereld o We zitten in een consumptiemaatschappij Van een fordistisch naar een postfordistisch arbeidsbestel Van voltijdse arbeidsovereenkomsten naar flexibele contracten van onbepaalde duur Van werknemer als object van rationalisering naar werkondernemersmodel met eigen autonomie 7.2 Ontwikkelingen in de economie en arbeid en hun impact op de zorg Steeds meer nood aan hooggeschoolde werknemers door toenemende informatie-technologie De nieuwe sociale kwestie o Destabilisering van de stabielen o Installatie van de precariteit o Toenemende sociale ongelijkheid en armoede Er is een samenhang te vinden tussen verschillen in gezondheid en levensstijl, gebruik van de gezondheidszorg enerzijds en socio-economische situatie anderzijds. Schuldenproblematiek is een steeds groter probleem Drie ontwikkelingen in het aanbod van de zorg o Atypische arbeid is typisch aan het worden → problemen in de kinderopvang o Natiestaten steeds minder autonoom in zorgbeleid o De netwerkstructuur word alomtegenwoordig, wat posittief kan zijn voor snelle hulpverlening BESLUIT: relatie tussen de 2 eerste vaststellingen is bij deze uiteenzetting overduidelijk 3