Steven van Hoogstraten Een eeuw Vredespaleis Begin vorige eeuw verklaarde de Amerikaan Andrew Carnegie openlijk dat de oorlog kon worden uitgebannen net zoals in de Verenigde Staten een halve eeuw daarvóór de slavernij was afgeschaft. Het was voor hem de aanleiding 1,5 miljoen dollar te doneren voor de bouw van een ‘Temple of Peace’ in Den Haag, het Paleis dat in 1913 met veel ceremonieel vertoon zou worden geopend. Dit jaar wordt het honderdjarig bestaan van het Vredespaleis gevierd. O Steven van Hoogstraten is algemeen directeur van de Carnegie Stichting. 30 p 28 augustus jl. vond de officiële viering van ‘100 jaar Vredespaleis’ plaats, met toespraken van onder meer VNsecretaris-generaal Ban Ki-moon, burgemeester van Den Haag Jozias van Aartsen en premier Mark Rutte; Bernard Bot, de voorzitter van de Carnegie Stichting, presenteerde het boek over 100 jaar Vredespaleis, Bouwen aan Vrede. Een eeuw van vreedzame geschillenbeslechting in Den Haag, getypeerd door de woorden ‘Vrede door Recht’ ligt achter ons. Het Vredespaleis is immers in de eerste plaats een justitiepaleis, het hoofdkwartier van het Internationaal Gerechtshof van de VN (International Court of Justice, 1946) en van het Permanent Hof van Arbitrage (Permanent Court of Arbitration , 1899). Ook herbergt het Vredespaleis de Haagse Academie voor Internationaal Recht, die elk jaar zo’n 600 studenten uit alle delen van de wereld aantrekt voor de bekende post-academische zomercursussen. Deze Academie bestaat al sinds 1923, en maakt veel gebruik van de befaamde Bibliotheek, die vanaf de eerste dag in het Vredespaleis heeft bestaan. Soms wordt mij gevraagd welke oorlogen nu door het werk van het Vredespaleis zijn voorkómen? Die vraag is moeilijk te beantwoorden, zeker omdat de aanleidingen tot de Eerste Wereldoorlog noch die tot de Tweede Wereldoorlog in enige vorm zijn besproken in het Vredespaleis. En later de aanleidingen tot de oorlog in Vietnam of de inval in Irak evenmin. De Russische tsaar Nicholas heeft vlak voor de Eerste Wereldoorlog nog een vertwijfelde poging gedaan – en Servië ook – maar de militaire overwegingen waren eenvoudigweg veel sterker in de landen die deze wereldbrand hebben veroorzaakt. Ook bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog speelde respect voor het recht geen enkele rol. Toch zijn er sinds 1946 zo’n 150 conflicten door het Internationaal Gerechtshof beslecht, en dat is een prestatie van formaat. In deze ‘eerste eeuw’ heeft Den Haag een geweldige ontwikkeling doorgemaakt als internationale stad van het recht. Ten tijde van de opening van het Vredespaleis heerste een grote verwachting dat de aan de vredesconferenties deelnemende landen oorlog zouden kunnen uitbannen via internationale overeenkomsten. Dat was ook de leidende gedachte van financier Andrew Carnegie, die openlijk beweerde dat de oorlog kon worden beëindigd net zoals in de Verenigde Staten de slavernij was afgeschaft. Het was voor hem de aanleiding 1,5 miljoen dollar te doneren voor de bouw van een ‘Temple of Peace’ in Den Haag. Het moest het hoofdkwartier worden van het toen nieuwe Hof van Arbitrage, alsmede van een Bibliotheek van Internationaal Recht. Toen in 1922 de Volkenbond werd opgericht – een initiatief van de Amerikaanse president Woodrow Wilson, volgend op de Eerste Wereldoorlog – werd het juridische orgaan van deze Bond ook in het Vredespaleis ondergebracht. Dat was de aanleiding om het Internationaal Gerechtshof later ook in het Vredespaleis te huisvesten. Den Haag heeft zich ontwikkeld van een nette stad, met een Vredespaleis naar de erkende aanduiding van Legal Capital of the World, waar oudVN-secretaris-generaal Boutros Boutros Ghali ooit begonnen is; en zoals de huidige VN-chef Ban Ki-moon bij herhaling zei tijdens de recente viering, “the Hague is the epicentre of justice and accountability”. Dit beeld wordt in belangrijke mate bepaald door de komst naar Den Haag van diverse andere rechtscolleges, zoals: het Iran/US Claims Tribunal, het VN-tribunaal voor voormalig Joegoslavië (ICTY), het Internationaal Strafhof (ICC), het VN-tribunaal voor Libanon, enz. Het is overigens opvallend te zien hoezeer het Vredespaleis ook voor iets anders staat dan alleen de juridische beslechting van geschillen. Het Paleis is in de wereld erg bekend, en de bezoekers Oktober 2013 Jaargang 67 nr. 10 dichten het een vredebrengende rol toe. Velen willen het Paleis van binnen zien; het verhaal horen van de landen die destijds geschenken hebben gegeven, de speciale sfeer ondergaan die in dit huis van de vrede heerst. Het stelt ons als Carnegie Stichting vaak voor een probleem, omdat publieke bezoeken niet samengaan met een werkpaleis in actie. En een werkpaleis is het. Zowel het Hof van Arbitrage als het Internationaal Gerechtshof heeft drukke agenda’s en de zaken kunnen meerdere weken duren. Daarom zijn we blij met de recente totstandkoming van het Bezoekerscentrum, waar het verhaal over het Paleis en de instellingen in een audiotour wordt verteld. Ik hoop dat de juridische beslechting van internationale geschillen zal doorgaan, en dat de landen het Vredespaleis zullen weten te vinden. Voorts hoop ik dat de komende jaren ook andere manieren om conflicten vreedzaam te beëindigen in Den Haag zullen worden ontwikkeld. In het bijzonder denk ik aan rechtstreekse onderhandelingen tussen partijen en aan de principes van bemiddeling (mediation) – in feite het arsenaal aan mogelijkheden, zoals vastgelegd in art 33 van het VN-handvest. Den Haag heeft daarin helaas geen traditie, zoals Genève die wél heeft. Het zou toch de moeite waard zijn deze mogelijkheid te verkennen. Dit gebeurde overigens al tijdens de ministeriële bijeenkomst in de middag van de 28ste augustus in het Vredespaleis. Ik denk dat Den Haag nog meer glans kan geven aan de enorme ontwikkeling van de laatste jaren. Het vereist uiteraard wel dat de Nederlandse regering zich achter dit streven stelt. Helaas hebben te veel landen de rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof nog steeds niet erkend. Dit is een van de speerpunten uit de Rule of Law-agenda van de VN-secretarisgeneraal. Slechts een kleine 70 landen hebben die rechtsmacht via een verklaring onderschreven; daar horen de meeste lidstaten van de EU bij. Frankrijk echter niet; dit land trok zich terug wat betreft de toezichthoudende rol van het Hof toen het dreigde te verliezen in een rechtszaak over de nucleaire proeven in de Stille Zuidzee, een zaak die door Nieuw-Zeeland en Australië was geïnitieerd. Zo hebben de Verenigde Staten zich teruggetrokken na een voor dit land ongemakkelijke bevinding van het Hof in relatie tot Nicaragua, een zaak die tot aan de Veiligheidsraad is gegaan. De grote landen (de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad) hebben altijd een rechter in het Internationaal Gerechtshof, maar ze willen zich om reden van soevereiniteit niet op voorhand binden aan de uitspraken van dit rechterlijk college. Wel zijn er diverse internationale verdragen gesloten die een scheidsrechterlijke rol toeken- Oktober 2013 Jaargang 67 nr. 10 nen aan het Permanent Hof van Arbitrage of aan het Internationaal Gerechtshof. Via die ingang komen de meeste zaken bij het Internationaal Gerechtshof. Het Hof geeft ook adviezen (advisory opinions), op verzoek van organen van de VN. Heel bekend werd het advies over het afscheidingshek dat Israël om veiligheidsredenen op bezet gebied bouwde. Dat kon een bezettende macht onder het internationaal recht niet doen, zo oordeelde het Hof. Ook gaf het Hof een advies over de legaliteit van de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo, een omstreden materie. Het Hof stelde dat het internationaal recht zich niet tegen deze verklaring verzette. Thans werkt het Hof aan een uitspraak over de maritieme afbakening tussen Peru en Chili, een zaak die aanleiding geeft tot veel emoties in die regio, net als het geschil tussen Argentinië en Uruguay over het gebruik van een gemeenschappelijke rivier. Ook het Permanente Hof van Arbitrage heeft zijn naam aan grote zaken verbonden. Zo bepaalde het Hof de lange grenslijn tussen Ethiopië en Eritrea. En de afbakening van de Abey region in de Sudan leidde tot een uitspraak van dit Hof, na een grote hoorzitting. Nederland en België kregen een bindende uitleg van de juridische aspecten van de IJzeren Rijn. India en Pakistan legden een belangrijk watergeschil aan het Arbitragehof voor, onder een in het kader van de Wereldbank gesloten verdrag over hydraulische werken in een van de zijrivieren van de rivier de Indus. En zo zijn er meer voorbeelden, te veel voor dit korte bestek. We moeten altijd blijven werken aan vreedzame oplossingen, ook als het in de wereld moeilijk is, zoals nu met de crisis in Syrië. Daar spelen het Vredespaleis en haar instellingen een niet te miskennen rol in. Die boodschap werd bij de 100-jaarsviering duidelijk uitgesproken. Foto Roel Wijnants Internationale Spectator 31