960 Ars Aequi december 2015 blauwe pagina’s Bouwstenen van het recht arsaequi.nl/maandblad AA20150960 TUSSEN AMBITIE EN REALITEIT: HET VREDESPALEIS Rosa Möhrlein* S’ ist Krieg / s’ ist Krieg! O Gottes Engel wehre Und rede Du darein! S’ leider Krieg – und ich begehre Nicht schuld daran zu sein!1 In dit gedicht – een klaagzang tegen de oorlog – is goed verwoord dat een oorlog kan worden opgevat als een lijdensweg,2 waarbij zelden door de strijdende partijen wordt erkend dat beide een deel van de schuld dragen. Om het door oorlog veroorzaakte lijden te verminderen, werden in de 19e eeuw ideeën geopperd en ook uitgevoerd om in de toekomst internationale conflicten via een vreedzame weg te laten beslechten. Nederland was al vroeg betrokken bij het beslechten van internationale geschillen op een vreedzame manier. Zo werd in 1829 koning Willem I gevraagd om te bemiddelen in een conflict tussen de staat Maine (onderdeel van de Verenigde Staten van Amerika) en New Brunswick (nu onderdeel van Canada, destijds een kolonie van Groot-Brittannië) betreffende de grens tussen beide landen. Men had kennelijk veel vertrouwen in koning Willem I, want hij werd als ‘friendly sovereign’ aangewezen om als arbiter op te treden en één van de twee lijnen te kiezen die de grens tussen de ruziemakende staten zou moeten vormen. De bemiddeling liep echter uit op een fiasco: de koning kwam er niet uit en gaf de opdracht onverrichter zake terug. Wel stelde hij een derde lijn als compromis voor, maar deze lijn werd door Maine niet geaccepteerd. Niet veel later brak er een oorlog uit tussen beide landen, (de zgn. Aroostook-oorlog) met de grens als grootste twistpunt. In 1842 werd deze oorlog beëindigd waarna de grens definitief werd vastgesteld. Ironisch genoeg leek deze grenslijn als twee druppels water op de compromislijn die door koning Willem I een paar jaar eerder was voorgesteld. Stad van de internationale vrede Hoewel deze exercitie in geschillenbeslechting dus geen onverdeeld succes was, speelde Nederland aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw een invloedrijke rol bij de totstandkoming van de eerste mondiale Vredesconferenties en bij de afspraken rondom verplichte arbitrage en vreedzame conflictoplossing. Deze Vredesconferenties kwamen tot stand op initiatief van tsaar Nikolaas II van Rusland.3 Als geschikte plek om de Vredesconferentie te houden werd Den Haag aangewezen. Voor deze keuze pleitten verschillende redenen. Populaire steden zoals Kopenhagen, Brussel en Bern waren vanwege uiteenlopende redenen niet beschikbaar.4 Daarbij kwam dat Den Haag een gunstige geografische ligging had en een aantal Nederlandse geleerden in het verleden een grote invloed had uitgeoefend op internationaalrechtelijk gebied. Denk hierbij aan Hugo de Groot (1583-1645) en Cornelis van Bynkershoek (1673-1743), maar ook aan Tobias M.C. Asser (1838-1913), die een fervent voorstander was van verplichte arbitrage in het internationaal recht. Ten slotte bestond er een familierelatie tussen het Nederlandse en het Russische koningshuis, want de grootmoeder van Wilhelmina was Anna Paulowna, de dochter van tsaar Paul I. Tussen 18 mei en 29 juli 1899 vond aldus de Eerste Vredesconferentie plaats in Den Haag, waarbij 26 landen honderd afgevaardigden stuurden om te spreken over een manier om oorlogen in de toekomst te voorkomen. Koningin Wilhelmina stelde haar zomerpaleis, Huis ten Bosch, hiervoor beschikbaar. De ervaringen van de delegaties tijdens de eerste Vredesconferentie waren dermate positief, dat ook de Tweede Vredesconferentie, die twee keer zo lang duurde, in Den Haag werd gehouden en vervolgens unaniem werd besloten het nog op te richten Permanent Hof van Arbitrage (Arbitragehof) eveneens in Den Haag te laten zetelen.5 Mede vanwege de succesvolle conferenties, de oprichting van het Arbitragehof, en de komst van het Permanent Hof van Internationale Justitie in 1922 (opgevolgd door het Internationaal Gerechtshof in 1946) staat Den Haag nog steeds bekend als stad van de internationale vrede. Ambitieus gebouw Het besluit het in 1899 opgerichte Arbitragehof in Den Haag te laten zetelen, leidde tot een prijsvraag voor architecten, uitgeschreven door de Carnegie-Stichting,6 met de opdracht een schets te maken voor een gebouw. Deze prijsvraag werd echter geen succes.7 Weinig ontwerpen voldeden aan de gestelde eisen en andere waren niet erg inspirerend.8 Na ampele beraadslagingen kwam het ontwerp van de Franse architect Louis-Marie Cordonnier als winnaar uit de bus,9 een keuze die vervolgens hevig werd bekritiseerd door het grote publiek en de arsaequi.nl/maandblad blauwe pagina’s AA20150960 Ars Aequi december 2015 961 pers. De belangrijkste reden hiervoor was dat men het ontwerp weinig vernieuwend vond en dat de Carnegie-Stichting geen goede onderbouwing had gegeven waarom het ontwerp van Cordonnier gewonnen had.10 Tot overmaat van ramp bleek het ontwerp niet alleen zeer ambitieus, maar zelfs praktisch lastig uitvoerbaar en moest het fundamenteel worden aangepast, voordat kon worden begonnen met de bouw.11 Aanvankelijk speelde men zelfs nog met het idee om een nieuwe prijsvraag uit te schrijven, maar de Carnegie-Stichting vond dat het zich nu eenmaal gecommitteerd had aan het ontwerp van Cordonnier en dat dit dan ook zou moeten worden uitgevoerd.12 Het ontwerp werd vele malen bijgesteld, en in de uitwerking werden de aanvankelijk geplande vier torens vervangen door een Ambitieus doel In 1913 werd het Vredespaleis officieel geopend en tehuis van het Arbitragehof en later, in 1922, ook van het Permanent Hof van Internationale Justitie (Permanent Hof).14 Het Permanent Hof zou na de Tweede Wereldoorlog worden opgevolgd door het Internationaal Gerechtshof met als taak de door staten voorgelegde geschillen te beslechten overeenkomstig het internationaal recht.15 De bredere doelstelling, zoals om- schreven in het Handvest van de Verenigde Naties, waarvan het Statuut van het Internationaal Gerechtshof een integraal deel van uitmaakt, is het handhaven van de wereldwijde vrede en het uitbannen van oorlogen als middel om conflicten op te lossen.16 Een ambitieuze doelstelling die verwoord wordt op de muurdecoratie bij de ingang van de Kleine Rechtzaal in het Vredespaleis: pax extinguit belli flammas.17 Illustratief en ironisch is dat de bouw van het Vredespaleis bijna net zo ambitieus bleek als het doel van de instellingen die in het gebouw zijn gehuisvest. Het ontwerp voor het Vredespaleis moest vele malen worden bijgesteld, ruzies moesten worden uitgevochten en compromissen moesten worden gesloten. Het doel van vrede door het uitbannen van oorlog als middel om conflicten op te lossen, vergt ook bijstelling van verwachtingen, het aangaan van compromissen en moet soms voortbouwen op eerder genomen beslissingen. Maar hoewel het Vredespaleis uiteindelijk is gebouwd en als een statig en historisch gebouw zeker de moeite van een bezoek waard is, moeten we vaststellen dat een wereld zonder oorlog nog immer geen realiteit is. Toch spelen het Internationaal Gerechtshof en het Arbitragehof, met hun zetel in het Vredespaleis, een waardige en fundamentele rol in het bereiken van het ambitieuze doel. Het Arbitragehof bestaat inmiddels 116 jaar en heeft vooral in de laatste jaren aan populariteit gewonnen als forumkeuze voor staten om hun geschillen vreedzaam op te lossen.18 En ook het Internationaal Gerechtshof heeft in zijn bijna 70-jarig bestaan met baanbrekende arresten zijn stempel gedrukt op de internationale betrekkingen. Hoewel we nog steeds ver verwijderd zijn van een wereld waarin geen oorlog bestaat, en wat dat betreft de doelstelling van wereldvrede een ambitieuze doelstelling blijft, is, om met de woorden van Hans Nieuwenhuis te spreken, de onbereikbaarheid van de horizon geen reden om niet verder te gaan op de ingeslagen weg.19 * R. Möhrlein, LL.M. is junior docent en promovenda aan de Radboud Universiteit Nijmegen, vaksectie Internationaal en Europees Recht. 1 Oorlogsgedicht van Matthias Claudius (1778). 2 ‘Leider’ kan hier niet alleen worden geïnterpreteerd in de letterlijke betekenis van ‘helaas’ maar ook als een uitdrukking van lijden. Zie: K. Kraus, Gedichte und Aufsätze zur deutschen Sprache, Bremen: Dogma 2013, p. 71. 3 Hoewel het initiatief tot een vredesconferentie tot stand kwam met het oog op eigenbelang, speelde ook een algemene oprechte bezorgdheid om oorlogen te voorkomen een rol. De vader en grootvader van Nikolaas II, Alexander II en Alexander III, hadden zich actief ingezet om oorlogen te voorkomen en laatstgenoemde stond zelfs als ‘vredestichter’ bekend, vanwege zijn vredelievende opstelling. Zie: A. Eyffinger, The 1899 Hague Peace Conference, The Hague: Kluwer 1999, p. 19. 4 J. Joor, ‘De Haagse Vredesconferentie van 1899’, in: B. Duynstee, D. Meijer & F. Tilanus (red.) Bouwen aan Vrede. Honderd jaar werken aan vrede door recht. Het Vredespaleis 1913-2013, Den Haag: CarnegieStichting; Eleven Publishing 2013, p. 24. Zie: Eyffinger 1999, p. 378. Hoewel de naam anders doet vermoeden en in tegenstelling tot het Permanent Hof van Internationale Justitie, is het Arbitragehof geen gerecht maar een internationale organisatie. Het Arbitragehof beheert een lijst met namen van vooraanstaande personen die door staten kunnen worden aangewezen als arbiter in een arbitragezaak. Vernoemd naar de Schotse zakenman en filantroop Andrew Carnegie (1835-1919), die in 1903 anderhalf miljoen dollar doneerde voor de bouw van het Vredespaleis. J. Joor, ‘Andrew Carnegie’s “Vredestempel”: de wording, bouw en opening van het Vredespaleis, 19001903’, in: Duynstee, Meijer & Tilanus 2013, p. 53. Register van de ingezonden ontwerpen voor den Prijsvraag, 1906, Collectie Vredespaleis. Zie ook: Notulen Carnegie-Stichting van 17 mei 1906, eveneens Collectie Vredespaleis. 9 Joor 2013, p. 53. 10Zie: Joor, ‘Andrew Carnegie’s “Vredestempel”, 2013, p. 54. 11Joor, ‘Andrew Carnegie’s “Vredestempel”, 2013, p. 55. 12Notulen Carnegie-Stichting van 6 juni 1906, Collectie Vredespaleis. 13Notulen Carnegie-Stichting van 25 januari 1907. 14Ook een bibliotheek, de Haagse Academie voor Internationaal Recht (1923) en de Carnegie-Stichting kregen in het Vredespaleis een onderkomen. 15Zie Art. 38 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof. 16Zie Art. 1 lid 1 van het VN-Handvest. 17Vrije vertaling: vrede dooft de vlammen van de oorlog. 18Zie A. Von Bogdandy & I. Venzke, In Whose Name? A Public Law Theory of International Adjudication, Oxford: Oxford University Press 2014, p. 45. 19Zie: J.H. Nieuwenhuis, Een steeds hechter verbond, Amsterdam: Uitgeverij Balans 2015, p. 19. Nieuwenhuis had de Europese Unie voor ogen met deze uitspraak, maar zij leent zich ook goed voor deze context. Foto: Flickr.com | peacepalacelibrary kleine en een grote toren.13 Uiteindelijk werd tijdens de Tweede Vredesconferentie op 30 juli 1907 de eerste steen van het Vredespaleis gelegd door het hoofd van de Russische delegatie, graaf Alexander de Nelidov. 5 6 7 8