oo Zet 5 woorden uit het woordpakket achter elkaar zonder ruimte

oo
Zet 5 woorden uit het woordpakket achter
elkaar zonder ruimte tussen de woorden.
Laat een klasgenoot streepjes zetten en ze
los op schrijven.
oo
Laat de klinkers weg uit het woord.
Vraag een klasgenoot raden welk
woord.
oo
Geef een dictee aan een klasgenoot.
Kijk na 10 woorden samen na.
oo
o/ oo
Maak met de letters van het woord
zo veel mogelijk nieuwe woorden.
oo
Schrijf met je vinger een woord op tafel.
Laat een klasgenoot het woord opschrijven.
Kijk samen of het woord goed is.
oo
Kies een woord uit het
woordpakket. Speel het spel galgje
met een klasgenoot.
oo
Maak rijtjes met de moeilijkheid uit het
woordpakket. Bijvoorbeeld woorden met ei
en ij. De ander zegt woorden uit het pakket.
Jij schrijft ze in de goede rij.
Kies een woord uit het woordpakket.
Bedenk een zin met het woord, maar schrijf
het woord niet op. Laat een klasgenoot
raden welk woord het is.
oo
oo
Je klasgenoot zegt een woord uit het
woordpakket. Jij maakt daarmee een
zin. Schrijf de zin op.
Schrijf een verhaal waarin in iedere zin
een woord van het woordpakket zit. Het
verhaal hoeft niet echt gebeurd te zijn.
oo
(werkblad 1.)
oo
Schrijf een woord uit het woordpakket
op. Laat twee letters weg. Een
klasgenoot mag raden welk woord.
Maak een puzzel met de woorden. Maak
een omschrijving van een woord. Laat
een ander de puzzel oplossen. Gebruik
werkblad 1.
oo
oo
(Werkblad 2.)
Maak een woordwiel. Schrijf een woord in
de cirkel. Bedenk zelf waar je begint. Laat
een klasgenoot raden. Gebruik werkblad 2.
Kies een woord uit het woordpakket.
Hussel de letters door elkaar en schrijf
dat op. Laat een klasgenoot raden welk
woord je hebt gehusseld.
oo
Maak een woordketting. Gebruik woorden uit het
woordpakket. Wanneer de laatste letter een K is,
moet de eerste letter van het volgende woord een K
zijn. Maak een zo lang mogelijke ketting.
oo oo
Woordenbingo. Je klasgenoten kiezen ieder 6
woorden uit het woordpakket. Deze woorden
schrijven ze op. Jij noemt de woorden in willekeurig
volgorde op. Wie heeft het eerst bingo?
oo oo
Een woord met de letter…. Kies een letter. Laat je
klasgenoten zo snel mogelijk een woord uit het
woordpakket opschrijven die begint met die letter.
Wie het eerst een woord goed heeft geschreven
krijgt een punt.
(woordenboek)
oo
Kies een willekeurig woord uit het
woordpakket. Zoek het zo snel mogelijk op in
het woordenboek. Degene die het woord als
eerste vindt, krijgt een punt.
o
Kies een woord uit het woordpakket. Hak
het in klankstukjes (dus bijv. ui) Maak met
ieder klankstuk een nieuw woord.
o
Bedenk rijmwoorden bij de
woorden uit het woordpakket.
Werkblad 1: Puzzel maken.
Bedenk 10 omschrijvingen van 10 woorden uit het woordpakket. Schrijf ze hieronder op.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Teken van te voren af uit hoeveel letters het woord bestaat. Laat je klasgenoot de antwoorden
hieronder opschrijven. In ieder vakje komt een letter.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Werkblad 2. Woordwiel
Schrijf de letters van een woord uit het woordpakket op de stippen. Kijk goed naar het aantal letters.
Kies zelf waar je begint. Laat een klasgenoot raden welk woord je opgeschreven hebt.
Voor woorden met 5 letters.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
Voor woorden met 6 letters.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
…..
.
Voor woorden met 7 letters.
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
Voor woorden met 8 letters.
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
…...
Voor woorden met 9 letters.
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
Voor woorden met 10 letters.
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
…
Voor woorden met 11 letters.
...
...
...
...
11
...
...
...
...
11
...
...
...
...
11
...
...
...
...
...
...
...
11
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
Voor woorden met 12 letters.
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
Voor woorden met meer dan 12 letters kun je hieronder zelf een woordwiel ontwerpen.
...
...
...