Focus

advertisement
Sociale netwerken van
personen met een
verslavingsproblematiek
Drugmisbruik 1
17 maart 2003
Veerle Soyez
Structuur
Focus
 Conceptueel kader
 De rol van het sociaal netwerk in de
etiologie van middelenmisbruik
 De rol van het sociaal netwerk bij het in
stand houden van middelenmisbruik
 De rol van het sociaal netwerk bij de
behandeling van middelenmisbruik

Focus

Illegale druggebruikers
– verschillen met alcoholici?
Afhankelijkheid van middelen
 Volwassenen
 Gezin van herkomst

– centraliteit
– onderbelichting van broers en zussen
– plaats van de partners en de eigen
kinderen?

Hoofdzakelijk behandelfase
Conceptueel kader
Sociale netwerken: Structurele
afbakening
Indeling volgens aantal netwerkleden
 Indeling volgens emotioneel-relationele
afstand:

– Kapferer (1973) intieme, effectieve en
extensieve zone
– Boissevain (1974) eerste en tweede intieme
zone, effectieve zone, nominale zone en
extensieve zone;
– Erickson (1976, 1984) uitgebreid, beschikbaar en
effectief persoonlijk netwerk
– Hammer (1978) persoonlijk, nominaal en
extensief netwerk
Sociale netwerken: Functionele
afbakening
Zes functies:
 affectieve steun
 evaluatieve steun
 sociale steun
 praktische / instrumentele steun
 cognitieve steun
 integratieve steun
Sociale steun (social support)
= persoonlijke interacties die ertoe leiden
dat een persoon zich gesteund,
gewaardeerd en opgenomen voelt in een
wederzijdse relatie
 = a flow of emotional concern,
instrumental aid, information and / or
appraisal (information relevant to selfevaluation) between people (House, 1981)

Dimensies van sociale steun

Structurele dimensie van sociale steun (Strug & Hyman,
1981; Rychtarik et al, 1987) = omvang van de steun van
verschillende ondersteunende bronnen

Functionele dimensie van sociale steun (Beattie et al.,
1981; Huselid et al, 1991; Goehl et al, 1993; Dobkin et
al., 2002) = huidige of waargenomen emotionele en
instrumentele steun

Kwalitatieve dimensie van sociale steun (Brown et al.,
1995; Frank et al., 2000; Gordon & Zrull, 1991;
Humphreys et al., 1997) = bvb. ondersteuning van niet-
gebruikende sociale netwerkleden
Definiëring

een sociaal netwerk kan omschreven
worden als: al die mensen en
groeperingen – te concretiseren in
personen – met wie iemand
rechtstreekse en min of meer
duurzame banden heeft voor de
vervulling van zijn dagelijkse
levensbehoeften (Baars, 1994;
gebaseerd op Hammer (1978), Erickson,
(1976,1984), Speck & Attneave, (1973))
De rol van het sociaal
netwerk in de etiologie
van middelenmisbruik
Ontstaan van verslaving
Verschillende bronnen van beïnvloeding in de
verschillende stadia van middelengebruik / misbruik
 Multi-dimensionele modellen
– Bio-genetische factoren
– Sociale omgeving
– Door de persoon gepercipieerde omgeving
– Persoonlijkheid
– Gedrag
 Binnen elk deelgebied: beïnvloedende factoren –
kunnen optreden als risicofactor of als
beschermende factor

Beïnvloedende factoren

Psychosociale factoren
– Traumatische ervaringen
 Ouderlijke deprivatie
 Separatie
 Misbruik en mishandeling
–
–
–
–
–
–
Ouders en hun verleden
Peers
Interacties binnen het gezin
Percepties binnen het gezin
Drug- en alcoholgebruik door andere gezinsleden
Religiositeit en waarden
Beïnvloedende factoren (2)

De biologisch / genetische factoren
– Erfelijkheid
– Andere psychopathologieën (mediërende
factoren)
 Sociale angst (as 1)
 Anti-sociale persoonlijkheidsstoornis (as 2)
 Cfr. dubbele diagnose
– Intelligentie
De rol van het sociaal
netwerk bij het in stand
houden van
middelenmisbruik
Familie: gezinsstructuur

Verslaafde is niet geïsoleerd van gezin van
herkomst
– « pseudo-separatie »

« Typische » gezinsstructuur
– Cancrini: verschillende gezinstypes
Lange tijd van « niet weten »
 Reactieve houding tegen middelengebruik,
samengaand met beperkt begrip van
verslaving

Partner- en Vriendschapsrelaties

Partnerrelatie:
– Vaak gekenmerkt door uitbuiting (actief of
passief – vooral seksueel)
– Partner gekozen als bron van emotionele
stabiliteit

Vriendschapsrelaties:
– Meerderheid van de vrienden gebruikt
– Weinig vrijetijdsactiviteiten
– Voelen zich meestal niet goed in groep
Versterkende factoren
Intergenerationele problematiek
 Ontbrekende gezinscohesie

– Sociale steun andere gezinsleden?

Ontbreken van erkenning
De rol van het sociaal
netwerk bij de behandeling
van middelenmisbruik
Behandeling
Belang van sociale netwerken bij het in
behandeling komen (externe druk)
 Invloed op retentie (in het programma
blijven)

– Ervaren sociale steun
– Loyaliteit
– Eigen noden van sociale netwerkleden

Invloed op succes van de behandeling

Sterk familie (ouders) -gericht
(Familie)begeleiding vs.
(familie)therapie
Bij aanvang: vaak ontbreken van een
hulpvraag bij significante anderen
 Context en eigenheid van de gezinnen
 Nood aan erkenning bij iedereen!

 Start = familiebegeleiding, daarna
geleidelijke overgang naar therapie
Visie van de verschillende
stromingen
Systeemtheoretische benadering
 Psycho-dynamische benadering

– Contextuele benadering
Communicatie-benadering
 Leertheoretische benadering

Systeemtheoretische benadering
Visie: drugmisbruik als oplossing voor
vastgelopen ontwikkelingsfase (“leaving
home” of loslating komt niet tot stand).
 Behandeling

– Structureel-strategisch model van Stanton &
Todd
– Verstoorde hiërarchische verhouding
aanpakken (coalitie tussen ouders)
– Twee basisstrategieën: diversie en compressie
Contextuele benadering

Visie: verslaving is een uiting van
destructief recht
– Gericht naar zichzelf
– Gericht naar onschuldige derden

Behandeling
– Beheersen van het verslavingsgedrag is
secundair
– In gang zetten van de balans van geven en
nemen
Vormen van begeleiding
Relatie-begeleiding (koppels)
 Groepsbehandeling voor ouders
 Concurrente behandeling
middelenmisbruikers / ouders
 Individuele gezinsbehandeling
 Multiple family therapy (MFT)
 Behandeling van broers en zussen
 Sociale netwerkbehandeling

Belang van begeleiding
Betrokkenheid van significante anderen is
op zich belangrijk – los van evt.
familietherapie
 Mediërende rol van ervaren sociale steun

– Vooral functionele sociale steun is belangrijk

Betrokkenheid van significante anderen
(N=174) leidt tot hogere retentie en
daarom indirect tot meer succes van de
behandeling
Visie cliënten

Belangrijke netwerkleden
– Familie
 Ouders / broers en zussen
– Vrienden
– Gemiddeld 5 belangrijke netwerkleden
Zeer positief over vrienden
 Familie

– Positief
– Neutraal: gemengd-neutraal; gespleten-neutraal
– Negatief
Link met retentie?
Cliënten: visie op niet-betrokken
netwerkleden
Pijn, verdriet, kwaadheid
 Daarnaast ook veel bezorgdheid
 Vooral stafleden zijn bron van
ondersteuning

– Peer support?

Kwaliteit van het contact primeert op
kwantiteit
Visie netwerkleden

Ouders
– Beoordelen kwaliteit relatie in onmiddellijk
verband met druggebruik

Broers en zussen
– Meer afstand
– Veel schuldgevoelens

Manier van naar relatie kijken staat in
verband met manier van hulp willen
bieden (extreem positieve groep; neutrale
groep; extreem negatieve groep)
Visie netwerkleden: reïntegratie
Vaak zeer tevreden over behandeling
 Kunnen moeilijk inschatten wat
reïntegratie betekent
 Ontkennen kans op herval
 Veel (nieuwe) sociale netwerkleden
hebben positieve attitude tgo druggebruik
(legale drugs)
 Veel nood aan ondersteuning bij de
bewoner, maar voor netwerklid een “zwart
gat”

Noden van sociale netwerkleden
Voor de behandeling
 Start van de behandeling
 Tijdens de behandeling
 Na het beëindigen van de behandeling

Niet-betrokken sociale
netwerkleden

Groot wantrouwen
– Herhaaldelijk pijnlijke gebeurtenissen
– Zelf geen verantwoordelijkheid hierin
Uitgeblust, hebben vaak al heel wat hulp
geboden in het verleden
 Erkennen nood aan sociale ondersteuning,
maar emotionele kost is te hoog

– Zelf heel wat noden
Broers en zussen
Staan negatief tov het drugmisbruik, maar
positief tov de persoon
 Goede relatie met ouders

– Willen goede zoon / dochter zijn
Weten meer over drugs dan hun ouders,
maar ook geen details
 Veel steun van vrienden
 Willen geen “hulpverlening” of “therapie”
– wel informatie

Besluit

Nood aan
– Meer betrokkenheid van sociale netwerken
tijdens de behandeling
– Wat met cliënten die geen sociale steun
hebben
– Meer gevarieerd aanbod
– Inspelen op de noden van netwerkleden
(vraaggestuurde zorg)
– Gecentraliseerd werken (netwerkvorming?)
Download