Inhoud - HandiKlap.be

advertisement
Geïntegreerde proef
Muziekbeleving bij jongeren met een
meervoudige handicap
BuSO OV1-verzorgingsklas ‘Groenlaar’, Reet
Se-n-Se
LEEFGROEPENWERKING
a-klas
DE LAET Kitty
Schooljaar 2009-2010
Geïntegreerde proef
Muziekbeleving bij jongeren met een
meervoudige handicap
BuSO OV1-verzorgingsklas ‘Groenlaar’, Reet
Se-n-Se
LEEFGROEPENWERKING
a-klas
DE LAET Kitty
Schooljaar 2009-2010
Woord vooraf
Tijdens het Se-n-se Leefgroepenwerking kregen we de opdracht om een
eindwerk te maken. Na een bezoek aan mijn stageplaats besloot ik om dit rond
muziekbeleving te doen bij jongeren met een meervoudige handicap.
Om deze GIP tot een goed einde te brengen kreeg ik hulp van verschillende
mensen die ik hier allen persoonlijk zal bedanken.
Meneer Roggemans leerkracht KTA-Paramedisch Instituut Mechelen en tevens
CLB-medewerker GO Mechelen, die me begeleid heeft om dit eindwerk tot een
goed einde te brengen en die me door de moeilijke momenten heen geholpen
heeft.
Daarnaast wil ik ook alle andere leerkrachten bedanken die ons geholpen hebben
om dit jaar tot een goed einde te brengen.
Mijn stageplaats, Groenlaar,
praktijkgedeelte uit te voeren.
te
Reet,
waar
ik
de
kans
kreeg
om
het
Ook wil ik mijn stagementor, Vera Gillis, bedanken voor de vele steun en
vertrouwen dat ze me tijdens de stageperiode gegeven heeft en aan wie ik ook
altijd een luisterend oor had.
Ik zou ook graag MuVo-leerkracht, Tom Luyten, bedanken voor de tijd die hij
voor mij heeft vrijgemaakt, omdat hij me de kans gegeven heeft om een aantal
vragen te stellen.
Verder wil ik “mijn” leerlingen van OV1 verzorgingsklas bedanken voor hun
medewerking aan de activiteiten.
Tevens bedank ik de ouders van mijn leerlingen omdat ik foto’s van hun kinderen
in deze GIP mocht publiceren.
Tenslotte wil ik al mijn klasgenoten, vrienden en familie bedanken omdat ik met
problemen steeds bij hen terecht kon.
Inleiding
Iedereen kan genieten van muziek! Maar wat als je een ernstig verstandelijke of
een meervoudige handicap hebt?
Op welke manier kan je jongeren met een ernstige meervoudige handicap
bereiken? Op welke manier kan men deze jongeren laten bezig zijn met muziek
en nog belangrijker, hebben ze hier iets aan?
Op deze vragen zocht ik een antwoord tijdens het maken van dit eindwerk.
In deze GIP krijg je een beknopt overzicht op welke manier personen met een
handicap op muziek kunnen reageren, wat muziek voor hen kan betekenen en op
welke manieren je met muziek kan werken.
In het BuSO ‘Groenlaar’, namelijk in de OV1 verzorgingsklas voerde ik mijn
praktijkgedeelte uit. De verzorgingsklas richt zich op leerlingen met een ernstige
meervoudige of ernstige mentale handicap.
Tijdens mijn praktijk heb ik op twee manieren gewerkt namelijk, op een actieve
manier door de leerlingen te laten kennis maken met het keyboard en op een
passieve manier door hen muzikale, basale massages aan te bieden.
Uit de reacties van de leerlingen kon ik opmaken dat ook zij van muziek kunnen
genieten, maar dan op hun niveau. Verder ben ik door het maken van dit
eindwerk te weten gekomen hoe moeilijk het is om gepast materiaal te vinden
om rond muziek te werken Ook het vasthouden van de aandacht van deze
leerlingen was niet zo simpel.
Het is belangrijk om goed te zoeken welk materiaal je gaat gebruiken omdat
deze leerlingen niet altijd voldoende mogelijkheden hebben om te begrijpen hoe
iets werkt of waar ze met bezig zijn.
Ik heb ook gezien dat het belangrijk is om individueel te werken met deze
leerlingen. Op deze manier kan je hen maximaal laten genieten van de
aangeboden muziek en kan je indien nodig hen wat extra aandacht geven.
Ook al kunnen ze het niet woordelijk zeggen, deze leerlingen kunnen ook
genieten van activiteiten die je aanbiedt door te glimlachen of door grote ogen te
trekken.
Tenslotte is het van essentieel belang om in team te werken. Dit komt alleen ten
goede van deze leerlingen.
Na een moeilijkere start ben ik dan toch tot een eindwerk gekomen waar ik best
trots op ben.
Inhoud
Woord vooraf
Inleiding
A Theoretisch gedeelte
1 Situering en verduidelijking van enkele begrippen .................... 4
1.1 Structuur Buitengewoon Onderwijs .................................................................. 4
1.2 Situering Opleidingsvorm 1 (OV1) .................................................................... 5
1.3 Leerplicht binnen het BuSO ................................................................................. 5
1.4 Dagcentrum ............................................................................................................... 6
1.5 Tehuis voor niet-werkenden .............................................................................. 6
1.6 Definitie meervoudige handicap. ..................................................................... 7
1.7 Mentale handicap ..................................................................................................... 7
1.8 Wat is muziek en welk doel heeft het bij begeleidingen? ..................... 7
2 Basale stimulatie ........................................................................ 8
2.1 Wat is basale stimulatie ? .................................................................................... 8
2.2 Wie was Andreas Frölich ? ................................................................................... 9
2.3 Soorten waarnemingen ......................................................................................... 9
2.4 Basale stimulatie via muziek ............................................................................. 10
3 Muziek ...................................................................................... 13
3.1 Inleiding..................................................................................................................... 13
3.2 Wat kan muziek betekenen voor de doelgroep? ....................................... 14
3.3 Werken met muziek met de doelgroep ......................................................... 16
3.3.1 Actief werken met muziek .......................................................................... 16
3.3.2 Receptief werken met muziek .................................................................. 16
3.3.3
Klankschaaltherapie ................................................................................... 16
3.4 De ideale muziekruimte ...................................................................................... 17
3.5 De reactieniveaus op de aangeboden muziek ............................................ 18
3.6 Mogelijkheden van de doelgroep op vlak van muziek ............................ 19
3.6.1
Mogelijkheden en beperkingen van personen met een ernstig
verstandelijke handicap .......................................................................................... 19
3.6.2 Mogelijkheden en beperkingen van personen met een diep
mentale handicap ...................................................................................................... 20
4 Snoezelen ................................................................................. 21
5 Mijn stageplaats........................................................................ 23
5.1 Voorstelling .............................................................................................................. 23
5.2 Voorstelling doelgroep ......................................................................................... 24
6 Draaiboek ................................................................................. 27
7 Aangeboden activiteiten ........................................................... 28
7.1 Muzikaal bad ............................................................................................................ 28
7.2 Keyboard spelen met de leerlingen ................................................................ 29
7.3 Snoezelen op muziek ........................................................................................... 29
8 Zelfevaluatie ............................................................................. 30
8.1 Keyboard ............................................................................................................... 3030
8.2 Snoezelen……………………………………………………………………………………………32
8.3 Muzikaal bad…………………………………………………………....................32
9 Taak als opvoedster .................................................................. 33
10 Bronnenlijst ............................................................................ 35
1 Situering en verduidelijking van enkele begrippen
1.1 Structuur Buitengewoon Onderwijs1
Het Buitengewoon Onderwijs is net als het gewone onderwijs opgedeeld in 3
niveaus
-
het Buitengewoon Kleuteronderwijs (BKO 2,5 tot 6 jaar)
het Buitengewoon Lager Onderwijs (BLO 6 tot 12 jaar)
het Buitengewoon Secundair Onderwijs (BuSo 12 tot 21 jaar)
Het BLO wordt onderverdeeld in 8 types.
-
type 1 voor leerlingen met een licht mentale handicap (niet op
kleuterniveau)
type 2 voor leerlingen met een matige/ernstige mentale handicap
type 3 voor leerlingen met ernstige emotionele/gedragsproblemen
type 4 voor leerlingen met een fysieke handicap
type 5 voor leerlingen die in een ziekenhuis of preventorium verblijven
type 6 voor leerlingen met een visuele handicap
type 7 voor leerlingen met een auditieve handicap
type 8 voor leerlingen met ernstige leerstoornissen (niet op kleuter- en
secundair niveau)
In het BuSO wordt er ook aanvullend gewerkt met opleidingsvormen
-
1
Opleidingsvorm 1 : bereidt de leerlingen voor op een leven in een
beschermd leefmilieu
Opleidingsvorm 2 : bereidt de leerlingen voor om te werken in een
beschermd arbeidsmilieu
Opleidingsvorm 3 : bereidt de leerlingen voor op een leven en
werken in een gewoon leef- en arbeidsmilieu
Opleidingsvorm 4 : niet voor leerlingen met een mentale handicap.
De leerlingen worden voorbereid om te werken in een gewoon
arbeidsmilieu of op studies in het hoger of universitair onderwijs.
- www.ond.vlaanderen.be
- cursus TV-opvoedkunde Beroepsorganisatie 2009-2010, Roggemans I,
KTA-PI Mechelen, hoofdstuk 2, blz 23-24
4
1.2 Situering Opleidingsvorm 1 (OV1)2
Ik zal wat dieper ingaan op de leerlingen die in OV1 zitten, omdat ik mijn
praktijkgedeelte van dit eindwerk zal doen met de leerlingen van de
verzorgingsklas van OV1 in Groenlaar te Reet.
Opleidingsvorm 1(OV1) richt zich op leerlingen met een ernstig mentale
handicap, al dan niet gecombineerd met een fysieke handicap. Ze worden
voorbereid op een leven in een beschermd leefmilieu dus een bezigheidstehuis of
een gezinsvervangend tehuis. Dagelijkse leefsituaties, ontwikkeling van
zelfredzaamheid en communicatie vormen de voornaamste leerdoelen van deze
onderwijsvorm.
Binnen OV1 heb je in Groenlaar ook nog eens een verzorgingsklasje dat zich richt
op leerlingen met ernstig meervoudige beperkingen. De kinderen vinden hier
voornamelijk rust, geborgenheid en vooral een goede verzorging. In deze
doelgroep is het ook belangrijk dat de leerlingen zeer individueel benaderd
worden en dat er op een gepaste manier gereageerd wordt op hun behoeften.
1.3 Leerplicht binnen het BuSO3
Net als in het gewone onderwijs geldt er in het Buitengewoon Onderwijs een
leerplicht voor kinderen van 6 tot 18 jaar. De meeste leerlingen blijven tot hun
21 jaar in het Buitengewoon Onderwijs, omdat er vaak geen aangepaste
opvangplaats is na het beëindigen van de leerplicht.
Daarna stromen de leerlingen van OV1 meestal door naar een dagcentrum of
naar een bezigheidstehuis waarover in het volgende puntje uitleg gegeven zal
worden.
In sommige gevallen kan een leerling een paar jaar langer in het onderwijs
blijven, op voorwaarde dat men is ingeschreven in minstens 2 aangepaste
dagcentra en/of een tehuis voor niet-werkenden en waarvan men ook een bewijs
dient voor te leggen dat aan de plaatsing geen gevolg gegeven kon worden. Dit
dient dan ook wel op gemotiveerd advies van de CABO (Commissie voor Advies
Buitengewoon Onderwijs) te zijn. De ouders moeten hier zelf een aanvraag voor
indienen. Wanneer de ouders zelf geen aanvraag indienen kan het CLB (Centrum
2
3
- http://www.groenlaar.be
- Uitleg op stage door leerkracht ASV Ann De Gruyter via bundel doelstellingen OV1 verzorgingsklas
- http://www.ond.vlaanderen.be/gidsvoorouders/specifiekesituaties/buitengewoon/08.htm
- http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/486749-Leerplicht.html
- http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=9320
- cursus TV-opvoedkunde Beroepsorganisatie, 2009-2010, KTA-PI Mechelen, Roggemans I,
hoofdstuk 3, blz 44
5
voor Leerlingenbegeleiding) de ouders hierin wel steunen. Deze aanvraag moet
gebeuren voor elke leerling die vóór of op 1 september van het lopende
schooljaar de leeftijd van 21 jaar bereikt. Wordt een leerling later op het
schooljaar, bijvoorbeeld op 14 oktober, 21 jaar kan hij dat schooljaar nog als
regelmatige leerling ingeschreven blijven.
Voor bepaalde leerlingen is het onmogelijk om voltijds onderwijs te volgen
omwille van de ernst van hun handicap. Dan kan men terecht bij de CABO en
kan de mogelijkheid bestaan dat men recht heeft op voltijds onderwijs aan huis.
Dit omvat 4 lestijden in de week en wordt ingericht door een school voor
Buitengewoon Onderwijs.
In sommige gevallen kan de CABO de leerling ook vrijstellen van de leerplicht.
Deze vrijstelling kan tijdelijk of permanent zijn. Al deze vrijstellingen kunnen
enkel op verzoek van de ouders worden aangevraagd en de CABO zal deze
situatie dan natrekken. Voor deze vrijstellingen baseert de CABO zich op
gemotiveerde medische attesten.
1.4 Dagcentrum4
Als het voor iemand te zwaar is om te werken op de gewone arbeidsmarkt of in
een beschut werkmilieu dan kan een dagcentrum een geschikte opvangplaats
zijn.
Dagcentra richten zich tot alle doelgroepen, ze beperken zich dus niet tot één
bepaalde handicap. Alleen personen met enkelvoudige psychische stoornissen
kunnen niet terecht in een dagcentrum.
Om van deze voorziening gebruik te kunnen maken moet men een positief
beslissing hebben van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
of kortweg het VAPH. De meeste dagcentra zijn geopend van 8 tot 18 uur en
meestal is er een periode van sluiting tijdens de vakanties. In het dagcentra
worden ook zinvolle activiteiten verricht. Zo worden er bijvoorbeeld sociale
vaardigheden getraind.
1.5 Tehuis voor niet-werkenden5
Een tehuis voor niet-werkenden is beter bekend als een bezigheidstehuis. Het
richt zich naar mensen voor wie werken te zwaar is en die thuis ook niet terecht
kunnen. Binnen deze vorm van tehuis heb je nog twee categorieën, namelijk
een nursingtehuis en een bezigheidstehuis.
4
5
- http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/20557-Dagcentrum.html
- cursus TV-opvoedkunde Beroepsorganisatie 2009-2010, Roggemans I, hoofdstuk 3, blz 48
- http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/20551-Tehuis+voor+niet-werkenden.html
- cursus TV-opvoedkunde Beroepsorganisatie, 2009-2010, KTA-PI Mechelen, Roggemans I,
hoofdstuk 3, blz 48
6
Een nursingtehuis richt zich op personen met een ernstig meervoudige handicap
en hier ligt de nadruk vooral op verzorging en paramedische begeleiding
(bijvoorbeeld kinesitherapie).
De leerlingen waarbij ik stage heb gelopen zullen veelal in een nursingtehuis
terechtkomen. De “sterkeren”, komen terecht in de bezigheidstehuizen. Daar
kunnen ze arbeidsvervangende activiteiten doen of deelnemen aan ingerichte
ateliers naargelang hun eigen mogelijkheden en interesses, al is deze
opvangvorm niet geschikt voor de leerlingen van mijn doelgroep.
1.6 Definitie meervoudige handicap.6
De definitie van meervoudige handicap is: “Een ernstige meervoudige handicap
is een combinatie van ernstige cognitieve en ernstige sensomotorische
functiestoornissen. Daarenboven moeten twee of meer functiestoornissen zo
ernstig zijn, dat elke stoornis op zich al zou leiden tot het hebben van een
beperking.”
Ik heb mij voor mijn GIP gebaseerd op de Nederlandse definitie aangezien deze
veel uitgebreider is dan de Vlaamse versie namelijk: “De persoon heeft een
combinatie van verschillende handicaps.”
1.7 Mentale handicap7
Een mentale handicap (verstandelijke handicap) is een ontwikkelingsstoornis van
de verstandelijke functies. Al naargelang het niveau van de personen wordt het
onderverdeeld in:
-
licht verstandelijke handicap (ontwikkelingsleeftijd van maximum 12 jaar)
matig verstandelijke handicap (ontwikkelingsleeftijd van maximum 7 jaar)
ernstig verstandelijke handicap (ontwikkelingsleeftijd van maximum 3 jaar)
diep verstandelijke handicap (ontwikkelingsleeftijd van maximum 4 maanden)
Vaak wordt de groep ernstig en diep mentale handicap samengenomen omdat ze
veel overeenkomsten hebben. De leerlingen van mijn klas halen de
ontwikkelingsleeftijd van anderhalf jaar niet.
1.8 Wat is muziek en welk doel heeft het bij begeleidingen?
8
Wanneer je in het woordenboek het woord muziek opzoekt zal men volgende
6
7
8
- http://www.encyclo.nl/begrip/handicap%20meervoudige
- Vlaskamp C, Gewoon bijzonder, Van Gorcum, Assen, 1996, inleiding p 1
- www.vgph.be/index.php?id=198 ( Vlaams Gebruikersoverleg Personen met een Handicap)
- http://www.e-gezondheid.be/informatie-verstandelijke-handicap-geestelijke-handicap/handicap-18103
- cursus TV-opvoedkunde Ortho-agogiek, 2009-2010, KTA-PI Mechelen, Claes H, hoofdstuk 3 ,
blz 1-2
- www.vandaele.be
- interview met Tom Luyten , 4 maand MuVo leerkracht in Groenlaar, verzorgingsklas 2008-2009
7
omschrijving tegenkomen: “bewuste ordening van klanken die met instrumenten
of je stem worden voortgebracht.”
Het doel van muziek bij mijn doelgroep is het niveau aan te passen aan hun
mogelijkheden en op deze manier de leerlingen iets aangenaam aan te bieden
met het weinige dat ze kunnen. Hieruit trek ik dan ook conclusies voor de
invulling van mijn taak als opvoedster.
2 Basale stimulatie9
Ik ga me voor mijn muziekbeleving specifiek richten op de basale stimulatie van
Andreas Frölich, omdat zijn ideeën het meeste toepasbaar zijn op mijn
klasgroep.
2.1 Wat is basale stimulatie ?
Wie ben ik? Wat voel en zie ik rondom mij? Hoe beleef ik de wereld?
Op welke manier kunnen we personen met een ernstig meervoudige handicap
toch een beetje zichzelf laten ervaren? Op deze vragen proberen we via basale
stimulatie een antwoord te vinden.
In de eerste plaats probeert basale stimulatie de persoon te sterken in zijn
lichaams-ik, hiervoor bieden we eenvoudige, doordachte en gestructureerde
prikkels aan. We dienen ons steeds af te vragen of onze prikkel tot het kind
doordringt, wordt het kind de prikkel echt gewaar? Heeft onze prikkel een echte
betekenis voor het kind, ook al is dit maar enkele seconden/minuten.
9
- Frölich A., Basale stimulatie, Garant, Leuven, 1995, p 3- 7
- http://www.basale-stimulatie.be
- http://www.basalestimulatie.net/
- http://www.basale-stimulation.de/allgemeines/basale-stimulation/einfuehrung.html
8
Origineel richt basale stimulatie zich op het domein van de zintuigen:
-
de somatische waarneming = de waarneming via de huid
de vestibulaire waarneming = de waarneming van de eigen positie in
de ruimte
de vibratorische waarneming = de waarneming via trillingen van de huid
of via het beenderstelsel
Deze zintuigen spelen een bepalende rol in de sociaal-emotionele
ontwikkeling van de mens. Verder wordt hier de basis gelegd voor een
verdere ontwikkeling en begrip van de waarnemingen zoals bijvoorbeeld:
geur, smaak en geluid.
2.2 Wie was Andreas Frölich ?
Andreas Frölich was een Duitse orthopedagoog, hij werkte in een
dagcentrum voor kinderen met een
meervoudige motorische handicap in Landsthul.
Hij werkte samen met Ursula Haupt de ideeën
rond basale stimulatie uit. Dit deed hij vanuit
zijn praktijk, gekoppeld aan een universitaire
wetenschappelijke opdracht. Sinds 1989-1990 is
hij voltijds benoemd tot professor in de
orthopedagogiek in de sectie mentaal
gehandicapten. Hier is zijn opdracht dus het
uitbouwen van de opleiding voor de studenten
Andreas Frölich
van orthopedagogiek.
2.3 Soorten waarnemingen
Basale stimulatie richt zich, zoals reeds vermeld, op het domein van de
zintuigen.
Zo heb je de somatische waarneming die gericht is op waarnemingen via de
huid. Deze zijn onderverdeeld in prikkels van:
a. diffuse aard (verspreide aard): een voorbeeldje hiervan is borstelen
en masseren tijdens het baden. Zo voelt het kind prikkels over de
hele huid
b. doelgerichte aard: een voorbeeldje hiervan is prikkelen van het
lichaam met scheerschuim. Met een spuitbus worden de armen en
benen van het kind ingespoten zodat ze deze ook ervaren. Je kan
ook andere materialen gebruiken zoals zand zodat ze deze ook leren
kennen
9
c. door zelfactiviteit voor somatische prikkels zorgen: leg het kind
onder een droogdouche (= een lichte plank waar honderden
plastieken kettinkjes aanhangen) de droogdouche wordt telkens
wanneer kind licht beweegt in gang gezet
Verder heb je de vestibulaire waarneming (evenwicht, plaats in de ruimte, …).
Een voorbeeld hiervan is de ligschommel: een kind dat zijn eigen lichaam niet
kan controleren wordt in een hangmat gelegd. Het wordt nu zowel schommelend
als draaiend gewiegd. De kinderen volgen deze bewegingen vaak oplettend en
stereotype bewegingen kunnen hierdoor ook stoppen.
Tenslotte heb je de vibratorische waarneming waaraan ik mijn praktijkgedeelte
zal wijden. Een voorbeeld hiervan is prikkelen via de stem. Een opvoeder ligt op
de rug met het kind op zijn buik. Hierbij voelt men duidelijk tijdens het spreken
de trillingen.
2.4 Basale stimulatie via muziek
Ik heb gekozen voor de vibratorische waarneming via muziek omdat dit het
onderdeel is wat me aanspreekt aangezien ik hierover nog niet veel wist en ik
me hierin ook graag verdiept heb.
Het ervaren van trillingen is een voorganger voor het ervaren van alle andere
geluiden en muziek.
Bij het werken
doelstellingen:
met
vibratorische
waarnemingen
zijn
er
3
belangrijke
a. het wekken van de auditieve aandacht en het uitbreiden van de
auditieve belevingswereld
b. het ervaren van het eigen lichaam
c. werken naar ontspanning door het gebruiken van lage
frequenties
a. Wekken van de auditieve aandacht en het uitbreiden van de
auditieve belevingswereld
Personen met een ernstig meervoudige handicap lijken vaak volledig in zichzelf
gekeerd. Daarom is het bij hen zeer belangrijk om synchroon te werken met het
horen van de muziek en het voelen van de trillingen. Hierdoor zal de prikkel
beter ervaren worden en is het voor de jongere gemakkelijker zich naar het
gevoelde geluid toe te wenden.
Het wekken van de aandacht kan door een instrument tegen het kind te
plaatsen en trachten op deze manier de aandacht te trekken. Wanneer de
aandacht vermindert verplaats je het instrument enkele centimeters. Het kind
10
hoort nog steeds het geluid, maar de trilling is iets minder. Men kan de afstand
blijven vergroten tot het kind niet meer aandachtig is.
Een voelbare trilling heeft bij personen met een diepe mentale handicap ook een
betere werking. Een voorbeeld hiervan is het rustig worden van een baby
wanneer hij door moeder opgenomen wordt en haar hartslag kan voelen.
Voor het beleven van muziek dient men niet altijd dure instrumenten aan te
kopen, ook met je stem kan je vibratorische prikkelingen geven. Zo kan je een
kind zijn naam zingen of een liedje neuriën tegen zijn hoofd, steeds verder zich
van het kind verwijderen en erop letten hoe lang het kind zich op jouw stem kan
concentreren.
b. Ervaren van het lichaam
Hier kan het gebruik van trilapparaatjes zeer belangrijk zijn. Gezonde mensen
ervaren hun lichaam constant wanneer ze lopen, springen, …Elke beweging geeft
een impuls op ons skelet.
Personen met een ernstig meervoudige handicap bewegen minder, zitten of
liggen vaak stil. Hun lichaamsdelen die ze haast niet meer gebruiken zoals hun
voeten/benen worden vaak niet meer ervaren als een deel van hun lichaam.
Trillingen op deze lichaamsdelen kunnen dan beleefd worden bijvoorbeeld door
massages met onze handen, het gebruik van kleine tril- of massageapparaatjes.
Wanneer we deze trillingen via onze lange beenderen geven worden deze via
geleiding doorgeven naar de rest van het lichaam. Het aanbieden van deze
trillingen moet altijd op een gestructureerde manier gebeuren. Enkel op deze
manier kan het lichaam als een samenhangend geheel ervaren worden.
Wanneer je denkt dat de trillingen te hard zijn voor het kind kan je je hand op
het lichaam plaatsen en het apparaatje op jouw hand laten trillen zodat de
trillingen voor het kind minder hard aankomen.
Tenslotte kan men ook bij bedlegerige personen het apparaatje op een matras
laten trillen en de trillingen op deze manier doorgeven aan het ganse lichaam.
c. Werken naar ontspanning bieden
Hieronder worden enkele producten besproken die kunnen zorgen voor
ontspanning via trillingen. Wegens financiële redenen en plaatsgebrek hebben we
op de stageplaats geen enkele van deze producten.
11
1. de trilvloer
Dit is een onafhankelijke vloer,
waarop luidsprekerboxen worden
geplaatst. Deze zorgen voor de
trillingen die de muziek overbrengt
direct over het hele vloeroppervlak
te verspreid zijn. Op deze manier
kunnen de kinderen de muziek over
hun hele lichaam voelen. Voor
personen
met
een
ernstig
meervoudige handicap kan dit
uiteraard zorgen voor een betere
beleving van de muziek.
trilvloer
2. het trilwaterbed
Op mijn stageplaats werd er
gebruik
gemaakt
tijdens de
snoezelsessies van een waterbed,
maar niet van dit soort waterbed.
Het waterbed bestaat uit een
grote waterzak gevuld met 1000
liter verwarmd water (tot 36°C).
Onder
het
bed
worden
geluidsboxen aangebracht. Op
deze manier brengt het water de trillingen naar de oppervlak te. Deze manier
Trilwaterbed
van werken is vergelijkbaar met de trilvloer.
d
Het idee van het trilwaterbed kwam van een Duitse muziektherapeut Berndt
Vogel. Hij wou een stressvrije ruimte bouwen en op deze manier de personen
geborgenheid en akoestische stimuli van het prenatale laten ervaren. Aangezien
het waterbed gelijk kon worden gesteld aan de baarmoeder. Voor zijn sessies
gebruikte Vogel hartslaggeluiden en lage frequentiegeluiden. Het rode gedempte
licht, het wiegen op het water, de lage frequentiegeluiden moesten zoveel
mogelijk het prenatale gevoel laten ervaren.
12
3.
de vibrelax
Dit is een zetel waarbij voor middel van éénpunts
trillingen een geluidsbron over het hele lichaam
gevoeld kan worden. Er bestaat hierbij ook een
mogelijkheid om alleen de trillingen aan te bieden.
Zoals ik al zei is er wegens plaatsgebrek en financiële
redenen geen enkele van deze producten aanwezig.
Een nieuwe aankoop ervan is ook niet haalbaar
aangezien dit klasje nog maximum 3 jaar zal
bestaan,aangezien er andere opvangsplaatsen zijn voor deze leerlingen zoals een
Vibrarelax
semi-internaat voor niet-schoolgaanden.
Wat we wél hebben is een gewoon waterbed in de snoezelruimte. Waarbij het
water elke beweging hoe klein ook, omzet in een trilling. Verder wordt er af en
toe een keyboard of een gitaar meegebracht zodat de leerlingen met deze
instrumenten en geluiden kennis kunnen maken.
3 Muziek
3.1 Inleiding10
Ik heb gekozen voor het onderdeel muziek omdat dit zeer toegankelijk is, ook
voor personen met een meervoudige handicap (i.p.v. bijvoorbeeld sporten). Voor
het beluisteren van muziek worden geen grote inspanningen van hen verwacht.
Ze moeten gewoon luisteren en genieten.
Ik heb hieronder kort beschreven hoe je met deze personen communiceert ook
zonder muziek. Omdat dit ook een zeer belangrijk onderdeel is voor de
uitvoering van mijn praktijkgedeelte.
10
- Interview Tom Luyten, 4 maanden MuVo leerkracht, Verzorginsklas Groenlaar 2008-2009
13
Omdat personen met een meervoudige handicap soms slechts beperkt op
prikkels reageren is het moeilijk om met hen in contact te komen. Het is
belangrijk dat je hen laat merken dat je veel tegen en veel met hen praat.
Belangrijke factoren tijdens het contact:
a. oogcontact: één van de belangrijkste vereisten voor een goed
contact is oogcontact. Via oogcontact kan men zeer veel afleiden
over hoe iemand zich voelt. Op deze manier kan er dan ook een
relatie tot stand komen. Aangezien het bij personen met een
meervoudige handicap niet vanzelfsprekend is dat ze dit zelf doen.
Daarom is het belangrijk om als begeleider altijd zelf oogcontact te
maken met de persoon met een meervoudige handicap
b. aanraking (tactiel contact): tijdens de verzorgingsmomenten kan je
de contactmomenten uitbreiden met tactiel contact. Men kan
bijvoorbeeld kietelen, zacht en hard wassen, spelen met de
handdoek. Op deze manier kan men ook het contact met de persoon
verhogen
c. stem en muziek: wanneer er op de naam gereageerd wordt
betekent dit een herkenningspunt in de contactsfeer voor de
persoon met een handicap. Verder kunnen alle tactiele momenten
(knuffelen, verzorgen,kietelen,…) begeleid worden. Hierbij is het niet
zo belangrijk wat je zegt, maar wel hoe je iets zegt. Zo is
bijvoorbeeld intonatie een belangrijk item. Wanneer de stem niet tot
de persoon doordringt kan er worden teruggevallen op gezang. Zo
kan je altijd hetzelfde liedje zingen tijdens bijvoorbeeld een
eetmoment.
Personen met een ernstig meervoudige handicap communiceren veelal via
lichaamstaal (gezichtsexpressie, houding,…) ook al gebeuren deze signalen niet
altijd bewust toch is dit een vorm van communicatie. Ze kunnen ook
communiceren via verwijzende objecten ( een lepel betekent eten). Ze
communiceren meestal niet via woordelijke taal omdat dit dient aangeleerd te
worden en niet de kans kreeg om tot ontwikkeling te komen.
3.2 Wat kan muziek betekenen voor de doelgroep11?
Muziek kan vele functies hebben. Denk maar aan ontspanning bieden, zelf
muziek spelen, … Voor personen met een handicap zijn deze functies niet zoveel
verschillend als die van ons. Ze zullen net als wij muziek beleven vanuit hun
ervaringswereld, ook al is deze niet zo groot als de onze.
11
http://www.emgplatform.nl/pages/nieuwsbrieven/Bijlagen/brochure%20emg%20en%20muziek.pdf: online
brochure muziektherapie
14
- Muziek is luisteren: je kan luisteren naar verschillende soorten muziek (jazz,
pop, klassiek, rock,…). Men kan ook naar instrumentale muziek luisteren of men
kan zelf muziek spelen. Belangrijk is dat tijdens het luisteren de omgeving stil is
zodat je aandacht vanzelf naar de muziek gaat. Een voorbeeld hiervan kan je in
mijn praktijkdeel vinden door de keyboardsessie.
- Muziek is voelen: muziek kan een invloed hebben op hoe je je voelt. Je kan
ook de trillingen van muziek voelen of het trillen van een muziekinstrument
terwijl je het bespeelt (bv. de trilling van de trommels in je buik). Wanneer je
zelf muziek speelt voel je ook het instrument aan je vingers (bv de snaren van
een gitaar). Het is ook mogelijk om een ritmische massage te geven bijvoorbeeld
op de maat van de muziek. Dit is een voorbeeld van de muzikale massage
tijdens mijn praktijkdeel.
- Muziek is kijken: men kan kijken naar mensen die muziek spelen of men kan
kijken naar mensen die bewegen op de muziek. Ook hier kan ik de
keyboardsessie als voorbeeld aanhouden. Ze kunnen kijken hoe ik de muziek
speel.
- Muziek is spelen: iedereen bezit de mogelijkheid om muziek te spelen al dan
niet met hulp. Men moet kijken naar de individuele interesses en mogelijkheden.
De ene speelt bijvoorbeeld graag met de trommelstokken terwijl de andere liever
met de bellenkrans speelt. Als begeleider kan je het spelen begeleiden door zelf
mee te spelen of door een cd af te spelen. Een voorbeeld hiervan vind je ook in
mijn praktijkgedeelte omdat de kinderen zelf ook al eens het keyboard kunnen
uittesten.
- Muziek is expressie: wanneer iemand zijn stemgeluid gebruikt of iets
bespeelt gaat hij zichzelf uiten en is dit dus expressie. Wanneer je meespeelt of
meezingt daag je de persoon uit om verder te spelen en op deze manier wordt
de persoon op een positieve manier bevestigd
- Muziek is contact: muziek maken kan een vorm van contact zijn. Vooral bij
personen die niet kunnen praten. Wanneer de ene speelt reageert de andere en
omgekeerd. Op deze manier krijg je een samenspel. Ook hiervan is de muzikale
massage een voorbeeld.
- Muziek is ontspanning: muziek kan ook als heel bijzonder effect op mensen
hebben dat ze een teveel aan(spier)spanning loslaten. Soms alleen door het
luisteren naar muziek, soms in combinatie met het voelen van de trillingen van
muziekinstrumenten. Het komt zeker ook voor dat door middel van muziek
spasmes (tijdelijk) worden doorbroken. Soms gebeurt het dat ademhaling
vanzelf rustiger en dieper wordt tijdens het voelen van of het luisteren naar
muziek. Dit gedeelte is eigenlijk van toepassing op elk van mijn
praktijkactiviteiten.
15
3.3 Werken met muziek met de doelgroep
Binnen het werken met muziek vinden we verschillende vormen. Men neemt de
vorm die het dichtst aansluit bij de belevingswereld van de personen die men
begeleidt. Elke vorm wordt hieronder kort besproken.
3.3.1 Actief werken met muziek12
Bij het actief werken met muziek is de persoon zelf meer betrokken bij het
maken van de muziek. De muziek wordt beleefd op een actieve manier wanneer
er letterlijk op bewogen wordt. Dit kan zijn door middel van klappen in de
handen, stampen met de voeten, met het hoofd schudden, dansen,… Wanneer
we een stapje verder gaan in het actief beleven van muziek gaan we zelf
musiceren. Dit kan zowel met onze stem door te neuriën, te zingen of met een
instrument.
3.3.2 Receptief werken met muziek
Bij de receptieve muziekbeleving maakt de persoon niet zelf muziek, maar
luistert ernaar en voert eventueel hieraan verbonden opdrachten uit zoals
tekenen. Men kan kiezen voor muziek die voor de persoon bekend of onbekend
is. Men kan ook muziek uitzoeken die een bepaalde emotie kan opwekken zoals
activering, rustgevend,…Bij het receptief aanbieden van muziek gaat het vooral
over het beleven van de muziek en de emoties die erop aansluiten.
3.3.3
Klankschaaltherapie13
Een alternatieve vorm van muziektherapie is de
klankschaaltherapie. Hierbij gaat men er van uit dat de
trillingen die opgewekt worden door de klankschaal een
therapeutische werking hebben.
klankschalen
12
13
Flameng, K, 2 maten rust, Abimo, Sint-Niklaas, 2007, p22 en p29
http://www.therapiehulp.nl/therapie/alternatieve/lichaamsgerichte/klankschaaltherapie/
16
3.4 De ideale muziekruimte14
Om de muziekactiviteit op een aangename manier te laten doorgaan dient het
muzieklokaal aan een aantal normen te voldoen, namelijk:
-
een apart lokaal enkel voor de muziekactiviteiten
akoestisch isolerend materiaal. Hierdoor worden de afleidende
geluiden van buitenaf geweerd
groot genoeg (rolstoelen, tillift,….), maar toch ook knus
ingebouwde zitplaatsen (schuivende stoelen kunnen storend zijn)
voldoende instrumenten en bergruimte
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Een grote opbergkast voor eventuele instrumentjes
Luidsprekers
Zitmatras
Spiegel
Trilvloer
Keyboard
Djembé
Opbergkast
Ligbank
-
10.Instrumentenbox
Jammer genoeg zijn deze voorwaarden niet altijd haalbaar wegens plaatsgebrek,
of de hoge kostprijs.
14
Interview met Tom Luyten,4 maanden leerkracht MuVo, Groenlaar verzorginsklas 2008-2009
17
3.5 De reactieniveaus op de aangeboden muziek15
Muziek heeft een grote invloed op personen met een handicap. Dat kan je zien
bijvoorbeeld wanneer ze dansen, snoezelen, op de trilvloer,…Je hebt verschillen
in de reacties op muziek, gaande van volledig in de muziek opgaan tot geen
enkele reactie geven op prikkels van muziek. De muzikale gevoeligheid kan je
naargelang de ernst en de aard onderverdelen in 5 verschillende niveaus:
15
-
niveau 1: afwezigheid van enige reactie op muziek. Dit is zeer zeldzaam,
zelfs bij mensen met een diepe verstandelijke handicap. Meestal gaat het
hier om zeer jonge kinderen met een zware perinatale problematiek
(bijvoorbeeld zuurstoftekort bij de geboorte) die lange tijd intensief
moesten verzorgd worden op neonatologie en later vaak een bijna
vegetatief leven leiden. Soms gaat het ook om oudere bewoners, vaak met
Down Syndroom, die een snel dementeringsproces doormaken en voor wie
de muziek nauwelijks nog enige betekenis of invloed heeft
-
niveau 2: reflexmatige reacties op muziek bijvoorbeeld met een zuigreflex
of meer specifieke motorische reacties zoals Moro-reflex (dit wil zeggen
het openen van de vingers, de armen en benen gespreid) of schrikreacties.
Daarnaast zijn er weinig of geen herkenbare omgevings- of
persoonsgerichte bewustzijnsacties zoals lachen of alert zijn
-
niveau 3: een meer emotioneel belevingsniveau van muziek waarbij
herkenbare emoties opgeroepen worden (blijdschap, ontroering,
opwinding, overrompeling, agressie) of waarbij je merkt dat er in de persoon een duidelijke gevoelsbeleving aan de gang is. Globaal komt dit het
meeste tot uiting via spontaan opkomende ritmische bewegingen (van
emotie tot plaatsverandering tot ritmisch bewegen), bewegingen van de
ledematen, stemgeluidjes, neuriën, lichaamstaal, aangezichtsmimiek of
ogentaal
-
niveau 4 een meer cognitief-intellectueel (verstandelijk) belevingsniveau
waarbij de persoon in staat is muziek meer dan qua inhoud te begrijpen.
In feite is het de vaardigheid om muziek te kunnen rangschikken bij reeds
eerder gemaakte categorieën van muziek (zoals klassiek, pop,…)
-
niveau 5: een hoger verstandelijk belevingsniveau van muziek waarbij een
analyse van de muzikale waarneming mogelijk wordt, en er tevens ook
zelfstandig muziek kan worden gemaakt.
- VIBEG lezing Het eeuwige moment, Kindt J, syllabus, Gielsbos, 1999
- http://www.modemadvies.be/WOCVJohanKindt.htm
18
3.6 Mogelijkheden van de doelgroep op vlak van muziek16
Een deel van de leerlingen van mijn klas heeft een ernstig verstandelijke
handicap. Anderen hebben een diepe verstandelijke handicap (zie 1.7, pagina
12)
Bij het aanbieden van muziekactiviteiten is het belangrijk om een onderscheid te
maken tussen beide doelgroepen. De meeste personen met een ernstig mentale
handicap willen actief betrokken worden bij een muziekactiviteit, terwijl personen
met een diep mentale handicap weinig tot niet actief kunnen deelnemen.
Verder is zeer belangrijk om in te zien dat personen met een ernstig
meervoudige handicap een zeer heterogene groep vormen. Er doen zich zeer
uiteenlopende combinaties voor van verstandelijke, sensorische en motorische
handicaps. Wat deze mensen gemeen hebben
is dat ze heel hun leven
afhankelijk zijn van anderen.
Vervolgens gaat men sensitief responsief reageren op deze kinderen. Dit wil
zeggen dat men op een gepaste manier gaat reageren op de behoeftes die ze
hebben en dus specifiek gaat letten op de signalen die een kind uitstraalt. Een
voorbeeld hiervan is wanneer een kind tijdens het eten geven zijn gezicht
afwendt het niet dwingen om te blijven eten.
3.6.1 Mogelijkheden en beperkingen van personen met een ernstig
verstandelijke handicap
In mijn klasje zitten 9 leerlingen. De meesten van hen hebben een diep mentale
handicap, de anderen hebben een zeer ernstig mentale handicap
a. Mogelijkheden
Actieve ingesteldheid
Deze mensen worden graag actief betrokken bij activiteiten. Ze hebben meestal
nog een mogelijkheid om zelf een instrument al dan niet onder begeleiding te
bespelen. Het is als begeleider belangrijk om voor de nodige variatie te zorgen
(bijvoorbeeld niet altijd met de schudbusjes, maar ook eens met de triangel te
laten spelen)
16
Interview Tom Luyten, Leerkracht MuVo, Groenlaar verzorgingsklas 2008-2009
19
b. Beperkingen
Onvermogen tot ordening
Het spel van deze doelgroep kent weinig tot geen structuur. Het tempo, geluid,
ritme,…kunnen sterk verschillen. Dit heeft te maken met een beperkt
concentratievermogen of motorische belemmeringen. Ze gaan veelal verder in
hun eigen, al dan niet constant, ritme verder spelen. Op deze manier is het
moeilijk om tot samenspel te komen.
Niet kunnen eindigen
Het komt vaak voor dat de leerlingen niet in staat zijn om uit zichzelf het spel te
beëindigen. Ze blijven verder gaan tot iemand anders het teken geeft om te
stoppen. Dit gebeurt dan ook plots zonder dat er naar enige afsluiting gezocht
wordt.
Beperkt materiaalgebruik
Personen met een ernstig mentale handicap gebruiken slechts enkele tonen die
ook nog opeenvolgend zijn. Ook verschillen in hard en zacht of snel en traag zijn
eerder beperkt. De oorzaken hiervan kunnen zijn: het niet durven
experimenteren of de onzekerheid over het materiaal.
Soms komt het ook voor dat ze per toeval een paar klanken ontdekken die hen
aanspreken en dit steeds opnieuw gaan herhalen en dus geen behoefte meer
hebben aan verdere exploratie van het materiaal.
3.6.2 Mogelijkheden en beperkingen van personen met een diep mentale
handicap
Bij leerlingen met een diepe mentale handicap is het beleven belangrijker dan
het beluisteren of spelen.
a. Mogelijkheden
Muziek beleven
Personen met een diep mentale handicap zijn allen zeer verschillend in hun
mogelijkheden. Het is daarom ook moeilijk om hun mogelijkheden en
beperkingen te onderscheiden. Bij personen met een diep verstandelijke
handicap is vooral het beleven van de muziek belangrijk. Dit is namelijk het gene
ze allemaal kunnen. Op deze manier probeert men hen ook een muzikaal aanbod
te bieden.
20
b. Beperkingen
Passief gedrag
Zelfs bij personen met een diepe verstandelijke handicap komt volledige
passiviteit nauwelijks voor. Het komt wel voor dat ze weinig lichamelijk op de
aangeboden muzikale activiteiten kunnen reageren.
4 Snoezelen17
Naast basale stimulatie kan je met deze leerlingen ook
nog op een andere manier bezig zijn met muziek.
Namelijk door te snoezelen. Snoezelen is een
samentrekking van de woorden snuffelen (rond snuffelen
en ontdekken) en doezelen (tot rust komen). Een aantal
keren per jaar gaan de leerlingen van mijn klas naar “ ’t
Spinneke” in Kontich om te snoezelen.
Logo ‘t Spinneke
De naam “Spinneke” is een samentrekking van: SP van spelen en de IN van
informatie. Het doel van deze snoezelruimte en speleotheek staat op hun website
heel mooi omschreven als:
Het spinneke maakt ook een web en dat staat voor de draden van verbinding
tussen spelen, ontspanning en informatie daarrond. Het web is tegelijk een
symbool voor de verbondenheid tussen personen met en zonder handicap
Op een actieve manier kan men in de snoezelruimte met muziek bezig zijn in de
“muziekkamer”
Een voorbeeld hiervan is een plaat waarop een
microfoon is aangesloten. Wanneer je een geluid maakt
zal deze plaat van kleur veranderen (zie foto)
Andere manieren om actief met muziek bezig te zijn in
de snoezelruimte zijn: ingebouwde muziekknoppen in
de vloer. Die maken een geluid wanneer je er op staat.
17
www.spinnekekontich.be
Muziekbord
21
Dezelfde platen heb je ook in een
muur. Op het actief werken met
muziek in de snoezelruimte heb je
honderden verschillende
mogelijkheden.
Op een passieve manier met
muziek snoezelen kan zoals al
eerder beschreven op het
trilwaterbed of op een gewoon
waterbed met rustgevende
muziek. Eventueel met andere
lichteffecten om de prikkelingen iets meer te visualiseren.
22
5 Mijn stageplaats
5.1 Voorstelling18
Waar elk kind uniek is!
Mijn praktijkgedeelte zal doorgaan in Groenlaar. Het is een zeer grote school
voor
Buitengewoon
Onderwijs
en
ze
valt
onder
het
GO!(Gemeenschapsonderwijs), samen met andere scholen vormt ze de
scholengroep Rivierenland. De school heeft verschillende vestigingsplaatsen
namelijk:
-
-
Aartselaar = BKO type 2 (kleuters met een matig/ernstige verstandelijke
handicap) en type 4 (kleuters met een lichamelijke handicap)
Boom = BLO type 1 (lagere schoolkinderen met een lichte verstandelijke
handicap). Hier bevinden zich de oudste klassen
Reet (Rozenlaan)= BLO type 1(lagere school kinderen met een lichte
verstandelijke handicap) type 8 (lagere schoolkinderen met ernstige
leerstoornissen.). Hier bevinden zich de jongste klassen
Niel= BLO type 8 (lagere schoolkinderen met ernstige leerstoornissen. Hier
bevinden zich de oudste klassen
Bornem = BuSO OV1 (jongeren met een ernstige verstandelijke handicap)
en BuSO OV1type4 (jongeren met een ernstige fysieke handicap)
In de hoofdschool gelegen aan de Predikherenhoevestraat te Reet wordt er in het
BLO ook nog type 2 (voor lagere schoolkinderen met een matig/ernstig
verstandelijke handicap) en type 4 (voor lagere schoolkinderen met een fysieke
handicap) aangeboden. Er is ook een stimuliklasje voor kinderen met een ernstig
meervoudige handicap. Deze kinderen stroomden tot voor enkele jaren door naar
het BuSO OV1 verzorgingsklas. Nu stromen deze leerlingen door naar een semiinternaat of dagcentrum.
In het hoofdgebouw vind je ook nog de opleidingsvorm OV3 (jongeren met een
lichte mentale handicap). Deze leerlingen worden voorbereid op een leven en
werken in een “normaal” arbeidsmilieu. De leerlingen hebben hier net zoals in
het reguliere onderwijs keuze uit verschillende studierichtingen.
18
http://www.groenlaar.be
23
De nieuwbouw verleent plaats aan de leerlingen van de autiklasjes van OV1
(leerlingen met autisme en een matig/ernstig verstandelijke handicap) en aan de
OV2 (leerlingen die worden voorbereid op werken en leven in een beschermd
milieu).
Het klasje waar ik stage doe bevindt zich ook in de nieuwbouw en is het
verzorgingsklasje. Dit is een klasje voor leerlingen met een ernstig meervoudige
handicap. Het heeft als doel de leerlingen het nodige hygiënische comfort,
veiligheid en geborgenheid te bieden. Verder wordt er zoveel mogelijk gewerkt
met vaste begeleiders zodat de leerlingen toch iets of wat een kans krijgen om
een band op te bouwen. De hoofdactiviteiten in mijn klas bestaan eigenlijk uit
snoezelen en wandelen.
De nieuwbouw
Jammer genoeg is er besloten dat er in de verzorgingsklas geen nieuwe
leerlingen meer bij mogen komen. De klas wordt binnen maximum 3 jaar
gesloten, omdat volgens de inspectie deze klas niet voldoende leerbaarheid heeft
om in het onderwijs te zitten. Op deze manier komt er dan een extra klasje vrij
voor leerlingen met autisme.
5.2 Voorstelling doelgroep19
Mijn praktijkactiviteit zal doorgaan
verzorgingsklas van Groenlaar te Reet.
met
de
leerlingen
van
OV1e
de
Om een beter beeld te geven over mijn leerlingen zal ik van elke leerling een
korte, anonieme voorstelling geven. Wegens privacyredenen zal ik telkens een
pseudoniem geven.
Alice is een 20-jarig meisje (19 maart 1990) met een zeer ernstig verstandelijke
handicap. Ze heeft ook epilepsie en is nog niet aanvalsvrij verklaard. Ze zoekt
19
Leerlingendossiers BuSO Groenlaar
24
veel contact voornamelijk met de leerkrachten en het verzorgende personeel en
heeft met 1 klasgenootje Laura zeer veel contact.
Aandachtspunt(en):
- ik ga erop letten dat ik Alice niet teveel prikkels geef om geen
aanval uit te lokken.
- geen te plotse aanrakingen wegens moeilijke thuissituatie.
Ali is een 21-jarige jongen (26 december 1988) met een meervoudige en diep
verstandelijke handicap. Hij is geboren met hydrocefalie (waterhoofd) en heeft
verschillende drainages gehad. Verder zit hij in een rolstoel met een aangepaste
zitschelp en lijdt hij ook aan epilepsie. Hij is dol op dingen die lawaai maken.
Aandachtspunt(en):
- ik ga erop letten dat ik Ali niet teveel prikkels geef. Om een
epilepsieaanval te vermijden.
- opletten voor de drainages.
Tobias is een 23-jarige jongen (29 december 1986) met een ernstig
verstandelijke handicap en een zware vorm van autisme. Tobias is in staat om
veel dingen te doen, maar is zeer passief. Hij heeft ook veel stereotiepe
bewegingen zoals met zijn handen boven zijn hoofd kloppen.
Aandachtspunt(en):
-
Tobias zoveel mogelijk actief betrekken bij de activiteiten
geen te plotse aanrakingen aangezien dit schrikwekkend voor
hem kan zijn.
Maarten is een 24-jarige jongen (7 februari 1986) met een meervoudige en een
diep verstandelijke handicap. Hij ontwikkelde zich normaal tot zijn 14 maanden.
Toen kreeg hij een hersenvliesontsteking en heeft hij alles wat hij kon terug
afgeleerd. Hij heeft ook epilepsie. Maarten zit in een gewone rolstoel en heeft
beenbeugels zodat hij ook in de klas kan rondlopen.
Aandachtspunt(en):
-
niet teveel prikkels geven
Maarten zoveel mogelijk op zichzelf laten doen, want hij neemt
nooit deel aan activiteiten.
Laura is een 16-jarig meisje (15 juli 1993) met een diep mentale handicap. Ze
heeft haar mentale redartatie te wijten aan verslikking in melk toen ze 4
maanden was. Laura heeft ook last van tremor (bibberen) bijvoorbeeld tijdens
25
het eten en ze heeft ook rugproblemen en scheefstaande voeten waardoor ze bij
lange wandelingen in een rolstoel zit. Ze heeft ook epilepsie, maar is aanvalsvrij
verklaard. Laura heeft ook veel last van woedeaanvallen waarbij ze bijt en
hoofdstoten geeft.
Aandachtspunt(en):
-
Laura haar rug niet te veel belasten
opletten voor agressieaanvallen
Joost is een 18-jarige jongen (8 mei 1991) met een meervoudige handicap en
een zeer ernstig verstandelijke handicap. Hij is geboren met een zuurstoftekort
en met hydrocefalie (waterhoofd). Hij zit in een rolstoel met een aangepaste
zitschelp. Hij heeft ook spasticiteit in de armen en verlamming van de benen.
Joost kan niet spreken maar begrijpt wel zeer veel zowel Nederlands als Engels.
Joost vraagt veel aandacht en vooral auditief (zoals bijvoorbeeld kusjes geven).
Joost heeft ook epilepsie.
Aandachtspunt(en):
-
Joost zeer veel bij de activiteiten betrekken hij heeft graag
mensen rondom zich
Rachid is een 14-jarige jongen (17 september 1995) met een meervoudige en
diep verstandelijke handicap en zit in een aangepaste zitschelp. Rachid is
geboren in Spanje met een normale bevalling. Hij at weinig en op dag 5 had hij
zeer hoge koorts. Ze zijn dan met hem naar het ziekenhuis gegaan en daar werd
zijn handicap vastgesteld. Ze zijn dan naar België verhuisd omdat ze vonden dat
in Spanje de zorgverlening niet goed genoeg was. Rachid heeft ook last van een
centrale visusstoornis (een probleem met je zicht dat niet verholpen kan worden
met een bril) en heeft een groeiachterstand. Rachid heeft epilepsie en doet
regelmatig kleine aanvallen (absences) waardoor hij begint te huilen.
Aandachtspunt(en):
-
opletten dat wanneer je zijn handschoentjes uit doet Rachid
zichzelf niet gaat bijten.
wanneer je hem iets laat zien er op letten dat het voldoende
dicht bij zijn ogen is.
regelmatig kleine epileptische aanvallen
Guust
is een 18-jarige jongen (5 maart 1992) met een zeer ernstig
verstandelijke handicap en autisme. Wanneer Guust teveel prikkels krijgt kan hij
agressief worden omdat hij niet weet hoe hij met deze prikkels moet omgaan.
Guust heeft ook veel stereotiepe bewegingen zoals in zijn t-shirt bijten en met
zijn vingers wrijven.
26
Aandachtspunt(en):
-
opletten voor gedragproblemen! Als Guust iets niet wil hem niet
dwingen
geen te plotse aanrakingen dit kan schrikwekkend zijn voor hem.
Astrid is een 16- jarig meisje (9 mei 1994) met een diep mentale handicap.
Verder heeft Astrid last van een open gehemelte op 3 plaatsen dat voor een deel
gecorrigeerd is, een overmatige speekselproductie, een gezichtsstoornis,
gehoorsproblemen en is haar rechterkant sterker ontwikkeld dan haar linkerkant.
Ze zit graag aan de verwarming en speelt vaak met een touwtje.
Aandachtspunt(en)
-
Astrid niet teveel prikkels geven
6 Draaiboek
Dit is een korte weergave van mijn voorbereiding en plannen voor het
praktijkgedeelte van mijn GIP. In het volgende hoofdstukje wordt elke
uitgevoerde activiteit en haar doelstellingen uitgebreid besproken.
Uren
Activiteit
9.20 – 9.30
Badkamer klaarzetten
Materiaal
-
Cd-speler
Cd met rustgevende
muziek
Ballonnen gevuld met
water, rijst, belletjes
Washandje
Handdoek
Shampoo
Douchegel
Reservekledij
9.30-9.45
Muzikale massage
-
Cd-speler
Douchegel
Ballonnen
met
water,rijst,belletjes,…
9.45 – 10.00
Wassen
-
Douchegel
Shampoo
Handdoek
Washandje
Reservekledij
27
10.00 – 10.05
10.05 – 10.20
Keyboard bespelen
Kinderen
bespelen
keyboard (6 leerlingen)
-
Keyboard
Keyboard
10.20 – 10.30
Vibratorische
waarnemingen met A.
-
Cd met für Elise
Snoezelruimte
10.30-10.40
Opruimen
-
Geen materiaal
7 Aangeboden activiteiten
7.1 Muzikaal bad
Deze activiteit zal ik uitvoeren met Tobias. Het is de bedoeling dat hij tijdens het
bad een massage op muziek krijgt aangeboden. Hij krijgt ook de kans om kennis
te maken met verschillende soorten geluiden zoals: een ballon gevuld met water,
een ballon gevuld met rijst en en ballon met een belletje.
Omdat de hygiëne bij Tobias thuis niet optimaal is zal ik tevens zijn kleren
wassen en er voor zorgen dat zijn nagels bijgeknipt worden, dat zijn tanden
gepoetst worden en dat zijn baard geschoren wordt.
Deze activiteit zal uiteraard doorgaan in de badkamer.
De doelstellingen hiervan zijn:
-
de jongere laten genieten van de aangeboden muziek
door laten dringen van de muziek door op maat tactiele prikkels te
geven
zorgen voor een goede hygiëne
Het materiaal dat ik hiervoor nodig heb is:
-
de badkamer
shampoo
zeep
washandje
handdoek
scheermesjes
tandenborstel/tandpasta
Tenslotte heb ik voor deze activiteit een aantal aandachtspuntjes:
-
zorgen voor een goede privacy van de jongere door altijd de deur
gesloten te houden
28
-
zorgen voor een goede veiligheid door de jongere nooit alleen in bad te
laten
letten op een goede nazorg (baard scheren, tanden poetsen, nagels
knippen)
7.2 Keyboard spelen met de leerlingen
Deze activiteit wordt met de hele klas gedaan. Ik zet het keyboard op tafel en
zet alle leerlingen rond de tafel. Ik speel dan een eenvoudig liedje (Broeder
Jacob). Daarna laat ik de leerlingen een voor een eens proberen op het
keyboard.
Deze activiteit zal in de klas doorgaan.
De doelstellingen hiervan zijn:
-
de leerlingen laten kennis maken met muziek
het oefenen van de motoriek (op de toetsen slaan)
verbanden leren leggen (als ik op een toets duw komt er een geluidje)
Het materiaal dat ik hiervoor nodig heb:
-
keyboard
eventueel verlengkabel
Ook voor deze activiteit heb ik een aantal aandachtspunten:
-
er op toe zien dat de leerlingen niet schrikken van de muziek
er op toe zien dat de leerlingen het keyboard niet stuk maken
wanneer een leerling geen zin heeft om te luisteren of te spelen deze
zeker niet dwingen
7.3 Snoezelen op muziek
Deze activiteit zal doorgaan in de snoezelruimte en zal ik met Astrid uitvoeren. Ik
ga haar vragen of ze mee gaat snoezelen en dan breng ik haar naar de
snoezelruimte waar ik haar al op de watermatras zal zetten.
Terwijl zij al tot rust kan komen van de lichteffecten en het water zet ik de cd
met het liedje op dat ik heb voorbereid (Für Elise). Dan neem ik zelf ook plaats
op de watermatras met Astrid op mijn schoot. Ik leg haar hoofd tegen mij en
29
neurie het liedje mee. Op deze manier voelt Astrid het liedje en kan ze ondanks
haar gehoorsproblemen ook genieten van muziek.
De doelstellingen hiervan zijn:
-
Astrid ondanks haar gehoorsproblemen toch laten genieten van
de trillingen van muziek
Astrid tot rust laten komen
het bevorderen van lichamelijk contact door Astrid dicht tegen
me aan te nemen.
Het materiaal dat ik hiervoor nodig heb is:
-
snoezelruimte
cd met für Elise
cd-speler
Enkele aandachtspunten bij deze activiteit zijn
-
erop toe zien dat Astrid geniet van het lichamelijk contact
zelf in een makkelijke houding zitten zodat ik voldoende lang kan
blijven zitten
8 Zelfevaluatie
Hieronder beschrijf ik telkens het verloop tijdens het uitvoeren van de activiteit
zoals de dingen die goed gingen, de dingen die anders gelopen zijn,…
8.1 Keyboard
Op dinsdag 23 maart 2010 voerde ik mijn praktijkgedeelte van deze GIP uit.
Ondanks mijn draaiboek had ik besloten om het muzikale bad als laatste te doen
zodat de badkamer voldoende tijd kreeg om op te warmen en omdat ik op deze
manier me niet zou moeten afjagen om het bad af te maken.
Ik ben dus begonnen met het bespelen van het keyboard. Ik zette alle kinderen
rond de tafel en begon een eenvoudig liedje te spelen (broeder Jacob). Sommige
kinderen reageerden hier duidelijk op door luidop te lachen of door me aan te
kijken. Ik speelde het liedje eventjes fout, maar had me snel herpakt en speelde
rustig verder.
Toen ik klaar was nam ik als eerste Rachid uit zijn rolstoel, zette hem op mijn
schoot en deed zijn washandjes uit, zodat hij ook eens het keyboard kon
uittesten. Hij genoot hiervan en liet dit blijken door in zijn handjes te klappen en
naar me te glimlachen. Wanneer ik zelf meeklapte of meespeelde met hem
moest hij ook luidop lachen.
30
Hierna liet ik Alice plaats nemen aan het keyboard. Zij drukte 1x op de toetsen
en liep weg. Ik heb haar dan ook laten doen en niet verder aangedrongen om te
komen spelen.
Toen ging Laura eens op het keyboard spelen zij vond dit ook duidelijk leuk. Ze
moest heel hard lachen en sloeg met haar volle hand op de toetsen zodat we het
moesten tegenhouden zodat het niet zou vallen. Toen ze het beu was ging ze
ook zelf weg.
Ik heb toen de rolstoel van Joost genomen en deze onder de tafel gereden zodat
ook hij kon genieten om eens te mogen spelen. Voor hem was het moeilijk
omdat hij last heeft van spasmen en stijfheid in zijn handen. Toch kan Joost hier
enorm veel van genieten. Hij gaat met zijn hoofd tegen zijn steun liggen en moet
lachen en maakt vrolijke geluidjes.
Tenslotte heeft Guust op het keyboard gespeeld. Eerst had hij geen zin, maar
eens hij bezig was moest hij toch lachen. Wanneer hij het beu was nam hij zelf
het initiatief om weg te gaan.
Enkele sfeerbeelden:
8.2 Snoezelen
Toen ik Astrid meenam naar de snoezelruimte deed ze dit vrij makkelijk. Eens in
de snoezelruimte aangekomen probeerde ik mijn cd in de cd-speler te steken,
maar deze nam mijn cd niet aan. Ik heb dan maar een cd opgezet die al instak
en een ander liedje geneuried. Toen ik Astrid op mijn schoot wou nemen wou ze
dit niet direct doen. Ik heb het dan nog een keertje opnieuw geprobeerd, maar
toen ze terug er af kroop heb ik met mijn mentor overlegd om een ander kindje
te nemen voor deze activiteit. Omdat het mijn bedoeling was om de kinderen
een aangename ochtend te bezorgen en dwingen hoort hier niet bij. We besloten
om Rachid te nemen aangezien hij ook klein is en dus gemakkelijk op mijn
schoot kan zitten. Terwijl zij Rachid ging halen ben ik met Astrid in de
snoezelruimte gebleven, waar zij een beetje rondkroop en de lichteffecten
bekeek.
Wanneer ik Rachid op mijn schoot nam keek hij even rond, maar toen ik begon
te neuriën legde hij zijn hoofd op mijn schouder ontspande hij zich volledig. Ik
denk dat deze activiteit op Rachid minder effect had dan op A. omdat hij geen
gehoorsproblemen heeft. Toch heeft hij ook genoten van deze activiteit. Dat zag
ik doordat hij glimlachte en oogcontact met me maakte en in zijn handen begon
te klappen. Toen ik de activiteit afsloot maakte Rachid hier ook geen problemen
van.
8.3 Muzikaal bad
31
Zoals hierboven al vermeld staat heb ik afgesloten met mijn muzikaal bad.
Normaal ging ik dit doen met Tobias. Na het hem enkele keren gevraagd te
hebben of hij mee wou en nadat hij volledig dichtsloeg heb ik met mijn mentor
overlegd dat ik het opnieuw met Racid zou doen. Ik denk dat Tobias dichtsloeg
omdat hij mijn gipbegeleider mijnheer Roggemans niet kent of omdat het zijn
vaste “baddag” op donderdag niet was.
Aangezien de leerling veranderde moest ik ook mijn aandachtspunten aanpassen
-
Rachid is kleiner dan Tobias zodat ik hem zeker moest tegen houden in
bad
ik had Rachid nog nooit in bad gedaan, dus ik wist niet hoe hij zou
reageen
Rachid zit in een rolstoel dus ik moest zien dat ik hem ergens kon
neerleggen om aan en uit te kleden
Ik was best wel zenuwachtig omdat ik het gewoon ben om het badje met Tobias
te doen.
Ik ben begonnen met de kraan open te zetten en de cd op te zetten. Daarna
legde ik Rachid op het bedje in een kamertje ernaast zodat ik hem kon uitkleden.
Ik nam hem op en zette hem in bad.
Ik vond het jammer dat ik Rachid minder van de massage kon laten genieten,
omdat ik vooral bezig was met Rachid tegen te houden (hij is zo klein dat hij in
de breedte in bad kan zitten).
Ik heb bij Rachid ook geprobeerd hem te laten kennismaken met de ballonnen
met water en rijst gevuld, maar toen ik zag dat hij hier bang van was (zijn hoofd
wegtrekken en de ballon proberen weg te slaan) heb ik deze maar weggelegd.
Ik heb nog even geprobeerd om hem te masseren en hem dan vooral laten
genieten van het water en de muziek.
Toen ik Rachid ging wassen zijn mijn stagementor en mijn gipbegeleider naar
buiten gegaan. Ik heb dan ook zijn tandjes gepoetst, zijn nagels nagekeken.
Ik heb hem dan uit het bad genomen, hem afgedroogd aangekleed en terug in
de rolstoel gezet.
Ondanks het tegenwerken van Tobias had ik toch een zeer goed gevoel bij deze
activiteit.
32
9 Taak als opvoedster
Mijn taak als opvoedster in deze doelgroep is vooral er voor zorgen dat de
jongeren zich veilig en geborgen voelen door voor structuur en regelmaat te
zorgen. Bijvoorbeeld altijd alles in de zelfde volgorde doen (eerst een propere
luier en dan eten) en door de leerlingen voldoende lichamelijke genegenheid te
geven door hen af en toe eens te knuffelen of door tijdens een
verzorgingsmoment extra aandacht te geven.
Daarnaast moet je zorgen voor een goede hygiëne voor deze jongeren door
hen op regelmatige tijdstippen een propere luier aan te doen en door te kijken of
hun kledij niet vuil is. Indien de leerlingen thuis onvoldoende hygiëne krijgen kan
de kinderverzorgster dit opvangen door de leerling in school een badje te geven.
Het is NIET de bedoeling dat de school de volledige hygiënische zorg overneemt.
Het bevorderen van de zelfstandigheid is ook zeer belangrijk voor deze
leerlingen. Wat ze zelf kunnen moeten ze zelf doen zoals bijvoorbeeld jas
uitdoen.
Tenslotte heb je nog als taak contact met de ouders te onderhouden. Dit
gebeurt door 4x per jaar een oudercontact te organiseren en door de heen en
weer schriftjes waarin zowel de ouders als de leerkrachten aandachtspunten
kunnen schrijven (zoals een slechte nacht gehad).
33
Voor mijn GIP was het mijn taak om de leerlingen met muziek te laten kennis
maken door op het keyboard een eenvoudig liedje te spelen.
De leerlingen verbanden te leren leggen bijvoorbeeld: wanneer ik op een
knopje duw komt er een geluidje.
Verder is het mijn bedoeling om de kinderen met hun beperkte mogelijkheden
toch een toffe voormiddag te bieden door op hun niveau activiteiten aan te
bieden.
Bij het snoezel- en het badmoment was het tenslotte de bedoeling om leerlingen
die al moeilijker zelf tot rust komen toch tot rust te brengen.
10 Bronnenlijst
Boeken
Flameng, K, 2 maten rust, Abimo, Sint-Niklaas, 2007, p22 en p29
Frölich A., Basale stimulatie, Garant, Leuven, 1995, p 3- 7
Vlaskamp C, Gewoon bijzonder, Van Gorcum, Assen, 1996, inleiding p 1
Websites
Vlaams samenwerkings verband voor basale stimulatie, http://www.basalestimulatie.be
Consultant & trainingen Basale Stimulatie, http://www.basalestimulatie.net/
Basale Stimulation Internationaler Förderverein E.V., http://www.basalestimulation.de/allgemeines/basale- stimulation/einfuehrung.html
E-gezondheid, http://www.e-gezondheid.be/informatie-verstandelijke-handicapgeestelijke-handicap/handicap-18-103
EMG platform, http://www.emgplatform.nl/
Online encyclopedie, http://www.encyclo.nl/begrip/handicap%20meervoudige
SBSO Groenlaarhttp://www.groenlaar.be
Mode advies http://www.modemadvies.be/WOCVJohanKindt.htm
34
Van Daele woordenboek, http://www.vandaele.be
VAPH, http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/20557-Dagcentrum.html
VAPH, http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/486749-Leerplicht.html
VAPH, http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/20551-Tehuis+voor+nietwerkenden.html
VGPH, http://www.vgph.be/index.php?id=198
Onderwijs Vlaanderen, http://www.ond.vlaanderen.be
’ t Spinneke http://www.spinnekekontich.be
Therapiehulp,
http://www.therapiehulp.nl/therapie/alternatieve/lichaamsgerichte/klankschaalth
erapie/
Andere
Cursus TV Opvoedkunde- Beroepsorganisatie 2009-2010, Roggemans I, KTA-PI
Mechelen
Cursus TV Opvoedkunde- Ortho-agogiek, 2009-2010, Claes H, KTA-PI Mechelen,
Interview met Tom Luyten , 4 maand MuVo leerkracht in Groenlaar,
verzorgingsklas 2008-2009
Leerlingendossiers BuSO Groenlaar
Uitleg op stage door leerkracht ASV Ann De Gruyter via bundel doelstellingen
OV1 verzorgingsklas
VIBEG lezing Het eeuwige moment, Kindt J, syllabus, Gielsbos, 1999
35
36
Download