Geloof en ongeloof zondag door het jaar Zondag 20 oktober, Parochie Paus Johannes XXIII Locatie: St. Johannes de Doper Wijk bij Duurstede ================================================= Openingslied ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht’ – nr. 374 Welkom en inleiding op de viering Gebed om vergeving A. Niet altijd slagen we erin een echte vriend te zijn voor mensen met wie we het leven delen. Soms lopen we heen over de gevoelens van anderen. Soms vergeten we een gulle lach te schenken of een liefhebbend woord te spreken. Soms zijn we eigenzinnig en vinden we onszelf het belangrijkste. Soms vergeten we een bloem te zijn voor elkaar en doen we juist hen pijn, van wie we het meeste houden. Bekennen we onze onmacht en schuld en vragen wij God en elkaar om vergeving. V. Moge God zich over ons ontfermen, onze zwakheden en tekortkomingen vergeven en ons de kracht geven om door het leven te gaan in de geest van liefde en dienstbaarheid, ons voorgeleefd door Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen Kyrië A. Wij zoeken hier uw aangezicht. God, houd uw oog op ons gericht: Kyrie eleison! Toon ons uw Zoon als bron van licht, als weerglans van uw aangezicht: Kyrie eleison! Dat ieder die zich tot ons wendt de gloed van uw genade kent: Kyrie eleison! 2 Wij vragen vrede voor elkaar. Maak Gij om Hem ons bidden waar: Kyrie eleison! Gebed V. Heilige Geest, u vragen we om bij ons te zijn hier in de kerk. Op al die plaatsen waar vanmorgen onze verhalen doorklinken. Dat uw liefde en uw licht meeklinken en ons doordringen. Dat wij door uw licht ook zelf kinderen van het licht worden. Meer en meer mensen zoals Jezus Messias zelf, mensen naar Gods hart. Open ons hart en onze oren, voor elkaar en voor Gods bedoeling met ons. Dat vragen we in Jezus‘ naam, Amen. Inleiding op de lezingen L. Over de taak van de kerk en de rol van de mens daarin, gaan de lezingen van vandaag. Niet echt gemakkelijke bijbelteksten. Paus Franciscus wil ons een heldere weg wijzen in het godsdienstig leven van alledag. Eerste lezing: Exodus 17,8-13 In die dagen kwam Amalek aanzetten om Israël aan te vallen. Toen zei Mozes tot Jozua: “Kies manschappen uit en trek morgen ten strijde tegen Amalek. Zelf ga ik met de staf van God in mijn hand op de top van de heuvel staan.” Jozua deed wat Mozes hem had opgedragen. Hij bond de strijd aan met Amalek terwijl Mozes, Aäron en Chur de top van de heuvel bestegen. 3 En zolang Mozes zijn armen opgeheven hield waren de Israëlieten aan de winnende hand. Maar liet hij zijn armen zakken dan won Amalek. Tenslotte werden Mozes’ armen moe. Toen haalden ze een steen voor hem waar hij op ging zitten. Aäron en Chur ondersteunden zijn armen, elk aan een kant. Zo bleven zijn armen omhooggeheven, tot zonsondergang toe. En Jozua versloeg Amalek en zijn leger met het zwaard. Zo spreekt de Heer - Wij danken God. Luisteren naar het lied ‘Ken je mij’ naar psalm 139 Tweede lezing: uit een interview met Paus Franciscus ‘Ik zie het heel duidelijk: wat de Kerk vandaag het meest nodig heeft, is het vermogen om wonden te helen en om de harten van de gelovigen aan te wakkeren, dit tesamen met nabijheid en medevoelen. Ik beschouw de Kerk een beetje als een veldhospitaal net na een slag. Het heeft geen zin om aan een zwaargewonde te vragen hoe hoog zijn cholesterolgehalte is en hoe het zit met zijn suikergehalte. Met moet eerst zijn wonden helen, pas nadien kan men over de rest praten. Wonden helen, wonden verzorgen… en men moet van onderuit beginnen’. Ik droom van een Kerk die Moeder is en tegelijk Herderin. De kerkbedienaren moeten barmhartigheid aan de dag leggen, mensen serieus nemen, zich over hen ontfermen door hen te begeleiden, net als de barmhartige Samaritaan die zijn naaste wast, reinigt en optilt. Dit is puur Evangelie. God is groter dan de zonde. ‘Ik zeg dit ook met betrekking tot de prediking en de inhoud van onze homilieën. Een goede, echte homilie moet beginnen met de Blijde Boodschap, de Heilsboodschap. Er is niets krachtiger, dieper en betrouwbaarder dan die boodschap. Vervolgens dient men aan 4 catechese te doen… en men kan er dus ook morele consequenties uit trekken. Maar de boodschap van Gods reddende liefde komt eerst, en dan pas het morele en religieuze gebod. Uit ‘Streven – Vlaams cultureel/maatschappelijk maandblad Alleluia – gezongen uit psalm 119 V. Een lamp … A. Een lamp … Evangelie: Lucas 18,1-8 In die tijd leerde Jezus in een gelijkenis aan zijn leerlingen dat zij steeds moesten bidden en daarin niet versagen. Hij zei: “Er was eens in een zekere stad een rechter die zich om God noch gebod bekommerde. Er was ook een weduwe in de stad die herhaaldelijk bij hem kwam met het verzoek: ‘Verschaf mij recht ten opzichte van mijn tegenstander.’ Een tijdlang wilde die rechter niet, maar daarna zei hij bij zichzelf: Al bekommer ik mij om God noch gebod, toch zal ik die weduwe recht verschaffen om niet langer geplaagd te worden door haar eindeloze bezoeken.” En de Heer sprak: “Hoort wat de onrechtvaardige rechter zegt! Zou God dan geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot Hem roepen, of zal Hij ten opzichte van hen onbewogen blijven? Ik zeg u: Hij zal hun spoedig recht verschaffen. Maar: zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden?” Acclamatie – samen lezen Alleluja Gij schittert als sterren in het heelal Houdt het woord des levens vast Alleluja 5 Overweging lectio: ik lees en analyseer de tekst zorgvuldig en nauwkeurig. meditatio: ik overdenk de woorden waar de tekst naar verwijst intensief. oratio: ik luister naar de stem die mij aanspreekt en ik antwoord. contemplatio: ik aanschouw het heilige en liefdevolle gelaat van de Heer die mij zegenend aankijkt. Woorden van geloof We geloven in de God van liefde die ons vraagt om alle afgoden uit ons midden op te ruimen, die gemeenschap wil met ons. We geloven in de God der schepping die ons tot partners roept bij het vorm geven aan een toekomst van gerechtigheid, vrede en vreugde. We geloven in een God die niet veraf is, die het leven van de wereld deelt, die de hoop van mensen tot de Zijne maakt en 's werelds pijnen voelt. We geloven in een God die zich verenigt met wie arm is en onderdrukt, met wie snakt naar echt geloof, en smeekt om medestanders. We geloven in de God die kwetsbaar is en pijn lijdt om zijn volk, maar Wiens verbond met hen voor eeuwig onbreekbaar blijft en sterk. 6 Collecte. Intermezzo: Marialied met zang en piano Vredeswens V. Gij wacht op ons Totdat wij opengaan voor U Wij wachten op Uw woord Dat ons ontvankelijk maakt. Stem ons af op Uw stem, Op Uw stilte Spreek ons Uw zoon tegemoet Jezus, het Woord van Uw vrede. Wenst elkaar dan royaal en zonder terughoudendheid: De vrede van Christus Voorbeden: L. Laat ons bidden en onophoudelijk vragen: Om alles wat wij menen nodig te hebben, Bidden wij dat God het ons geven wil: Laat ons bidden om alledaagse zaken Eten, drinken, gezondheid, een dak boven ons hoofd Niet voor ieder vanzelfsprekend Geef Heer, aan wie niet heeft. Laat ons zingend bidden Laat ons bidden om wat we het meest nodig hebben: Sympathie en genegenheid van onze medemensen Trouw van onze vrienden De liefde van hen die wij liefhebben Laat ons zingend bidden 7 Voor allen die tekort komen aan het allernoodzakelijkste Om genezing voor onze zieken Om nieuwe levenskansen voor hen zich mislukt achten Om vertrouwen en energie voor hen die zijn ontgoocheld Laat ons zingend bidden En laat ons bidden dat wij zelf het goede mogen doen dat wij de waarheid verkiezen dat wij elkaar niet in de steek laten dat wij niet kwaad noemen wat goed is dat wij elkaar niet belasteren en bespotten Laat ons zingend bidden Bidden wij voor onze geloofsgemeenschap hier ter plaatse: voor recent overleden parochianen voor wie ons gebed is gevraagd voor de intenties door u opgeschreven in het voorbedenboek voor onze persoonlijke intenties En laten wij dan afsluiten met het gebed dat Jezus, de Christus, ons geleerd heeft: Onze Vader Uitnodiging voor de communie Communie 8 Communielied: Zomaar een dak nr 373 Communiedankgebed V. Goede God, wij prijzen en danken U: gesterkt door uw gave van het hemels brood mogen wij leven in uw Geest; wij bidden u: geef ons de kracht als uw kerk op aarde de wereld te maken tot een huis van vrede. A. Geprezen zijt Gij, God, om uw zorg en uw trouw. V. U bent voor ons de goede herder, die zijn schapen hoedt en over hen waakt. U trekt met ons mee en geeft ons voedsel, rust, voorspoed en zegen: leven in uw Geest. A. Geprezen zijt Gij, God, om uw zorg en uw trouw. V. U hebt uw Zoon ten hemel opgenomen om voor altijd bij u te zijn. U laat ons niet verweesd achter, omgeeft ons met uw zorg: leven in uw Geest. A. Geprezen zijt Gij, God, om uw zorg en uw trouw. V. U houdt ons bijeen in de gemeenschap van uw kerk. U blijft ons nabij en nodigt ons uit te getuigen van uw trouw: leven in uw Geest. A. Geprezen zijt Gij, God, om uw zorg en uw trouw. 9 A. U zendt ons uit in de wereld om uw menslievendheid zichtbaar te maken voor iedereen. Doe ons gaan in het vertrouwen, dat U alles tot vervulling brengt, U die met de Zoon en de Geest leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen. Amen. Slotgebed L. God, onze Vader, wat we hier met elkaar mochten beleven, hebben wij vooral aan U te danken: U beweegt ons hart, U stuurt onze gedachten, U bent het gebeuren in het leven van iedere mens en de wereld. Wij danken U om Uw ‘levensnabije Moeder Maria’ – Onze Lieve Vrouw – en bidden: geef ons de ontvankelijkheid van Maria, schenk ons de ‘beschikbaarheid’ van Maria, leer ons te bidden zoals Zij het deed en als het lijden ons treft, geef dat wij ons toevertrouwen aan Haar. Laat ons daarin groeien naar het voorbeeld van Jezus, Uw Zoon en onze Heer. Amen. Mededelingen Zending en zegen. V. Goede mensen, wij mochten ons samen verbonden weten en gedragen, door ons gebed tot Maria. Deze verbondenheid kan je ook verder delen in het leven van alledag. Laten we nu gesterkt door Maria, 10 teruggaan naar het dagelijkse leven. De Heer schenke ons Zijn zegen, Hij beware ons voor onheil en geleide ons tot eeuwig leven: in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Slotlied - Uit vuur en ijzer – nr. 323 Bezinningstekst Stil en onopvallend, bescheiden op de achtergrond, een beetje vergeten, vind je haar toch overal terug. In kerken en kapellen, op hoeken van straten, verkleurd door regen en wind, in huiskamers, oud of modern: Maria, de vrouw zo menselijk nabij. Een jonge vrouw uit Galilea, Met een leven getekend door het lijden van haar Zoon. Maria, een vrouw waarin elke moeder zich kan herkennen. Zij stond onder het kruis van Jezus, haar Zoon, op een moment dat de leerlingen er allemaal vandoor waren. Tegenwoordig spreekt men niet veel meer over haar. Zij past in haar eenvoud niet meer in onze tijd. Haar beeld is uit vele huiskamers verdwenen, en toch blijft haar leven van pijn en diep geloof een uitnodiging tot inzet en inkeer. Bij haar komen mensen met zorgen en verdriet, bij haar worden mensen opnieuw eenvoudig. Haar beeld zal mensen blijven troosten en wegen laten vinden naar elkaar en naar God. Een mens als wij is zij geweest: Maria, met angst en tranen in de ogen, met onzekerheid en niet goed weten wat allemaal. Een mens als wij is zij geweest, 11 staande en levend tussen de mensen, met vreugde om kleine dingen. Een mens zoals wij, maar haar geloof was sterker dan ons geloof, en haar vertrouwen groter dan het onze. Langs Maria, deze buitengewone vrouw, willen wij dichter bij Jezus en Zijn evangelische boodschap komen. Mariagebeden Bidden tot Maria is voor katholieken een sterke hulp om dichter bij God te komen. In feite bidt men niet tot Maria maar veeleer met Maria. Maria is voor ons zo'n belangrijk voorbeeld omdat ze heilig heeft geleefd, hoewel ze 'maar' een gewoon mens was. Juist in haar rol van vrouw en moeder geeft ze ons een heel concreet voorbeeld. Door haar ja-woord aan God kan Jezus geboren worden. Voor alle christenen is het daarom een opdracht om, net als Maria, Christus in deze wereld 'geboren' te doen worden. Lied: "Lief vrouwke". Lief vrouwke, ik kom niet om te bidden, maar om een poos bij u te zijn. Ik heb u niets te geven, niets te vragen deze dag. Ik bezit alleen de grote vreugde, dat ik U bekijken mag O Maria, mag ik nog eens komen, als ik uw steun niet missen kan? Als ik eens ziek ben, hulploos, vol ellende, zek’re dag? Want dan blijft mij nog de grote vreugde, dat ik U vertrouwen mag 12