Hoofdstuk 6: De historie wordt afgesloten – Het debat geopend Enkele overkoepelende beschouwingen die meer over toekomst dan verleden gaan algemeen besluit: in K.O. geen sprake geweest van een sociale pedagogiekontwikkeling 6.1. Les bancs publics: de maatschappelijke functie (p.284) De functie die K.O. vervult, verschuift in loop 20e eeuw op aantal punten ook constant blijft 6.1.1. De economische functie (p.284) Economische functie van K.O. heel haar geschiedenis dominant gebleven Eerste kinderdagverblijven opgericht vanuit opkomende industrialisering ( behoeft goedkope vrouwelijke arbeidskrachten) had toen ook sociale maatschappelijke functie normaliseren arbeidersvrouwen en bewaren sociale vrede + ontvoogding van de vrouw economische functie begrepen worden in context waar publieke voorzieningen schaars zijn en rol onderwerp is van discussie ( vooral private werkgevers die K.O. realiseren) Economische functie K.O. pedagogisch en psychologisch discours voortdurend beïnvloedt periodes dalende economie ( dreigende werkloosheid) discours over belang moederlijke zorg in eerste levensjaren werd sterker Tweede helft ’80 economische functie K.O. wordt weer dominant - K.O. krijgt extra economische dimensie Hoger opgeleide vrouwen taak overheid zorg om combinatie arbeid en gezin Laag opgeleide vrouwen taak overheid om werkgelegenheid te bevorderen In Vlaanderen: meer gezocht naar uitbereidingsmogelijkheden die de overheidsbegroting minder belasten (daarom vooral via opvanggezinnen en kleinere private initiatieven) creëert spanning in economische functie opvanggezinnen en initiatieven = minder duurzaam Vermarkting van K.O. is overigens een illustratie van het begrip machtsrelaties in het veld van K.O. diagonaal discursief regime Vandaag economische functie niet meer weg te denken; belangrijk vanuit verschillende standpunten - Overheid middel om tewerkstellingsbeleid te voeren Werkgevers Werknemers/ouders essentiële voorzieningen om bemiddeling ( rol werknemer, partner en ouder) succesvol uit te kunnen voeren economische functie van K.O. is niet dezelfde voor alle categorieën van werknemers 1 BESLUIT Economische functie K.O. steeds dominant geweest en laatste jaren nog meer geworden. Ondanks dominantie vervult K.O. die functie maar gedeeltelijk Privatisering ondergraaft gedeeltelijk de economische functie van K.O. 6.1.2. De educatieve functie (p.288) K.O. werd bij haar bestaan van elke educatieve functie onthouden Henri Velge = grote tegenstander van educatieve functie omwille van moederschapsideaal Jaren ’70 ontstaan stroming die pleitte voor een educatieve functie in de compensatoire betekenis Pedagogische discussie is verder volkomen gedomineerd geweest door attachementtheorie moeder was de maat voor de K.O. K.O. IS IN LOOP GESCHIEDENIS GEËVOLUEERD VAN NOODZAKELIJK KWAAD OVER EEN COMPENSERENDE NAAR EEN VERVANGENDE FUNCTIE VAN DE OUDERS Twintigste eeuw ideologisch discours over kerngezin gecreëerd en heeft privacy ervan geïdealiseerd Zorg voor jonge kinderen = gedeelde verantwoordelijkheid tussen private en publieke domein K.O. = complementair aan ouderlijke opvoeding (opvoedingsmileus vullen elkaar aan) Toch heeft K.O heel zijn geschiedenis geprobeerd tekorten ouders compenseert constructie van moeder en kerngezin als unieke opvoedingsverantwoordelijken, die steeds meer verantwoordelijkheden kregen K.O. als overgangsgebied tussen publieke en private domein wel een eigen educatieve missie heeft en dat die bestaat uit het vorm geven aan die gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid voortdurend overleg met zowel ouders als lokale gemeenschap OESO-studie sterke kloof tussen onderwijs en kinderopvang moet historisch begrepen worden historische kloof leid tot meerdere problemen - De wanverhouding in aanbod van voorzieningen ( an imbalance in the supply of services) Relatieve verwaarlozing van K.O. (relative neglect) Ondermijning van vrouwen op de arbeidsmarkt ( landen die inspanningen leveren om het opnemen van ouderschap mogelijk te maken investeren in K.O.) De opleidingen en vergoedingen voor de mensen die er werken ( landen waar opvang en onderwijs gescheiden zijn, is personeel dat ook opvangpersoneel is laag geschoold) 6.1.3. De sociale functie (p.291) = opvang draagt bij tot het creëren van een meer rechtvaardige SL 2 Vanuit Focaultiaanse terugblik heel wat vragen stellen bij sociale missie zij was ook een techniek tot het normaliseren en civiliseren van arbeidersklasse Bijzondere vorm sociale functie medische-hygiënische functie ( begin 20e eeuw profylaxis dominant) Jaren ’70 feministische beweging en socialistische partij maakte van K.O. een strijdpunt om gelijke rechten op de arbeidsmarkt af te dwingen ontstaan Mattheüseffect Regelgeving 1974 proberen verzoenen economische functie met sociale functie (vier prioriteitenschema) Amper kwart van sector toegerust om sociaal beleid uit te voeren Om debat sociale functie van K.O. te stimuleren VBJK maakte afgelopen jaren meerdere producten aan Aanknopingspunten voor de verdere ontwikkeling van de maatschappij bij mobiliseren van onderdrukte kennis en mogelijkheden die binnen de bestaande instituties en groeperingen voorhanden zijn ( Beck) K.O. co-constructie van kennis en cultuur tussen professionelen, ouders en lokale samenleving degelijke reflexive community zijn en daarin ligt de sociale missie van K.O. 6.2. Toi l’auvergnat: het Mattheüseffect (p.294) Anderhalve eeuw terug oprichting K.O. voor zwakke gezinnen SL anderhalve eeuw later ondervertegenwoordiging van deze gezinnen Mattheüseffect = de systematische en tendentiële oververtegenwoordiging van gebruikers uit hogere socio-economische kringen Processen die Mattheüseffect hebben vormgegeven: - Stijgende druk van hoger geschoolde vrouwen Feministische beweging ‘60 Verandering regelgeving ‘70 Economische crisis die lager geschoolden trof Oprichtingsstop ‘80 Toegenomen liberalisering en privatisering 6.2.1. Het Mattheüseffect bestaat wel degelijk (p.295) MAS onderzoek K.O. in steden en gemeenten CONCLUSIE - Lager geschoolden en allochtonen vinden moeilijker plaats dan hoog geschoolden WAAROM ? 3 6.2.2 Beschikbaarheid (p.295) Eerste reden plaats tekort Veel beschikbare plaatsen = niet-gesubsidieerd Gesubsidieerde plaatsen = ongelijk verdeeld 6.2.3. Betaalbaarheid (p.296) In niet-gesubsidieerde sector ouderbijdrage lagen net op of onder niveau hoogste ouderbijdrage uit gesubsidieerde sector Initiatieven buitenschoolse opvang andere regeling 6.2.4. Opnamebeleid (p.297) Criteria voorzieningen om prioriteiten te stellen - Voorrang broers zussen Voorrang kinderen eigen personeel Voorrang voor diegene die zich eerst aanmeld Laatste criterium = belangrijkste discriminerende factor Allochtone ouders en lager geschoolden starten zoektocht significant later ( minder goed geïnformeerd of behoeft K.O. vooraf niet kunnen inschatten) Voorrang laagste inkomens wordt doorgaans niet toegepast De verantwoordelijken bepalen zelf wie er inkomt en wie niet ( gehanteerde voorrangsregels zijn nog altijd onderwerp van gesubsidieerde vrijheid) 6.2.5. Bekendheid en begrijpbaarheid (p.298) zie boek p.298 6.3. Kindbeelden, moederbeelden en kinderopvang (p.298) Tweede helft 19e eeuw creatie beeld van Frêle Kind ( bouwt voort op beeld van maagdelijke kind) kindbeeld gaat samen met dubbele verantwoordelijkheid moeder (tegenover kind en samenleving) Beeld frêle, maagdelijke kind + aansprakelijke moeder beeld van de K.O. als noodzakelijk kwaad voor bescherming van dat kind Eind 19e eeuw en begin 20e eeuw overheid geen legitimiteit om sociaal beleid te voeren private aangelegenheid; oprichting NWK buffer tussen overheid en private initiatieven Na WOII kindersterfte daalt menswetenschappen en attachementparadigma leveren nieuwe legitimering voor NWK Opkomst nieuwe soort experts creëert wederzijdse afhankelijkheid tussen aansprakelijke moeder en het expertsdiscours 4 K.O. steeds meer vervat in spanningsveld tussen moederschapsideologie – gelijke rechten vrouwen voor arbeidsmarkt Psychologisering frêle kind nieuwe technische functie voor K.O. personeel kinderopvang moet geprofessionaliseerd worden en wordt expert in ontwikkeling Discours dat pleit voor meer openheid, neemt niet weg dat de uitsluiten van ouders blijft bestaan nu veeleer in psychologische functie dan in fysieke termen Jaren ’60-’70 welvaartstaat ontwikkelt zich Jaren ’80 oprichting K&G Economische crisis ’80 welvaartstaat opnieuw in vraag gesteld en samen met globalisering discours over afgeslankte staat en tot wat we neoliberalisering hebben genoemd NADRUK OP BELEID DOOR ZELFSTURING EN DAT UIT ZICH IN TECHNIQUES (zelfevalutieschalen) Bovenop kindbeeld frêle kind autonome kind dat samengaat met ondernemende volwassene Beeld autonome kind en ondernemende volwassene K.O. geconstrueerd die efficiënt gemanaged wordt met de invoering van kwaliteitsmanagment kloof tussen leverancier en consument ( omdat ethische debat K.O. wordt vermeden) Aantal contacten - - - Manier waarop middenklasse normen via decontextualisering, normalisering en naturalisering worden opgelegd aan ouders uit lagere socio-economische klassen Gendersegregatie in voorschoolse opvoeding ( lang geduurd eer mannen tot de opleiding werden toegelaten) afwezigheid mannen in K.O heeft voor groot deel te maken met maatschappelijke beeldvorming Manier waarop de dominante vertogen de uitsluiting van ouders uit de K.O. hebben geconstrueerd ontwikkelingspsychologie heeft bijgedragen tot een expertendiscours dat ouders wenst te informeren over wat goed was voor een hun kinderen owel een compensatoire opvoeding wenste te bieden Jaren’80 pedagogisch discours wordt aangevuld met managementdiscours Het effect van discoursverschuivingen de uitsluiting van ouders verder hebben geconstrueerd en ze vooral ook moeilijker bespreekbaar heeft gemaakt Deregulering afgelopen jaren heeft ouders geresponsabiliseerd over kwaliteit van K.O. Decontextualisering en normalisering (decontextualisering construeert normalisering) keer op keer gaat het over normen, waarden of onderzoek uit middenklassen van SL, waarbij de context wordt genegeerd of gemaskeerd om vervolgens die normen, waarden of onderzoeksresultaten toe te passen op het geheel van de populatie ( in het belang van het kind); culturele diversiteit lang buiten beschouwing gebleven 5 6.4. (De)professionalisering (p.303) Gevolg kloof onderwijs en zorg gebrek aandacht professionalisering van personeel in K.O. dominante discours moeder s worden verantwoordelijk gesteld voor opvoeding; K.O. is hooguit vervangende moeder Socioconstructivisten jaren ’70 K.O. andere functie toedichten Jan Peeters Vlaanderen stelt steeds minder professionele in K.O. te werk deprofessionalisering door achtereenvolgens de massale uitbereiding van onthaalouders, privatisering en tewerkstellingsprojecten die laaggeschoolden aan een baan in groeiende zorgsectoren moet helpen Vlaanderen een van de weinige landen die niet investeert in opleiding niveau hoger onderwijs voor leiding K.O. Paradox van de deprofessionalisering: het bestaan van projecten voor bijscholing, de legitimatie verschafte voor het niet investeren in professionele basisopleidingen 6.5. Kwaliteit en diversiteit: de drievoudige maatschappelijke functie (p.304) 6.5.1. Kwaliteit en de rol van de overheid (p.304) Vanaf begin eeuw klachten over kwaliteit voorzieningen Vanaf 1919 noodzaak neemt toe om de besteding van middelen te koppelen aan controle initiatieven van gegoede burgers worden niet aan een controle onderworpen kwaliteitsdiscussie brengt een druk mee tot verhoging van de subsidies. Die verhoging doet op haar beurt de behoefte aan systematische controle toenemen Eind jaren ’60 kwaliteit eng gedefinieerd als hygiënische kwaliteit jaren ’70 naast hygiënische kwaliteit ook de psychologische kwaliteit in rekening brengen Wet 1974 verregaande subsidiëring en meer systematische inspectie (stilaan verandering in denken over kwaliteit) HOE MEER KINDEROPVANG ZAL LIJKEN OP DE MOEDERLIJKE ZORG, HOE MINDER ZIJ SCHADELIJK ZAL ZIJN EN HOE BETER DE KWALITEIT ER VAN IS Toenemende besef dat kwaliteit meer is dan hygiëne versterkt de trend om een bepaald gezinsmodel te gebruiken Jaren ’90 verdere ontwikkeling van die vraag naar pedagogische kwaliteit (ontwikkelen beoordelingsschaal voor het pedagogisch functioneren) kwaliteitsschalen nadien afgeschaft en vervangen door systeem van sturing door zelfsturing via kwaliteitsdescreet + introductie nieuwe zelfevaluatie schalen 6 Evoluties kwaliteitsdiscussie zit in dubbel spanningsveld - Behoefte aan bewaking of monitoring en trend tot deregulering Behoefte aan standaardisering en dus decontextualisering en diversiteitsparagima 6.5.2. Heureux qui comme Ulysse (p.306) Plicht overheid toezien juiste besteding middelen Vanaf eeuwwisseling maatschappelijke trend van deregulering overheid en K&G wensen niet meer gezien te worden als instanties die hun regels opleggen Pastorale macht van Foucault subtiele maar essentiële verandering in machtsrelaties: het sturen door zeldsturing hele kwaliteitshandboek = technique van de zelfhermeneutiek pastorale macht creëert nieuwe vorm van vrijheid verschillende lezingen - Lokaal kwaliteit te construeren Manier waarop de overheid zich van haar ethische taak ontdoet 6.5.3. Kwaliteit en diversiteit (p.307) Jaren ’90 kwaliteitsdiscours krijgt in K.O. vaste vorm en wordt vertaald via criteria en evaluaties Belangrijke wijzigingen in diversiteit denken van K.O. discours diversiteit kreeg meer kritiek van culturele minderheidsgroepen (normaliserende aspecten van dit discours) consensus groeit dat in diversiteitsdenken het begrip culturele identiteit vervangen hoort te worden door identiteitsdynamieken Vlaanderen diversiteitsparadigma ingevoerd in K.O. n.a.v. het MEQ-project (diversiteit wordt uitgebreid) DE VRAAG OVER DEFINITIE VAN KWALITEIT VERSCHUIFT NAAR DE VRAAG OVER WIE BETROKKEN IS BIJ DIE DEFINIËRING EN OVER WELKE KINDEREN HET GAAT BESLUIT De kwaliteitsdiscussie zit vervat in dubbele spanning en dit leidt tot het dilemma hoe kwaliteit nu dient gedefinieerd en bewaakt te worden 6.5.4. Nogmaals de drie functies… (p.308) Wat als kwaliteit beschouwt wordt, hangt af van de maatschappelijke functie van de K.O. hangt samen met kind en moederbeelden combinatie economische, sociale en educatieve functie ligt model vervat om met kwaliteitsdiscussie om te gaan kwaliteit kan gedefinieerd worden als de mate waarin K.O. om drie functies met elkaar te verzoenen 7 Vanuit economische functie aantal kwaliteitsdimensies (boek p.309) Educatieve functie indien K.O. complementaire functie heeft aan gezinsopvoeding K.O. in overgangsgebeid tussen private en publieke domein opvoedingsdoelen niet centraal bepaald kunnen worden ( hoe verschillend opvoedingdoelen voor ouders en professionelen naargelang de context ook mogen zijn, toch is het ook opvallend hoe gelijklopend de dimensies zijn waarin die verschillen zichtbaar zijn Vlaams onderzoek over opvoedingswaarden ouders vinden individualistische waarden erg belangrijk net als collectivistisch waarden De huidige instrumenten ontwikkeld door de overheid hechten veel belang aan individuele dimensie van belang om instrumentarium te ontwikkelen om die collectivistisch dimensie operationeel te maken Vorm waarin opvoedingsdoelen dienen bereikt te worden afhankelijk van lokaal overleg tussen alle betrokkenen Kwaliteit Sociale functie mate waarin K.O. bijdraagt tot sociaal rechtvaardigere SL centraal aantal kwaliteitsdimensies kunnen vastgelegd worden twee belangrijke kwaliteitsdimensies - Toegankelijkheid voldoende wettelijke instrumenten aanwezig Mate waarin er sprake is van wederkerigheid bij de participatie van ouders Franse crèches parentales zijn voor dit vlak bijzonder inspirerend 6.5.5. … en het spanningsveld ertussen (p.311) Voorbeelden - - Vraag naar flexibilisering arbeidsmarkt en of K.O. deze flexibilisering dient te volgen belang kind en ouders is tegengesteld overheid moet aan belang kind grenzen stellen recent onderzoek K.O benoemt flexibele opvang als noodzakelijk kwaad constructiever om de discussie over flexibiliteit te beschouwen als een spanningsveld tussen economische en educatieve functie ouders en kinderen zijn dan geen tegenstanders meer, maar medestanders in het zoeken naar een evenwicht Spanningsveld economische functie en sociale functie voorrangsbeleid in K.O. verantwoordelijken kijken eerst naar economische functie; prioriteit aan werkende ouders opnamebeleid thema anders ingevuld naargelang men nadruk legt op economische functie of sociale functie 8 - Spanning educatieve en sociale functie educatieve functie :wenbeleid ( geen noodopvang te doen die niet voorbereid kan worden); minimale aanwezigheid van kind sociale functie: mensen met moeilijke sociale omstandigheden hebben behoefte aan urgente en occasionele opvang Debat kan bijzonder constructief zijn negeren een van de drie functies niet tot een kwalitatieve oplossing kan leiden Kwaliteit kan enkel gedefinieerd worden op het samengaan van de drie dimensies Kwaliteitsbewaking centrale overheid maakt een aantal keuzes over de belangrijkste kwaliteitsdimensies en toeziet op de naleving ervan 6.6. Professionalisering: d’accord oui, mais laquelle? (p.314) Vlaanderen hinkt achterop wat betreft opleidingsniveau personeel er moet geïnvesteerd worden in deze opleiding en kwalificerende trajecten Opkomst attachementpsychologie en gedachtegoed compenserende rol van K.O. functie personeel technische functie BEHOEFTE AAN EEN VERSCHUIVING VAN DE PROFESSIONAL ALS TECHNICUS NAAR DE PROFESSIONAL ALS ONDERZOEKER EN DAT VRAAGT VOORAL REFLEXIEVE VAARDIGHEDEN VAN HET PERSONEEL IN K.O. K.O. die drie maatschappelijke functies wil realiseren behoefte aan geschoolde arbeidskrachten (meer communicatieve en relexieve vaardigheden) EINDE 9