MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU UNIFORM HEREXAMEN MULO 2008 VAK : NEDERLANDS - SAMENVATTING DATUM: DINSDAG 05 AUGUSTUS 2008 TIJD : 07.30 – 09.30 UUR Hulpmiddel: woordenboek toegestaan OPDRACHT: Lees de tekst aandachtig over. Bepaal voor jezelf de hoofdzaak van iedere alinea. Geef dan, zoveel mogelijk in eigen woorden, de inhoud van iedere alinea kort weer. Denk erom: de tekst moet tot de helft of minder teruggebracht worden. N.B. Je krijgt een voorbedrukt kladblaadje met een schema zoals dat bij het onderdeel samenvatting gehanteerd wordt. Je mag er gebruik van maken, maar dat hoeft ook niet, omdat het kladblaadje slechts een hulpmiddel voor jou is. Let op: Werk op kladpapier wordt niet beoordeeld. (Niet inleveren!) OORLOG: ZAL ER OOIT EEN EIND AAN KOMEN? I II In de loop der tijden is oorlogvoeren een gewoonte van de mensheid geworden. Talloze levens zijn opgeofferd in gevechten. Met buitengewone energie en immense middelen heeft men de oorlogvoering ondersteund. Duizenden jaren lang zijn briljante geesten ingezet teneinde naar nieuwe en betere manieren te zoeken om te doden en te vernietigen. Tonen mensen evenveel enthousiasme voor vrede? Beslist niet! Toch komen velen voorzichtig tot de conclusie dat er enige basis voor optimisme is. 73 Dat optimisme is gebaseerd op de overtuiging dat beschaafde mensen oorlog niet meer zo zien als men vroeger deed: als natuurlijk, instinctief, eervol of edel. Het bloedbad van de twintigste-eeuwse oorlogen heeft de mensheid achtergelaten met een gevoel van angst en walging voor wat oorlog aanricht. Een voorzichtige schatting van het aantal mensen dat de afgelopen honderd jaar in oorlogen is omgekomen is honderd miljoen. Toch zeggen de statistische gegevens niets over de angst en de pijn van de slachtoffers. Evenmin beschrijven ze het leed van de achtergebleven beminden van degenen die zijn omgekomen: de talloze miljoenen moeders en vaders, zusters en broers, weduwen en wezen. Wat ze ons wel vertellen, is dit: onze eeuw is verreweg de meest verwoestende in de hele menselijke geschiedenis geweest; het is een eeuw van ongekende wreedheid, die ook laat zien hoe bedreven mensen zijn geworden in de kunst van het doden. 148 III . Afkeer van de slachting is niet de enige factor waardoor de opvattingen zijn veranderd. Ook de kwestie van zelfbehoud speelt een rol. De vernietigende kracht van de moderne wapens, zowel nucleaire als conventionele, is zo groot dat elke oorlog tussen de huidige grote mogendheden het risico van wederzijdse uitroeiing met zich zou brengen. Een grootschalige oorlog beginnen is dwaas en komt neer op zelfmoord. Deze overtuiging heeft al ruim vijftig jaar een kernoorlog voorkomen, zo redeneren velen. IV Er is nog een reden waarom vele mensen anders over de toekomst denken. Grootschalige oorlog wordt niet alleen als dwaasheid gezien, omdat men alles kan verliezen, maar ook omdat er zo weinig te winnen valt. Het economische argument tegen de waarschijnlijkheid van een grote oorlog luidt als volgt: de rijke en machtige landen van de wereld trekken enorm veel profijt van economische samenwerking. De sterke landen hebben dus goede redenen om de onderlinge vrede te bewaren. Bovendien is het in hun eigen belang hun krachten te bundelen om eventuele conflicten tussen kleinere mogendheden te bedwingen, waardoor de economische positie wordt bedreigd. V Andere ontwikkelingen in de twintigste eeuw bieden eveneens hoop voor mensen die naar vrede verlangen. Het doel van internationale diplomatie bijvoorbeeld is het vredig oplossen van conflicten. Humanitaire hulp stelt landen in staat steun te geven aan door oorlog verscheurde volken. Vredestichting en menslievendheid zijn beide deel gaan uitmaken van de buitenlandse politiek. VI Eventuele gevoelens van optimisme moeten echter afgewogen worden tegen enkele grimmige werkelijkheden. Toen in 1989 de Koude Oorlog eindigde, spraken velen hun vertrouwen uit in een vredige wereldorde. Toch bleven er oorlogen. Gedurende de daaropvolgende zeven jaar woedden er naar schatting zo’n 101 conflicten op verschillende plaatsen. De meeste oorlogen zijn tegenwoordig geen oorlogen tussen staten maar binnen staten. Ze worden gestreden tussen vijandige groeperingen, met eenvoudige wapens. In Rwanda bijvoorbeeld werden vooral machetes* gebruikt om te doden. Vaak vormen stadjes en dorpen de hedendaagse slagvelden, en er bestaat weinig of geen onderscheid tussen strijders en burgers. VII Intussen gaat in de rijke landen de ontwikkeling van geavanceerde wapens in hoog tempo door. Sensoren, of ze nu in de lucht, in de ruimte, in de oceaan of op de grond gebruikt worden, stellen een modern leger in staat sneller en duidelijker dan ooit doelen te zien, zelfs op moeilijk terrein zoals in het oerwoud. Wanneer een doel eenmaal door sensoren is gelokaliseerd, kunnen raketten, torpedo’s of lasergestuurde bommen het treffen – vaak met een verbazingwekkende nauwkeurigheid. Naarmate de nieuwe technologieën geperfectioneerd en geïntegreerd worden, wordt „oorlogvoering op afstand” steeds reëler, doordat ze een leger in staat stellen alles te zien, alles te treffen en veel van wat een vijand heeft, te vernietigen. VIII Een onmiskenbare factor waardoor pogingen om wereldomvattende vrede te bewerkstelligen op niets uitlopen, is dat de menselijke familie geen eenheid vormt. De mensheid is verdeeld in naties en culturen die elkaar wantrouwen, haten of vrezen. Er zijn strijdige waarden, inzichten en doeleinden. Bovendien heeft men het gebruik van militaire macht duizenden jaren beschouwd als een gewettigde manier om nationale belangen na te streven. Voor velen houdt dit in dat vrede alleen verwezenlijkt zou kunnen worden met een wereldregering die onpartijdig alle volken op aarde vertegenwoordigt. Sommigen menen dat de Verenigde Naties die regering zouden kunnen zijn. * machete: lang, enigszins gebogen mes 77 101 53 97 113 96