Vetstoffen/Lipiden Inleiding - Gering tot slecht oplosbaar in water. - Goed /zeer goed oplosbaar in organische solventen. (ethanol, ether, aceton,…) - Lipiden zijn een heterogene stoffengroep naar structuur en functie). Eenvoudige lipiden Acylglycerolen Fig. 1 Vorming van een Mono-acylglycerol (MAG) uit glycerol Een MAG waarbij je nog een je nog één vetzuur bij doet wordt een DAG (Di-AG). Fig. 2 DAG Als er nog een bij komt krijg je een TAG (Tri-AG). Fig. 3 TAG TAG zijn de bouwstenen van oliën en vetten. Wassen Dit is een ester van een hoogmoleculair alcohol met een hoger vetzuur Enkele voorbeelden bij de dieren Bv. Bijenwas Myricylalcohol met polmitinezuur Fig. 4 Bijenwas Dit heeft als doel bescherming te bieden in een honingraad De mens gebruikt het als boenwas Bv. Eend Voorkomen: als een dun laagje op de veren Doel: dat de veren niet nat worden Bv. Potvis Voorkomen: in de schedel Doel: lipiden reserve bron; wordt ook gebruikt voor waskaarsen Enkele voorbeelden bij planten Bv. Vetplanten Bevatten een wascuticula Doel: verhinderen van overtollige verdamping Bv. Waaierpalm Bevatten ook een wascuticula met het zelfde doel als vorige Mens gebruikt het ook als boenwas Bv. Appelboom(Jonagold) Heeft een waslaag op de vrucht(appel) Fosfolipiden Indeling Fosfolipiden Fosfoglycerolen Basisstructuur (Glycerol + fosfaatgroep + 2 vetzuren) Fig. 5 Basisstructuur fosfoglycerolen Fosfatidylcholinen/Lecithinen Basisstructuur + Choline Fig. 6 Lecithinen Fosfadyletanolaminen/Cefalinen Basisstructuur + Etanolamine Fig. 7 Cefalinen Fosfatidylserinen Basisstructuur + Serine Fig. 8 Fosfatidylserinen Fosfatidylinositolen Basisstructuur + Inositol Fig. 9 Fosfatidylinositolen Plasmalogenen Basisstructuur (glycerol + een vetzuurrest met een venyletherbinding + een vetzuurrest + een fosfaatgroep) Fig. 10 plasmalogenen Hier kan ook een Choline, een Etanolamine, een Serine of een Inositol op komen te staan op dezelfde manier als bij Fosfoglycerolen. Sfingomyelinen Basisstructuur (sfingosine + 2 vetzuurrest) Fig. 11 Sfingomyelinen Deze structuur kan enkel Choline op binden Algemeen Het zijn belangrijke Biomembraam-moleculen Fig. 12 Biomembraam Fig. 13 Verkorte voorstelling + verduidelijking Samengestelde/complexe lipiden Glycolipiden Dit heeft dezelfde algemene structuur als fosfolipiden. Komt voor in de celmembramen Galacto- en Sulfolipiden Voorbeeld van Galactolipiden (Glycerol + 2 verzuren + β-D-Galactopyranose) Fig. 14 Galactolipiden Voorbeeld van Sulfolipiden (glycerol + 2 vetzuren + gesulfateerd β-D-glucopyranose) Fig. 15 Sulfolipiden Ceribro- en Gangliosiden Voorbeeld van Ceribrosiden (sfingonise + β-D-glucopyranose + vetzuurrest) Fig. 16 Ceribrosiden Voorbeeld van Gangliosiden (sfingonise + oligosaccharide + vetzuurrest) Fig. 17 Gangliosiden Komen vooral voor in zenuwweefselcellen (zenuwknopen en hersencellen) Lipopolysacchariden Komt vooral voor Gramnegatieve Bacterie Fig. 18 Lipopolysacchariden Dit zijn endotoxines (een rol bij het vormen van antistoffen) Lipoproteinen Lipoproteinen komen als partikel voor in het bloed en dienen als transporteenheden voor het lipidemateriaal door heen het bloed. Fig. 19 Doorsnede van een lipoproteinepartikel In deze volgorde komen ze voor (van boven naar benden) - Chylomicronen - VLDL (very low density lipoproteinepartikel) - LDL (low density lipoproteinepartikel) - HDL (high density lipoproteinepartikel) Verhouding lipiden/eiwitten - Chylomicronen (37/1) - VLDL (12/1) - LDL (4/1) - HDL (1,3/1) Diameter - Chylomicronen (grootste) - VLDL - LDL - HDL (kleinste) Verzeping van veten De eenvoudige lipiden en complexe lipiden zijn allemaal verzeepbare vetten (lipiden “senso stricto”) Fig. 20 Verzeping van vetten Vetzuurbespreking Algemene structuur R-COOH Soorten - Verzadigd vetzuur (geen dubbele binding) Hebben meestal even aantal C-atomen Aantal C-atomen Verkorte structuur 2 CH3-COOH 4 CH3-(CH2)2-COOH 6 CH3-(CH2)4-COOH 8 CH3-(CH2)6-COOH 10 CH3-(CH2)8-COOH 12 CH3-(CH2)10-COOH 14 CH3-(CH2)12-COOH 16 CH3-(CH2)14-COOH 18 CH3-(CH2)16-COOH … - Onverzadigd vetzuur (met dubbele binding(en)) Fig. 21 9-Transoliezuur Fig. 22 9-cisoliezuur Andere schijfmethode: 9-cis-octadeceenzuur 18:1(9) 9-cis-2-trans-linolzuur Andere schrijfmethode: 9-cis-12-trans-octadecadiëenzuur Gebruiksnaam Azijnzuur Boterzuur Capronzuur Caprilzuur Caprinezuur Laurinezuur Myristinezuur Palmitinezuur Stearinezuur - 18:2(9,12t) 9-cis-12-trans-15-cis-linoleenzuur Andere schrijfmethode: 9-cis-12-trans-15-cis-octadecatriëenzuur 18:3(9,12t,15) Algemene fysische eigenschap Smeltpunt Stearinezuur --> 70°C oliezuur --> 13°C linolzuur --> -5°C linoleenzuur --> -10°C Met als conclusie dat hoe meer dubbele bindingen aanwezig zijn hoe lager het smeltpunt. Fig. 23 TAG + VVZ en OVZ Essentiële vetzuur Dit zijn vetzuren dat niet door het lichaam kan gemaakt worden dus is opname via voeding noodzakelijk. Bv. Linolzuur Plant Plant/Mens Mens Oliezuur Vetzuursynthese Via plantaardig materiaal -2H Stearinezuur 18:0 (voeding) linolzuur 18:2(9,12) Linolzuur 18:2(9,12) -2H -2H Oliezuur 18:1(9) kan worden omgevormd tot 18:3(6,9,12) γ-linoleenzuur + 2CH2 20:3(8,11,14) homo-γ-linoleenzuur -2H 20:4(5,8,11,14) arachidonzuur +Verzadigde dubbele binding +Ringsluiting tussen C8 en C12 Prostaanzuur (uitgangsstof) -> belangrijk voor de vorming van een hormoongroep (prostaglandinedes) Onverzeepbare vetten Algemeen - Komen samen voor met lipiden “senso stricto” - Vrijgoed oplosbaar in organische solventia (ether, aceton) - Hebben geen structuur overeenkomst met lipiden “senso stricto” Soorten Bepaalde steroïden - Hebben als basisstructuur Steraan Fig. 24 Steraan Bv. Cholesterol o Komen vooral voor in dierlijk vet o Lost goed op in Aceton o De opname van Cholesterol via de voeding noemt Exogeen Cholesterol o Lichaamseigen Cholesterol = Endogeen Cholesterol o Cholesterol is een uitgangsstof en is een membraam component. Fig. 25 Cholesterol Afgeleide van Cholesterol o Galzuren Fig. 26 Cholzuur o Bijnierschorshormonen Fig. 27 Cortisol Belangrijk voor het op peil houden van koolhydraathuishouding o Geslachtshormonen Fig. 28 Oestradiol Fig. 29 Testosteron o Synthese vitamine D3 Fig. 30 Bereiding Vitamine D3 Een tekort (hypovitaminose)/ontbreken(avitaminose) aan vitamine D3 heeft als gevolg rachitis/engelseziekte/wekebeenderziekte Bepaalde terpenen - Hebben als bouwsteen Isopreen Tekening Isopreen Indeling van terpenen volgens het aantal Isopreen eenheden - Monoterpeen (2 eenheden) - Sesquiterpeen (3 eenheden) - Diterpeen (4 eenheden) - Triterpeen (6 eenheden) - Tetraterpeen (8 eenheden) Dit is het enige terpeen dat onverzeepbaar is. Fig. 31 β-caroteen Uit β-caroteen kan vitamine A1 gemaakt worden Fig. 32 Bereiding Vitamine A1 Tekort/ontbreken --> nachtblindheid, blindheid en ook eeltvorming. Vetoplosbare vitamine - Dit zijn vitamine die in lipiderijke omgevingen voorkomen De vitamine A(zie vroeger), D(zie vroeger), E en K zijn vetoplosbaar o Vitamine K Fig. 33 Vitamine K Fig. 34 Opname vitamine K Komt vooral plantaardig/darmflora voor en wordt opgenomen in de darm verpakt in een lipidemantel Tekort/ontbreken --> slechte bloedstolling o Vitamine E Fig. 35 Vitamine E Komt voor in plantaardigezaadolie Tekort/ontbreken --> belangrijk anti-oxidans Ook mogelijk afsterven foetussen, spontane bloedingen, spierdystrofie (afsterven spierweefsel)