Apostel Paulus 1. Wie is Paulus? Een korte inleiding. - Jood, van de stam Benjamin. Zoon van een Farizeeër. Fanatiek christenvervolger. Later minstens zo fanatiek verspreider van het christendom. Paulos is Hebreeuws en Saulos is Oudgrieks voor de naam Paulus levensloop wordt beschreven in het Bijbelboek Handelingen van de Apostelen Paulus werd omstreeks 3na Chr. In Tarsus (cilicië) geboren. Hij was vermoedelijk de zoon van een joodse moeder en een Romeins vader. Paulus zijn vader had waarschijnlijk het Romeins Burgerrecht in Tarsus gekregen, waardoor Paulus kon zeggen dat hij een geboren Romeins staatsburger was. Het beroep dat Paulus had was dat van tentenmaker. Paulus werd opgevoed als Farizeeër*, en heeft een opleiding gekregen van Gamaliël, in die tijd een Schriftgeleerde met veel aanzien. Hij zou dus een actieve vervolger van de eerste christenen zijn. Door hen te laten opsluiten en soms zelfs te doden, in de bijbel staat zelfs dat hij zijn goedkeuring gaf aan de dood van de diaken Stefanus, een joodse christen, die werd gestenigd in Jeruzalem. Op weg naar Damascus om de volgelingen van Jezus te bestrijden, zag paulus een groot licht en Jezus zou tot hem hebben gepraat, dat hij Hem en de Christenen niet meer mocht vervolgen en dat hij iemand als Paulus kon gebruiken. Het gezelschap van Paulus,dat met hem meereisden zagen enkel een licht en hoorde de stem van Jezus niet. Nadat dit allemaal gebeurt was werd Paulus blind. Hij kon drie dagen lang niets eten en hij dronk niets. Ananias* heeft Damascus hem later genezen. Vervolgens heeft Paulus zich bekeerd en zich laten dopen in Damascus*. Paulus ging terug naar Jeruzalem, waar hij zich wilde aansluiten bij de leerlingen van Jezus. Maar de leerlingen waren bang voor hem, wat normaal is want hij wilde ze vroeger vervolgen. Barnabas geloofde hem en nam het voor Paulus op. Wanneer Paulus wordt opgenomen in de groep plant hij al meteen een reis met barnabas De 1ste zendingsreis (naar Cyprus). Daar verkondigde hij het Woord van God. Op zijn 2de zendingsreis gaat hij met Silas naar Syrië en Sicilië, waar hij onderweg Timotheüs tegenkomt, die met hen gaat meereizen. Zijn 3de zendingsreis voert hij langs gemeenten die hij gesticht heeft. Hij blijft bijna drie jaar in Efeze. Daar geneest hij en probeert hij mensen te helpen. Paulus ging dus reizen door Klein-Azië en Griekenland om het evangelie te verkondigen, christelijke gemeenten te stichten en eerder ontstane steden te bezoeken. Paulus heeft veel apostolische brieven geschreven. In het N.T. van de Bijbel zijn dertien daarvan opgenomen, waarvan die aan de Romeinen als belangrijkste geldt. Van aandacht voor zichzelf wou hij niets weten: “We verkondigen niet onszelf, maar Jezus Christus als de Heere – en onszelf als uw dienaren voor Christus.” Keizer Nero was hier helemaal niet mee akkoord en zorgde voor de arrestatie van Paulus rond 54-68 en daar werd Paulus onthoofd. Hij wordt beschouwd als de eerste en belangrijkste christelijke theoloog en zendeling. . Begrippenlijst: Farizeeër: soort groep van priesters, ze geloofden dat een vroom leven en een strikte navolging van de Wet de mens dichter bij God zou brengen. Ananias: is de Griekse vorm van Hananiah (Hebreeuws voor "Jahweh is genadig") Damascus: hoofdstad van Syrië 1. De zendingsreizen van Paulus Paulus, was de eerste persoon om verre reizen te vertellen mensen over Jezus. Hij wordt beschouwd als de eerste missionaris - een woord voor iemand die is verzonden. 1.1 De 1ste zendingsreis van Paulus Het was ongeveer 46 n. Chr. dat Paulus begon aan zijn eerste zendingsreis. Voor hem betekende dit bijna twintig jaar onafgebroken reizen. In die jaren had hij het lichamelijk ongelofelijk zwaar, nog los van de emotionele en geestelijke belasting. Tijdens de eerste zendingsreis bezocht Paulus de volgende steden: Seleucië, Salamis en Pafos op Cyprus, Perge in Pamfylië, Antiochië in Pisidië, Ikonium, Lystra en Derbe. 1.1.1 Seleucië Van Antiochië begaven zij zich naar, een havenstad die ongeveer 25 kilometer ten westen van Antiochië lag, gelegen aan de monding van de Orentes. In Seleucië gingen zij aan boord van een schip dat naar het eiland Cyprus voer, het geboorteland van Barnabas, een zeereis van ongeveer 100 km. 1.1.2 Salamis Vanuit Seleucië kwamen zij aan in Salamis, de voornaamste haven aan de oostkust van Cyprus. Hier predikten zij het woord van God in de synagogen. Overal waar Paulus kwam, zocht hij eerst contact met de synagogen. Het was nodig dat eerst tot de Joden het woord van God werd gesproken. 1.1.3 Pafos Toen zij nu het hele eiland waren doorgegaan, kwamen zij aan in Pafos. Hier vond een ontmoeting plaats met een tovenaar, genaamd Barjezus. Hij was een Jood, een valse profeet die in het gezelschap verkeerde van de proconsul van het eiland. Toen de proconsul van Barnabas en Saulus hoorde, riep hij hen bij zich om het woord van God te horen. Op Cyprus waren er in de tijd van Paulus twee scholen, waar magie kon worden beoefend. Eén daarvan stond onder Joods toezicht. Cyprioten werden daar onderwezen in de kunst om met allerlei magische formules en bezweringen invloed uit te oefenen op de mensen. Waarschijnlijk nam Barjezus, gezien zijn titel Elymas, een vooraanstaande plaats in onder de magiërs. In het bijzijn van de proconsul vond de confrontatie plaats tussen het licht (Saulus) en de duisternis (Barjezus). “Saulus noemde hem ‘zoon van de duivel’, misschien in contrast tot Barjezus (zoon van Jezus). Vervuld met de Heilige Geest maakte Saulus een eind aan de magie, de occulte macht die de proconsul van het geloof afkerig probeerde te maken. Barjezus werd met blindheid geslagen, zodat hij voor een tijd de zon niet kon zien, dat wil zeggen dat hij tijdelijk geheel blind zou zijn (vs. 11). Hij die zich tegen het ware licht had verzet, werd van het natuurlijke licht beroofd. Barjezus werd blind, en de proconsul werd ‘ziende’: ‘Toen kwam de proconsul, daar hij zag wat er was gebeurd, tot geloof, versteld over de leer van de Heer’ (vs. 12). Het was niet zozeer het woord van God waardoor de proconsul getroffen werd, maar de wijze waarop het woord werd gepredikt. Paulus’ prediking was met ‘betoon van de Geest en van kracht’ (1 Kor. 2:4).Elymas is een beeld van het Joodse volk, dat vanwege zijn verzet tegen de Geest van God ‘voor een tijd’ blind werd (vs. 11), hetgeen echter tot nut voor de volken was (J. Koechlin). In dit hoofdstuk vindt de naamswisseling plaats van de Joodse naam Saulus naar de Romeinse naam Paulus (vs. 9). Meteen na die naamswisseling werd Elymas voor een tijd met blindheid geslagen. Vanaf dat moment wordt er niet meer gesproken over Saulus, maar over Paulus. Zolang het Joodse volk ‘verblind’ is en de zon (Christus) niet kan zien (vgl. Mal. 4:2), richt God Zich tot de volken. Hij doet dit niet door ‘Saulus’, maar door ‘Paulus. 1.1.4 Perge Vanaf Pafos ging de reis per schip verder naar Perge in Pamfylië, het huidige Turkije. Hier scheidde Johannes zich van hen af en keerde terug naar Jeruzalem. Er wordt niet verteld wat het motief was van Johannes Marcus om zijn reisgenoten in de steek te laten en naar Jeruzalem terug te keren. Hoe het ook zij, het was voor Paulus aanleiding om hem later niet mee te nemen. Het werk van een zendeling is geen vakantietrip. Er zijn al heel wat jonge mensen enthousiast aan zendingswerk begonnen, en al vrij snel hebben ze er de brui aan gegeven. Zendingswerk heeft trouwens weinig met ‘avontuur’ te maken, het is een roeping. Je slaat de hand aan de ploeg, dat wil zeggen dat het vaak keihard werken is onder primitieve omstandigheden. 1.1.5 Antiochië in Pisidië V a n V a n P e r g e gVan Perge ging de reis verder naar Antiochië in Pisidie (centraal Turkije). Paulus en die met hem waren gingen eerst weer naar de synagoge. Aanvankelijk was er niets aan de hand en werden zij hartelijk ontvangen. De oversten van de synagoge nodigden hen zelfs uit een woord van bemoediging voor het volk te spreken. Paulus greep deze kans onmiddellijk aan en stond op om hun de heilsboodschap te verkondigen. Op indrukwekkende wijze maakte hij vanuit het Oude Testament duidelijk dat de Heer Jezus de beloofde Messias was. De boodschap was goed gevallen, want toen zij naar buiten gingen, smeekten zij dat op de volgende sabbat deze woorden opnieuw tot hen zouden worden gesproken. Toen de synagoge was uitgegaan, ontstond er een ware toeloop van Joden en proselieten die hongerig waren naar Gods Woord en meer wilden weten. Paulus en Barnabas vermaanden hen bij de genade van God te blijven. De volgende sabbat ging het echter mis. Bijna de hele stad was samengekomen om het woord van de Heer te horen. Deze massale opkomst veroorzaakte jaloezie bij de Joden, en zij begonnen Paulus lasterend tegen te spreken. Toen Paulus zei dat zij zich tot de volken zouden wenden, die wel verblijd waren over het woord des Heren en het aanbod van het eeuwige leven, stookten de Joden de aanzienlijke godsdienstige vrouwen en de voornaamsten van de stad op, en verwekten een vervolging tegen hen. Noodgedwongen moesten Paulus en Barnabas vertrekken, maar eerst schudden zij het stof van hun voeten af tegen hen. Het stof van de voeten schudden was een typisch Joods gebruik, dat de Joden bij het verlaten van een heidense landstreek in acht namen. Hier werd het tegen de Joden zelf gebruikt, die het evangelie hadden afgewezen. Zij werden op die manier gelijkgesteld met de onreine heidenen. 1.1.6 Ikonium Verdreven uit Antiochië kwamen zij aan in Ikonium. Net als in Antiochië gingen zij eerst naar de synagoge om het woord van Gods genade te prediken. Een grote menigte, zowel van Joden als van Grieken, kwam tot geloof; en opnieuw wekte dit de jaloezie op van de Joden die hun geen gehoor gaven. Zij hitsten de heidenen op, zodat die bitter gestemd werden tegen de broeders. Met vrijmoedigheid gingen Paulus en Barnabas echter door met de verkondiging van het woord van Gods genade. De boodschap werd door de Heer bevestigd door tekenen en wonderen die door hun handen gebeurden. Maar er was verdeeldheid ontstaan in de stad; sommigen waren voor de Joden en anderen voor de apostelen. De heidenen en de Joden met hun oversten spanden samen, en waren van plan hen te mishandelen en te stenigen. Toen zij dat gewaar werden, vluchtten zij naar de steden van Lykaonië, Lystra en Derbe en omgeving, en verkondigden daar een tijd lang het evangelie. 1.1.7 Lystra In Lystra genas Paulus een man die vanaf zijn geboorte verlamd was geweest aan zijn voeten. Dit wonder bracht de hele stad in rep en roer, men dacht dat de goden tot hen waren neergedaald in mensengedaante. Barnabas zagen zij aan voor Zeus, en Paulus voor Hermes, omdat hij degene was die het woord voerde. Door de priester van Zeus werd ter ere van hen een offerceremonie op gang gebracht. Toen Paulus en Barnabas daarvan hoorden, scheurden zij hun mantels. Goden? Nee, net als zij waren zij gewone mensen van vlees en bloed. Ze moesten ophouden met dit gedoe en zich bekeren tot de levende God, de Schepper van de hemel en de aarde, de zee en al wat erin is. Toen kwamen er Joden van Antochië en Ikonium, die hun waren nagereisd. Zij praatten op de menigte in om hen te stenigen, en de stemming sloeg meteen om. Paulus werd beetgepakt en de stad uitgesleept, waar hij gestenigd werd. In de veronderstelling dat hij dood was, liet men hem liggen. Toen de discipelen hem omringd hadden, stond hij echter op en ging opnieuw de stad binnen. De volgende dag vertrok hij met Barnabas naar Derbe. 1.1.8 Derbe Derbe lag tussen Ikonium en Tarsis. Van het verblijf in Derbe wordt ons niet zoveel meegedeeld, behalve dat zij daar het evangelie verkondigden en veel discipelen maakten. Het lijkt erop dat zij in Derbe geen noemenswaardige tegenstand hebben ontmoet. 1.1.9 Terug naar Antiochië (Syrië) Na hun verblijf in Derbe keerden zij in omgekeerde richting terug naar Derbe, Ikonium en Antiochië in Pisidië om de discipelen te versterken en hen te vermanen in het geloof te blijven. Ook kozen zij in elke gemeente oudsten, die over de kudde moesten waken. Nadat zij hen onder bidden en vasten aan de Heer hadden opgedragen, reisden zij verder. En na Pisidië doorreisd te hebben, kwamen zij in Pamfylië. Nadat zij in Perge het woord hadden gesproken, trokken zij naar Attalia (het huidige Atalya) en per schip voeren zij af naar Antiochië, waar zij aan de genade van God waren opgedragen voor het werk dat zij hadden volbracht. Zo’n vijf jaar lang waren zij onderweg geweest, om met gevaar voor eigen leven het evangelie te verkondigen. Bij hun terugkomst in Antiochië werd de gemeente samengeroepen om alles te horen wat God met hen had gedaan, en dat Hij ook voor de volken een deur van geloof had geopend. En zij verbleven daar geruime tijd bij de discipelen. 1.2 De 2de zendingsreis van Paulus Op deze reis bezoekt hij ook Griekenland en de culturele centra Filippi, Tessalonica Athene en Korinte. 1.2.1 Reis Barnabas is dit keer niet Paulus’reisgenoot. Barnabas wil wel mee, maar Paulus wil absoluut diens neef Marcus (de latere schrijver van het evangelie) niet meenemen omdat hij hen tijdens de eerste reis halverwege heeft verlaten. Bij een bezoek van Petrus aan Antiochië eet hij met de heidenchristenen, behalve als er jodenchristenen uit Jeruzalem aankomen, dan eet hij opeens apart en Barnabas ook. Dit wordt hen door Paulus openlijk verweten; hij noemt het huichelarij. Na deze verwijdering reizen zij niet meer samen. Er vindt wel een verzoening plaats want Paulus spreekt later over hen met genegenheid en spreekt de hoop uit dat Markus zich weer bij hem zal voegen. Barnabas vertrekt met Marcus naar Cyprus, waar hun familie vandaan komt. Paulus maakt deze reis met Silas, Silas is een aramese vorm van ‘Saul’. In de brieven van Paulus en Petrus is zijn naam vergriekst tot Silvanus of Silanus. Hij was een van de profeten uit de gemeente in Jeruzalem en meegekomen naar Antiochië om de standpunten van het apostelconcilie mee te delen. Later vinden we Silas terug als de secretaris van Petrus in Rome. Hij zal dus een groot aandeel hebben gehad in de brief aan de Tessalonicenzen. 1.2.2 Timoteüs Vanuit Antiochië in Syrië voert Paulus de reis, te voet, door het huidige Turkije helemaal naar de westkust, naar Troas (Troje). Te Lystra in Cappadocië (waar hij tijdens de 1e reis gestenigd is) ontmoet hij Timoteüs, de zoon van een joodschristelijke moeder en een niet-joodse vader. Paulus vraagt hem mee in het reisgezelschap. Eerst laat hij hem toch besnijden ter wille van de joden. Aan de Dardanellen heeft Paulus het visioen van een man uit Macedonië die hem vraagt over te steken en hen te hulp te komen. Lucas, voegt zich in Troas toe bij het gezelschap dat nu bestaat uit Paulus, Silas, Timotheus en Lucas. 1.2.3 Neapolis Zij steken per schip over en bereiken het eiland Samotraki (Samos) van waar ze de volgende dag verder reizen en voor het eerst voet aan wal zetten in Europa in , het huidige. De stad is gebouwd op 2 heuvels, rondom de haven. De heuvels worden overspannen door een aquaduct. De moderne reiziger ziet er op de oostelijke heuvel een standbeeld van Mohammed Ali, een islamitisch heerser die in de 19e en 20e eeuw over Egypte heerste en uit Kevalla afkomstig was. Neapolis was aangelegd door de bewoners van het eiland Thasos. Voor hen was de overtocht naar het vaste land slechts kort en zij hadden een haven nodig om hun koopwaren te lossen. Het eiland exporteerde veel goud dat in zijn rijke goudmijnen gevonden werd. In de tijd van Paulus was Macedonië geen Griekenland. Het was bewoond door allerlei volksstammen, maar de kuststreken waren eeuwen lang Grieks van karakter. De blijkt ook uit de Griekse naam van de havenstad Neapolis. Dit woord betekent Nieuwstad. De naam van de huidige stad Napels in Italië komt ook van de Griekse naam Neapolis. Neapolis lag vroeger aan de beroemde Via Egnatia, die van Byzantium naar Dyrachium liep en aan de overzijde in Italië bij Brindisium weer aansloot op de Via Appia naar Rome. De Via Egnatia was in de tweede eeuw voor Christus door de Romeinen aangelegd. (Via Egnatia) De Via Egnatia werd door de eeuwen heen vele malen hersteld en uitgebreid. De weg bleef dan ook eeuwenlang een belangrijke handelsweg en was van groot strategisch belang. Bijna alle handel met West-Europa die over land werd bedreven, ging langs deze weg. Ten tijde van de kruistochten volgden vele legers deze weg naar Constantinopel, voordat ze Klein-Azië binnentrokken. Paulus bleef niet in Neapolis maar richtte zich op de vier grote cultuurcentra van Griekenland bereiken: Filippi, Tessalonika, Corinte en Athene. Filippi kennen we van de brief aan de Filippenzen die Paulus vanuit Efeze of Rome, in elk geval vanuit de gevangenis schreef. De gemeente van Filippi heeft Paulus altijd gesteund en ook financieel geholpen. De plaats was genoemd naar Filippus II van Macedonië, de vader van Alexander de Grote. De oorspronkelijke naam was Krenides, dat betekent bronnen’ en slaat op het goud dat door aangrenzende rivieren werd aangespoeld. De stad werd enigszins als Rome zelf, de inwoners kenden tal van privileges en hoefden bijvoorbeeld geen belasting af te dragen. Filippi is dus de wieg van het Romeinse Rijk in Europa. Het is ook de wieg is van het christendom in Europa. (De agora) 1.2.4 De opgravingen van het oude Filippi tonen naast een mooi theater en marktplein uit de Romeinse tijd, ook de fundamenten van 3 grote christelijke basilieken. En de rivier waar Paulus volgens zijn gewoonte allereerst de gebedsplaats van de joodse gemeenschap zocht. Er was dus kennelijk geen synagoge in Filippi. Op de agora, de markt, vinden we restanten van vermoedelijke plek van de gevangenis Lydia, de purperverkoopster Op de sabbat gingen Paulus en zijn medewerkers de stadspoort uit in de richting van de rivier, omdat zij vermoedden dat daar een gebedsplaats zou zijn. Zij troffen daar ook vrouwen uit de hogere kringen, waarschijnlijk officiersvrouwen die zoals vele niet-joden belangstelling hadden voor het jodendom vanwege het geloof in de ene God en de zuivere levenswijze. Daar ontmoetten ze ook genoemde Lydia, die ook een vereerster van God was. Zij was afkomstig uit Turkije (Thyatira) waar de purperzijde werd gemaakt die bij de Romeinse officieren verkocht werd voor de purperen mantels die zij droegen. Zij verleende het gezelschap gastvrijheid in haar huis. In Filippi woonde ook een meisje, een slavin, die volgens de eigenaars van dit meisje de toekomst kon voorspellen. Uiteraard tegen betaling. Het was een slavin, die - zo staat het er letterlijk – een Python-geest bezat. In de Apollotempel te Delfi zat een meisje – pythia geheten – op een driepoot boven een rotsspleet waaruit een zilveren schaal met water en kauwde laurierbladeren. Als ze in een soort trance raakte, stootte ze de wil van de voorspellende Apollo uit. Drie priesters noteerden wat zij zei. Deze waren zeer goed op de hoogte van alle politieke problemen. Ze hadden zo grote (Apollotempel) invloed in Griekenland. Zij beslisten over vragen van oorlog en vrede. Zij maakten uit of ergens een kolonie gesticht moest worden. Paulus en de anderen worden gevangen gezet na aanklachten van de eigenaars van het meisje, nadat Paulus haar van haar pythongeest bevrijd heeft. ‘s Nachts komt er een aardbeving waardoor de boeien losspringen. Als de bewaker ziet dat de gevangen niet weglopen, komt ook hij tot geloof. Paulus beroept zich weer op zijn Romeins burgerschap en eist excuses van de magistraat te Filippi. Toch wordt Paulus gedwongen de stad te verlaten. 1.2.5 Van Amfipolis door Apollonia naar Tessalonica Vanuit Filippi trekken ze naar Thessaloniki, mogelijk vanwege de aanwezigheid van een joodse synagoge. Paulus begon direct het evangelie te prediken aan zowel de Joden als niet-Joden. Tessalonica is nu nog een grote stad. Heel anders dan Filippi of Colosse die nu een ruïne zijn. Ze was in die tijd als economisch centrum veel belangrijker dan Athene, een bloeiende stad met een belangrijke zeehaven. Er woonden mensen van allerlei nationaliteiten en rassen. Aanhangers van allerlei godsdiensten hadden daar tempels en begraafplaatsen. De stad was in 315 v. Chr. gesticht door een generaal van Alexander de Grote. Er was in de tijd van Paulus nog een andere Romeinse provincie in Griekenland, Achaje geheten. Daarvan was de hoofdstad Korinte. Het antieke Tessalonica lag aan de Egeïsche Zee even ten zuiden van Filippi. Aan de Egnatische weg lag ook de synagoge waar Paulus en Silas het (Synagoge) evangelie verkondigd hebben. Veel Grieken die God vereerden sloten zich in Tessalonica bij Paulus en Silas aan. Er was ook een groot aantal vrouwen uit de hogere kringen die leerlingen van Jezus werden. Ook zij sloten zich bij Paulus aan. Het verzet van de synagoge tegen de christelijke kerk was groot. Zijn tegenstanders reisden Paulus ook nog na, zodat hij uit Berea ook moest vluchten. Paulus heeft in Tessalonica ook veel vrienden gemaakt. Als hij aan het eind van de 3e zendingsreis uit Korinte terugkeert naar Jeruzalem zijn daarbij ook twee medewerkers uit Tessalonica, Aristarchus en Secundus. Deze Aristarchus vormt samen met Lucas de begeleiding van Paulus als hij naar Rome wordt afgevoerd en 2 metgezellen mag meenemen. Ze vinden onderdak bij Jason. De grote weerstand bij de leiders van de synagoge leidt tot een volksoproer waarbij het huis van Jason wordt bestormd. Als ze Paulus daar niet aantreffen, slepen ze Jason en enkele anderen mee naar de stadsprefect. De beschuldiging tegen Paulus en de anderen is dat zij het volk opruiien. Later treffen we Jason aan als een van de mensen die bij Paulus zijn in zijn gevangenschap te Rome. 1.2.6 Berea Paulus vertrekt ’s nachts met Silas naar het ca. 80 km zuidwestelijk gelegen. Hier maakt Paulus vrienden; op zijn 3e reis vergezelt Pyrrhus uit Berea hem naar Filippi en Troas. Silas en Timoteus zijn veel langer in Berea gebleven dan Paulus want Joden uit Tessalonica kwamen in Berea de bewoners opruien. Daarom moest Paulus weer vluchten. Hij krijgt een escorte mee en vertrekt naar Athene. Paulus zal wel over land naar Athene gereisd hebben, want als hij per schip naar Athene was gereisd, had hij zo'n escorte niet nodig gehad. 1.2.7 Athene Handelingen 17 beschrijft dat Paulus alleen aankomt in Athene. Zijn begeleiders zijn teruggegaan naar Berea. Paulus verzoekt hen om Silas en Timoteüs te vragen zo spoedig mogelijk naar hem toe te komen. Slechts enkelen komen in Athene tot geloof. Als Paulus met het schip de havenstad van Athene nadert ziet hij in de verte al het grote koperen standbeeld van de godin Pallas Athene. Haar speer steekt boven alle tempels uit. Midden in de stad ligt de grote heuvel Acropolis die alleen van de westkant beklommen kan worden. Op welke plek hij ook komt in Athene, overal ziet hij godenbeelden. Hij is diep onder de indruk. Het waren met name de Epicureïsche en de Stoïcijnse wijsgeren met wie Paulus in gesprek kwam. (Godin Pallas) De Epicureïsche wijsgeren waren uit de school van Epicurus. Deze man leefde omstreeks 300 voor Christus' geboorte en wilde niets weten van een leven na de dood. Volgens hem is met de dood alles afgelopen. In de Stoa, de zuilengang ontmoet Paulus de Stoicijnse filosofen, zo genoemd omdat ze al wandelen, in de Stoa, bij elkaar kwamen om te discussiëren. 1.2.8 Korinthe Van Athene reist Paulus naar de havenstad Korinthe. Het was in Athene behoorlijk fout gegaan omdat Paulus trachtte de filosofische stijl van de Grieken na te bootsen. De grote stad Korinthe, hoofdstad van Achaje, werd in 146 v. Chr. geheel verwoest door de Romeinse inname onder generaal Mummius. De resten die we nu nog kunnen zien zijn die van de Romeinse stad, opgebouwd ten tijde van Julius Caesar. Het aardewerk uit Korinthe was beroemd, met versieringen die werden beïnvloed door handelscontacten uit het oosten. Ook het brons uit Korinthe was bekend. De architectuur spreekt van Korinthische zuilen. Deze bestaat uit versiering met acanthusbladeren. OudKorinte lag tussen twee havens in. Lechaion in het Westen en Kenchraeen in het Oosten. Tussen deze havens lag een sleepbaan waarover men met rolwerktuigen kleine schepen van de ene kust naar de andere trok. Dit deed men om de gevaren van het varen om de Peloponnesus te voorkomen. In Kortinthe leert Paulus Aquila en Priscilla kennen, ditz al tot een hechte vriendschap leiden. Zij hebben hetzelfde beroep als Paulus: leerbewerkers. Hij neemt zijn intrek bij hen en zij werken samen. Het huis van Aquila en Priscilla zal net als de synagoge wel in de Pottenbakkerswijk gelegen hebben. Als ook Silas en Timoteüs zijn aangekomen kan Paulus zich helemaal aan de verkondiging wijden. Een van de eersten in Achaje die tot geloof in Christus kwam was Stefanus. Met heel zijn personeel, alle slaven, had hij voor Jezus gekozen. Hij komt later bij Paulus in Efeze en hij is het die de brief van de apostel weer terugbrengt naar Korinte, samen Fortunatus en Achaikus. In Korinthe zoekt Paulus weer allereerst contact met de synagoge, maar als dat op een conflict uitloopt spreekt hij vanuit een huis naast de synagoge, het huis van Titius Justus. Toch komt ook de leider van de synagoge, Crispus, tot geloof. Paulus krijgt een bemoedigend visioen: “Blijf spreken en zwijg niet! Ik sta je bij.” Hij blijft er 1,5 jaar. In die tijd spannen de joden een rechtszaak tegen hem aan en dagen hem voor de consul Gallio, deze spreekt hem vrij en wil zich niet met de joodse religieuze zake bemoeien. Tijdens zijn 2e verblijf logeerde Paulus in het huis van Gajus, die hij ook heeft gedoopt. Vanuit deze woning schreef Paulus de brief aan de Romeinen. 1.2.9 Apollos Handelingen 18:24 vertelt dat deze jood uit Alexandrië te Efeze komt. Een ontwikkeld man, goed onderlegd in de Schriften. Hij heeft zich verdiept in de ‘weg van de Heer’ en verkondigt in Efeze geestdriftig de ‘leer over Jezus’, zijn naam is Apollos. Aquila en Priscilla die dan al naar Efeze zijn vertrokken en hem daar meemaken, vertellen hem nauwkeuriger wat ‘de Weg’ precies inhield. Apollos gaat van Efeze naar Achaje gaan, waarop zij hem een brief voor de gemeente in Korinte meegeven, met het verzoek hem gastvrij te ontvangen. Hij blijkt in Korinte een grote steun voor de gemeente te zijn, omdat hij als jood, de joodse gemeenschap te woord kan staan en ‘op grond van de Schriften aan kan tonen dat Jezus de messias is. 1.2.10 Terug naar Antiochië Na het eerste bezoek aan Korinthe, waar Paulus en de anderen dus 1,5 jaar hebben gewoond en gewerkt, vertrekt het gezelschap naar Syrië. In de havenstad Kenchreeën laat Paulus zijn hoofd kaal scheren ‘omdat hij aan een gelofte gebonden was’. We weten dat hij van plan was het wekenfeest (Pinksteren) in Jeruzalem door te brengen – wellicht wilde hij hierbij ook het offer brengen. De joodse vrienden Priscilla en Aquila gaan mee en blijven op de tussenstop in Efeze achter. Tijdens zijn 3e reis verblijft Paulus samen met hen 2,5 jaar te Efeze van waaruit hij een bezoek brengt aan Korinte en hen vanuit Efeze ook schrijft. Via Caesarea bereikt hij Jeruzalem waar hij een bezoek brengt aan de gemeente en tenslotte naar Antiochië terugkeert. In grote lijnen is dit de Griekse reis van Paulus: via Troas in Turkije oversteek naar Neapolis en Filippi. Verblijf in Tessalonici en Berea, Athene, Korinthe. Van Korinthe via Efeze terug naar Antiochië. 1.3 De 3de zendingsreis Paulus Op deze derde reis van de apostel heeft Efeze mijns inziens een zeer belangrijke plaats ingenomen. Veel leerlingen die door Paulus in het studiecentrum van Tyrannus zijn opgeleid hebben in de wijde omgeving van Efeze gemeenten gesticht. Een van hen was Epafras. 1.3.1 Antiochië We beginnen in Antiochië. Het wordt een bemoedigende reis voor de jonge gemeenten in Galatië en Frygië.Timoteüs en Titus zijn met Paulus meegereisd. Paulus richt zich dan niet meer tot de heidenen maar tot de gelovigen. 1.3.2 Efeze Na een vermoeiende reis komt hij in de wereldstad Efeze. Daar heeft hij heel wat beleefd. Efeze was de hoofdstad van Asia. De zeven kerken uit Openbaring van Johannes liggen als het ware als een krans om Efeze heen. Zij kunnen door Paulus en zijn medewerkers zijn gesticht. Epafras, een leerling van Paulus stichtte gemeenten in Kolosse, Laodicea en Hierapolis. Dit is dan de agora, de grote markt van het antieke Efeze, waar Paulus ook het evangelie heeft verkondigd en de zilversmeden ook hun winkels hadden. Allereerst komt Paulus in contact met een kleine groep discipelen. Ze hadden hun kennis over Jezus Christus net als Apollos (christen-filosoof uit Alexandrië) van een leerling van Johannes de Doper. Ze hadden nog niet gehoord van de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest in Jeruzalem. In Efeze gaat Paulus driemaanden in de synagoge, maar dat wordt hem al gauw onmogelijk gemaakt .Ze maken de verkondiging van Paulus over de ‘Weg’ (zoals het christelijk geloof werd genoemd) belachelijk. Paulus wijkt uit naar een schoollokaal van de filosoof Tyrannus en daar kan hij wel twee jaar lang ongehinderd de Christus verkondigen. Daar verricht de apostel ook tal van wonderen die als tekenen zijn verkondiging bevestigen. 1.3.3 Duiveluitbanners Na de eerste confrontatie met de spotdrijvende joden, wordt de apostel in Efeze geconfronteerd met duivelbanners of geestenbezweerders. Het waren magiërs die dachten met bezweringen demonische krachten te kunnen verdrijven. Tegenwoordig zeggen we: aanhangers van esoterische stromingen. Maar de heftigste confrontatie komt toch wel van de kant van de zilversmeden die zilveren Artemis tempeltjes verkochten. Ternauwernood ontsnapt Paulus in Efeze aan een lynchpartij in het theater. Er was namelijk een volksopstand tegen Paulus ontstaan. Dit is ook de aanleiding dat hij naar Macedonie vertrekt. Daarna reist hij door Griekenland en komt dan aan in Korinte. Paulus wil nu per schip via Syrië naar Jeruzalem reizen, maar omdat hij hoort dat de Joden een aanslag tegen hem plannen, besluit hij over land terug te gaan. Die landreis was natuurlijk veel moeilijker. Op de tweede zendingsreis is Paulus wel met het schip uit Korinte kunnen vertrekken. Toch vertrekt Paulus met een tamelijk groot gezelfschap. Het hele gezelschap reist nu naar Filippi. Het doel is nu Troas. Maar wat gebeurt er? In Filippi treffen ze tot hun grote verrassing Lucas aan. Paulus en luces hebben heel veel stof om over te praten. Dit was niet makkelijk in een groot gezelschap. Vermoedelijk hebben ze gelogeerd in de ruime woning van de gastvrije Lydia die uit Tyatira afkomstig was. Vijf dagen hebben Lucas en Paulus onbedreigd en onbezorgd met elkaar kunnen praten. Lucas en Timoteus waren indertijd in Filippi gebleven om de verkondiging voort te zetten en de gemeente pastoraal te verzorgen. Lucas is, voor zover we kunnen nagaan, in Filippi gebleven tot Paulus er, ongeveer zes jaar later terugkwam. In Troas is het gezelschap weer compleet, ook Lucas is er nu bij. 1.3.4 Troas Hier vond de gebeurtenis met Eutuches plaats. Opnieuw blijkt Paulus de aanwezigheid van zo’n grootgezelschap hinderlijk te vinden. Hij zegt tot zijn vrienden:”Varen jullie al vast naar Assus, maar ik zou graag in m’n eentje de tocht van Troas naar Assus te voet afleggen. Pik mij maar weer op bij het haventje, onder aan de voet van de tempel van Apollo”. 1.3.5 Assus Het schip met het grote gezelschap vaart vervolgens via Samos naar Milete. Daar hebben de afgevaardigden van de gemeente te Efeze op ontroerende wijze afscheid genomen van de apostel. Daarna zetten ze koers naar Kos en Rhodos en varen ze vervolgens naar Patara waar Sint Nicolaas nog als jongen heeft gespeeld. Op weg naar Caesarea doet het schip met Paulus en zijn vrienden nog Tyrus aan en Ptomelaïs. Langs de kustlijn reist het gezelschap vervolgens naar Caesarea. Na enige tijd terug naar huis, waar Paulus mensen aangemoedigd in Antiochië, ging hij eens te meer voor zijn laatste zendingsreis. Dit is waarschijnlijk begonnen in ongeveer het jaar AD 53. Nogmaals reisde hij over land via Turkije en op verschillende steden in Griekenland. Hij moedigde de gelovigen aan , leerde hen, en hielp om te sorteren op enkele van de moeilijkheden die zich voordeden. Sommige van de plaatselijke zilversmeden, die geld uit de verkoop beelden van de Griekse heidense goden, waren boos, en als mensen geloofden dat er slechts een God is, en dat hij niet wilde dat afgoden gemaakt, zouden ze geld verliezen. (Heidense God Ba’al) ( Paulus bleef zo lang als nodig was in elke stad, want hij was vrij zeker van dat hij niet meer terug zou komen. Hij wist dat hij moest gaan naar Jeruzalem, en was vrij zeker van dat hij zou daar sterven. Dus een deel van de reden voor deze reis was om afscheid te nemen. 1.4. De 4de zendingsreis van Paulus( naar Rome) 1.4.1 Het late voorjaar van 58 na Chr Paulus arriveert in Jeruzalem rond het late voorjaar van 58 na Christus. Aangekomen in Jeruzalem bezoekt Paulus James, kort daarna gaat hij naar de tempel met vier Joodse bekeerlingen. Romeinse troepen horen dit en gaan naar de tempel. Paulus 'verdedigt zichzelf de volgende dag voor het Sanhedrin maar het volbrengt weinig. Hij wordt al snel begeleid uit de stad door de Romeinse soldaten, dit gebeurt ‘s nachts zodat Paulus niet kan worden gedood. De soldaten nemen Paulus mee naar Felix in Caesarea , hij is de Romeinse gouverneur van Judea, hij beslist over het lot van Paulus. Toen Paulus arriveert in Caesarea, besluit Felix om hem te houden in het pretorium van Herodes. 1.4.2 Begin van de zomer 58 na Christus tot 60 na Christus begin van het najaar Paul is een Romeins gevangene in Caesarea van de vroege zomer 58 na Christus tot 60 na Christus begin van het najaar. In Caesarea verdedigt Paulus zich drie keer, terwijl hij een gevangene is. Hij is gevonden te hebben niets gedaan waardig obligaties of de dood. Festus vervangt Felix als Romeinse gouverneur van Judea en hoort van het geval van Paulus. Paulus, als een Romeins burger verzoekt aan Fetus dat zijn zaak wordt gehoord door Caesar. Festus stemt ermee in om Paulus naar Rome te sturen. Koning Agrippa (de zoon van koning Herodes Agrippa, die in het leven is gekomen door de engel van de Heer) en zijn vrouw arriveren in Caesarea en laten Paulus zich verdedigen tegen de beschuldigigen. Net als Festus stelt Agrippa ook vast dat Paulus geen waardige gevangenisstraf heeft gekregen of heeft niemand gedood. Hierdoor stemt Agrippa ermee in om Paulus naar 1.4.3 Het najaar van 60 na Christus tot de late winter 61 na Chr In de herfst van 60 na Christus gaat Paulus samen met andere gevangenen op een boot naar Rome. Paulus reis naar Rome is door velen beschouwd als zijn laatste of de laatste zendingsreis te worden. De gevangenen worden begeleid op hun reis naar Rome door een Romeinse centurion Julius. Na het stoppen in diverse steden langs de weg, gaan ze verder naar Kreta. Hoewel Paulus waarschuwt Julius niet aan de Middellandse Zee varen tijdens een gevaarlijke tijd van het jaar (september-oktober), de centurio negeert zijn advies en zet koers naar Kreta. Het schip wordt geconfronteerd met een zware storm langs de weg en lijdt schipbreuk in de buurt van het eiland Malta. Al die op het schip zaten moisten ofwel zwemmen of planken van het wrak halen en varen,. Ze haalde met success het eiland. Na een verblijf van drie maanden varen Paulus en de rest terug naar Rome. Hij komt uiteindelijk in de Italiaanse havenstad Puteoli, waar hij voor een week verblijf met de christenen. Paulus wordt gebracht naar Rome via de bekende Via Appia weg. 1.4.4 Einde van de winter 61 na Chr tot het vroege voorjaar 63 na Chr In Rome leveren ze Paulus aan de kapitein van de wacht. Paulus is toegestaan om te leven door een bewaakte soldaat. Terwijl Paulus in Rome is, is hij in staat om bezoekers te ontvangen en zijn prediking van het evangelie voort te zetten. 1.4.5 63 AD In het voorjaar van 63 na Chr is Paulus vrijgesproken van de aanklacht tegen hem. Hij reist van Rome naar het eiland Kreta. Paulus laat Titus op Kreta en gaat naar Nicopolis in Macedonië. In Nicopolis Paulus schrijft het boek 1 Timoteüs en Titus. 1.4.6 64 na Christus tot en met 67 AD Paulus reist eventueel naar Spanje en Groot-Brittannië. Paulus is terug in de Romeinse gevangenis in 67 AD en schrijft 2de Timothy. Deze brief is voor zijn goede vriend, reisgenoot en collega-arbeider in het verspreiden van het evangelie zou zijn laatste brief. 1.4.7 68 na Christus Paulus dood en martelaarschap komt waarschijnlijk in mei of juni van 68 na Christus door de Romeinse keizer Nero. Hij sterft op 9 juni, 68 AD in Griekenland. Kaart 2de zendingsreis 2. 10 brieven van Paulus Na het evangelie en de handelingen, komt er een verzameling brieven. De eerste reeks van brieven is van de apostel Paulus. De volgorde van deze brieven staat los van hun chronologie. De brieven zijn geordend van lang naar kort. Ook over het auteurschap van de brieven bestaat er geen zekerheid. Wel staat vast dat Paulus 3 zendingsbrieven heeft geschreven die van groot belang waren voor het ontstaan van de Christelijke kerk. 1. De brief van Paulus aan de Romeinen geschreven in Korinte. Inhoud: de rechtvaardiging door geloof, de verhouding tot de wet, de betekenis van de opstanding, het leven uit het geloof en de toekomst van Israël. 2. De 1ste brief van Paulus aan de Korintiërs geschreven in Efeze Inhoud: Spanningen binnen de Christenengemeente die tot verdeeldheid leidde. Hij wijst ook op Jezus als het fundament van het geloof en als richtsnoer voor het geloofsleven. 3. De 2e brief van Paulus aan de Korintiërs een jaar na de 1ste brief geschreven. Inhoud: Paulus’ relatie met de Christenen in Korinte, de rechten en de plichten van het apostelambt en de noodzaak van financiële steun aan de kerk in Jeruzalem. 4. De brief van Paulus aan de Galaten geschreven aan Christenengemeenten in het midden van het huidige Turkije. Inhoud: Het gezag van Paulus als apostel en zijn recht om het evangelie te prediken onder de heidenen, de vrijheid waarmee Christus ons heeft gemaakt en de Joodse wet. 5. De brief van Paulus aan de Efeziërs 1 van de gevangenschapsbrieven, niet duidelijk uit welke gevangenis hij geschreven is. Inhoud: Gods heilplan voor de wereld en de eenheid van Joden en niet-Joden onder Christus als hoofd van zijn gemeente. lijkt op een rondzendbrief die voor meerdere gemeentes bestemd was. 6. De brief van Paulus aan de Filippenzen Ook deze brief werd in gevangenschap geschreven. Inhoud: Bedanking van Paulus aan een afgevaardigde uit Filippi voor een geschenk dat hem gebracht was, enkele vermaningen van Paulus en uiting van zijn zorgelijke toestand in de gevangenis. 7. De brief van Paulus aan de Kolossenzen Wellicht in Efeze geschreven in gevangenschap Inhoud: Kritiek van Paulus op de dwalingen die in de gemeente geleerd worden. (de leer dat de grote afstand tussen de onzichtbare God en de stoffelijke mens overbrugd moet worden door allerlei tussenwezens.) Hij maant hen aan om zich te houden aan de aloude leer van het evangelie. (alleen Christus is de ware bemiddelaar tussen God en de mensen.) 8. De 1ste brief van Paulus aan de Tessalonicenzen geschreven in Korinte en waarschijnlijk de oudste brief. Inhoud: Dankwoord van Paulus aan Timoteüs, vermaningen met betrekking op de verwachting van de wederkomst van de Heer en op het lot van de gestorven Christenen. 9. De 2e brief van Paulus aan de Tessalonicenzen vervolg op de 1ste brief. Inhoud: De wederkomst van de Heer, Paulus wijst op alle gebeurtenissen en tekenen die aan de terugskomst van de Heer vooraf moeten gaan. 10. De 1ste brief van Paulus aan Timoteüs 1 van de pastorale brieven Paulus geeft Timoteüs en Titus raad, bemoediging en vermaning over hun pastoraal werk. Inhoud: Paulus draagt Timoteüs op te strijden met geloof en een goed geweten tegen de dwaalleraars die aan het werk zijn in Efeze. Daarnaast geeft Paulus nog enkele aanwijzingen over zielzorg, de eredienst en bepaalde eisen waaraan ambtsdragers moeten voldoen. 11. De 2e brief van Paulus aan Timoteüs 2e pastorale brief. Inhoud: Paulus waarschuwt Timoteüs voor de dwaalleren die de gemeente bedreigen, hij geeft hem richtlijnen over de organisatie die ontbreekt in de gemeente en hij richt zich heel persoonlijk tot Timoteüs met zijn eigen moeilijke omstandigheden. 12. De brief van Paulus aan Titus 3e pastorale brief. Inhoud: Paulus legt aan Titus uit aan welke eisen een kerkelijke bestuurder moet voldoen en hoe hij zich moet gedragen tegenover verschillende personen en groepen in de gemeente. Daarnaast benadrukt hij ook nog eens de kern van de Christelijke leer. 13. De brief van Paulus aan Filemon geschreven tijdens zijn gevangenschap in Efeze. Inhoud: Paulus heeft de slaaf Onesimus bekeerd tot het geloof in Jezus en hij vraagt nu aan Filemon om Onesimus te ontvangen en niet langer te bahandelen als slaaf maar als een geliefde broeder. 3. De handelingen van Paulus Handeling 9 Toen Paulus onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. Hij viel op de grond en hoorde een stem die tegen hem zei: “Saul, Saul, waarom vervolg jij mij?” Paulus vroeg: “Wie bent u, Heer?” De stem antwoordde: “Ik ben Jezus die jij vervolgt. Maar sta nu op en ga de stad in, daar zal je gezegd worden wat je moet doen.” Ananias vertrok en ging naar het huis, waar hij Paulus de handen oplegde, terwijl hij zei: “Saul, broeder, ik ben gezonden door de Heer, door Jezus, die aan u verschenen is op de weg hierheen, om ervoor te zorgen dat u weer kunt zien en vervuld wordt van de Heilige Geest.” ’ Meteen was het alsof er schellen van Saulus’ ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen, en nadat hij gegeten had, kwam hij weer op krachten. Hij bleef enkele dagen bij de leerlingen in Damascus en ging onmiddellijk in de synagogen verkondigen dat Jezus de Zoon van God is. Allen die hem hoorden waren stomverbaasd en vroegen: ‘Dat is toch de man die in Jeruzalem de volgelingen van die Jezus naar het leven stond, en hij is toch hierheen gekomen om hen gevangen te nemen en uit te leveren aan de hogepriesters?’ Saulus’ optreden werd echter steeds krachtiger, en hij bracht de in Damascus wonende Joden in verwarring door aan te tonen dat Jezus de messias is. Al spoedig beraamden de Joden een plan om hem te vermoorden. Saulus raakte echter van hun voornemen op de hoogte. Ze bewaakten zelfs dag en nacht de stadspoorten om hem te kunnen doden. Maar Saulus’ leerlingen brachten hem ’s nachts naar de stadsmuur en lieten hem daar in een mand naar beneden zakken. Handeling 22: De verdedigingsrede van Paulus Paulus spreekt het volk in het Hebreeuws toe nadat hij hiervoor toelating heeft gekregen van de tribuun. “‘Broeders, zusters, en u, leden van het Sanhedrin, luister naar wat ik tot mijn verdediging heb aan te voeren.’ Toen de menigte hoorde dat hij hen in het Hebreeuws toesprak, werd het nog stiller. Paulus vervolgde: ‘Ik ben een Jood, geboren in Tarsus in Cilicië, maar opgegroeid in deze stad. Ik heb als leerling aan de voeten van Gamaliël gezeten en ben strikt volgens de voorschriften van de wet van onze voorouders opgevoed. Ik ben een vurig dienaar van God, en u allen geeft vandaag blijk van hetzelfde. Ik heb de aanhangers van de Weg tot de dood toe vervolgd. Mannen en vrouwen heb ik gevangengenomen en laten opsluiten, iets dat de hogepriester en de hele raad van oudsten kunnen bevestigen. Mannen en vrouwen heb ik gevangengenomen en laten opsluiten, iets dat de hogepriester en de hele raad van oudsten kunnen bevestigen. Ik heb van hen zelfs aanbevelingsbrieven gekregen voor onze broeders in Damascus, toen ik daarheen ging om de volgelingen van Jezus in die stad gevangen te nemen en hen naar Jeruzalem te brengen, waar ze hun straf moesten ondergaan. Maar onderweg, niet ver van Damascus, gebeurde er tegen het middaguur iets onverwachts: opeens werd ik omstraald door een fel licht uit de hemel. Ik viel op de grond en hoorde een stem tegen me zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je mij?” Ik vroeg: “Wie bent u, Heer?” En de Heer antwoordde: “Ik ben Jezus van Nazaret, die jij vervolgt.” De mensen die bij me waren, zagen wel het licht, maar hoorden niet de stem van hem die tegen me sprak. Ik vroeg: “Wat moet ik doen, Heer?” De Heer zei tegen mij: “Sta op en ga naar Damascus, daar krijg je precies te horen wat je opdracht is.” Ananias was terug bij Saul gekomen en zei: “De God van onze voorouders heeft jou uitgekozen om je zijn wil bekend te maken, om de rechtvaardige te zien en hem te horen spreken, want je zult zijn getuige zijn en aan alle mensen verkondigen wat je gezien en gehoord hebt. Wat aarzel je dan nog? Sta op, laat je dopen en je zonden wegwassen, terwijl je zijn naam aanroept.” Later, toen ik terug was in Jeruzalem en in de tempel aan het bidden was, werd ik opeens gegrepen door een visioen. Ik zag de Heer, die tegen me zei: “Haast je en vertrek meteen uit Jeruzalem, want ze zullen van jou geen getuigenis over mij aanvaarden.” Ik zei: “Heer, ze weten toch dat ik vroeger de mensen die in u geloven heb laten opsluiten in de gevangenis en dat ik hen in de synagogen heb laten geselen? Ook toen Stefanus zijn getuigenis over u met de dood moest bekopen, was ik erbij. Ik hield de mantels van degenen die hem doodden in bewaring en keurde de moord op hem goed.” Maar hij zei tegen mij: “Ga, want ik wil je naar de heidenen sturen, ver van hier.’ Tot zover had de menigte naar Paulus geluisterd, maar nu begon iedereen luidkeels te roepen: ‘Weg met die man! Zo iemand heeft niet het recht om te leven!’ Ze schreeuwden, gooiden met hun mantels en wierpen stof in de lucht. Daarop beval de tribuun Paulus de kazerne binnen te brengen. Hij gaf opdracht hem onder het toedienen van zweepslagen te verhoren, om te achterhalen waarom het volk zo tegen hem tekeerging. Maar toen ze hem al vastgebonden hadden voor de zweepslagen, zei Paulus tegen de centurio die erbij was: ‘Mogen jullie een Romeins burger geselen, en dan nog wel zonder vorm van proces?’ Toen de centurio dit hoorde, ging hij naar de tribuun om hem op de hoogte te stellen. Hij zei: ‘Wat bent u aan het doen? Die man is een Romein!’ Meteen lieten de soldaten, die op het punt stonden hem te verhoren, hem met rust, en ook de tribuun sloeg de schrik om het hart nu hij besefte dat hij een Romeins burger had laten vastbinden.” Handeling 26: Verdedigingsrede van Paulus voor Agrippa “Agrippa zei tegen Paulus: ‘U mag uw zaak bepleiten.’ Paulus hief zijn hand op en verdedigde zich als volgt: ‘Ik prijs me gelukkig, koning Agrippa, dat ik me vandaag juist in uw bijzijn mag verdedigen tegen alle aanklachten die door de Joden tegen me zijn ingediend. Het is alle Joden bekend welk leven ik sinds mijn vroegste jeugd te midden van mijn volk en in Jeruzalem heb geleid; ze kennen me lang genoeg om te kunnen bevestigen dat ik als farizeeër volgens de strengste richting van onze godsdienst heb geleefd. Nu sta ik terecht omdat ik hoop op de vervulling van de belofte die God aan onze voorouders heeft gedaan. Omwille van deze hoop word ik door de Joden aangeklaagd, majesteit! Waarom is het toch zo moeilijk te geloven dat God mensen uit de dood opwekt?” de Heer zei: “Kom nu overeind, sta op, want ik ben aan je verschenen om je aan te stellen als mijn dienaar, opdat je bekend zult maken dat je mij hebt gezien en zult getuigen van alles wat ik je nog zal laten zien. Ik zal je daarbij beschermen tegen je eigen volk en tegen de heidenen, naar wie ik je uitzend om hun de ogen te openen, zodat ze zich van de duisternis naar het licht keren, en van de macht van Satan naar God. Door het geloof in mij zullen ze vergeving krijgen voor hun zonden, en samen met allen die mij toebehoren zullen ze deel krijgen aan mijn koninkrijk.” Ik heb dat gedaan en heb het volk verteld dat ze tot inkeer moesten komen en God eren. Dat is de reden waarom de Joden me gegrepen hebben toen ik me in de tempel bevond en geprobeerd hebben me te vermoorden. Omdat God mij echter tot op de dag van vandaag bijstaat, blijf ik mijn getuigenis zonder onderscheid aan iedereen bekendmaken, en daarbij zeg ik niets anders dan wat volgens de profeten en Mozes moest gebeuren, namelijk dat de messias zou lijden en sterven en dat hij als eerste van de doden zou opstaan om aan zijn eigen volk en aan de heidenen het licht te verkondigen.’ Bronnenlijst 1. Apostel Paulus Google. Apostel Paulus afbeeldingen. [24.05.2011, http://www.google.be Vrije Encyclopedie van het Conflict Israël. Paulus. [24.05.2011, http://www.vecip.com/default.asp?onderwerp=176 Werkstuk Levensbeschouwing. Apostel Paulus. [24.05.2011, http://www.scholieren.com/werkstukken/27630 2. Zendingsreizen van Paulus Uitleg 1ste zendingsreis http://www.oudesporen.nl/Download/OS1712.pdf Uitleg 2de zendingsreis http://www.ichthusemmermeer.nl/biografie_Paulus/tweede_reis/de_tweede_reis_van_paulus.htm Uitleg 3de zendingsreis http://www.bijbelseplaatsen.nl/plaatsen/P/Paulus%203e%20zendingsreis/337/ Uitleg 4de zendingsreis http://translate.google.be/translate?hl=nl&langpair=en%7Cnl&u=http://www.biblestu dy.org/maps/paul-to-rome-map.html Kaarten zendingsreizen http://www.kerkzoeker.nl/brievenvanpaulus.html 3. 10 brieven van Paulus http://www.kerkzoeker.nl/brievenvanpaulus.html 4. Handelingen van Paulus http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Handelingen+9%2C131&id18=1&l=nl&set=10&pos=0 http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Handelingen+21%2C3722%2C29&id18=1&l=nl&set=10&pos=0 http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Handelingen+25%2C2326%2C32&id18=1&l=nl&set=10&pos=0