haam Werkblad lic -HOLFKDDP GROEP 5-6 Je LES 4: Gehoor(bescherming) Opdracht 1: Doe je ogen eens een halve minuut lang dicht en luister goed naar de geluiden die je binnen of buiten de klas hoort. Maak zelf zo min mogelijk geluid! Probeer alle geluiden die je hebt gehoord te onthouden en schrijf ze op dit werkblad. Wat heb je gehoord? ……………………………………………………………………………………………………………………..................… ……………………………………………………………………………………………………………………..................… ……………………………………………………………………………………………………………………..................… Opdracht 2: DE RIJSTPROEF Benodigdheden: • stuk plastic folie • schaar • verschillende soorten muziek • een stereotoren met boxen • ongekookte rijst of couscous • schaal Stappen: 1. Doe het plastic folie over de schaal. 2. Span het folie goed strak over de schaal door het aan alle kanten een beetje aan te trekken. 3. Zet de schaal voor de geluidsbox. 4. Leg de ongekookte rijst of couscous op het gespannen folie. 5. Zet de radio aan en doe hem steeds harder (denk wel aan je buren en natuurlijk je eigen oren). 6. Probeer ook eens een andere soort muziek. Vraag 1: Wat gebeurt er met de rijst als je de muziek steeds harder zet? …………………………………………………………………………………………………………...................……………. …………………………………………………………………………………………………………...................……………. Vraag 2: Hoe denk je dat dit komt? …………………………………………………………………………………………………………...................……………. …………………………………………………………………………………………………………...................……………. Vraag 3: Welke muzieksoorten doen het heel goed? En welke minder? …………………………………………………………………………………………………………...................……………. …………………………………………………………………………………………………………...................……………. Vraag 4: Lukt het je ook door naast de schaal te zingen? …………………………………………………………………………………………………………...................……………. …………………………………………………………………………………………………………...................……………. www.gavoorgezond.nl haam lic Instructieblad -HOLFKDDP GROEP 5-6 Je LES 4: Gehoor(bescherming) Benodigdheden stuk plastic folie, schaar, verschillende soorten muziek, een stereotoren met boxen, ongekookte rijst, schaal. Benodigdheden per kind werkblad, pen. Inleiding (5 min) U wijst een aantal leerlingen aan die de gehoortest mogen gaan doen op internet. Als er genoeg computers beschikbaar zijn, dan kunnen alle kinderen de test doen. De test is te vinden op: www.kinderhoortest.nl. De uitslagen worden besproken. Tweede gedeelte van de inleiding (5 min) Als je niets aan je oren mankeert kun je heel goed horen. Dat is erg fijn. In veel situaties is het moeilijk als je niet of nauwelijks kan horen. Bijvoorbeeld in het verkeer, in de bioscoop of gewoon in de klas. Alle leerlingen moeten hun oren dichtstoppen (vingers in de oren of watjes). Lees een verhaal voor en varieer hierin van hard naar zacht. Als het verhaal af is vraag dan aan de leerlingen welke onderdelen zij hebben kunnen horen. Lees daarna het verhaal opnieuw voor en bespreek na wat wel en niet klopte van wat de kinderen dachten te horen. Kern (45 min) De kinderen maken het werkblad. Hieronder staan de antwoorden. Uitleg van het werkblad: Bij vraag 1: De rijst springt op. Bij vraag 2: Geluiden zijn trillingen van de lucht. Dingen die geluid maken, zoals onze stembanden of de radiobox trillen waardoor de lucht eromheen mee trilt. De trillende lucht kan er dan weer voor zorgen dat andere dingen mee gaan trillen, zoals het plastic folie. Het gespannen folie duwt de rijstkorreltjes de lucht in, dus deze springen mee op de maat. Zachte muziek geeft zachte duwtjes, terwijl harde muziek harde duwen geeft. Daarom gaan de rijstkorrels steeds harder trillen als je de muziek harder zet. Bij vraag 3: Er bestaan heel veel verschillende tonen die de lucht allemaal op een andere snelheid laten trillen. Hoge tonen laten de lucht heel snel trillen, terwijl lage tonen de lucht heel langzaam laten trillen. Elke schaal heeft een eigen toonhoogte waarmee de rijst het meeste trilt. Meestal zijn dat lage tonen. Muzieksoorten met veel lage tonen (zoals house muziek) brengen de rijst of couscous daarom beter aan het springen dan muzieksoorten zonder veel lage tonen (zoals liefdesliedjes). De hoge tonen trillen heel snel per seconde, maar ze duwen niet zo hard tegen het vel. De lage tonen trillen heel langzaam en geven het gespannen vel in plaats van een heel snelle niet zo harde duw, een heel langzame harde duw. Die duw is genoeg om de rijst de lucht in te gooien. Bij vraag 4: Je kunt door verschillende tonen te zingen uitproberen bij welke tonen de rijst het beste trilt. De trillende lucht wordt ook opgevangen in onze oren, waar een heel dun vlies (het trommelvlies) met de lucht meetrilt en ervoor zorgt dat wij kunnen horen. Het trommelvlies van onze oren is veel dunner en gevoeliger dan het plastic folie, daarom trilt ons trommelvlies wel bij hoge tonen en kunnen wij liefdesliedjes wel goed horen. Extra uitleg: Geluidstrillingen planten zich door allerlei dingen voort. Doordat de trillingen zich door het vel van plastic folie voortplanten, gaat het vel trillen en springt de rijst op. Lage tonen hebben een lagere frequentie dan hoge tonen. Materialen die het geluid onderweg tegenkomt zijn eerder geneigd mee te trillen met lage tonen, denk maar aan de geluidsoverlast die je hebt van de buren. Het is het 'gedreun' van lage tonen die via de muren of de vloer jouw woonkamer in trillen en jouw oren bereiken. Slot (15 min) Nabespreking. Wat vond je van het idee dat je niet goed kon horen? Wat zou je er tegen kunnen doen? Hoe kun je jouw oren goed “verzorgen”? Leuk extraatje om te doen. De kinderen laten kijken naar een aflevering van het jeugdjournaal met een doventolk. Het geluid staat echter uit. De leerkracht vraagt of de kinderen kunnen achterhalen waar de verschillende items over gingen. Om te controleren of de kinderen gelijk hadden kijken zij nogmaals naar de aflevering, dit keer uiteraard mét geluid. www.gavoorgezond.nl