Particle Physics I I. II. III. IV. • • • • • • • • • • • Introduction, history & overview (2) Concepts (3): Units (h=c=1) Relativistic kinematics Cross section, lifetime, decay width, … Symmetries (quark model, …) Quantum Electro Dynamics: QED (6-7) Spin 0 electrodynamics (Klein-Gordon) Spin ½ electrodynamics (Dirac) Experimental highlights: “g-2”, ee, … Quantum Chromo Dynamics: QCD (3-4) Colour concept and partons High q2 strong interaction SB Structure functions Experimental highlights: s, ep, … Particle Physics II V. VI. VII. VIII. • • • • • • • • • Quantum Flavour Dynamics: QFD (5) Low q2 weak interaction High q2 weak interaction Electro-weak interaction Experimental highlights: LEP Origin of mass? (2) Symmetry breaking Higgs particle: in ee and in pp Origin of matter? (5) K0-K0, oscillations B0-B0 oscillations JvdB Neutrino oscillations Fantasy land (2) File on “paling”: z66/PowerPoint/ED_Master/QED.ppt III. Quantum Electro Dynamics: QED Particle Physics 2003/2004 Part of the “Particle and Astroparticle Physics” Master’s Curriculum 1 2 Spin-0 Elektrodynamika Electromagnetische wisselwerking voor deeltjes die aan de Klein-Gordon vergelijking voldoen “spinloze” electronen of “spinloze” muonen geladen & K (zonder sterke wisselwerking) 3 j vind je zo : Klein-Gordon vergelijking KG: * KG : 0 m 0 m 2 2 * 0 * m 2 0 m 2 * 0 * * * * j “Vertaling” van p2=m2 naar Q.M. (p i(it,i) dan E=p2/2m Schrödinger vgl.): Problemen: E 2 p 2 m2 E p 2 m2 2 0 E 0 2 N E 0 E 0 Beter: her-interpretatie van j: D.w.z.: Dit is de interpretatie van: Pauli & Weisskopf Stückelberg & Feynman Historisch: drop Klein-Gordon t.g.v. Dirac vgl. 4 Deeltje anti-deeltje tijd absorptie +e (+E,+p) e p (systeem) E e emissie (E,p) Dus voor een systeem geen verschil tussen: Emissie: Absorptie: e met p =(+E,+p) e+ met p =(E, p) In termen van de ladingsstroom(dichtheid): Oftewel: volgende scenario's identiek! (factor 2) e+ e 5 Storingsrekening e tijd 1e orde: Pair annihilation e e Pair creation 2e orde: Intermediair: e e e Intermediair: ee+e D.m.v. anti-deeltjes wordt het vacuüm een complexe omgeving: e+e paren kunnen uit het vacuüm komen of erin opgaan Maxwell vgl. en Lorentz invariantie Maxwell: Stel h/2=c=1 en introduceer potentiaal A=(V,A) en de stroom j=(,j): Dus: Nog kompakter met FAA: 6 7 IJk invariantie Vrijheid keuze A Want: Gebruik deze vrijheid om vgl. A te vereenvoudigen (covariant): Lorentz konditie: A nog steeds niet uniek; want: En dus b.v. mogelijk om te voldoen aan (niet covariant): Coulomb konditie 8 Foton golffunktie In vacuüm geldt j=0 en dus: Met als oplossingen (vlakke golven): IJk keuze: Lorentz konditie: Coulomb konditie: I.p.v. 4 vrijheidsgraden () dus nog maar 2: transversaal circulair cos sin 0 sin cos 0 0 1 / 2 0 i / 2 1 0 cos i sin / 2 ei 1 / 2 i sin i cos / 2 e i / 2 0 0 Onder rotatie over rond z-as: e e+ Impuls en energie behoud tijd pi M e i p f k x M e e i p f x dx 2 E i E f pi k p f 4 p+ k x pf 2 E E p p k 4 p ei p xdx 2 E E k p p 4 pf k p pi pi M ei p x eik p x dx p+ M e i k p i 4 k i pi k x ei p xdx 2 E i E f pi k p f pf 9 p+ p+ k 10 Interakties: Klein-Gordon veld en A “minimale substitutie” (of via lokale ijkinvariantie) Dus: Tfi: Hogere orde (wel essentieel voor ijk-invariantie!) partieel integreren gebruikt: =Neipx 11 Interactie van geladen deeltje met statisch elektrisch veld: pf A (V , A) (V ,0) Ze V (x) x V(x) j fi pi Coulomb-verstrooiing 12 pf V(x) pi (B) K K verstrooiing (A) K (D) 13 K (C) Veronderstel: verstrooit aan A t.g.v. de K. Hoe vind je A? Ansatz: Vindt een oplossing van de Maxwell vgl. Met als stroom term de “overgangsstroom” die hoort bij K! •iqx=q2eiqx e De overgansamplitude Tfi wordt dus: vgl. college “concepts” Overgangswaarschijnlijkheid per tijds- en volume eenheid: (B) K K verstrooiing i g De amplitude M wordt (qpD-pB=pA-pC): q (D) K 2 (A) 14 K i 4 e p p (C) Plug in standaard uitdrukking voor dA+BC+D/d: A B A B p A p B p i en p C p D p f Notatie: s p A p B 2 p C p D 2 E A E B 2 E C E D 2 verwaarloos massa’s ‘Feynman regels’ 15 Vertexfactor: voor elke vertex introduceer een factor -ie(4)p . e : koppeling van deeltje aan het e.m. veld, p: som van 4-impulsen voor en na de vertex Propagator: voor elke interne lijn introduceer een factor –ig/q2 q: de 4-impuls van het uitgewisselde quantum B ie 4 ( pB pD ) D Houdt rekening met impulsbehoud in elke vertex (uitdrukking voor q in termen van pA, pB, pC, pD) ig q2 A ie 4 ( p p ) A C Berekening differentiële werkzame doorsnede identiek aan die voor “ABC” model C 16 Elektrodynamika (S=0): Feynman regels p 1 Externe lijnen in: k p Vertices: k Propagatoren: out: p p’ i 4 e p p q i 2 q m2 k p’ 2i 4 e2 g k’ q i g q 2 17 verstrooiing pB pA (a) pD pB q=pA-pC =pD-pB q=pA-pD =pC-pB pC Gewoon regels volgen geeft: En daarmee de werkzame doorsnede: Let op: faktor ½ identieke deeltjes! pA (b) pD pC 18 + + verstrooiing pB pB + pD pD pB pB (a) q=pA-pC =pD-pB pA Gewoon regels volgen geeft: Etcetera! pC pD + + pD (b) pA q=pA+pB =pC+pD pC 19 + K+K verstrooiing pD pB Follow the rules: + pB K+ pD 1. Feynman diagram(s): pA pC q=pA+pB =pC+pD K 2. anti-particles time reversed particles 3. amplitude: ( E C , p) p p p p C D A B iM i 4 e 2 p A p B 2 4. standard d/d expression: A p d 1 1 f M d 64 2 s pi 5. pick frame (c.m.) & make 4-vectors explicit: 6. relativistic limit (set particle masses to zero): ( E A, p ) 2 D C ( E B , p) B ( E D , p) pC E C , p ' p f p A E A, p p i en p D E D, p ' p f p B E B, p p i d 2 cos2 d 4s tot 2 3s 20 verstrooiing p p q=p+k =p’+k’ k (a) p p’ k’ k’ p’ q=p-k’ =p’-k k (b) p’ k (c) (a) “Direkte interaktie” k=k’’=0 (b) “Exchange interaktie” k=k’’=0 (c) “Kontakt interaktie” k’ 21 IJk-invariantie I Totale amplitude: Lorentz konditie: Resterende vrijheid: Uit laatste volgt o.a. invariantie M onder: Algemeen: Toepassen op Nu k en gebruik: (al gebruikt) 22 IJk-invariantie II Dus met k en ’k’ wordt –iMa-iMb: Dus niet ijk-invariant! Door –iMc erbij te betrekken (“vergeten” tot nu toe) vind je ijk-invariantie terug! Dit gerealiseerd hebbende kan je ijk-invariantie gebruiken om de te berekenen amplitude te vereenvoudigen! D.w.z. iedere keer als er een A verschijnt kan je polarisatie vector vervangen door een lineaire combinatie van en k! Voor onze berekening manipuleer je het zo dat: p=0 en ’p=0 Daarmee wordt Ma=Mb=0 en blijft slecht Mc over! Vervolg berekening Amplitude: Kies nu eens het Lab. stelsel: A+BC+D standaard: 4-vektor behoud: 2 E p ' m2 m2 2 22 cos En dus: 23 Slot berekening 24 Daarmee wordt de werkzame doorsnede: De totale werkzame doorsnede na middelen en sommeren foton polarisaties: 2 d 2 8 2 d 4 2 3 3m2 d m (Thompson) De essenties: 1. Feynman: handige rekenregels in termen van diagrammen 2. Ijkinvariantie: gebruik alle diagrammen orde n essentieel + p verstrooiing k, ,p’ -p’ (a) “Direkte interaktie” i M b i 4 e p q -p’ (b) k’,’ (c) (c) “Kontakt interaktie” i q p i 4 e 2 2 q m i 4 e 2 p k k, (b) “Exchange interaktie” i M a i 4 e p q k, k’,’ particle k’,’ (a) q=p-k’ =k-p’ ,p’ p p anti-particle q=p-k =k’-p’ -p’ 25 i p k m 2 i 4 e k 2 p i8 e 2 2 p p pk i q p 2 2 i 4 e q m i 2 p p k 2 p i8 e i 4 e 2 p k 2 2 i 4 e pk k p m i M c 8i e2 g 8i e2 Vervolg + verstrooiing ? k Ijkinvariant? D.w.z. M M a M b M c 0 k 2 p p i8 e2 pk 2 p p i8 e2 pk i M a i8 e i M b i8 e 26 M Ma Ma Ma pk 8 e 2 pk pk k k 8 e 2 k p p k pk 8 e 2 k p p k 8 e 2 k k 0 i M c 8i e 2 8i e 2 k k Dus inderdaad ijkinvariant! Gebruik dit om: p=0 en p’=0 te krijgen Standard d/d expression c.m. frame: (k , k ) M 8 e2 p d 1 1 f M 2 d 64 s pi 2 ( E , p ) + e2 Use relativistic limit (kpf=pip); identical particles; sum over foton polarisations! d 1 1 1 d 2 64 2 s 8 pol ' 2 ( E , p) Let op: Polarisatie som kan je doen zoals je wilt; als je maar over alle mogelijke polarisaties sommeert! Ik kies “gewoon” z//-richting en x,y -richting. (faktor 2) (k , k ) 2 2s ' pol 2 2 s 27 Dirac vergelijking 28 Golf-vergelijkingen Quantummechanica: De golffunctie wordt verkregen m.b.v. de transcriptie Schrödinger vergelijking Klassiek, E=p2/2m Klein Gordon vergelijking Relativistisch, E2=p2c2+m2c4 Vergelijking met 2e afgeleide naar de tijd er bestaan oplossingen met negative energie Dirac vergelijking Relativistisch, lineair in /t Om aan relativistische uitdrukking E2=p2c2+m2c4 te voldoen: en matrices met: 1 0 0 Dirac algebra De matrices i en moeten voldoen aan Eigenwaarden i en zijn 1 en dimensie (d) is even Voor d=2 zijn er maximaal 3 anti-commuterende matrices Voor d=4 zijn er inderdaad 4 anti-commuterende matrices (laagste dimensie waarin Dirac algebra in kan worden gerepresenteerd) 29 30 Dirac algebra Expliciet Lorentz-invariantie notatie (x ): met: Dirac algebra: Je kunt laten zien dat: definitie: Let op: is geen 4-vector, (zie later voor rechtvaardiging gebruik Lorentz index ) 31 Dirac vergelijking Het stroombehoud wordt verkregen via geconjugeerde Dirac vergelijking: 0 Dirac vergelijkingen voor en Optellen na multiplicatie met Dus stroom j: Vgl. Klein-Gordon: en 0 0 Oplossing deeltje in rust: p 0 32 Dirac vgl. voor p=0 eenvoudig: Splits in twee componenten A B Oplossingen De 4 onafhankelijke oplossingen volledig uitgeschreven: , dan volgt (0(1/c)t) e e+ Oplossing bewegend deeltje: p 0 probeer “ansatz” voor spinor u(p) splits spinor u(p) in twee componenten: u A ( p) u ( p) u ( p ) B Invullen: p B.v. voor uA(p): 33 Wat levert p 34 ? 1 01 0 1 En hiermee kan expliciet aangetoond worden dat aan de relativistische vergelijking voor de energie voldaan wordt: (niet erg verbazend: had Dirac er in gestopt!) Volledige oplossingen Dirac vgl. De 4 onafhankelijke oplossingen worden m.b.v. de Dirac spinoren: Normalisatie: Oplossingen E>0 (1 en 2) Oplossingen E<0 (3 en 4) 35 36 Dirac stroom j De stroom j voor pi=0 (met standaard normalisatie) De stroom j voor pi0 (met standaard normalisatie) 2 E 0 2 E 0 Waarom? Expliciet uitschrijven, b.v. voor de x-component: De waarschijnlijkheidsdichtheid j0 is altijd positief. Dit resulaat was uitgangspunt van Dirac’s werk! 37 Instrinsieke spin De E>0 en de E<0 oplossingen van de Dirac vergelijking zijn tweevoudig ontaard. Welke observabele kan deze toestanden onderscheiden? Gebruik de Hamiltoniaan voor de Dirac vgl.: H p mc L r p [ H , L ] [ p mc , r p ] l [ p l , r p ] l p l r p l r p p l l p l ijk r j p k l ijk r j p k p l l h h lj ijk p k l ilk i i 0 Def. 0 Slim combineren: pk Gebruik : h p l r j r j p l lj i baanimpulsmoment h p 0 p ih i [H , L] 0 L niet behouden! 0 [ k , l ] [ H , ] [ p mc , ] p k [ k , l ] p k [ , ] 0 k l 0 m p p k 2i klm 2 i 2 i p0 k klm m 0 m H , L 1/ 2h 0 [H ,] 0 niet behouden! J L 1/ 2h behouden! 1/ 2h Wat levert op ? voor p=0: 38 deeltjes met spin=1/2 1 4 111 3 4 z-component van de spin: ½ 3 voor p0 deeltjes met spin=1/2 [H,2]=0 maar [H,]0 en dus: i.h.a. geen eigenvector van 3 Spin component p kan altijd gebruikt worden: 1/ 2 p̂ Want: De operator 1/ 2 p̂ heet heliciteit; eigenwaarden zijn 1/2 +½: positieve heliciteit ½: negatieve heliciteit 39 Spinors with helicity 1/2 1 0 pz (1) u p E m p i p y x E m Particle spinors: Must solve: 1 p x i p y E m pz E m 0 Which linear combinations are also eigenstates of the helicity: 1/ 2 p̂ 1 1 p u (1) p u ( 2 ) p u (1) p u ( 2 ) p 2 2 pz 1 p x i p y p p 0 0 p x i p y 0 pz 0 0 0 p z p x i p y p x i p y p z Therefore: ... ... ( 2) u p pz p x i p y p p pz 0 p i p y x p x i p y ... ... p z 0 p x i p y p p z for and p p x i p y 0 pz ... ... ... ... p z p p i p y () u p x ... ... 0 p ... ... p z p p i p y () u p x ... ... 40 Measurements of “g-2” 41 Magnetisch moment Dirac deeltje In volgende college zal blijken dat een Dirac deeltje wisselwerkt via: • zijn elektrische lading: q e (net als een Klein-Gordon deeltje) e h e s • zijn magnetisch moment: 2 mc mc Conventies: Bohr magneton : B eh Algemeen : g Dirac deeltje : g g=2? Baryonen: p & n gp5.6 gn3.8 quark sub-structuur q 2mc B h s (experimen t) (Lande g - factor) 2 B s ( s 1 / 2 h ) e Klassiek : M L 2mc (magie in pre - Dirac era) Leptonen: e & B (a(g-2)/2) ae11596521884431013 ae 11596521879 4310 13 a 11659203151010 B B B sub-structuur vacuüm Classical precession: spinning top 42 dp dv dr Newton : F m p mv m dt dt dt Angular momentum : L r p =0 dL d dr dp r p pr dt dt dt dt dp r r F T (torque) dt M // s B z y x sx d s dt y sz Torque on magnetic moment M in B - field : e T M B g sB 2 mc Apply to an electron or muon dL ds e T g sB dt dt 2 mc 2 eB sx sx g 2 mc i s y j k e eB sx s y sz g g s x 2 mc 2 mc 0 0 0 B eB cos g t eB s xt 2 mc frequency : g 2 mc s y t sin g eB t 2 mc 43 44 Principle “Penning” trap (Ne=1) Elektron B Muon E1 meV (T4.2 K) =(g/2)(eB/mc) Storage Ring (N104) E3 GeV (30) =((g-2)/2)(eB/mc) Principe meting van “g-2” muon 45 Spin precessie (klassiek) (voor kennisgeving) in rust: g eB 2 m c g 2 eB 1 in orbit: 2 m c B 1 g 2 eB eB g 2 eB 2 m c m c 2 m c 46 Realiteit “g-2” muon e e e e Sterke correlatie: muon spin & elektron energie Het resultaat! E3.096 GeV, 30 47 2.2 s Bepaal de muon spin richting Als functie van de tijd uit de gemeten elektron energie Spectrum qualitatief: • exponentieel gedrag: muon verval • oscillaties: spin precessie tijd (s) Spectrum quantitatief: N(t)=Ne-t/(1+Acost) oscillatie period g 2 eB 2 m c 48 Wat zegt de theorie? Bottom line elektron: uitrekenen! aethe 115965218801013 1e orde correctie: enige dimensie loze variabele: g 2 0.5 2 2e+3e+4e orde correcties aeexp 115965218701013 g 2 0.5 0.32847844400 1.181234017 1.5098 2 Bottom line muon: uitrekenen! 2 3 athe 1165847061011 1e orde correctie: enige dimensie loze variabele: g 2 0.5 2 2e+3e+4e orde correcties aexp 1165916001011 (groter dan voor electron vanwege m/me40000) 2 3 g 2 0.5 0.765857376 24.05050898 126.07 2 4 4 49 Dirac equation: continued Lorentz transformaties 50 Let op: dit geldt voor alle Lorentz transformaties! Waarnemer S en S’ (x’=ax) gebruiken dezelfde Dirac vgl. Lineaire relatie tussen en ’ p x p x Uit Dus: volgt S(a) hangt niet expliciet af van x: S(a) SL a S L1 S L a gebruikt : a a 51 Infinitesimale transformaties: = (gewoon verifiëren; sorry) Expliciete uitdrukkingen Met: volgt voor SL1 Specifiek geval: pariteit SP=SP†=SP1 5 is een handige definitie voor de zwakke wisselwerking Bedenk: a 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 Spinoren: hoe transformeren ze? 52 Nu kan je volgende belangrijke relatie afleiden: 1 En daarmee: S S 5 L : 5 5 1 S S 5 P : S 1 S a a 5 L : a 5 5 1 S S 5 P: a 4x4=16 mogelijkheden hiermee geordend! scalar pseudo scalar vector pseudo vector tensor geen 4 vector; wel! 5 belangrijk voor zwakke kernkracht Rotatie van een spinor rond z-as z-as rotaties via J3 operator: Voor Dirac spinoren: p 0 : niets p 0 : b.v. p ( p,0,0) e 53 i J 3 i / 2 3 e cos( / 2) i 3sin( / 2) 0 1 1 3 1 2 1 en 3 J 3 2 3 2 12 2 0 3 Vgl. eerder gevonden SL Boost van een spinor langs z-as Voor Dirac spinoren: 2 cosh x 2cosh x / 21 Goniometrie: Dus: Met ook nog de e-macht zie je dus dat deze boost precies geeft voor p0 1 i K 3 2 03 2 0 3 3 2 1 en 03 0 54 55 Inversie van een spinor in oorsprong Want met S P voldaan aan : 0 0 1 1 a SL SL a SP SP k Kijk wat dit doet op: fermion toestanden ((1) en (2)) anti-fermion toestanden ((3) en (4)) En hiermee zie je dus: intrinsieke pariteit fermion en anti-fermion toestanden tegengesteld Ladingsconjugatie 56 Dirac vgl. elektron (lading –|e|) in e.m. veld Dirac vgl. positron (lading +|e|) in e.m. veld Er moet een relatie tussen en C bestaan omdat we de “gewone” Dirac vgl. zullen gebruiken voor zowel elektronen als positronen. Deze relatie vind je zo: Vind C die voldoet aan: Dan vind je uit de elektron Dirac vgl. de positron Dirac vgl. Relatie tussen elektron en positron oplossingen: Elektron & Positron oplossingen 57 Expliciete uitdrukking C0 Dit voor mijn keuze van de matrixes! Relaties elektron-positron oplossingen: Gebruiken: “u” spinoren “v” spinoren: v(1) 58 Normalisatie, orthogonaliteit en completeness Normalisatie: Orthogonaliteit: Completeness: 59 Spin ½ Electrodynamica 60 Dirac vergelijking en A Vrije Dirac-veld (electronen) Minimale substitutie (qe=-e): pp+eA De overgangs amplitude wordt dus (vgl. Klein-Gordon voor spin S=0) vergelijk nu de vertex factoren: f 1 1 ie 4 p f pi S=0 V i ui uf ie 4 S=1/2 63 ee verstrooiing B pD pB pA A D Analoog aan K K verstrooiing voor s=0 pC e C En de overgangsamplitude wordt dus (q=pA-pC=pD-pB) uD uB g q uA 2 ie 4 ie 4 uC Feynman regels voor QED (S=1/2) Externe lijnen u u v v * Vertices Propagatoren i q m 2 q m2 64 65 QED e+ Fundamentele interacties: e- t Bhabha verstrooiing e e e e paar annihilatie/creatie e e Möller verstrooiing ee ee Compton verstrooiing e e Analyse voorbeeld: normalisatie detector identifikatie 66 Bhabha verstrooiing: kleine hoeken Voor elk process: = Nevents/Normalisatie Luminositeits detector Karakteristieken: “back-to-back” energie = Ebeam kleine hoeken huiswerk, bereken: eeee e+ e+ e e e e e+ e+ 67 68 Resultaat voor ieder ander process: = Konstante Nevents/Nluminosity Hogere orde correcties B A B A e+ e e+ e D B C A D B C A e+ e e+ e D C D C 69 70 Werkzame doorsneden Experiment (vaak): spin toestanden van in- en uit-komende deeltjes onbekend Uitgaande deeltjes: spins sommeren Inkomende deeltjes: spins middelen beschouw dit eens voor een concreet voorbeeld: eeee B D D q p A p D q p A pC pC p B pD pB A B C A C s ( p A pB ) 2 t ( p A pC ) 2 u ( p A pD ) 2 Niet relativistische limiet e e 71 e e Niet relativistische limiet: lim|p|0 De vectoren worden d.w.z. de spins verandert niet. Dus de termen met matrix-element : En de amplitude na sommatie en middelen sommeren! middelen! identieke deeltjes! 2 t 4 p sin 2 2 2 u 4 p cos2 2 vgl. weer met Rutherford! Relativistische spin B D q p A pC pD pB Relativistische spin is ook niet moeilijk e e (1 diagram) Voor |M|2 volgt dus: lepton tensor: A e C 72 De lepton tensor k m k m C 2 A k 73 k’ k k Hoewel de uitdrukking op het eerste gezicht verschrikkelijk lijkt, geldt wel: 1) 2) Geen spinoren meer: via completeness relaties De spoorberekening is rechtoe-rechtaan: m.b.v. enkele regels “Casimir’s trick” 74 Sporen met -matrices Gebruik altijd: producten van matrices sporen van producten van matrices Zwakke wisselwerking Voorbeeld e e Toepassen spoor identiteiten geeft: p k e 75 p’ k’ Voor de muon tensor geldt hetzelfde: Zodat: Merk op dat in de extreem relativistische limiet geldt: relativistische limiet: M2,m2 0 0 0 e e 76 Hiermee wordt het matrix element uiteindelijk: En de werkzame doorsnede: totale werkzame doorsnede 0 hoekverdeling 1/s 10 100 1000 Ecm [GeV] 1 +1 cos Voorbeeld (“crossing”) e e 77 e e er is een relatie tussen de amplituden voor: e+ p e e k e- k k’ “s” p’ - q=k+p k’ =k’+p’ + e+e+ amplitude en daarmee de werkzame doorsnede: gebruik: p-k’ st ek’ k e- p’ q=k-k’ =p-p’ - p - q=k’-k =p-p’ “t” p p’ 78 Directe berekening ee vB Je kunt het proces ook direct uitrekenen: ie 4 uA De spin algebra geeft weer een spoor 2 t /4 vD ig q2 ie 4 uC P A k p P B PC k P D p 2 u /4 En dit wordt in de extreem relativistische limiet: (gelijk eerdere resultaat) Werkzame doorsnede ee 79 80 Hoekverdelingen: ee and 81 En nu heb je ook: eeqq gedaan! With three colours u, c, t d, s, b R qq d 4 2 16 2 2 1cos tot d 9 4s 27 s 2 q : 3 q d 1 1cos2 tot 4 d 9 4s 27 s 2 1 : 3 e quarks e qq 4 2 3s colour colour 4 2 4 2 27 s 9s udsc e e 2 16 2 16 2 27 s 9s uds udsc no color s e e Compton verstrooiing: p k p’ q=p+k k’ p 82 k’ q=p-k’ k p’ ijk-invariantie geeft: relativistische limiet, d.w.z. verwaarloos rustmassas kwadraat: relabel: 83 Compton verstrooiing… g g p p k k g T T T u s ( s) pu (s) p p m p Compton verstrooiing……… Converteren naar traces: De trace theorema’s geven je voor |a|2 en |b|2: 84 Compton verstrooiing…………… En idem voor de twee kruis termen: Hierbij gebruik gemaakt van: De totale amplitude wordt dus: 85 Compton verstrooiing………………… 86 We hebben voor het matrix element dus: De differentiele werkzame doorsnede is dan: Voor berekening van totale werkzame doorsnede is alleen bijdrage van term –s/u van belang. Om een eindig antwoord te krijgen is het noodzakelijk m2 van electron propagator te behouden: In lab-stelsel (electron in rust, foton energie E, en dus s~2mE) k Paar annihilatie Amplitude volgt uit de amplitude voor ee via “crossing”: b.v. p e k e+ e “s” q=p+k p e 87 k k’ p’ p e+ e p’ k’ e p’k q=p+k st e Dus: d (cos ) d tot cos s s e+ “t” e k’ p’ After all this: computer program FORM 88 e+e e e+ order 2 e+e e 3 e+ order 3 2 2 1 1 3 1 3 2 1 2 3 2 3 1 3 1 2 Coming soon! 89