Impactanalyse zorgakkoord toont fundamentele transitie

advertisement
Impactanalyse zorgakkoord
toont fundamentele transitieopgave langdurige zorg
Organisaties actief om verlies
te beperken
Amsterdam
20 september
2013
Effecten zorgakkoord zichtbaar in ActiZ impactanalyse
Om meer zicht te krijgen op de impact en kansen van het zorgakkoord heeft ActiZ een impactanalysetraject ontwikkeld. Na de
eerste overzichten in april en juni van 2013 presenteert ActiZ nu de resultaten van september.
De ActiZ impactanalyse biedt in de eerste plaats het management van zorgorganisaties inzicht in de impact en de kansen van het
recent gesloten zorgakkoord voor het eigen concern. De organisaties vertalen de maatregelen van het zorgakkoord in eigen
strategische keuzes ten aanzien van onder meer hun cliënten, formatie en vastgoed; vervolgens leggen zij deze vast in de – door
PwC ontwikkelde – ActiZ impactanalysetool. De webbased tool berekent het effect van deze keuzes op financiële kernindicatoren
(rendement, vermogen en liquiditeit) voor de periode 2012 – 2018. Op die manier wordt duidelijk welke overlevingskansen de
gemaakte keuzes bieden.
De organisaties verkennen meerdere scenario’s en kunnen variabelen bijstellen om te zien tot welke effecten dit leidt. Het meest
realistisch geachte scenario leveren de deelnemers door aan ActiZ. Op die manier ontstaat er ook een landelijk beeld.
De tool pretendeert niet een gedetailleerde afspiegeling van de werkelijkheid te zijn, maar is een simulatie die de impact en de
mogelijkheden van de nieuwe beleidskaders verkent en op een verantwoorde wijze doorrekent. Het gebruik van de impacttool is
geen invuloefening voor de staf, maar start bij de visie, de ambitie en het maatschappelijk ondernemerschap van bestuur en
directie.
45 leden van ActiZ hebben voor deze septemberronde een scenario aan ActiZ aangeleverd. Verder hebben 60 organisaties een
aantal specifieke vragen beantwoord over onder meer het verwachte contracteerbeleid van gemeentes en zorgverzekeraars/
zorgkantoren. Uit een brede sondering blijkt dat de conclusies die uit de impacttool naar voren komen door bestuurders en
toezichthouders van zorgorganisaties breed worden herkend en dat deze berusten op een reële vertaling van de beleidsmaatregelen
naar de situatie van de individuele organisaties.
Kort nadat de ActiZ-leden hun scenario’s aan ActiZ hadden opgeleverd, werd bekend dat de ‘knip’ tussen verpleging en verzorging
in de thuiszorg mogelijk niet doorgaat. De effecten van deze mogelijke maatregel zijn direct verkend en worden momenteel met de
leden afgestemd.
PwC
2
Zorgvolume daalt naar verwachting tot onder het
niveau dat het kabinetsbeleid aangeeft
De 60 organisaties die hun verwachtingen ten aanzien van het contracteerbeleid hebben aangegeven, geven het volgende aan:
•
Van de huidige omzet hulp bij het huishouden wordt in 2018 nog circa 60% gerealiseerd (dit is conform het kabinetsbeleid).
•
Van de huidige omzet persoonlijke verzorging wordt in 2018 nog 68% gerealiseerd (het kabinetsbeleid gaat uit van 85%).
•
Van de huidige omzet extramurale begeleiding wordt in 2018 nog 61% gerealiseerd (het kabinetsbeleid gaat uit van 75%).
De gemeenten zullen dus naar verwachting minder contracteren dan in het kabinetsbeleid is aangegeven (lager volume en/of lager
tarief). Een van de oorzaken kan zijn dat de gemeenten te maken zullen krijgen met beheerskosten, om hun nieuwe taken te
kunnen uitvoeren. Daarnaast wordt – mede op grond van eerdere ervaringen - verwacht dat de tarieven door aanbesteding onder
druk blijven staan en dat gemeenten voorzichtig inkopen in verband met mogelijke verdere bezuinigingen.
De organisaties verwachten in de intramurale zorg een afname met 70% van het aantal cliënten met een lichter zorgzwaartepakket
(ZZP 1 tot en met 3 en 50% ZZP4). Dit een logisch gevolg van het feit dat er geen nieuwe cliënten meer in aanmerking komen voor
deze ZZP’s. Huidige cliënten houden hun recht op AWBZ-verblijf. Omdat de organisaties verwachten dat over vijf jaar nog 30% van
deze cliënten aanwezig zal zijn, is het de vraag of het kabinet en de zorgverzekeraars niet met een snellere afname rekenen dan in
werkelijkheid het geval zal zijn.
Opvallend is dat naar de verwachting van de organisaties ook het volume van de zwaardere zorg terugloopt. De verwachte daling
staat in contrast met de beleidsbrief, die juist groeiruimte aangeeft. Oorzaak kan zijn dat een aantal zorgverzekeraars een reductie
van zwaardere zorg (verpleeghuiszorg) heeft aangekondigd. Zij willen het scheiden van wonen en zorg ook voor deze cliënten
invoeren. De organisaties verwachten niet alleen een volumedaling maar ook een tariefkorting: van 97,3% van het maximumtarief
in 2013 naar 96% volgend jaar, en de daling zal zich voortzetten.
Al met al zien de organisaties het aantal cliënten in de verpleging, verzorging en thuiszorg met een kwart dalen. Dit is het saldo van
een afname door de maatregelen uit het zorgakkoord enerzijds en een toename door nieuwe diensten (bijvoorbeeld private zorg)
anderzijds.
De gemiddeld verwachte omzetdaling is 11%, rekening houdend met de indexactie van de tarieven. Dat deze omzetdaling kleiner is
dan de daling van het aantal cliënten, komt omdat met name het aantal cliënten met lichte zorg zal dalen.
PwC
3
Gemiddeld rendement in 2018 negatief en budgetratio daalt,
maar verschillen per organisatie zijn groot
De mate waarin organisaties een omzetdaling verwachten, loopt fors uiteen. 14% verwacht een omzetstijging, 34% een gering
omzetverlies tot 10%, 31% een omzetverlies tussen de 10 en 20% en 21% een omzetverlies van meer dan 20%. De verwachte
verliezen hebben te maken met de samenstelling van het aanbod en met de mate waarin de organisaties kans zien om bijvoorbeeld
leegstaande ruimtes te verhuren of nieuwe diensten aan te bieden. Wie op dit moment een groot aandeel van zijn omzet haalt uit
zorg die binnenkort niet meer wordt gefinancierd of waarop sterk wordt gekort, heeft een extra grote transitieopgave.
Deze verschillen in omzetverwachting blijken bepalend te zijn voor de financiële impact van het kabinetsbeleid.
De nettomarge (rendement als percentage van de omzet) is in 2018 gemiddeld -4,4%. Negatief dus. Maar voor organisaties zonder
verwacht omzetverlies blijft het rendement(bescheiden) positief, terwijl organisaties met een groter omzetverlies ook
geconfronteerd zullen worden met een fors negatief rendement. Alle doorrekeningen zijn inclusief de geraamde positieve effecten
van extra dienstverlening en ingerekende inkoop- en efficiencyverbeteringen. Het rendement in 2012 bedroeg 2,7%.
In 2015 is voor een aantal organisaties een dip in de nettomarge zichtbaar. Dat is het jaar waarin de meeste kosten voor de
benodigde formatiemaatregelen (afvloeiing en verschuiving naar hoger geschoolde medewerkers) moeten worden gemaakt. De
kosten voor wachtgelden worden geraamd op € 250 mln. Daarnaast wordt rekening gehouden met extra tariefkortingen.
Logisch gevolg van de rendementsdaling is dat naar verwachting ook het vermogen verdampt. Dat geldt specifiek voor de
organisaties die omzetverlies verwachten. De budgetratio (het eigen vermogen als percentage van de bedrijfsopbrengsten) daalt
naar gemiddeld 12%. Met een budgetratio van 15% of hoger kunnen zorgorganisaties normaliter bij een financiële instelling de
benodigde financiering rond krijgen. Bij een budgetratio van 12% kan dat hooguit tegen stringente voorwaarden. Net als de
nettomarge verschilt de budgetratio per type organisatie. De budgetratio van organisaties met een omzetverlies van meer dan 10%
daalt tot (ver) onder de grens van 8% die het Waarborgfonds hanteert om leningen te borgen. Dat betekent dat deze organisaties
het bijzonder moeilijk zullen hebben om leningen te verkrijgen, en dat zij dus ook geen investeringen kunnen plegen. Juist deze
organisaties moeten veel kosten maken (aanpassen gebouwen, omscholen personeel) om te kunnen overschakelen op een zorg- en
dienstenaanbod dat wél rendabel is.
De impactresultaten van september 2013 laten zien dat de ActiZ-leden gestart zijn met het voorbereiden van maatregelen die het
verlies van omzet en rendement moeten voorkomen of beperken. De inventarisatie van juni liet nog een gemiddeld rendement van
-6,6% zien, tegen -4,4% in september. De branche toont hiermee zijn veerkracht op het moment dat het er werkelijk op aankomt.
PwC
4
Daling liquiditeit grootste continuïteitsrisico
Het dalende rendement en eigen vermogen vormt voor een aantal organisaties een bedreiging van hun continuïteit. Toch is er een
risico dat nog acuter blijkt te zijn, en dat is de daling van de liquiditeit (current ratio, het ‘geld in kas’).
Doordat de vermogensbuffer van zorgorganisaties voor een niet onaanzienlijk deel bestaat uit vastgoedbezit, kan het vermogen niet
worden vrijgemaakt voor de afvloeiings- en omscholingskosten van medewerkers. Deze kosten dienen dus te worden betaald uit de
kasstromen. Daardoor daalt de liquiditeit. Als de grens van 0,6 liquiditeit is bereikt, wordt de kans groot dat de organisatie niet
meer kan voldoen aan verplichtingen als salarisbetalingen. Voor organisaties met een omzetverlies van meer dan 20% wordt deze
situatie al in 2016 bereikt. Voor de meeste andere organisaties gebeurt dat in 2018. Alleen de organisaties zonder omzetverlies
weten hun liquiditeit op een redelijk peil (0,8) te houden.
Fors effect zorgakkoord op werkgelegenheid
De organisaties die de impactanalyse hebben uitgevoerd, geven aan dat zij hun formatie van circa 40.000 fte in de jaren tot 2018
zullen moeten reduceren met circa 10.000 fte (indicatieve raming). De helft hiervan zal afvloeien door natuurlijk verloop of
outplacement dan wel andere maatregelen, maar voor de andere helft lijkt gedwongen ontslag onontkoombaar.
PwC
5
Branche op weg naar duurzame dienstverlening
Meerjarenafspraken kunnen transitie mogelijk maken
De boodschap die ActiZ met dit landelijk beeld wil geven, is dat de transitieopgave van de branche bijzonder groot is maar ook dat
organisaties al volop bezig zijn om te innoveren.
Ondanks deze inspanningen blijkt dat bijna alle organisaties te maken zullen krijgen met een te lage liquiditeit, doordat zij als
enige partij de kosten van personeelsreductie, omscholing, leegstand en mogelijke opbrengstderving bij verhuur van vrijkomende
capaciteit moeten dragen, en wel geconcentreerd in een beperkt aantal jaren.
Het toerusten van de maatschappij op een andere inrichting van de zorg voor kwetsbare burgers vraagt echter om een inspanning
die alleen door partijen in gezamenlijkheid kan worden geleverd. PwC pleit daarom voor meerjarenafspraken over de transitie met
alle betrokken partijen: cliënten, zorg- en welzijnsorganisaties, gemeenten, zorgverzekeraars/zorgkantoren, sociale partners en
ministeries.
PwC
6
Impact contracteerbeleid
zorgkantoren en gemeenten
PwC
Verwachting: gemeentelijke contractering blijft
achter bij macro beschikbare beleidsruimte
Verwachte mutatie t.o.v. 2013
Volume
Tarief
Omzet
Beleidsbrief LZ
Hulp bij huishouden
66,2%
89,8%
59,4%
60%
Persoonlijke verzorging
81,3%
83,7%
68,0%
85%
Begeleiding
76,6%
79,9%
61,2%
75%
Wmo-dienst
Bron: ActiZ impactanalyse september 2013
Gemeentelijke contractering in periode 2015-2018 blijft naar
verwachting aanzienlijk achter bij macro beschikbaar gestelde
beleidsruimte (beleidsbrief Hervorming Langdurige Zorg april 2013)
N = 60
PwC
8
Verwachting: intramurale contracteercapaciteit
daalt, ook in hogere ZZP’s; tarief daalt in 2014
Verwachting te contracteren capaciteit *
2014
2017
ZZP 1 tot en met 3 + 50% ZZP 4
73,6%
31,4%
ZZP 5 en hoger + 50% ZZP 4
94,7%
90,5%
ZZP-tarief als percentage van
het Nza-maximumtarief
2013
Verwachting 2014
Gemiddeld ZZP-tarief
97,3%
96,0%
Intramurale plaatsen
Bron: ActiZ impactanalyse september 2013
* Ten opzichte van de huidige capaciteit.
N = 60
PwC
9
Impact op cliënten
PwC
Totale afname cliënten geraamd op 24%
Extramuraal -6%, intramuraal -23% en huishoudelijke hulp -49%
100%
- 6%
80%
- 23%
60%
- 49%
40%
20%
0%
2012
2013
Cliënten extramuraal
2014
2015
2016
Cliënten Huishoudelijke hulp
2017
2018
Cliënten intramuraal
N = 45
Bron: ActiZ impactanalyse september 2013
PwC
11
Impact op omzet
PwC
Totaal geraamde omzetdaling bedraagt gemiddeld 11%
Intramurale daling gedempt door stijgende omzet per cliënt (zorgzwaarte)
Extramurale omzet per cliënt daalt (prijserosie gemeente) en wordt nog
nauwelijks gecompenseerd door nieuwe dienstverlening
Omzet
120%
100%
- 6%
80%
- 10%
60%
-55%
40%
20%
0%
2012
2013
Omzet extramuraal
2014
2015
Omzet Huishoudelijke hulp
2016
2017
Omzet intramuraal
2018
N = 45
Bron: ActiZ impactanalyse september 2013
PwC
13
Lichte omzetgroei ZZP 5 en hoger voorzien.
120%
113%
100%
- 6%
Omzet
80%
60%
40%
20%
0%
- 46%
Geraamde omzetontwikkeling ZZP 5 en hoger ten opzichte van 2012
met jaarlijkse prijsindexatie
Effect prijsindexatie 11%, effect volumestijging 2%
2012
2013
Omzet intramuraal totaal
2014
2015
2016
Omzet ZZP 5 en hoger
2017
Omzet ZZP 1-4
2018
N = 45
Bron: ActiZ impactanalyse september 2013
PwC
Het feit dat een omzetgroei wordt voorzien, lijkt in tegenspraak met de cijfers op slide 9, die een daling aangeven.
Oorzaken zijn het verschil in de mate waarin rekening is gehouden met prijsindexatie en het verschil in
respondentgroep (60 versus 45 organisaties).
14
Impact op ontwikkeling
nettomarge
PwC
Nettomarge 2018 is lager naarmate verwacht
omzetverlies groter is
5%
Omzetstijging:
NM = 2,8%
Omzetdaling
0 – 10%:
NM = -2,3%
Nettomarge
0%
-5%
Gemiddeld:
NM = -4,4%
-10%
Omzetdaling
10 – 20%:
NM = -6,2%
-15%
Omzetdaling
> 20%:
NM = -12,6%
NM =
nettomarge
-20%
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
N = 45
Bron: ActiZ impactanalyse september 2013
PwC
16
Ontwikkeling nettomarge: verdeling organisaties
over categorieën omzetmutatie
5%
14% Omzetstijging
Nettomarge
0%
34%
31%
-5%
Omzetdaling
0 – 10%
Gemiddeld
31%
Omzetdaling
10 – 20%
21%
Omzetdaling
> 20%
-10%
-15%
-20%
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
N = 45
Bron: ActiZ impactanalyse september 2013
PwC
17
Deelnemende organisaties nemen maatregelen
Ontwikkeling nettomarge positiever ingeschat dan in juni
6%
Nettomarge
4%
2%
0%
Gemiddelde
september 2013
-2%
-4,4%
-4%
-6%
-6,6%
Gemiddelde
juni 2013
-8%
2012
2013
2014
Juni 2013
2015
2016
September 2013
2017
2018
N = 45
Bron: ActiZ impactanalyse september 2013
PwC
18
Impact op ontwikkeling van
eigen vermogen
PwC
Door verliezen vanaf 2015 verdampt groot deel
vermogen
Vrije leencapaciteit niet altijd meer geborgd
24%
22,5%
Budgetratio
20%
16%
Boven 15%: vrije leencapaciteit
12%
8%
Budgetratio
12%
Ondergrens Waarborgfonds
4%
0%
2012
Gemiddelde
2013
2014
2015
Grens vrije leencapaciteit
2016
2017
Ondergrens Waarborgfonds
2018
N = 45
Bron: ActiZ impactanalyse september 2013
PwC
20
Budgetratio
Vermogensbuffer van organisaties met omzetverlies >20%
vanaf 2016 te beperkt om faillisement te voorkomen
40%
BR 35,7%
30%
BR 24,6%
20%
BR 12,0%
10%
BR 6,6%
0%
-10%
BR -28,3%
-20%
-30%
-40%
2012
2013
2014
2015
Omzetdaling > 20%
Omzetdaling 10%-20%
Omzetstijging
Gemiddeld
2016
2017
BR =
budgetratio
2018
Omzetdaling 0%-10%
N = 45
Bron: ActiZ impactanalyse september 2013
PwC
21
Impact op ontwikkeling van
liquiditeit
PwC
Forse afname liquiditeit door verwachte exploitatieverliezen en afvloeiingskosten
Betalen salarissen vanaf 2018 mogelijk knelpunt
1,2
1,1
Current ratio
1,0
0,8
0,6
Ondergrens liquiditeit
0,6
0,4
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
N = 45
Bron: ActiZ impactanalyse september 2013
PwC
23
Liquiditeit voor organisaties met omzetdaling > 20%
al in 2016 probleem, voor andere in 2018
1,4
CR =
current ratio
Current ratio
1,2
1
CR 0,8
CR 0,6
0,8
0,6
CR 0,6
Ondergrens liquiditeit
CR 0,6
0,4
CR 0,4
0,2
2012
2013
Omzetdaling > 20%
Omzetstijging
2014
2015
2016
Omzetdaling 10%-20%
Gemiddeld
2017
2018
Omzetdaling 0%-10%
N = 45
Bron: ActiZ impactanalysetool 2013
PwC
24
Werkgelegenheid
PwC
Reductie formatie deelnemers met indicatief 10.027 fte,
waarvan 4.912 fte mogelijk gedwongen ontslag
AWBZ (fte)
HbH (fte)
Reductie formatie door volumeverlies
4.091
2.221
Uitstroom i.v.m. behoefte aan andere competenties
3.377
337
Totaal aantal te reduceren fte
7.468
2.559
Reductie via personeelsvoorzieningen en maatregelen
4.176
939
Gedwongen ontslagen: raming deelnemende organisaties
3.292
1.620
PwC
26
PwC
Bijlage
PwC
Samenstelling deelnemers met gecompleteerde
impacttool per 5 september 2013
Grootteklasse
S
M
L
XL Totaal
Deelnemers
6
11
17
11
Soort organisatie
ExtraIntraGemengd
Totaal
muraal
muraal
Deelnemers
4
22
19
45
45
Bron: Managementrapportage ActiZ impactanalysetool 2013
PwC
29
Download