EU in een notendop VVP-Nieuwsbrief, 26 april 2012 Bronnen: Vleva-berichten, nieuwsbrief Agentschap Ondernemen, persberichten van de Vlaamse Regering, Europa Decentraal (NL), Berichten van de Europese instellingen, “Toerisme in internationale context”, … 1 Infodagen en seminaries 1.1 Europees burgerinitiatief heeft betrokkenheid van lokale en regionale overheden nodig Op zondag 1 april 2012 trad het Europees burgerinitiatief (EBI) in werking. Door middel van dit initiatief kunnen één miljoen EU-burgers een rechtstreeks beroep op de Europese Commissie (EC) doen om met een wetsvoorstel te komen. Het burgerinitiatief is opgenomen in het Verdrag van Lissabon. Het heeft tot doel om de democratie in de Europese Unie te versterken. Burgers, organisaties of bedrijven kunnen makkelijker een onderwerp op de Europese agenda zetten door rechtstreeks de EC te verzoeken nieuwe wetgeving voor te stellen. Er zijn een miljoen handtekeningen vereist voor het realiseren van een wetsvoorstel. Hiernaast moet er aan een aantal andere voorwaarden worden voldaan. In december 2010 werd een akkoord bereikt tussen de leden van het Europees Parlement, de EC en de Raad van Europa, over de wijze waarop een voorstel moet worden ingediend. Op 26 januari 2012 werd de website van het EBI gelanceerd. Registratie van initiatieven is vanaf 1 april 2012 mogelijk. Wat het promoten en evalueren van nieuwe initiatieven betreft ziet het Comité van de Regio's (CvdR) een belangrijke rol weggelegd voor lokale en regionale overheden. Over deze rol werd op 30 maart 2012, tijdens een door het CvdR en het EESC georganiseerd seminar, van gedachten gewisseld. Het EBI is een van de grote vernieuwingen van het Verdrag van Lissabon en zal de participerende democratie ten goede komen. "Het biedt burgers de mogelijkheid om rechtstreeks van zich te laten horen in Brussel" aldus Maro? ?ef?ovi?, vicevoorzitter van de EC. "De EBI zal ervoor zorgen dat er meer over de landsgrenzen heen wordt gepraat over Europees beleid. Dankzij internet en sociale media kunnen burgers voor hun ideeën en zorgen gemakkelijk gelijkgestemden vinden en de agenda bepalen voor zaken die onder de bevoegdheid van de EU vallen." Sonia Masini, CvdR-rapporteur over het EBI: "Voor het welslagen van het EBI is het een cruciale voorwaarde dat de lokale en regionale overheden erbij worden betrokken. Dit zijn gekozen organen; ze zijn dus direct betrokken bij instrumenten voor rechtstreekse en participerende democratie - waarmee de burgers invloed kunnen uitoefenen op de EU-agenda. Lokale en regionale politici moeten burgers informeren over dit instrument en hen helpen met hun initiatieven, zonder te proberen hen in een bepaalde richting te sturen. We mogen nooit vergeten dat de burgers zelf degenen zijn die het voor het zeggen hebben." Er ligt na de lancering van het EIB voor het CvdR en het Europees Economisch en Sociaal Comité een unieke kans om op lokaal en regionaal niveau met het maatschappelijk middenveld en openbare overheden van gedachten te wisselen over participerende democratie. Door: Marloes van Nistelrooij, Huis van de Nederlandse Provincies, Brussel Bron: Comité van de Regio's, 'Lokale overheden moeten het Europees burgerinitiatief een impuls geven', 28-3-2012 Meer informatie: Europees Burgerinitiatief Maro? ?ef?ovi? Europees Economisch en Sociaal Comité 1.2 Uitnodiging: Uitvoering van multi-level governance Op maandag 14 mei wordt in het Europees Parlement (EP) een bijeenkomst gehouden rondom de uitvoering van multi-level governance en partnerschap in het EU-cohesiebeleid 2014-2020. De centrale vraag is welke rol hierin is weggelegd voor de sociale economie en het maatschappelijk middenveld in het algemeen? De bijeenkomst wordt georganiseerd door Jens Nilsson, Zweeds lid van het EP, in samenwerking met het Europees netwerk van steden en regio's voor de Sociale Economie (REVES aisbl). Met de nieuwe voorstellen voor de hervorming van het cohesiebeleid 2014-2020, die op 6 oktober 2011 verschenen, is de Europese Commissie voornemens om het beginsel van partnerschap tussen de verschillende bestuursniveaus en de verschillende actoren intensiever te bevorderen en zelfs gedeeltelijk te verplichten. De voorstellen van de Commissie worden ondersteund door de lokale overheden, sociale partners en het maatschappelijk middenveld en worden besproken door het Europees Parlement en de Raad. Insiders vrezen dat de inhoud van de teksten zou kunnen worden afgezwakt, in het bijzonder met betrekking tot de toepassing van het beginsel van partnerschap. Het doel van de bijeenkomst op 14 mei is drieledig. In de eerste plaats is het de bedoeling om duidelijk weer te geven welke nieuwe mogelijkheden voorzien zijn in de voorstellen van de Commissie. Hierbij worden de gevolgen ervan belicht en de waarde voor lokale en regionale overheden in het bijzonder. Ten tweede worden er vergelijkingen gemaakt met reeds bestaande partnerschappen op lokaal niveau. Succesfactoren en obstakels in de bevordering van sociale en territoriale cohesie in Europa worden onder de loep genomen. Ten slotte worden de deelnemers aangemoedigd om conclusies te trekken over hetnoodzakelijke beleidskader op lokaal, nationaal en Europees niveau. Welke lessen zijn geleerd voor de toekomst? De bijeenkomst duurt van 15 tot 19 uur. Aanmelden kan door voor 2 mei een e-mail te sturen aan [email protected]. Het aantal plekken is gelimiteerd. Door: Marloes van Nistelrooij, Huis van de Nederlandse Provincies, Brussel Bron: Mailing, 'Conference: Multi-level governance and partnership in EU cohesion policy 2014-2020 Which role for social economy and civil society at large?', 30-3-2012 Meer informatie: REVES aisbl (Europees netwerk van steden en regio's voor de Sociale Economie) Jens Milsson 1.3 CvdR organiseert 'Region's make it happen' Op 10 mei 2012 brengt het Comité van de Regio's (CvdR) de vertegenwoordigers van de Europese instellingen, de lidstaten en de regio's samen om de stand van zaken op te maken van de huidige discussies rond cohesiebeleid, plattelandsontwikkeling en het visserijfonds. Tijdens dit forum, genaamd 'Region's make it happen', wordt de stand van zaken opgemaakt rond: - Multilevel governance in de fondsen na 2013 - De uitdaging van een geïntegreerde territoriale benadering - Resultaatsgerichtheid\ Region's make it happen wordt georganiseerd door het Comité van de Regio's als reactie op de wetgevende voorstellen rond cohesiebeleid. Regionale en lokale belanghebbenden zijn ook van belang voor de implementatie van het Gemeenschappelijk Strategisch Kader (GSK) en voor een effectieve coördinatie tussen verschillende beleidsdomeinen met een territoriale impact. Ook dit onderdeel komt tijdens het forum aan bod. Het GSK gaat een sleutelrol spelen rondom de voorstellen van de Europese Commissie (EC) over cohesiebeleid, plattelandsontwikkeling en het visserijfonds na 2013. Het fungeert als handleiding die de Europa2020 doelstellingen vertaalt naar kernacties voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Visserijfonds (EVF). 1.4 Hoe kunnen Vlaamse stakeholders EUsubsidieprogramma’s na 2013 beïnvloeden ? http://www.vleva.eu/sites/www.vleva.eu/files/nieuws/bijlages/hoe_kunnen_vlaamse_stakeholders_ eu-subsidieprogrammas_na_2013_mee_beinvloeden.pdf 1.5 Vleva infosessie "Wat als...het DAEB-pakket nieuwe opportuniteiten biedt?", 3 mei 2012, Brussel Meer lezen: http://www.vleva.eu/watalsDAEB 1.6 Debat "Big Brother Europa: België onder Europees toezicht", Brussel, 8 mei 2012 Meer lezen: http://www.vleva.eu/bigbrothereuropa 1.7 Vleva, 'State of the European Union', 10 mei, Brussel Meer lezen: http://www.vleva.eu/event/vleva-state-european-union-10-mei-brussel 1.8 VOORAANKONDIGING Workshop Flanders in Action and the Europe 2020 Dimension, Brussel, 21 juni 2012 Meer lezen: http://www.vleva.eu/event/vooraankondiging-workshop-flanders-action-and-europe2020-dimension-brussel-21-juni-2012 2 Calls en deadlines 2.1 Consultatie Europese Commissie: financiële ondersteuning voor energie-efficiëntie in gebouwen – deadline 18 mei http://ec.europa.eu/energy/efficiency/consultations/20120518_eeb_financial_support_en.htm 3 Knowhow 3.1 Een Gemeenschappelijk Strategisch Kader voor cohesiebeleid Volgend op de commissievoorstellen rond cohesiebeleid van 6 oktober heeft de Europese Commissie op 14 maart het Gemeenschappelijk Strategisch Kader gepubliceerd in de vorm van een staff working Document. De Commissie definieert de belangrijkste Europa2020 doelstellingen en beleidsdoelstellingen die door de lidstaten moeten worden overgenomen, geeft meer informatie over de ontwikkeling van partnerschapscontracten en legt de link met het Europese Semester. Meer lezen: http://www.vleva.eu/nieuws/een-gemeenschappelijk-strategisch-kader-voorcohesiebeleid 3.2 Europese Top van Regio's en Steden: Verklaring van Kopenhagen Op 22 en 23 maart zaten in Kopenhagen meer dan 300 burgemeesters en regiovoorzitters uit de 27 lidstaten van de EU rond de tafel met vooraanstaande architecten, stadsplanners en onderzoekers op het gebied van stedelijke ontwikkeling om ervaringen en ideeën uit te wisselen met als doel de stedelijke problematiek hoger op de Europese en internationale agenda te krijgen. Het resultaat van deze Top is "Verklaring van Kopenhagen" over de rol die stedelijke ontwikkeling in elke regio moet spelen en over duurzame stedelijke ontwikkeling in de context van het debat over de VN-Conferentie over duurzame ontwikkeling. Meer lezen: http://www.vleva.eu/nieuws/europese-top-van-regios-en-steden-verklaring-vankopenhagen 3.3 Belgische nationale strategie voor de integratie van de Roma In opvolging van de Europese Commissiemededeling “EU-kader voor nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020” hebben de lidstaten zich geëngageerd om nationale strategieën of integratiemaatregelen uit te werken. De Belgische nationale strategie ter integratie van de Roma werd overgemaakt aan de Europese Commissie op 8 maart 2012 en zal bijdragen tot het behalen van de doelstelling uit het Nationaal hervormingsprogramma en het federale regeerakkoord om tegen 2020 380.000 mensen uit de armoede te halen. 4 Meer lezen: http://www.vleva.eu/nieuws/belgische-nationale-strategie-voor-de-integratievan-de-roma 3.4 Informatiefiches cohesiebeleid 2014-2020 In de aanloop naar een nieuwe programmaperiode voor cohesiebeleid publiceert de Europese Commissie informatieve fiches. Tot nog toe verschenen volgende fiches: http://www.vleva.eu/nieuws/fiche-dg-regio-informatie-en-communicatieregels-cohesiebeleid-20142020: Fiche DG Regio: Informatie- en Communicatieregels Cohesiebeleid 2014-2020 http://www.vleva.eu/nieuws/financiele-instrumenten-het-cohesiebeleid-2014-2020 : Financiële instrumenten in het cohesiebeleid 2014-2020 http://www.vleva.eu/nieuws/vereenvoudigingen-het-cohesiebeleid-2014-2020: Vereenvoudigingen in het cohesiebeleid 2014-2020 http://www.vleva.eu/nieuws/dg-regio-publiceert-factsheet-community-led-local-development-clld: DG Regio publiceert factsheet "Community Led Local Development (CLLD)" 3.5 "Private en publieke sector moeten samenwerken om vergrijzing op te vangen" Vlaanderen zal niet anders dan andere Europese regio’s geconfronteerd worden met een krimpende arbeidspotentieel, budgettaire grenzen en toegenomen resp. gewijzigde zorgnoden. Niet alle zorgvragen die vandaag in de professionele zorg een antwoord vinden, zullen in de toekomst nog op dezelfde wijze een antwoord vinden. Technologische én sociale innovatie zullen een substantiële bijdrage moeten leveren in het beantwoorden van zorgnoden in de toekomst. Meer lezen: http://www.vleva.eu/nieuws/private-en-publieke-sector-moeten-samenwerken-omvergrijzing-op-te-vangen 3.6 Rapport van de Europese Commissie over de implementatie en resultaten van het Europese jaar 2010 voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Het rapport beschrijft de activiteiten die werden georganiseerd tijdens de campagne in 29 landen en op Europees niveau. Meer lezen: http://www.vleva.eu/nieuws/rapport-van-de-europese-commissie-over-deimplementatie-en-resultaten-van-het-europese-jaar-2 3.7 EGTS conferentie Comité van de Regio's Op donderdag 29 maart werd in het Comité van de Regio's (CvdR) een conferentie over de Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS) gehouden. Er kwamen twee belangrijke onderdelen aan bod. In de ochtend stond de inter-institutionele conferentie over de EGTS op het programma en 's middags vond de jaarlijkse bijeenkomst van het EGTS platform van het CvdR plaats. Inter-institutionele conferentie over EGTS Het ochtenddeel stond met name in het teken van de herziening van de EGTS-verordening. De Europese Commissie heeft met haar voorstel geprobeerd de EGTS als instrument voor grensoverschrijdende samenwerking te optimaliseren. Zo wordt het makkelijker om een EGTS op te richten en worden de toepassingsmogelijkheden vergroot, waardoor er meer flexibiliteit ontstaat. Onder de nieuwe verordening ontstaat er bovendien een mogelijkheid voor instituten uit derdelanden om aan een EGTS deel te nemen. De besluitvormingsprocedure verloopt wat het CvdR en het Europees Parlement betreft voorspoedig. In de Raad is dat echter niet het geval. De Europese regio's moeten er bij hun lidstaten op aandringen dat de besluitvorming over de nieuwe EGTS-verordening voortvarend wordt opgepakt. EGTS platform Het middaggedeelte van de bijeenkomst was gericht op de praktijkvoorbeelden. In een drietal workshops kwamen een aantal bestaande EGTS-en aan de orde. Daarbij was er vooral aandacht voor hun bevindingen. Wat gaat er goed, maar vooral ook; wat kan er beter? Zo bleek bijvoorbeeld dat heel wat directoraten-generaal van de Europese Commissie niet weten wat een EGTS precies is. Dat kan tot problemen leiden wanneer een EGTS een aanbesteding wil uitvoeren. Deze vorm van grensoverschrijdende samenwerking moet namelijk nog worden ingepast in de aanbestedingsregelgeving en ook DG AGRI zoekt nog naar mogelijkheden om de EGTS aan haar beleid te linken. Tijdens de conferentie ontstond het idee om het EGTS concept in een informatiesessie toe te lichten aan de verschillende directoraten-generaal. Conclusie Aan het einde van de dag werd geconcludeerd dat de EGTS het beste instrument is voor multi level government. De nieuwe verordening moet zo snel mogelijk worden aangenomen om het instrument in de toekomst nog effectiever te maken, oprichtingsprocedures te vereenvoudigen en het toepassingsbereik te vergroten. Verder zullen regio's en EGTS-en nog veel aandacht moeten besteden aan de bewustmaking rond het instrument. Door: Paul Engelen, Huis van de Nederlandse Provincies, Brussel Meer informatie: Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS) Comité van de Regio's 3.8 Europese koepelorganisatie van lokale intermediaire besturen vraagt aandacht voor behoud intermediaire overheidsniveaus De Europese koepelorganisatie van lokale intermediaire besturen (Cepli, European Confederation of Local Intermediate Authorities) heeft op de 22ste sessie van het Congress of Local and Regional Authorities aandacht gevraagd voor het belang van behoud van de intermediaire overheidsniveaus in Europa. Mircea Cosma, Voorzitter van het district Prahova in Romenië verwees daarbij naar de initiatieven van het Comité van de Regio's in het kader van multilevel governance. Het Comité streeft daarbij naar een structurele betrokkenheid van lokale en regionale besturen in het wetgevend proces. Hij pleitte voor een goede verdeling van de bevoegdheden en een multilevel governance charter. De heer Cosma haalde ook twee artikels aan van het Europees Charter voor lokaal zelfbestuur van de Raad van Europa. Tot op vandaag is dit charter officieel bekrachtigd in 44 van de 47 landen. Meer specifiek gaat het over de artikel 4 (de draagwijdte van lokale autonomie) en artikel 5 (bescherming van de grenzen van de lokale overheid). Momenteel vinden in verschillende Europese landen administratieve hervormingen plaats die dreigen in te gaan tegen deze principes van het charter. De Europese koepelorganisatie van lokale intermediaire besturen meent dat ieder gebied uniek is en dat de intermediaire overheden een vitale rol spelen. Achtergrond Cepli telt op dit ogenblik 11 verenigingen uit 10 landen: ADF (Assemblée des Départements de France), VVP (Vereniging van Vlaamse Provincies), APW (Association des Provinces wallonnes), DLT (Deutscher Landkreistag), ANMRB (Nationale Vereniging van Bulgaarse gemeenten), MOOSZ (Nationale Federatie van Hongaarse territoriale en lokale gemeenschappen), UNCJR (Nationale Federatie van de Roemeens bovenlokale raden), FEMP (Spaanse Federatie van gemeenten en provincies), UPI (Unie van Italiaanse provincies), UPP (Unie van Poolse bovenlokale besturen), ENAE (Unie van Griekse prefectorale autoriteiten). Meer lezen: http://www.cepli.eu/inside.php?key=4f6c225998d23&version=fr http://www.coe.int/t/congress/newssearch/Default_en.asp?p=nwz&id=6948&lmLangue=1 Verwante berichten: http://www.vleva.eu/nieuws/koepelorganisatie-van-bovenlokale-besturen-cepli-wordt-vzw: Koepelorganisatie van bovenlokale besturen CEPLI wordt VZW Publicatiedatum: 30/03/2012 3.9 Drie nieuwe vlevaleden Op de Algemene Vergadering en Raad van Bestuur van vleva van vrijdag 20 april stond het lidmaatschap van drie nieuwe organisaties op de agenda: Vlaamse Ouderenraad, OVSG en Toerisme Vlaanderen. Als zij worden goedgekeurd, telt vleva dus 24 leden. 3.10 Vraag van de week: Rol Benelux-verdrag bij grensoverschrijdende samenwerking Vraag: Onze gemeente houdt zich bezig met grensoverschrijdende samenwerking (GROS). Nu hoorden we dat er onlangs een nieuw Benelux-verdrag in werking is getreden en dat dit Verdrag ook van invloed is op GROS Klopt dat? Antwoord: Ja, op 1 januari 2012 is het nieuwe Benelux-verdrag in werking getreden. Het Verdrag voorziet uitdrukkelijk in de mogelijkheid voor de Benelux-landen om samen te werken met andere Europese lidstaten of regionale samenwerkingsverbanden van die landen. Het uitbreiden van de grensoverschrijdende samenwerking is een van de hoofddoelstellingen van het nieuwe verdrag. Dit nieuwe verdrag werd op 17 juni 2008 ondertekend en doorliep daarna een ratificatieproces in de parlementen van de partnerlanden (België, Nederland en Luxemburg). Het Benelux-verdrag Het eerste Benelux-verdrag werd in 1958 ondertekend voor vijftig jaar. Omdat er noodzaak was tot vernieuwing is het nieuwe verdrag meer pragmatisch ingericht en beter afgestemd op de veranderende internationale en maatschappelijke context. De twee hoofddoelstellingen van het nieuwe verdrag zijn: de Benelux-samenwerking als proeftuin voor Europa voortzetten en de grensoverschrijdende samenwerking uitbreiden. De nieuwe Benelux-samenwerking richt zich op drie hoofdthema's: - 1 Interne markt en economische unie - 2 Duurzaamheid - 3 Justitie en binnenlandse zaken. Het gemeenschappelijk werkprogramma 2009-2012 (zie ook hierna) werkt op al deze hoofdthema's een aantal afspraken uit, bijvoorbeeld op het terrein van Ad 1) energiebeleid, veterinaire aangelegenheden, voedselveiligheid en dierenwelzijn, samenwerking in de grensgebieden, verkeer en vervoer en economische samenwerking Ad 2) ruimtelijke ordening, milieu en klimaat, natuur en landschapsbescherming, jeugdbeleid en maatschappelijke samenhang Ad 3) het Senningen-overleg (politiesamenwerking), drugsbestrijding, immigratie en visumaangelegenheden, verkeer en vervoer en bestijding van fiscale fraude. Wat is er veranderd? - De drie hoofdthema's worden uitgewerkt in een vierjarig gemeenschappelijk werkprogramma dat nadere invulling krijgt in jaarlijkse werkplannen van het Secretariaat-Generaal van de Benelux in Brussel. - Dit door het Benelux Comité van Ministers goedgekeurde gemeenschappelijk werkprogramma staat borg voor een sterkere politieke aansturing vanuit de drie landen. - In het nieuwe Verdrag is het aantal structuren verminderd en dus vereenvoudigd. Er blijven nog vijf Benelux-instellingen over namelijk het Benelux- Comité van Ministers, - Raad, - Parlement, Gerechtshof en - Secretariaat Generaal. - Het Verdrag voorziet uitdrukkelijk in de mogelijkheid voor de Benelux-landen om samen te werken met andere Europese lidstaten of regionale samenwerkingsverbanden van die landen. - De uitbreiding van de samenwerking naar meer terreinen dan louter het economische brengt met zich mee dat de officiële benaming van de Benelux verandert van Benelux Economische Unie in Benelux Unie. - Het nieuwe Verdrag is voor onbepaalde tijd gesloten. Elk land kan het Verdrag na een eerste periode van tien jaar opzeggen met een termijn van drie jaar. Meer informatie: Dossier Grensoverschrijdende samenwerking, Europa decentraal Website van de Benelux, waarop onder meer het gemeenschappelijk werkprogramma 3.11 "Europa in beweging" brochures De meeste onderwerpen uit deze lijst worden in deze "Europa in beweging" brochures besproken. Elke brochure beslaat ongeveer 24 pagina's, bevat veel illustraties en geeft u uitleg over het beleid of de activiteitsgebieden van de Europese Unie. Er zijn ook algemenere brochures beschikbaar over de EU en haar werking. Door op een onderwerp te klikken krijgt u de lijst van de beschikbare brochures te zien. Er zijn ook links naar andere EU-websites met informatie over dat onderwerp. Lijst van onderwerpen Audiovisueel beleid Begroting Buitenlands en veiligheidsbeleid Buitenlandse betrekkingen Buitenlandse handel Consumentenbeleid Cultuur Douanebeleid Economisch en monetair beleid Energie Fiscaliteit Justitie en binnenlandse zaken Landbouw Mededinging Mensenrechten Milieu Ondernemingen Onderwijs, Opleiding, Jeugdzaken Onderzoek en innovatie Ontwikkeling Regionaal beleid Uitbreiding Fraude Humanitaire hulp Informatiemaatschappij Institutionele aangelegenheden Vervoer Visserij Voedselveiligheid Volksgezondheid Interne markt Werkgelegenheid en sociaal beleid 3.12 Publicatie provincies http://www.vlaams-brabant.be/over-de-provincie/europa-in-vlaamsbrabant/ http://www.oost-vlaanderen.be/public/economie_landbouw/internationale_relaties/index.cfm http://www.west-vlaanderen.be/provincie/gebiedenbeleid/Pages/default.aspx http://www.limburg.be/eCache/15261/europa-Nieuws.html http://www.provant.be/bestuur/internationaal/ 3.13 Europa Direct In de kijker : SpEUrnEUs 2012 Laat je leerlingen los op SpEUrnEUS en ontdek Europa. Vier weken lang leert de Europese President Herman Van Rompuy leerlingen uit de derde graad van het basisonderwijs, in een online omgeving spelenderwijs waar Europa voor staat. Behaalt je klas de beste score van de hele provincie ? SpEUrnEUs 2012 schoot uit de startblokken op zondag 26 februari 2012. SpEUrnEUs is een creatie van Ryckevelde vzw, in opdracht van de Vlaamse Europe Directs. SpEUrnEUs 2012[PDF] (pdf - 409kB). De winnaars zijn bekend sinds 25 maart: West-Vlaanderen: klas L6 VBS de Tandem uit Roksem Limburg: klas 5A De Zandkorrel uit Hechtel Antwerpen: klas 5e leerjaar, VBS Sint-Mariaburg uit Ekeren Oost-Vlaanderen: klas SM 4.5.6 afd.Sint-Margriete uit Sint-Margriete Vlaams-Brabant: klas 5C VBS Sint-Jozef uit Tienen www.speurneus-webquest.be Vier feest met Europa! Dit jaar maken de ambtenaren van de Europese instellingen in Brussel voor de twintigste keer op rij weer plaats voor het grote publiek op zaterdag 12 mei 2012. De Europese instellingen in Brussel zetten die dag hun deuren open voor elke nieuwsgierige Europeaan tijdens het "Feest van Europa". Maak kennis met de Europese Commissie, het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad van de Europese Unie, want zij bepalen voor een stuk ook uw leven. De hele dag door zijn er rondleidingen in de gebouwen, info- en eetstandjes in de straten, muziekoptredens en kinderanimatie en doorkruisen toeristentreintjes het Europese feestdorp. Heeft u vragen over projecten gefinancierd met Europees geld? Of bent u geïnteresseerd in een job bij de Europese instellingen? Het feest van Europa op 12 mei is de gelegenheid bij uitstek om zich te informeren over het reilen en zeilen van de Europese Unie. Elke geïnteresseerde burger is die dag van harte welkom in de Europese wijk in Brussel tussen 10u en 18u. Meer informatie op http://feestvaneuropa.europa.eu . Met Europa Direct Oost-Vlaanderen naar het Europees Parlement! Op zaterdag 12 mei 2012 zetten de Europese instellingen hun deuren open voor het grote publiek en samen met het Informatiepunt Europa Direct kan je de verschillende instellingen bezoeken. De hele dag kan je workshops en debatten volgen. Het centraal thema is Europees Jaar van actief ouder worden en solidariteit tussen generaties. Je kan een wandeling maken door de Europese wijk of gebruik maken van het gratis pendelbusje om ook de andere Europese Instellingen te bezoeken (Commissie, Raad, Economisch & Sociaal Comité, Comité van de Regio's). Deelname is gratis. Inschrijven kan aan de balie van Informatiepunt Europa Direct, telefonisch, per fax of per e-mail ten laatste op vrijdag 27 april 2012, tenzij de bus al eerder volgeboekt is. Je ontvangt een bevestiging van je inschrijving per e-mail. Wedstrijd Naar aanleiding van de "Dag van Europa" die traditioneel op 9 mei gevierd wordt, organiseert Europe Direct Limburg een VIP bezoek aan het Europees Parlement in Brussel. Op het programma staat een begeleid bezoek aan het Europees Parlement, een ontmoeting met de Limburgse europarlementsleden Ivo Belet en Frieda Brepoels en een interactieve rondleiding in het nieuwe Parlamentarium. 24 x 2 personen krijgen de kans om op 16 mei 2012 met de bus mee te gaan naar Brussel. Alle geïnteresseerde Limburgers kunnen een wedstrijdvraag beantwoorden die op 9 mei gepubliceerd wordt in "De Nieuwe Limburger". De winnaars worden persoonlijk verwittigd. Europasessies voor de derde graad secundair onderwijs Europe Direct Vlaams-Brabant organiseert opnieuw gratis informatiesessies over de Europese Unie voor secundaire scholen in Vlaams-Brabant. Tijdens deze sessies legt een vormingsmedewerker gedurende een halve dag op een boeiende en heldere wijze het ontstaan en belang van de Europese Unie uit. Deze sessies vinden plaats van 23 tot en met 27 april 2012 in het provinciehuis in Leuven. De inschrijvingen zijn intussen afgelopen. Leerkrachten die graag meer informatie wensen over deze sessies, mogen altijd contact opnemen met Europe Direct Vlaams-Brabant via [email protected] Workshop "Hoe moet ik een subsidieaanvraag invullen voor het programma 'Europa voor de burger'?" Europe Direct Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen organiseren in samenwerking met het Europa voor de Burger-Contactpunt Vlaanderen op dinsdag 8 mei 2012 een workshop over het invullen van een subsidieaanvraag voor een project binnen het Europese subsidieprogramma "Europa voor de burger". De workshop is gericht naar steden, gemeenten of maatschappelijke organisaties die van plan zijn om een subsidieaanvraag in te dienen voor de deadlines in 2012 (1 juni 2012 of 1 september 2012). Het volledige aanvraagformulier wordt stapsgewijs overlopen, de deelnemers kunnen concrete vragen over hun projectvoorstel stellen en er is ruimte voor kennisuitwisseling. Broodjes worden voorzien. Deelname aan deze workshop is gratis, maar inschrijven noodzakelijk uiterlijk dinsdag 1 mei 2012 via http://www.cjsm.vlaanderen.be/ecp/evenementen/workshop20120508/ . Hoe goed kent u het platteland van Europa? Op zondag 13 mei 2012 wordt het begijnhof van Diest vanaf 11 uur omgetoverd tot een culinaire markt om de 'Dag van de Aardbei' te vieren, een organisatie van de dienst landbouw van de provincie Vlaams-Brabant. Tal van feestelijke activiteiten voor jong en oud staan die dag op het programma om de streekproducten van Vlaams-Brabant in te promoten. Dit is ook het perfecte moment om uw parate kennis over het Europese landbouwbeleid te testen dat dit jaar zijn vijftigste verjaardag viert. Aan de stand van Europe Direct Vlaams-Brabant kan u een quiz kunnen invullen met een aantal eenvoudige vraagjes over het platteland en de landbouwproducten in Vlaams-Brabant. Alle deelnemers ontvangen een leuk gadget. De drie hoofdwinnaars krijgen een "Picknick-een-hoeve"arrangement aangeboden. Dag van Europa – 9 mei 2012 – ‘De crisis in Europa’ (Marc De Vos) – Europa Direct Marc De Vos, hoogleraar arbeidsrecht aan de universiteit van Gent en algemeen directeur van het Brusselse Itinera Institute, legt uit hoe ons tijdsgewricht het toneel is van diverse samenvallende crisissen en hoe we het licht aan het einde van de tunnel kunnen bereiken. Hij bespreekt o.a. de financiële crisis, de eurocrisis en de vergrijzing. Schrijf je in en kom op 9 mei 2012 om 19.00 uur naar Europa Direct Antwerpen. Comeniusprojecten in het onderwijs – 29 mei 2012 – Europa Direct Europa Direct Antwerpen, Ryckevelde vzw, Alden Biesen en EPOS vzw informeren graag alle scholen uit de provincie Antwerpen met interesse in een Comeniusproject. Geef je les in het kleuter, basis of secundair onderwijs? Heb je interesse met een samenwerking/uitwisseling over de landsgrenzen heen? Ken je leerkrachten of directieleden van scholen? Schrijf je in en krijg inspiratie voor je ideeën in Europa Direct op 29 mei van 10.30 tot 15.00 uur. Wegwijs naar Europese steun voor de social profitsector – 26 juni 2012 – Europa Direct Europa Direct Antwerpen, Kenniscentrum Sociaal Europa en Vleva informeren graag alle verenigingen en organisaties uit de socio-economische, socio-culturele en welzijnssector over hun Europese steunmogelijkheden. Aan de hand van een overzicht van de Europese subsidieprogramma’s en getuigenissen over succesvolle projecten geraak je meer thuis in deze soms ondoorzichtige materie. Schrijf je in en kom op 26 juni naar Europa Direct van 10.30 tot 15.00 uur. 4 Economie (EU en Vlaams) 4.1 Persberichten van de Vlaamse overheid Op voorstel van minister-president Kris Peeters Het Brownfieldconvenantendecreet wil investeerders en projectontwikkelaars aanzetten tot de herontwikkeling van braakliggende of onderbenutte terreinen, de zogenaamde 'Brownfields'. Door het decreet kunnen deze actoren een convenant sluiten met de Vlaamse Regering, en zo recht krijgen op een aantal incentives en faciliterende maatregelen. In dit kader keurt de Vlaamse Regering de volgende Brownfieldconvenanten definitief goed: Wevelgem - De Posthoorn; Rieme Kuhlmannkaai; Lummen - Linkhoutstraat; Roeselare - Immo Verbrugge; Turnhout - Stationsomgeving en Kortrijk - Blekerij en Weide. Op voorstel van minister-president Kris Peeters Het sleutelproject 'Naar een geïntegreerde benadering van ondernemers' moet ervoor zorgen dat ondernemers en bedrijven een helder en duidelijk beeld krijgen van waar ze voor welke dienstverlening bij de Vlaamse overheid terecht kunnen, zodat ze geen kostbare tijd verliezen. Daarnaast moet het project ook zorgen voor eenduidige informatie- en communicatiestromen vanuit de overheid richting ondernemer. In dit kader is een studieopdracht uitgeschreven om een strategische visie en stappenplan te ontwikkelen. Op basis hiervan keurt de Vlaamse Regering nu de conceptnota en de daarin voorgestelde principes en grondslagen hierover goed. De bevoegde minister voor economie zal een concreet voorstel tot implementatie voorleggen voor het zomerreces. Op voorstel van viceminister-president Ingrid Lieten De Vlaamse Regering hecht haar goedkeuring aan de voordracht van Ann Overmeire via POM- WestVlaanderen, Henny De Baetsvia OVAM, Ronny Belmans via nv Energyville en Paul Vanvuchelen via Aperam nv als bijkomende leden in de Raad van Bestuur van vzw I-Cleantech Vlaanderen - Innovatie in Cleantech. Op 1 maart 2012 keurde de Herculesstichting, het Vlaams financieringsagentschap voor onderzoeksinfrastructuur, 44 aanvragen goed voor een totaal bedrag van meer dan 25 miljoen euro. De Herculesstichting is een agentschap dat in 2007 door de Vlaamse overheid werd opgericht. De stichting financiert middelzware en zware infrastructuur voor fundamenteel en strategisch basisonderzoek in alle wetenschappelijke disciplines. Onderzoeksinfrastructuur omvat immers meer dan fysieke apparaten. Onderzoeksinfrastructuur kan ook gaan over natuurlijke habitats zoals ‘schorren en slikken’ of over collecties zoals een verzameling manuscripten waarop men onderzoek doet en over databanken waarbij bijvoorbeeld de resultaten van ruime bevragingen bij de bevolking worden bijgehouden. Ingrid LIETEN: “Ik vind het belangrijk dat Vlaamse onderzoekers toegang hebben tot state-of-theart infrastructuur, waarmee ze onderzoek kunnen doen naar maatschappelijk relevante uitdagingen. De projecten rond zware infrastructuur zetten in het bijzonder in op twee van deze uitdagingen: gezondheidszorg en groene energie. Vanuit de overheid zorgen we er voor dat er voldoende middelen beschikbaar zijn om te investeren in onderzoeksinfrastructuur.” Bart De Moor, voorzitter Herculesstichting: “Onderzoeksinfrastructuur bepaalt in sterke mate de innovatieve capaciteit van de economie. Met deze investering beschikken de Vlaamse universiteiten en hogescholen over een performante uitrusting die hen toelaat onderzoek te verrichten op internationaal competitief niveau.” Derde oproep voor onderzoeksinfrastructuur De derde oproep voor (middel)zware onderzoeksinfrastructuur was een gecombineerde oproep die de middelen van 2011 en 2012 groepeerde. In totaal was voor deze oproep 25 miljoen euro beschikbaar. Er werden 40 aanvragen voor middelzware infrastructuur geselecteerd en er werden vier aanvragen voor zware infrastructuur goedgekeurd. Volgende vier projecten voor zware infrastructuur: • ‘PolyLine: A Smart Energy Chain Testing Infrastructure’ is een samenwerking tussen KULeuven en Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) PolyLine is een zeer flexibele test infrastructuur die de hele, voor slimme steden relevante, elektrische energieketen omvat. Via deze infrastructuur kunnen zowel reëel in het net voorkomende als hypothetische situaties worden gereproduceerd, alsook de interactie met slimme netcomponenten worden bestudeerd. Deze infrastructuur wordt geplaatst bij Energyville in Genk. • Infrastructuur om o.m. neurodegeneratieve ziekten zoals epilepsie te detecteren. Dit is een project van UZ Leuven i.s.m. Philips Medical Systems. • Het project ‘PACBIO’ voorziet gevorderde infrastructuur voor moleculaire biologie en biotechnologie en is ook bruikbaar voor geneeskundige toepassingen. Het is een project van KULeuven in samenwerking met het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. • Het project ‘HELICOM voorziet infrastructuur voor de ontwikkeling van nanotechnologie toepassingen. Dit project is een samenwerking tussen KULeuven, UGent en IMEC. Van alle goedgekeurde projecten zijn een 17-tal in een samenwerkingsverband met andere universiteiten of hogescholen en zeven aanvragen betrekken ook de industrie. Hiermee wordt dus, naast de uitbouw van excellente onderzoeksinfrastructuur, ook de structurele samenwerking tussen Vlaamse kennisinstellingen en het Vlaams bedrijfsleven verder uitgebouwd. Persinfo Herculesstichting: Marc Luwel, gsm 0478 88 71 02 Voor meer persinformatie kunt u terecht bij: Lot Wildemeersch , Woordvoerster van viceminister-president Ingrid Lieten Tel: 02 552 70 00 Gsm: 0477 81 01 76 E-mail: [email protected] 4.2 Know how Europese Commissie komt met hervormingsplan staatssteunregels Dit voorjaar presenteert Eurocommissaris Almunia een plan voor hervorming van de staatssteunregels. De nieuwe staatssteunregels zijn ook van belang voor decentrale overheden. Het is de bedoeling dat de belangrijkste wijzigingen eind 2013 in werking treden. Veranderingen in staatssteunregels Onlangs gaf de Eurocommissaris voor mededinging aan dat in zijn plan de volgende regels worden herzien: - de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen; - de richtsnoeren milieusteun; - de richtsnoeren risicokapitaal; - de kaderregeling voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I). Om de behandeling van zaken bij de Commissie sneller en makkelijker te maken, worden zowel de Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) als de De-minimisverordening gewijzigd. Ook de procedureverordening wordt gewijzigd, specifiek op het gebied van klachtenbehandeling. Daarnaast wordt volgens het plan beter uitgelegd wat staatssteun precies inhoudt. Het doel hiervan is dat alle overheden weten wat de grenzen zijn van de regels en procedures van de Europese Commissie. Rapport Europese Rekenkamer Het bericht van Almunia valt samen met een rapport van de Europese Rekenkamer over hoe effectief de procedures van de Commissie op het gebied van staatssteun zijn. In december 2011 heeft de Europese Rekenkamer (ERK) een verslag gepubliceerd over de staatssteunprocedures van de Commissie. Doel was om het effectief beheer van de Commissie op het gebied van staatssteuncontroles te toetsen. De Rekenkamer constateerde dat: - de Commissie zich heeft ingespannen om te waarborgen dat alle relevante staatssteunzaken in behandeling worden genomen, maar dat haar toezicht niet garandeert dat alle gevallen van steun worden onderzocht; - de procedures voor aangemelde staatssteun veel tijd in beslag nemen; - het nog steeds lang duurt voordat klachten zijn afgehandeld en dat de procedure niet transparant is; - de Commissie geen uitgebreide evaluatie verricht van de gevolgen van haar staatssteuncontroles; - de Commissie op het gebied van staatssteun alert op de financiële crisis heeft gereageerd. Door: Anne Toeters, Kenniscentrum Europa decentraal. Bron: Persbericht Europese Commissie en persbericht Europese Rekenkamer. Meer informatie: Toespraak Joaquín Almunia. Persbericht ERK. Relevante wet- en regelgeving: - Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 - Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming - Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen - Kaderregeling voor O&O&I Vraag van de week: Mag een DAEB-uitvoerder in de OV-sector een redelijke winst ontvangen? Een vervoeder uit onze provincie wil voor het verrichten van een openbare dienstverplichting onder de PSO-verordening een kleine winstmarge doorberekenen in de kosten. Kan de vervoerder dit doen zonder dat hier sprake is van verbodenstaatssteun? Ja, dat mag. De onderneming die de openbare dienstverplichting uitvoert op basis van het Altmarkarrest en de Public Service Obligations (PSO)- verordening mag een redelijke winstmarge ontvangen. De PSO - Verordening bepaalt dat steunmaatregelen toelaatbaar zijn indien er sprake is van vergoedingen voor openbare-dienstverplichtingen. Onder een redelijke winst wordt begrepen 'een vergoeding op het kapitaal waarmee het risico voor de onderneming of het ontbreken daarvan door het optreden van de staat, met name wanneer deze laatste uitsluitende of bijzondere rechten toekent'. Die redelijke winst mag niet hoger zijn dan het gemiddelde percentage in de betrokken sector tijdens de laatste jaren. De nieuwe Mededeling over DAEB en staatssteun gaat nader in op het begrip 'redelijke winst'. Openbare dienstverplichtingen in het openbaar vervoer Op het openbaar vervoer is een specifiek staatssteunregime van toepassing dat te vinden is in artikel 93 VWEU. Steunmaatregelen voor openbaar vervoer zijn toelaatbaar indien zij 'beantwoorden aan de behoeften van de coördinatie van het vervoer' of indien zij overeenkomen met de vergoedingen voor openbare dienstverplichtingen. Het uitvoeren van openbaar vervoersdiensten kan gezien worden als een dienst van algemeen economisch belang (DAEB) op basis van de artikelen 93 en 106 lid 2 VWEU. In dat geval moet er sprake zijn van onrendabele vervoerstrajecten. Het uitvoeren van een DAEB in de openbare vervoersector valt onder de sectorale regels van de Public Service Obligations (PSO)- verordening. Naar aanleiding van de arresten Altmark (C-280/00, 24 juli 2003), Combus (T 157/01, 16 maart 2003) en Antrop (C-504/2007, 7 mei 2009) blijkt dat compensatie voor een dergelijke openbaredienstverplichting geen staatssteun is, als voldaan wordt aan alle Altmark-criteria en zolang het commerciële risico van een eventuele verandering in de passagiersaantallen niet bij de overheid ligt. Als de compensaties aan de voorwaarden van de PSO-Verordening voldoen, is deze vrijgesteld van melding. Geen overcompensatie: een redelijk winst is wel toegestaan De PSO-verordening bepaalt dat openbare dienstverplichtingen in het openbaar vervoer, berekend dienen te worden op basis van de nettokosten van de kosten die openbare dienstverplichtingen met zich meebrengen. Hierbij wordt rekening gehouden met de ontvangsten en met een redelijke winst die uit de nakoming van de openbare dienstverplichtingen voortvloeit. Indien de subsidie het bedrag niet overschrijdt dat nodig is om het netto-financiële effect op de kosten en inkomsten te dekken, inclusief de redelijke winstmarge, is hier sprake van toelaatbare compensatie conform de PSOverordening en is er geen sprake van ongeoorloofde staatssteun. Nieuwe Mededeling over DAEB en staatssteun De PSO-Verordening valt niet onder het nieuwe regelgevingspakket over DAEB en staatssteun van december 2011 Wel is de nieuwe Mededeling over DAEB en staatssteun interessant omdat in deze mededeling DAEB-begrippen duidelijk door de Commissie worden uitgelegd. De Commissie gaat in deze mededeling ook nader in op het begrip 'redelijke winst'. Onder een redelijke winst moet worden verstaan een rendement op kapitaal dat zou worden verlangd door een gemiddelde onderneming die onderzoekt of zij de dienst van algemeen economisch belang moet verrichten voor de hele duur van de periode waarvoor de onderneming met het beheer van de dienst van algemeen economisch belang wordt belast, rekening houdende met de omvang van het risico voor de onderneming. Het percentage dient zoveel mogelijk te worden bepaald ten opzichte van het rendement op kapitaal dat wordt behaald voor vergelijkbare soorten openbare dienstcontracten in concurrerende omstandigheden. Gedacht kan worden aan contracten die worden gegund op basis van een aanbesteding. Door: Maarten Aalbers, Kenniscentrum Europa decentraal Meer informatie: Dossier vervoer en aanbestedingen Dossier vervoer en staatssteun Dossier Vervoer en Diensten van Algemeen Economisch Belang Horizon2020, stand van zaken van de eerste hoorzitting in het ITRE comité van het Europees Parlement In het Europees Parlement vond op 20 maart 2012 in het ITRE Comité een hoorzitting plaats rond Horizon 2020. Horizon 2020 zal een belangrijk instrument zijn voor de implementatie van het vlaggenschipinitiatief Innovatie Unie en de overige doelstellingen van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei en banen. In Horizon 2020 worden het kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling (voormalig KP7), het EIT en de innovatie gerelateerde onderdelen uit het Concurrentiekracht en Innovatieprogramma (CIP) samengevoegd tot één programma voor de financiering van onderzoek en innovatie, van grensverleggend onderzoek tot toepassing in de markt. Horizon 2020 zal zich richten op drie prioriteiten: 1) Excellente Wetenschap, 2) Industrieel Leiderschap en 3) Maatschappelijke Uitdagingen. Voor het werk rond het EP rapport van Horizon2020 kan U in dit bericht documenten terugvinden zoals de speech van Commissaris Máire Geoghegan-Quinn en het verslag van de 4 panels rond excellente wetenschap, maatschappelijke uitdagingen, industrieel leiderschap en deelname prioriteiten. Meer lezen: http://www.vleva.be/nieuws/horizon2020-stand-van-zaken-van-de-eerstehoorzitting-het-itre-comite-van-het-europees-parlem Innovatiepartnerschappen: nieuwe voorstellen op het gebied van grondstoffen, landbouw en gezond ouder worden moeten het Europees concurrentievermogen aanwakkeren De Europese Innovatiepartnerschappen (EIP's) zijn ingevoerd in kader van het Europa 2020vlaggenschipinitiatief voor de Innovatie Unie. Het Europees onderzoeks- en innovatielandschap kampt met een aantal problemen die de ontwikkeling en marktintroductie van goede ideeën in de weg staan of vertragen: te weinig investeringen, achterhaalde regelgeving, het ontbreken van normen of de versnippering van de markt. De EIP's moeten die problemen aanpakken. Elk partnerschap wordt geleid door een stuurgroep onder het voorzitterschap van de bevoegde Europese commissaris(sen). Zij worden bijgestaan door vertegenwoordigers van de lidstaten (ministers), parlementsleden, bedrijfsleiders, onderzoekers, het maatschappelijk middenveld en andere belangrijke actoren. EIP's onderzoeken wat moet worden gedaan om de knelpunten weg te werken – van de verdere ontwikkeling van technologieën tot het creëren van de juiste randvoorwaarden en het stimuleren van de vraag – en stroomlijnen de inspanningen van de publieke en private sector. De EIP's treden niet in de plaats van subsidieprogramma's of regelgevende procedures, maar fungeren als gemeenschappelijk samenwerkingsplatform. Meer lezen: http://www.vleva.be/nieuws/innovatiepartnerschappen-nieuwe-voorstellen-op-hetgebied-van-grondstoffen-landbouw-en-gezond Europees Innovatiepartnerschap voor actief en gezond ouder worden Een van de grootste uitdagingen waar Europa vandaag mee geconfronteerd wordt, is de vergrijzing. Het aantal Europese burgers boven de 65 jaar zal de volgende 50 jaar verdubbelen, van 87 miljoen in 2010 tot 148 miljoen in 2060 . De vergrijzing is een uitdaging voor de Europese sociale en zorgsystemen, maar ook een kans om deze systemen te hervormen en kansen te creëren voor patiënten, de gezondheidszorg en innoverende bedrijven. Het Europees Innovatiepartnerschap voor Actief en gezond ouder moet op deze uitdagingen een antwoord bieden. In november 2011 heeft het een strategisch implementatieplan (SIP) opgesteld met prioritaire werkterreinen en specifieke acties voor de overheid, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. Meer lezen: http://www.vleva.be/nieuws/europees-innovatiepartnerschap-voor-actief-engezond-ouder-worden Serv pleit voor integrale aanpak ruimtelijke economie 17/02/2012 Het decreet ruimtelijke economie wil een duurzaam en geïntegreerd economisch locatiebeleid mogelijk maken. De SERV waardeert de ruime consultatie in een vroege fase. De SERV vraagt het partnerschapsmodel te verankeren in het decreet. Zo ontstaat een betere afstemming tussen de domeinen economie en ruimtelijke ordening. Lees meer Datum Referentie 26.04.2012 [email protected]