Beginvel op Blanco

advertisement
ons middelbaar onderwijs
ONDERHANDELAARSAKKOORD CAO-OMO 2004-2005
In het licht van het bepaalde in de artikelen 1.2.2 en 1.2.7 van de CAOVO 2003-2005 wordt een CAO voor Ons Middelbaar Onderwijs
overeengekomen met de volgende inhoud
pag. 1 van 4
1.
Algemeen

De CAO-OMO, zoals die luidt op 31 juli 2004 wordt verlengd tot
1 augustus 2005 behoudens de onderstaande wijzigingen, en treedt
daarmee in de plaats van de bepalingen van de CAO-VO 20032005 met uitzondering van artikel 1.2.

De bepalingen van de hoofdstukken D, E en F zijn niet van
toepassing voor werknemers die geplaatst zijn in een van de
functies van eindverantwoordelijk schoolleider. Op individuele basis
zullen vervangende arbeidsvoorwaarden worden vastgesteld, waartoe
een kader zal worden vastgesteld. Alvorens het kader vast te
stellen zal de Raad van Bestuur het kader ter kennis brengen van
de centrales, die in de gelegenheid zullen worden gesteld daarop te
reageren en die reactie te bespreken met de Raad van Bestuur.

De Raad van Bestuur heeft eerder besloten en bekend gemaakt
een aantal in de CAO en de bijlagen opgenomen bedragen feitelijk
te actualiseren. Deze nieuwe bedragen zullen in de CAO-tekst
worden opgenomen.

Waar nodig zullen de teksten van de CAO-OMO worden
geactualiseerd en gecorrigeerd.

Lid 5 van artikel B1 wordt zodanig gewijzigd dat een proeftijd ook
kan worden overeengekomen voor docenten indien de grond voor de
tijdelijkheid van de arbeidsovereenkomst wordt gevormd door de
eerste in diensttreding en de werknemer ook niet beschikt over een
wettelijke onderwijsbevoegdheid.

Verzoeken tot aanpassing van de arbeidsduur op grond van de
WAA kunnen eenmaal per schooljaar worden gedaan.

De bezwarenprocedure functiewaardering wordt aangepast in die zin
dat de Raad van Bestuur het bezwaar ook aanstonds –zonder
advies van de bezwarencommissie- kan honoreren.

De artikelen F1 lid 1 en F10 vervallen.
2.
Salaris

De toepassing van artikel C2 lid 5 wordt verruimd tot werknemers
die overgaan van een OOP-functie naar een OP-functie, in
samenhang waarmee het laatste zinsdeel van artikel C4 lid 2
vervalt.
ons middelbaar onderwijs





pag. 2 van 4
In artikel C 3 lid 2 wordt toegevoegd dat toepassing alleen aan de
orde is indien de periode van niet-werkzaamheid onmiddellijk
voorafgaat aan de datum van indiensttreding.
Het bedrag genoemd in lid 5 van artikel C5 (de eindeschooljaaruitkering) wordt verhoogd tot € 500.
De BHV-toelage ex artikel C7 wordt verhoogd tot € 15.
De artikelen C15 en C17 lid 2 vervallen.
Op verzoek van de werknemer die lid is van een van de
vakorganisaties die partij zijn bij deze cao, worden de kosten van
het lidmaatschap van de vakbond vergoed over de kalenderjaren
2004 en 2005, zulks met in acht neming van de fiscale
voorschriften en over de periode dat de werknemer bij de werkgever
in dienst is. Aan de werknemers die op 1 augustus 2004 in dienst
zijn en geen vergoeding van de contributie van de vakorganisatie
wensen te ontvangen wordt in augustus 2004 in verband met de
resultaten van de organisatie een eenmalige uitkering toegekend van
12% van het maandsalaris op 1 augustus 2004.
3.
Werkverdelingsbeleid

In de CAO wordt een verwijzing naar het stappenplan
werkverdelingsbeleid opgenomen.

Aan artikel E4 wordt een bepaling toegevoegd op grond waarvan
op onderwijskundige gronden in het DGO kan worden besloten voor
een school artikel E4 buiten werking te stellen en te vervangen
door een tijd- en plaatsgebonden weektaak van maximaal 37 uur
gedurende maximaal 40 weken. De resterende tijd is in dat geval
beschikbaar voor deskundigheidsbevordering.

Het percentage genoemd in artikel E4 lid 5 onder f (tijd voor
begeleiding voor zij-instromers) wordt verhoogd tot 10% van de
jaartaak.
4.
Werktijden, vakantie en verlof

Het bepaalde in artikel E3 lid 7 wordt verruimd in die zin dat het
maximum van 5 keer mag worden overschreden, voorzover elke
keer dat de maximale inzetbaarheid wordt overschreden, wordt
gecompenseerd door een onderschrijding van de maximale
inzetbaarheid in een andere schoolweek. Het moment waarop de
compensatie zal plaatsvinden, wordt in overleg tussen werkgever en
werknemer bepaald.

Voor OOP’ers voor wie het werkverdelingsbeleid van toepassing is
( instructeur, studiehuisbegeleider, toa,
(coördinerend)onderwijsassistent, orthopedagoog, logopedist,
maatschappelijk werker, coördinator leerlingenzorg) geldt een
ons middelbaar onderwijs


gemiddelde werkweek van 41,5 klokuren gedurende 40 schoolweken,
met als uitgangspunt dat een deel van de deskundigheidsbevordering
niet tijd- en plaatsgebonden behoeft te worden uitgevoerd.
Artikel E9 lid 3 vervalt, met dien verstande dat bestaande situaties
voor de overeengekomen duur worden gecontinueerd.
Er zal aan hoofdstuk F een artikel worden toegevoegd dat bepaalt
dat met OOP’ers structureel werkoverleg zal worden gevoerd.
Tevens zal aan artikel F4 worden toegevoegd dat in het
functioneringsgesprek de taakbelasting moet worden besproken.
5.
Seniorenbeleid

De omvang van de OSR na het bereiken van de spilleeftijd zoals
geregeld in lid 8 van artikel F8 wordt verhoogd tot 20% van de
jaartaak voor elk volledig schooljaar, waarin de werknemer werkt,
voor de werknemers die op 1 augustus 2002 56 jaar of ouder
waren.

De werknemers die geen gebruik hebben gemaakt van het
overgangsrecht BAPO, kunnen de OSR na de spilleeftijd FPU van
10% verhogen tot maximaal 20% door ophoging met de nietgeëffectueerde OSR uit de rugzak.
6.
Overige
 De regeling verplaatsingskostenvergoeding wordt zodanig gewijzigd dat
recht op verhuiskostenvergoeding bestaat indien de werknemer
verhuist naar een woning die is gelegen binnen een reisafstand van
10 kilometer van de plaats van tewerkstelling, gerekend volgens de
kortste route volgens de ANWB-routeplanner en de reisafstand met
meer dan 15 kilometer is bekort. De leden 5 en 6 van artikel 4
van de regeling verplaatsingskostenvergoeding worden geschrapt.
 De reiskostenvergoedingen voor dienstreizen met de eigen auto van
28 en 20 cent per kilometer worden verhoogd tot 31 en 24 cent.
 Aan artikel L2 zal worden toegevoegd dat de faciliteiten voor de
PMR minimaal € 25.000 per schooljaar bedragen.
Aldus overeengekomen op 14 april 2004 te Tilburg,
Raad van Bestuur OMO
Drs. R.H.A.M. Kraakman
Krist
pag. 3 van 4
ACOP
A.
ons middelbaar onderwijs
pag. 4 van 4
CMHF
CCOOP
M. Vrijhoef
J. Krijt
Download