Impressie bijeenkomst christenen-moslims in Nieuwegein, 11-1-2017 Soms lijkt iets helemaal niet mogelijk, en dan ineens gebeurt er iets, waardoor een lang gekoesterde wens alsnog in vervulling gaat. Ik maakte dat onlangs mee hier in Nieuwegein. Al jaren probeert een delegatie van de christelijke kerken contact te krijgen met het bestuur van de Marokkaanse moskee aan de Prof. Dr. Hesselaan. Tot nu toe was er alleen af ten toe een rondleiding mogelijk. Voor inhoudelijk contact voelde men zich overvraagd. Het was al geweldig dat het gelukt was om zelf, zonder donaties uit het Midden Oosten, genoeg geld bij elkaar te krijgen om een fatsoenlijk gebedshuis te bouwen. Er kon nu tenminste in een passend gebouw worden gebeden. Ook wordt er aan huiswerkbegeleiding gedaan en aan Arabische les en Koranles. Maar er is geen eigen website en de contacten naar buiten zijn schaars. Er kwam een verandering toen Syrische moslims regelmatig kwamen bidden in de moskee, met name tijdens het vrijdaggebed. De meesten van de erkende vluchtelingen uit Syrië zijn moslims, al zijn er ook christenen bij. Zowel met christelijke als islamitische vluchtelingen hebben de kerken wel contact gekregen. Dat was makkelijker omdat ze in het begin allemaal bij elkaar in een oud verzorgingstehuis waren gehuisvest. Wat bleek? In Syrië waren ze gewend geweest dat christenen en moslims als buren en vrienden meeleefden met elkaars grote feesten. Niet alleen bruiloften en zo, maar ook Kerstmis en Pasen en het Slachtfeest en het Suikerfeest. Die goede gewoonte wilden de Syriërs in Nederland vasthouden. Daarom waren er ook Syrische christenen en moslims in de kerstnachtdienst in de Nicolaaskerk in december 2015. Zo ontstond er een contactgroep vanuit verschillende kerken met Syrische moslims en christenen. We organiseerden diverse geslaagde ontmoetingen om elkaar beter te leren kennen. En met een van de Syrische moslims, Ahmad Alaji, zocht ik dus contact met de moskee. Ahmad wist de Marokkaanse bestuurders te overtuigen dat een dialoogavond de contacten tussen christenen en moslims zou kunnen versterken en meer diepgang zou kunnen geven. Zo waren er op 11 januari in de moskee ongeveer 75 Nieuwegeiners bij elkaar. De meesten christenen van diverse kerken, de anderen christenen en moslims uit Syrië en Marokko. Het thema dat ons samenbracht was de geboorte van Jezus. Het was tenslotte net Kerstmis geweest. Ook in de Koran staan er verhalen over de ontmoeting van de engel Gabriël met Maria, over Johannes de Doper en zijn ouders en over de komst van Jezus als Messias en als het vleesgeworden woord van God. In de Koran is er veel respect voor Jezus en Maria. Een moslim die niet gelooft dat Jezus een groot profeet is, is geen goede moslim. Alleen geloven moslims niet dat Jezus aan het kruis gestorven is. En ze denken dat Jezus de komst van Mohammed heeft aangekondigd, als de laatste profeet. Wel delen ze met de christenen de overtuiging dat Jezus op het einde der tijden terug zal komen om te oordelen over levenden en doden. Over de verhalen in Bijbel en Koran werden inleidingen gehouden, die met aandacht werden beluisterd. Daarna volgde een gesprek in de grote gebedsruimte boven in het gebouw. We spraken niet alleen met elkaar over de geboorte van Jezus in Bijbel en Koran. Er was een heel open sfeer, waarin alles gevraagd kon worden. Ook over hoe deze moslims de huidige tijd zien. Daar waren de aanwezige christenen natuurlijk wel benieuwd naar. En ook of er raakvlakken zijn in de geloofsbeleving. Wat bleek: over terrorisme in naam van de Islam denken we hetzelfde: het is misdadig, crimineel gedrag waarin de centrale boodschap van de grote wereldgodsdiensten geweld wordt aangedaan. Godsdienst wordt hier voor het karretje van een politiek programma gespannen. Niet alleen christenen zijn hier het slachtoffer van, maar ook, en veel vaker, moslims in tal van landen. Waar we het ook over eens bleken te zijn was dit: bij je dood wordt aan de hemelpoort niet gekeken of je wel de ware leer hebt aangehangen. Doorslaggevend is hoe je hebt geleefd: of je hebt liefgehad, of je rechtvaardig was en barmhartig. Een andere overeenkomst tussen christendom en islam is dat niemand de waarheid over God in pacht heeft. God woont in een ontoegankelijk licht. We moeten het doen met de geschriften. Die leveren geen blauwdruk op voor de samenleving. Elke situatie is weer anders. Nu zie je bijvoorbeeld dat vrouwen binnen christendom én islam een proces van emancipatie doormaken. Door de aanwezigen werd dat alleen maar toegejuicht. Het was een inspirerende ontmoeting, die zeker een vervolg zal krijgen. Het is ook nodig; steeds meer mensen gaan “de islam” vereenzelvigen met geweld en terrorisme. Dat doet geen recht aan de overgrote meerderheid van de moslims die dit geweld verafschuwen. Ook van het vandalisme door jonge Marokkanen hebben zij de buik vol. Zij schamen zich ervoor en proberen het tegen te gaan. Laten we met hen in gesprek blijven: het is een leerzame ervaring voor beide kanten. Hans Oldenhof