Nieuw Leven - rijk zijn omdat je Christus hebt Preek over Zondag 42 lezen: 2 Korintërs 8::1-15, 9:6-15 Lelystad, 23 december 2007 R.J.Vreugdenhil Nieuw Leven - rijk zijn omdat je Christus hebt 1. Met liefde weggeven 2. Aan Gods liefde genoeg hebben Het achtste gebod is niet zo moeilijk. Je mag niet stelen. Niet inbreken, niet iets uit de portemonnee van je moeder pikken, niet eerst de zak met appels afwegen en er daarna nog een appeltje bij doen, enzovoort. De dingen die genoemd worden in de Catechismus: op één of andere manier proberen naar je toe te halen wat niet van jou is. Is dat moeilijk? Wie van u vindt het moeilijk om zich aan deze regel van God te houden? Als ik vergelijk met het zevende gebod. Daar hebben we een preek over gehad, vooral die over echtscheiding, waarover ik reacties heb gehoord van: dit kan toch haast niet? Hier kun je je toch niet aan houden? Bij dit achtste gebod valt dat gelukkig wel mee. Dit is wel te doen... Als ik eerlijk ben, voor mijzelf is het meer de vraag of ik me wel aan het achtste gebod houd dan of ik me aan het zevende gebod houd. Rond seksualiteit, huwelijk, scheiding enzovoort is het heel duidelijk dat je als christen andere keuzes maakt dan veel mensen zonder Christus. Maar ben ik ook echt christelijk in hoe ik omga met bezit, m’n geld, rijkdom, weggeven en tevreden zijn? Het achtste gebod is veel meer dan simpel ‘niet stelen’. Het is de Geest van Jezus Christus in je laten werken en van hém leren hoe je het dan doet met geld, bezit enzovoort. Niet alleen aan de buitenkant (geen dief zijn), maar vooral van binnen. Wat voor houding leer je van hem? Christus in jou - wat betekent dat bij dit onderwerp? Dat kan behoorlijk ingrijpend zijn. Eerst maar eens kijken hoe Jezus Christus het zelf gedaan heeft. Dat hebben we gelezen in 2 Korintiërs 8. Vooral vers 9: u kent de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft gegeven: hij was rijk, maar is omwille van u arm geworden opdat u door zijn armoede rijk zou worden. Hij was rijk maar werd arm. Dat is wat we deze week vieren, met kerst. De Zoon van God had alles in de hemel. Hij was hemels rijk. Niet in geld, maar in heerlijkheid, eer, liefde van zijn Vader, eindeloze mogelijkheden. Hij kon doen wat hij wilde. 1 Wat doe je als dat hebt? Laat je dat vrijwillig achter? Hij deed het. Jezus Christus, Zoon van God, koos er zelf voor om arm te worden. Hij werd een mensje. Niet eens in een paleis, maar ergens achteraf. In een arbeidersgezin waar ze het niet breed hadden. Hij werd arm. Omdat hij alles weggaf. Hij liet alles achter. In Filippenzen 2 staat het zo: hij had de gestalte van God, maar hij hield zijn gelijkheid aan God niet vast; hij deed er afstand van. Hij liet het los. Hij werd arm om anderen rijk te maken. Hij gaf alles weg, uit liefde voor anderen. Zo was Jezus Christus. Probeer je daar eens iets van in te denken. Zie het maar op één of andere manier voor je. Een hemelse heerlijkheid, en jij in het stralende middelpunt. Allemaal licht en muziek. Maar dan doe je al die lichten uit. De muziek stopt. Je legt alles weg. Je trekt jezelf uit en je maakt dat er van jou niets anders overblijft dan alleen een huilend baby’tje in een harde voerbak. De rest geef je allemaal weg. Zo is Jezus Christus. Die Christus wil zo in jou zijn. Die Geest van Jezus, die manier van omgaan met wat je hebt, wil hij in jou laten zijn. Hij wil dat jij, op jouw manier in jouw situatie, hetzelfde doet als hij. Dat is de houding van: een ander zien, zien dat hij het slecht heeft, en dan geven om te helpen. Met liefde geven. Er zelf minder van worden om de ander er beter van te laten worden. Weggeven wat je hebt omdat de ander zoveel minder heeft. Dat is de Geest die in Jezus Christus was. Die Geest wil hij in jou en mij laten werken. Dan kan het gaan over je geld. Maar het kan over veel meer gaan. Bij de Zoon van God ging het ook niet om geld. Christus gaf zijn heerlijkheid weg. Een volgeling van Christus kan gezelligheid weggeven. Of tijd. Of een stuk van je privacy. Maar ook inderdaad je geld. Minder besteden om meer weg te geven. Die Geest van Jezus zie je bezig in de christelijke gemeente in Handelingen 4. De Geest is gekomen op Pinksteren. Mensen komen tot geloof. En dan lees je, Hand.4:32-35: De groep die mensen die het geloof had aanvaard, leefde eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijke eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk. De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk. 2 Niemand onder hen leed enig gebrek: wie een stuk grond of een huis bezat, verkocht het, bracht de opbrengst naar de apostelen en legde die aan hun voeten neer, waarna het geld naar behoefte onder de gelovigen werd verdeeld. Dat is het Nieuwe Leven als Christus in je werkt. Weggeven met liefde. Paulus schrijft het aan Timoteüs (1 Tim.6:17v). De rijken van de deze wereld moet je opdragen om goed te doen, rijk te zijn aan goede daden, vrijgevig en bereid om te delen. En dan niet: geven omdat je toch een hoop over hebt, zodat je er zelf geen boterham minder om hoeft te eten. Maar geven omdat de ander het nodig heeft, of omdat het voor het koninkrijk van God goed is; en daar dan zelf een stapje voor terug doen. Met liefde. Even twee vragen: 1. kun je je voorstellen wat die houding vandaag betekent, heel praktisch in jouw leven; wat er dan anders gaat worden dan hoe je het nu doet? 2. wíl je die Geest van Jezus Christus in jou? 2 Dit is moeilijk, denk ik. Weggeven is moeilijk. Want je denkt meteen: houd ik zelf nog wel genoeg over? Dan is het nodig om nog iets te leren van de Geest van de Jezus Christus. Wat is genoeg? Wie of wat bepaalt of je genoeg hebt aan je inkomen, of aan je vrije tijd, of waar het ook maar over gaat. Wanneer is het genoeg? Wat heb je echt nodig? Er komt van alle kanten allerlei boodschappen op je af over dingen die je echt nodig hebt. In de reclame, hoe we met elkaar praten over dingen die we kopen; omdat we niet willen achterlopen bij anderen; omdat we vinden dat we er recht op hebben, want we hebben er hard voor gewerkt. Van buitenaf en van binnenuit komen de signalen: je hebt dit en dat nodig, je moet zus of zo hebben. Wat is daarin een christelijke houding? Wat leert de Geest van Jezus Christus je? Genoeg hebben aan wat je hebt. Niet altijd meer, meer, meer willen. Maar tevreden zijn. Wat je hebt, is genoeg. En als je veel minder hebt, is het ook genoeg. De Geest van Jezus Christus leert je tevreden te zijn met wat je hebt. Ik lees Hebreeën 13:5,6. Laat uw leven niet beheersen door geldzucht, neem genoegen met wat u hebt. Hij heeft immers zelf gezegd: ‘Nooit zal ik u afvallen, nooit zal ik u verlaten, ‘ zodat we vol vertrouwen kunnen zeggen: ‘De Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen. Wat zouden mensen mij kunnen doen?’ Neem genoegen met wat je hebt. 3 Niet altijd ‘meer, meer, meer’, niet ‘dit moet ik ook nog hebben, dat ook nog, en als ik nog een poosje doorspaar kan ik dat tenminste ook kopen’. Niet altijd bezig met wat je nog niet hebt, maar tevreden met wat je wel hebt. En wat wordt daar dan bij genoemd als motivatie: de Heer heeft immers zelf gezegd ‘nooit zal ik u afvallen, nooit zal ik u verlaten’. Hoe leer je de houding van genoeg hebben aan wat je hebt? Dat leer je vanuit het geloof: ik heb de Heer; hij is bij mij, dat is genoeg. Je kunt leren tevreden te zijn, als je weet hoe rijk je bent met Jezus Christus. Er niet mee zitten dat je minder kunt kopen dan een ander, omdat je Christus hebt. De lege plek in je portemonnee niet erg vinden, omdat je vol bent van Christus. Joh, heb jij nog geen tom-tom? Nee, maar ik heb Christus. Hebben jullie geen auto? Vind je dat niet vreselijk? Och, soms wel, maar we zijn rijk met ons geloof. Zoeken jullie geen groter huis? Het zou best handig zijn, maar we zijn tevreden: God is bij ons. Dat zég je zo niet hè. Het is wel wat de Geest van Jezus Christus je wil leren. Laat deze tekst van Hebreeën 13 landen in je hart. Genoegen nemen met wat je hebt, omdat je de belofte van de Heer hebt ‘ik ben altijd bij je’. En dat is genoeg. De Heer is mijn herder, mij ontbreekt het aan niets. Dit is eigenlijk hetzelfde als bij de preken over het zevende gebod. Je echte vulling, de echte bevrediging, vind je bij Jezus Christus. Toen werd het vooral gevraagd van mensen die alleen verder moeten na een scheiding, of van homoseksuelen, of van mensen die veel missen in hun huwelijk. Ik denk dat het hier bij het achtste gebod om nog veel meer mensen gaat. Leren tevreden te zijn omdat je Christus hebt. En dat dan echt door laten werken in je portemonnee, in wat je wel en niet koopt, in hoeveel je bezig bent met dingen willen hebben. Het door laten werken in hoe je geld weggeeft aan mensen die veel minder hebben. We gaan nog even terug naar 2 Korintiërs 9. Daar gaat het heel praktisch over geld inzamelen om anderen te helpen. vers 8: God heeft de macht u te overstelpen met al zijn gaven, zodat u altijd en in alle opzichten voldoende voor uzelf hebt en ook nog ruimschoots kunt bijdragen aan allerlei goed werk. Dat moet je niet lezen als ‘God geeft zoveel, dat u rustig kunt weggeven want u houdt toch nog wel over’. Paulus bedoelt: God kan zoveel geven dat u ruimschoots kunt geven aan anderen, omdat u voor uzelf in alle opzichten altijd alle tevredenheid hebt. Als God u veel geeft, kunt u veel weggeven; want door het geloof in Christus hebt u geleerd voor uzelf altijd tevreden te zijn met wat u hebt. Dat is de Geest van Jezus Christus. Stel jezelf de vraag of die Geest in je werkt. 4 Of je die Geest in je wilt laten werken. AMEN Liturgie-aanwijzingen Ps. 119: 13,14 2 Kor. 8:1-15, 9:6-15 Psalm 112:3,4 Zondag 42 Gezang 67, LvK 473:4 Psalm 146:5,8 5