powerpoint 7 juni 2012

advertisement
Omgaan met suïcidaliteit
Stefanie Ghekiere
CGG Andante
Bredabaan 579
2170 Merksem
03/620 10 20
[email protected]
Suïcidepreventie werking
•
•
•
•
Sinds 1997
In de C.G.G.
18 preventiewerkers in Vlaanderen
Doelstellingen:
1. Deskundigheidsbevordering (vorming,
supervisie, intervisie) bij intermediairen:
(jongerenbegeleiders, ziekenhuispersoneel,
huisartsen, politie)
2. Netwerkontwikkeling
Programma
•
Definities
•
Cijfers
•
Signalen, risicofactoren
•
Suïcidaal proces
•
Bespreekbaar maken
•
Risico-inschatting
•
Doorverwijzing
•
Nabestaanden
Definities
Andere / Vroegere definities
RESULTAAT
INTENTIE
Dood
Niet dood
Wil dood
gelukte suïcide
mislukte suïcide
Wil niet dood
mislukte suïcidepoging
gelukte suïcidepoging
MAAR…Hoe bepaalt men de intentie? Valkuil!
Definities
• Zelfmoordproces
Proces dat men doorloopt tot men tot suïcide
overgaat.
• Suïcidegedachten of –ideatie
Het actief denken aan of overwegen van suïcide of
suïcidepoging als gedrag om ervaren problemen
te verminderen of op te lossen.
• Zelfmoordvoorbereiding
Het stellen van concrete handelingen ter realisatie
van een zelfmoordgedachte.
• Suïcidepoging
Suïcidepoging is een gedrag zonder dodelijke afloop;
het gedrag bestaat uit het zichzelf verwonden of het
innemen van een zodanige hoeveelheid van een
bepaalde stof dat de (therapeutische) norm wordt
overschreden;
het gedrag wordt door de betrokken persoon opzettelijk en
weloverwogen uitgevoerd;
de betrokken persoon bedoelde via de gevolgen van deze
handeling(en) door hem gewenste veranderingen te
bewerkstelligen;
het is geen habitueel gedrag en verschilt aldus van
automutilatie.
• Suïcide
Suïcide is een gedrag met dodelijke afloop;
de dodelijke afloop is het gevolg van door de
betrokken persoon zelf voorgenomen en
uitgevoerde handeling(en);
de handeling(en) werd(en) ondernomen in de
wetenschap of de verwachting van de afloop;
de betrokken persoon bedoelde via de gevolgen
van deze handeling(en) door hem gewenste
veranderingen te bewerkstelligen.
Cijfers
Cijfers
•
•
Wereld:
–
Elke 40 seconden een suïcide
–
Elke 3 seconden een zelfmoordpoging
België:
–
•
Elke dag 6 à 7 zelfdodingen
Vlaanderen:
–
Elke 7 uur een zelfdoding
(In 2009: 1102 zelfdodingen)
–
Elke 35 minuten een zelfmoordpoging
Percentage mannen en vrouwen per leeftijdsgroep dat er ooit
ernstig aan gedacht heeft een einde aan zijn/haar leven te
maken Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête dmv interview, 2004
Incidentie van suïcide en suïcidepogingen
per leeftijdsgroep (per 100.000),
Vlaanderen 2004
60
Suïcide
55
vrouwen
mannen
50
45
40
35
30
25
20
15
10
5
0
15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
600
550
500
vrouwen
mannen
450
400
Suïcidepoging
350
300
250
200
150
100
50
0
15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75+
Leeftijdsspecifieke sterftecijfers voor suïcide
(per 100.000 inw.), mannen en vrouwen,
Vlaams Gewest, 2007
Belangrijkste doodsoorzaken
(Vlaanderen 2008)
mannen
vrouwen
0-4 jaar
aangeboren afwijkingen & niet-vervoersongevallen
aangeboren afwijkingen
5-9 jaar
vervoersongevallen
kanker centraal zenuwstelsel
10-14 jaar
vervoersongevallen
vervoersongevallen
15-19 jaar
vervoersongevallen
vervoersongevallen & suicide
20-24 jaar
vervoersongevallen & suicide
suicide
25-29 jaar
vervoersongevallen
suicide
30-34 jaar
suïcide
suïcide
35-39 jaar
suicide
suicide
40-44 jaar
suïcide
Borstkanker
45-49 jaar
Suicide
borstkanker
50-69 jaar
Longkanker
Borstkanker
70-79 jaar
Longkanker
Ischemische hartziekten
75-84 jaar
Ischemische hartziekten
Cerebrovasculaire aandoeningen
85+ jaar
Hartinsufficiëntie
Hartinsufficiëntie
Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid
Plaats van overlijden bij suïcide naar leeftijdsgroepen,
Vlaams Gewest, 2007-2008
Plaats van overlijden bij suïcide naar leeftijdsgroepen, Vlaams Gewest, 2007-2008
Suïcidaal proces
Het suïcidale proces:
concept voor hulpverlening en preventie
Suïcidale
Tendens
Tijd
Gedachten
(Retterstol, 1993)
Plannen
Poging
Zelfdoding
Het suïcidale proces:
concept voor hulpverlening en
preventie
Suïcidale
Tendens
Suïcide
Poging
Signaal
Observeerbaar
Signaal
Ontremmende
factor
Uitlokker
Niet observeerbaar
Kwetsbaarheid
Uitlokker
Beschermende
factor
Hopeloosheid
Vernauwing
Ambivalentie
Uitlokker
(Retterstol, 1993)
Tijd
Het suïcidale proces:
concept voor hulpverlening en preventie
Suïcidale
Tendens
Suïcide
Poging
Observeerbaar
Signaal
Niet observeerbaar
Gedachten
(Retterstol, 1993)
Plannen
Poging
Zelfdoding
Tijd
Het suïcidale proces:
concept voor hulpverlening en preventie
Suïcidale
Tendens
V er n
a u w i
n g
Suïcide
Poging
Observeerbaar
Signaal
Niet observeerbaar
Gedachten
(Retterstol, 1993)
Plannen
Poging
Zelfdoding Tijd
Vernauwing - tunnelvisie
•
•
•
•
•
•
Cognitief
Affectief -gevoelswereldIntermenselijke relaties
Beleving van de eigen situatie
Waardenbeleving
Tijdsbesef en ruimtebeleving
Shfkvlkrvikedfnklmvbeovslmkjbvlrstojbldfklfoire
Gjbvhncvsndfopregopyretziurkjvdkjnregojdfcvkjlkje
Gjvxckjgreoipretoipregkjxcvnvwxcbqsdfhzedfiazret
Oipregfkjqsdfvkjhzefqoipgikosdfqiujzretoiksdfikjzre
Tfopksdfvikjzreoipksdfvijhzrefoipksdfgvqiortiusdfqj
Tyusdikcvnqsdlzefpmoreoledfgolredfgogkjgefkjoqre
Opzrefqpfgoreogoreifgozergijarkjhfvhazeyuhfjikazje
Rijgijfoirazeujefgaroijiefauzztofjqlkrtjopfgiejozpreg
Kjpoazergoaizdoodrefdflkdfkkfizreopyrtiukvnsxcbvjs
µdfiorpetakfnvlmqkpeorkfmlkdfpzreakfcvvnkfizopre
kfmlzakffkzaemlkfopazerikmlfkzalmkoapzeimlfkzem
liklmfkzmalekpoaikrlmfkazremikrmlfkrzeaokfmazkfa
Shfkvlkrvikedfnklmvbeovslmkjbvlrstojbldfklfoire
Gjbvhncvsndfopregopyretziurkjvdkjnregojdfcvkjlkje
Gjvxckjgreoipretoipregkjxcvnvwxcbqsdfhzedfiazret
Oipregfkjqsdfvkjhzefqoipgikosdfqiujzretoiksdfikjzre
Tfopksdfvikjzreoipksdfvijhzrefoipksdfgvqiortiusdfqj
Tyusdikcvnqsdlzefpmoreoledfgolredfgogkjgefkjoqre
Opzrefqpfgoreogoreifgozergijarkjhfvhazeyuhfjikazje
Rijgijfoirazeujefgaroijiefauzztofjqlkrtjopfgiejozpreg
Kjpoazergoaizdoodrefdflkdfkkfizreopyrtiukvnsxcbvjs
µdfiorpetakfnvlmqkpeorkfmlkdfpzreakfcvvnkfizopre
kfmlzakffkzaemlkfopazerikmlfkzalmkoapzeimlfkzem
liklmfkzmalekpoaikrlmfkazremikrmlfkrzeaokfmazkfa
Vernauwing - tunnelvisie
DAAROM
• Zien mensen geen andere oplossingen
meer
• Zien ze niet meer wat nog wél goed gaat
• Beseffen ze niet wat / wie ze achterlaten
• Geloven ze dat niemand hen kan helpen
• Menen ze dat dit nooit nog over gaat
• …
Vernauwing
Ambivalentie
Hopeloosheid
Ondraaglijk psychisch lijden - cry of pain
Vs cry for help
Cry of Pain
redenen die zelfmoordpogers aanhalen
Reden
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
De situatie was zo ondraaglijk dat ik niets anders wist te doen
Wilde geen pijn meer voelen
Wilde sterven
Wilde een tijdje weg uit een onmogelijke situatie
Mijn gedachten waren zo vreselijk dat ik daarvan af wilde zijn
Wilde anderen duidelijk maken hoe wanhopig ik me voelde
Ik leek de controle over mezelf te verliezen en weet niet waarom
ik dat toen deed
Wilde het voor anderen gemakkelijker maken
Wilde weten of er iemand was die werkelijk van me hield
Wilde hierdoor hulp van iemand zien te krijgen
Wilde anderen betaald zetten voor de manier waarop ze me
behandeld hadden
Wilde iemand laten zien hoeveel ik van hem/haar hield
Wilde dat iemand zich schuldig zou gaan voelen
Wilde iemand van mening doen veranderen
(Kienhorst, 1989)
%
79
74
73
70
57
44
40
33
30
28
28
23
18
12
Cry of Pain
Cry for help
Risicofactoren
Vier soorten factoren
1.
2.
3.
4.
Kwetsbaarheidfactoren
Uitlokkende factoren
Ontremmende factoren
Beschermende factoren
(1) Kwetsbaarheidfactoren
=Achtergronden van suïcidaal gedrag
• Psychiatrische risicofactoren
• depressieve stoornis
(6-15%)
• manisch-depressieve stoornis
(10-30%)
• schizofrenie
(10%)
• alcohol – en/of middelenafhankelijkheid
(2-5%)
• (borderline) persoonlijkheidsstoornis
(4-10%)
bijkomende aspecten:
bv.
Ontslag periode en opname op zich!
(1) Kwetsbaarheidfactoren
=Achtergronden van suïcidaal gedrag
•
Risicogroepen in onze samenleving
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Mannen
Alleenstaanden
Werklozen
Ouderen
Holebi’s (17% op suïdaal gedrag)
Bepaalde beroepsgroepen (para-medici)
Hoogbegaafden
Migrantenmeisjes
4de wereld (armoede)
Zelfmoordpogers:
→ < 1j. 12-30% nieuwe poging
→ < 1j. 1-3% sterft door zelfdoding, < 5j. tot 9%, < 10j. tot 12%
(1) Kwetsbaarheidfactoren
=Achtergronden van suïcidaal gedrag
•
Psychosociale factoren
•
•
•
Traumatische ervaringen binnen het gezin van oorsprong
(seksueel - fysiek misbruik / mishandeling, verwaarlozing)
Relatieproblemen – echtscheiding
Psychiatrische problematiek - zelfmoordpoging van ouder(s)
–
•
•
kopp
Geïsoleerd leven, weinig vrienden
Lichamelijke ziekte (aids, kanker, chronische pijn…)
(1) Kwetsbaarheidfactoren
=Achtergronden van suïcidaal gedrag
• Psychologische kenmerken / denkprocessen
• Hopeloosheid – gevoel in de val, vast te zitten
• Vernauwing – tunnelzicht
• Denkfouten, b.v.dichotoom = zwart-wit denken
• Impulsiviteit – problematische agressie / impulscontrole
• Ambivalentie
(Wie suïcidaal is kiest niet altijd voor de dood, wel voor een ander leven)
• Entrapment
• Cry of pain
• Gering probleemoplossend vermogen / coping
• Geheugenblokkade
Specifieke factoren bij ouderen
•
•
•
•
•
•
•
Lichamelijke aandoeningen/ziekten
Bepaalde persoonlijkheidskenmerken
Neurobiologische factoren
Psychiatrische aandoeningen
Voorgeschiedenis suïcidepogingen
Sociale factoren
Mannelijke geslacht (4:1)
(2) Uitlokkende factoren
= Recente ingrijpende levensgebeurtenissen (triggers)
werkelijk of dreigend verlies van:
•
•
•
•
•
•
•
partner
status
werk
kind
vrijheid
gezondheid
andere
relatieproblemen, ruzie
werk, vrije tijd
ontslag
overlijden, ziekte
gevangenis, psychiatrische opname
lichamelijke, psychische ziekte
- pesterijen (school, werk, thuis)
- in aanraking komen met de politie
- slechte schoolresultaten/bissen/schorsing
- ongewenste zwangerschap
- ernstige teleurstellingen of krenkingen
- recente grote veranderingen (bvb.
pensionering)
(3) Ontremmende factoren
= Verlagen de drempel om tot suïcidaal gedrag over te gaan
–
–
–
Alcohol, medicatie, drugs
Impulsiviteit
Eerder suïcidaal gedrag
< 1j. 12-30% nieuwe poging
< 1j. 1-3% sterft door zelfdoding, < 5j. tot 9%, < 10j. tot 12%
–
–
–
Voorbeelden van suïcidaal gedrag in de omgeving
(familie, vrienden, media,…)
Beschikbaarheid van het suïcidemiddel
Informatie over dodelijkheid van middel
Jumping in front of trains
• Time:
Seconds (or hours if unlucky)
• Available: Anywhere near a HIGH-SPEED railway line
• Certainty: Depends on your timing & speed of train.
Go for decapitation
• Notes:
Probably better to put your neck on the line,
since a glancing blow would probably break
your spine (& cripple you). High speed
trains need a kilometer to stop, so find a
blind corner.
(4) Beschermende factoren
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Sociale steun – netwerk (familie, collega’s, vrienden, klasgenoten,
gevoel ergens bij te horen) – goede therapierelatie
Sociale vaardigheden en zelfvertrouwen
Bevredigende rol (partner, ouder, vriend, collega)
Afkeurende (i.t.t. permissieve) houding t.o.v. zelfdoding
« Suïcide is geen normale reactie op stresserende
levensomstandigheden!»
Geloof - religie
Kunnen praten over eigen gevoelens en gedachten
Probleemoplossende vaardigheden (advies vragen, open staan voor
nieuwe ervaringen en kennis, gezond relativeringsvermogen,
betekenis kunnen geven aan keuzes en gebeurtenissen)
Toegankelijkheid van hulp
Kennis & attitude i.v.m. geestelijke gezondheidszorg
Goede prestaties (school, sportvereniging,…)
Verantwoordelijkheidsgevoel voor iets of iemand (vrouwen: kind < 2j.)
Samengevat
Er is NOOIT slechts 1 oorzaak
Wél
een combinatie – een complexiteit
van verschillende oorzaken
(kwetsbaarheid, stress, triggers, ontremmende factoren)
die gedurende langere tijd (en vaak tegelijk)
aanwezig zijn !!!
SIGNALEN
Suïcidaal gedrag
Signalen herkennen - WOORDEN
– « Ik zie het niet meer zitten »
– « Ik zou willen dat ik er niet meer was »
– « Ik heb er genoeg van »
– « Over mij hoef je je binnenkort geen zorgen meer te maken »
– « Ik zou willen slapen en nooit meer wakker worden »
– « Ik wil er een eind aan maken »
– « Ik wou dat ik dood was »
• (In)direct verbale boodschappen die wijzen op hopeloosheid
en/of een negatieve kijk op zichzelf/omgeving/toekomst
• Opgelet: « Smiling Depression » (gemaskeerde depressie)
• ± 70 à 80% van de mensen die suïcidaal zijn hebben vooraf
signalen uitgezonden
Suïcidaal gedrag
Signalen herkennen - GEDRAG
Algemeen
– Zich isoleren, terugtrekken, stiller zijn (depressie)
– Lusteloosheid, futloosheid, sombere stemming (depressie)
– Slaapstoornissen (depressie)
– Concentratiestoornissen – vergeetachtigheid (depressie)
– Plotse huilbuien (depressie)
– Woede-uitbarstingen, agressieve buien
– Stoornissen in het activiteitenniveau (sterke inactiviteit of juist hyperactiviteit)
(depressie)
– De neiging om vroeger interessante activiteiten te verwaarlozen (depressie)
– Opvallende verandering en/of verwaarlozing van uiterlijk (depressie)
– (Vermeerderd) alcohol- en druggebruik
– Neiging om onverantwoorde risico’s te nemen, kleine ongelukjes
– Weggeven van persoonlijke spullen
– Zelfmoordpoging – Suïcidaal gedrag (ideaties, plannen, voorbereidingen)
• Ouderen
–IJsberen handen wrijven, plukken aan haren en
kleding
–Verminderde eetlust, voedselweigering
–Zichzelf tot last vinden van anderen (niet afhankelijk
kunnen zijn)
–Mededelingen als “Soms zou ik wel dood willen zijn”
of “Ik ben mijn kinderen alleen maar tot last” worden
niet als normale uitingen beschouwd. Ze geven aan
dat de oudere zich depressief voelt.
–Opmaken van testament
–Medicatie opsparen
–Niet opvolgen of saboteren van doktersvoorschriften
–Toename van alcoholgebruik
–Neiging om onverantwoorde risico’s te nemen, kleine
ongelukjes
–Weggeven van persoonlijke spullen
–Zelfmoordpoging – suïcidaal gedrag (ideaties,
plannen, voorbereidingen)
Suïcidaal gedrag
Signalen herkennen - Samengevat
Elke plotse gedragsverandering kan
betekenisvol zijn, zeker tegen een
achtergrond van eerder genoemde
risicofactoren, somberheid, hopeloosheid en
depressie.
Vooral zelfmoordgedachten, plannen,
voorbereidingen en eerdere poging(en) zijn
uitermate belangrijke signalen.
Preventie is mogelijk!
Bespreekbaar maken
Wat kan je als hulpverlener doen?
Risicofactoren
Signalen
bespreekbaar maken
(ZELF)
Wat kan je als hulpverlener doen ?
– Waarom praten veel suïcidale mensen
niet over hun zelfmoordgedachten ?
• Vrezen gek verklaard te worden
• Schaamte
• Willen anderen niet lastig vallen /
sparen
• Vrezen dat onmiddellijk anderen
zullen ingelicht worden
• Bang niet au sérieux genomen te
worden
• Jongeren identificeren de
hulpverlener soms met hun ouders
Wat kan je als hulpverlener doen ?
– Wat houdt ONS soms tegen om zelf te vragen
naar zelfmoordgedachten?
• Breng ik hen niet op ideeën? NEEN
• Stel dat het niet zo is, shockeer ik hen dan niet? NEEN
• Geef ik door het te bespreken niet de
boodschap dat het ok is en dat hij/zij het mag doen? NEEN
• Wat moet ik doen als het wel zo is?
Wat kan je als hulpverlener doen ?
– Waarom dit toch doen?
• Gevoel van opluchting
• Doorbreken van isolement
• Men kan niet werken met iets wat men niet weet
– HOE?
Hoe suïcidaliteit bevragen?
- ‘Denkt u er wel eens aan een einde aan uw
leven te maken?’
- ‘Denkt u soms aan zelfmoord?’
- ‘Denkt u eraan uit het leven te stappen?’
- ‘Wil u zelfmoord plegen?’
-…
Gespreksvaardigheden
- Adequate reacties
-
steun, empathie
-
ruimschoots de tijd nemen
-
actief bevragen
-
concretiseren van problemen / structureren in tijd en
ruimte
-
benoemen van emoties
-
normaliseren van emoties
-
erkenning geven aan depressieve gevoelens
-
gepast reageren op lichaamstaal / aandacht non-verbale
elementen
Gespreksvaardigheden: Wat doe je
beter niet ?
– Moraliseren/preken
– Waarde van het leven
verdedigen
– Minimaliseren
– Afkeuren, veroordelen
– Niet ernstig nemen
– Gesprek uit de weg gaan
– Onmiddellijk oplossingen
voorstellen
– Discutiëren
– Paradoxaal werken /uitdagen
– Besmet worden door hopeloosheid
Risico-inschatting
Risico-inschatting
Is het in de weegschaal leggen van :
1. De aanwezige risicofactoren
2. De beschermende factoren
3. De mate van suicide-ideatie …!
Risico inschatten
• Concrete, duidelijke vragen stellen naar:
– frequentie en aard van de gedachten
– concreetheid van de plannen
– mate van voorbereiding
– beschikbaarheid en letaliteit van het middel
– redenen om te blijven leven
– betekenis van het dood willen zijn en het doel
van de poging (weg zijn, dood, wraak)
• Nagaan of de persoon de gevolgen van zijn daden
kan overzien
Inschatten ernst van de suïcidale wens
•
Plan?
•
Middel?
•
Letaliteit middel?
•
Beschikbaarheid middel?
•
Tijd en plaats
•
Reddingsmogelijkheden in plan
•
Afscheidsbrief of testament
•
…
Hoe meer iemands plannen zijn uitgewerkt, hoe groter
de kans dat die persoon een suïcide(poging) doet.
Wat kan je als hulpverlener doen ?
Inschatten van het suïciderisico heeft voorrang op
het begrijpen van de suïcidaliteit!
Tussen zorgen, beschermen en bewaken
Zorgen
Persoon heeft regie over zijn leven nog in handen. Kan nadenken over
alternatieven, kan ‘pijn’ verdragen, kan oplossingen uitproberen
Beschermen
Regie wordt gedeeld, veiligheid installeren, leefmaatregelen afspreken,
steunfiguren zoeken, eventueel niet-suïcideafspraak
Bewaken
Regie wordt overgenomen, persoon wordt in veiligheid gebracht,
Doorverwijzing
Motiveren tot hulpverlening
• Schep realistisch beeld van de geestelijke
gezondheidszorg: eigen verantwoordelijkheid
en inzet van de patiënt in combinatie
ondersteuning door de hulpverlener
• Zicht krijgen op mogelijke weerstanden en
knelpunten om hulpverlening te aanvaarden
• Inzicht hebben in en beslissen om
problemen aan te pakken ≠ oplossen van
problemen
De voorbereiding:
• Kennis sociale kaart www.desocialekaart.be
• Wat heeft de persoon zelf al gedaan om problemen
aan te pakken?
• Waar heeft de persoon al hulp gevraagd?
• Welke hulp heeft hij/zij al ontvangen?
• Hoe heeft hij/zij die hulp ervaren?
• Andere hulpverleningsmogelijkheden verkennen
samen met de persoon
Hoe verwijzen?
• De persoon moet zich door de hulpverlener aanvaard
voelen in zijn problematiek
• Samenvatting maken van de ernst van de problematiek
• Procesmatig (tempo respecteren, onderhandelen)
• Uitleggen waarom je doorverwijst (beperkingen)
• Neem contact met hulpverlener
• Uitleggen wat hij/zij kan verwachten van de dienst
waarheen zij/hij doorverwezen wordt.
• Positieve connotatie geven aan hulpverlening
• Informatieoverdracht
Hulpverleningscircuit = de lijnen
1.
Nulde lijn
– Mantelzorg (vrienden, familie, buren,…)
– Zelfhulpgroepen
www.zelfhulp.be www.werkgroepverder.be
2.
Eerste lijn
– De huisarts
– OCMW (o.a. budgetbegeleiding)
– Telefonische hulpverlening
Tele-onthaal 106,
Zelfmoordpreventielijn 02/649.95.55
– Centra voor Algemeen Welzijnswerk
– Dienst Politiële slachtofferbejegening
– Centrum voor Hulp aan Slachtoffers
3.
–
–
–
Tweede lijn
Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg
Privé psycholoog
Privé psychiater
4. Derde lijn
– Psychiatrische afdeling in een algemeen
ziekenhuis (PAAZ)
– Psychiatrisch ziekenhuis (PZ)
– Crisisopvangcentra
– Therapeutische gemeenschappen (TG)
Nabestaanden
Rouw na zelfdoding
• Zelfdoding is schok, traumatische ervaring
• Verschillende reacties mogelijk:
–
–
–
–
–
–
–
–
Ongeloof / ontkenning
Realiteit van de zelfdoding
Afschuw
Verdriet
Kwaadheid
Schuldgevoelens
Angst (voor herhaling)
Opluchting (1/10)
• Waarom-vraag
Werkgroep Verder, Nabestaanden na
Zelfdoding
•Charter - Rechten van de Nabestaanden
•Dag van de Nabestaanden
Conferentie & Ontmoetingsdag voor nabestaanden na
Zelfdoding en hulpverleners
Zaterdag 24 November 2012 –
Elewijt/Zemst
• Wandeling “You’ll never walk alone”
Dinsdag 1 mei 2012 – Genk
Hulpverlener als nabestaande
”There are two kinds of therapists:
Those who have experienced the
suicide
of a patient and those who will”
Impact zelfmoord op de hulpverlener?
Beïnvloedende factoren
– Duur en intensiteit van de hulpverleningsrelatie
– Mate van kwaadheid / vijandigheid
– Onverwachte karakter
– Persoonlijke draagkracht van de hulpverlener
– Werkomgeving (ambulant, residentieel, privé)
– Geslacht van de hulpverlener
– Plaats van de zelfdoding en methode
Impact zelfmoord op de hulpverlener?
Persoonlijk?
≈ Familieleden & vrienden van de overledene
– Schok en ontkenning
– Angst
– Schaamte – en Schuldgevoelens
– Kwaadheid
– Opluchting
– Depressie en suïcidale ideaties
– Isolatie
– Thuissituatie
Impact zelfmoord op de hulpverlener?
Professioneel?
– Gefaald
– Twijfels over eigen competentie
– Schrik voor “goede naam”
– Schrik voor reacties van collega’s
– Realiteit: niet iedereen is te behandelen
Impact zelfmoord op de hulpverlener?
Verandering in het professionele handelen?
– voorzichtigheid
verslaggeving en communicatie
doorvragen rond suïcidaliteit
opnames van risicocliënten
toestemming verlenen instelling te verlaten
onder toezicht plaatsen
doorverwijzen van depressieve / suïcidale cliënten
– therapeutisch werk
– persoonlijke groei
Opvang van de hulpverlener?
Eigen familie / vriendenkring
Praten met collega’s (informeel !)
Gewoon terug aan het werk gaan (+ literatuurstudie)
Question: What helped me the most was…
Female
Answer
To talk
To discover
reasons
To work
To ruminate
To rationalize
Male
N (%)
27 (75)
3
1
1
1
(8)
(3)
(3)
(3)
Answer
To work
To talk
Time
To think about
To study
literature
Total
N
8
8
3
3
2
(%)
(30)
(30)
(11)
(11)
(7)
Answer
To talk
To work
To discover
reasons
To think
about
Time
N (%)
35 (56)
9 (14)
3
3
3
(5)
(5)
(5)
Interessante sites
www.fitinjehoofd.be
www.suicidepreventievlaanderen.be
www.preventiezelfdoding.be
www.werkgroepverder.be
Download