Omgaan met suïcidaliteit Stefanie Ghekiere CGG Andante Bredabaan 579 2170 Merksem 03/620 10 20 [email protected] Suïcidepreventie werking • • • • Sinds 1997 In de C.G.G. 18 preventiewerkers in Vlaanderen Doelstellingen: 1. Deskundigheidsbevordering (vorming, supervisie, intervisie) bij intermediairen: (jongerenbegeleiders, ziekenhuispersoneel, huisartsen, politie) 2. Netwerkontwikkeling Programma • Definities • Cijfers • Signalen, risicofactoren • Suïcidaal proces • Bespreekbaar maken • Risico-inschatting • Doorverwijzing • Nabestaanden Definities Andere / Vroegere definities RESULTAAT INTENTIE Dood Niet dood Wil dood gelukte suïcide mislukte suïcide Wil niet dood mislukte suïcidepoging gelukte suïcidepoging MAAR…Hoe bepaalt men de intentie? Valkuil! Definities • Zelfmoordproces Proces dat men doorloopt tot men tot suïcide overgaat. • Suïcidegedachten of –ideatie Het actief denken aan of overwegen van suïcide of suïcidepoging als gedrag om ervaren problemen te verminderen of op te lossen. • Zelfmoordvoorbereiding Het stellen van concrete handelingen ter realisatie van een zelfmoordgedachte. • Suïcidepoging Suïcidepoging is een gedrag zonder dodelijke afloop; het gedrag bestaat uit het zichzelf verwonden of het innemen van een zodanige hoeveelheid van een bepaalde stof dat de (therapeutische) norm wordt overschreden; het gedrag wordt door de betrokken persoon opzettelijk en weloverwogen uitgevoerd; de betrokken persoon bedoelde via de gevolgen van deze handeling(en) door hem gewenste veranderingen te bewerkstelligen; het is geen habitueel gedrag en verschilt aldus van automutilatie. • Suïcide Suïcide is een gedrag met dodelijke afloop; de dodelijke afloop is het gevolg van door de betrokken persoon zelf voorgenomen en uitgevoerde handeling(en); de handeling(en) werd(en) ondernomen in de wetenschap of de verwachting van de afloop; de betrokken persoon bedoelde via de gevolgen van deze handeling(en) door hem gewenste veranderingen te bewerkstelligen. Cijfers Cijfers • • Wereld: – Elke 40 seconden een suïcide – Elke 3 seconden een zelfmoordpoging België: – • Elke dag 6 à 7 zelfdodingen Vlaanderen: – Elke 7 uur een zelfdoding (In 2009: 1102 zelfdodingen) – Elke 35 minuten een zelfmoordpoging Percentage mannen en vrouwen per leeftijdsgroep dat er ooit ernstig aan gedacht heeft een einde aan zijn/haar leven te maken Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête dmv interview, 2004 Incidentie van suïcide en suïcidepogingen per leeftijdsgroep (per 100.000), Vlaanderen 2004 60 Suïcide 55 vrouwen mannen 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 600 550 500 vrouwen mannen 450 400 Suïcidepoging 350 300 250 200 150 100 50 0 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75+ Leeftijdsspecifieke sterftecijfers voor suïcide (per 100.000 inw.), mannen en vrouwen, Vlaams Gewest, 2007 Belangrijkste doodsoorzaken (Vlaanderen 2008) mannen vrouwen 0-4 jaar aangeboren afwijkingen & niet-vervoersongevallen aangeboren afwijkingen 5-9 jaar vervoersongevallen kanker centraal zenuwstelsel 10-14 jaar vervoersongevallen vervoersongevallen 15-19 jaar vervoersongevallen vervoersongevallen & suicide 20-24 jaar vervoersongevallen & suicide suicide 25-29 jaar vervoersongevallen suicide 30-34 jaar suïcide suïcide 35-39 jaar suicide suicide 40-44 jaar suïcide Borstkanker 45-49 jaar Suicide borstkanker 50-69 jaar Longkanker Borstkanker 70-79 jaar Longkanker Ischemische hartziekten 75-84 jaar Ischemische hartziekten Cerebrovasculaire aandoeningen 85+ jaar Hartinsufficiëntie Hartinsufficiëntie Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Plaats van overlijden bij suïcide naar leeftijdsgroepen, Vlaams Gewest, 2007-2008 Plaats van overlijden bij suïcide naar leeftijdsgroepen, Vlaams Gewest, 2007-2008 Suïcidaal proces Het suïcidale proces: concept voor hulpverlening en preventie Suïcidale Tendens Tijd Gedachten (Retterstol, 1993) Plannen Poging Zelfdoding Het suïcidale proces: concept voor hulpverlening en preventie Suïcidale Tendens Suïcide Poging Signaal Observeerbaar Signaal Ontremmende factor Uitlokker Niet observeerbaar Kwetsbaarheid Uitlokker Beschermende factor Hopeloosheid Vernauwing Ambivalentie Uitlokker (Retterstol, 1993) Tijd Het suïcidale proces: concept voor hulpverlening en preventie Suïcidale Tendens Suïcide Poging Observeerbaar Signaal Niet observeerbaar Gedachten (Retterstol, 1993) Plannen Poging Zelfdoding Tijd Het suïcidale proces: concept voor hulpverlening en preventie Suïcidale Tendens V er n a u w i n g Suïcide Poging Observeerbaar Signaal Niet observeerbaar Gedachten (Retterstol, 1993) Plannen Poging Zelfdoding Tijd Vernauwing - tunnelvisie • • • • • • Cognitief Affectief -gevoelswereldIntermenselijke relaties Beleving van de eigen situatie Waardenbeleving Tijdsbesef en ruimtebeleving Shfkvlkrvikedfnklmvbeovslmkjbvlrstojbldfklfoire Gjbvhncvsndfopregopyretziurkjvdkjnregojdfcvkjlkje Gjvxckjgreoipretoipregkjxcvnvwxcbqsdfhzedfiazret Oipregfkjqsdfvkjhzefqoipgikosdfqiujzretoiksdfikjzre Tfopksdfvikjzreoipksdfvijhzrefoipksdfgvqiortiusdfqj Tyusdikcvnqsdlzefpmoreoledfgolredfgogkjgefkjoqre Opzrefqpfgoreogoreifgozergijarkjhfvhazeyuhfjikazje Rijgijfoirazeujefgaroijiefauzztofjqlkrtjopfgiejozpreg Kjpoazergoaizdoodrefdflkdfkkfizreopyrtiukvnsxcbvjs µdfiorpetakfnvlmqkpeorkfmlkdfpzreakfcvvnkfizopre kfmlzakffkzaemlkfopazerikmlfkzalmkoapzeimlfkzem liklmfkzmalekpoaikrlmfkazremikrmlfkrzeaokfmazkfa Shfkvlkrvikedfnklmvbeovslmkjbvlrstojbldfklfoire Gjbvhncvsndfopregopyretziurkjvdkjnregojdfcvkjlkje Gjvxckjgreoipretoipregkjxcvnvwxcbqsdfhzedfiazret Oipregfkjqsdfvkjhzefqoipgikosdfqiujzretoiksdfikjzre Tfopksdfvikjzreoipksdfvijhzrefoipksdfgvqiortiusdfqj Tyusdikcvnqsdlzefpmoreoledfgolredfgogkjgefkjoqre Opzrefqpfgoreogoreifgozergijarkjhfvhazeyuhfjikazje Rijgijfoirazeujefgaroijiefauzztofjqlkrtjopfgiejozpreg Kjpoazergoaizdoodrefdflkdfkkfizreopyrtiukvnsxcbvjs µdfiorpetakfnvlmqkpeorkfmlkdfpzreakfcvvnkfizopre kfmlzakffkzaemlkfopazerikmlfkzalmkoapzeimlfkzem liklmfkzmalekpoaikrlmfkazremikrmlfkrzeaokfmazkfa Vernauwing - tunnelvisie DAAROM • Zien mensen geen andere oplossingen meer • Zien ze niet meer wat nog wél goed gaat • Beseffen ze niet wat / wie ze achterlaten • Geloven ze dat niemand hen kan helpen • Menen ze dat dit nooit nog over gaat • … Vernauwing Ambivalentie Hopeloosheid Ondraaglijk psychisch lijden - cry of pain Vs cry for help Cry of Pain redenen die zelfmoordpogers aanhalen Reden 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. De situatie was zo ondraaglijk dat ik niets anders wist te doen Wilde geen pijn meer voelen Wilde sterven Wilde een tijdje weg uit een onmogelijke situatie Mijn gedachten waren zo vreselijk dat ik daarvan af wilde zijn Wilde anderen duidelijk maken hoe wanhopig ik me voelde Ik leek de controle over mezelf te verliezen en weet niet waarom ik dat toen deed Wilde het voor anderen gemakkelijker maken Wilde weten of er iemand was die werkelijk van me hield Wilde hierdoor hulp van iemand zien te krijgen Wilde anderen betaald zetten voor de manier waarop ze me behandeld hadden Wilde iemand laten zien hoeveel ik van hem/haar hield Wilde dat iemand zich schuldig zou gaan voelen Wilde iemand van mening doen veranderen (Kienhorst, 1989) % 79 74 73 70 57 44 40 33 30 28 28 23 18 12 Cry of Pain Cry for help Risicofactoren Vier soorten factoren 1. 2. 3. 4. Kwetsbaarheidfactoren Uitlokkende factoren Ontremmende factoren Beschermende factoren (1) Kwetsbaarheidfactoren =Achtergronden van suïcidaal gedrag • Psychiatrische risicofactoren • depressieve stoornis (6-15%) • manisch-depressieve stoornis (10-30%) • schizofrenie (10%) • alcohol – en/of middelenafhankelijkheid (2-5%) • (borderline) persoonlijkheidsstoornis (4-10%) bijkomende aspecten: bv. Ontslag periode en opname op zich! (1) Kwetsbaarheidfactoren =Achtergronden van suïcidaal gedrag • Risicogroepen in onze samenleving • • • • • • • • • • Mannen Alleenstaanden Werklozen Ouderen Holebi’s (17% op suïdaal gedrag) Bepaalde beroepsgroepen (para-medici) Hoogbegaafden Migrantenmeisjes 4de wereld (armoede) Zelfmoordpogers: → < 1j. 12-30% nieuwe poging → < 1j. 1-3% sterft door zelfdoding, < 5j. tot 9%, < 10j. tot 12% (1) Kwetsbaarheidfactoren =Achtergronden van suïcidaal gedrag • Psychosociale factoren • • • Traumatische ervaringen binnen het gezin van oorsprong (seksueel - fysiek misbruik / mishandeling, verwaarlozing) Relatieproblemen – echtscheiding Psychiatrische problematiek - zelfmoordpoging van ouder(s) – • • kopp Geïsoleerd leven, weinig vrienden Lichamelijke ziekte (aids, kanker, chronische pijn…) (1) Kwetsbaarheidfactoren =Achtergronden van suïcidaal gedrag • Psychologische kenmerken / denkprocessen • Hopeloosheid – gevoel in de val, vast te zitten • Vernauwing – tunnelzicht • Denkfouten, b.v.dichotoom = zwart-wit denken • Impulsiviteit – problematische agressie / impulscontrole • Ambivalentie (Wie suïcidaal is kiest niet altijd voor de dood, wel voor een ander leven) • Entrapment • Cry of pain • Gering probleemoplossend vermogen / coping • Geheugenblokkade Specifieke factoren bij ouderen • • • • • • • Lichamelijke aandoeningen/ziekten Bepaalde persoonlijkheidskenmerken Neurobiologische factoren Psychiatrische aandoeningen Voorgeschiedenis suïcidepogingen Sociale factoren Mannelijke geslacht (4:1) (2) Uitlokkende factoren = Recente ingrijpende levensgebeurtenissen (triggers) werkelijk of dreigend verlies van: • • • • • • • partner status werk kind vrijheid gezondheid andere relatieproblemen, ruzie werk, vrije tijd ontslag overlijden, ziekte gevangenis, psychiatrische opname lichamelijke, psychische ziekte - pesterijen (school, werk, thuis) - in aanraking komen met de politie - slechte schoolresultaten/bissen/schorsing - ongewenste zwangerschap - ernstige teleurstellingen of krenkingen - recente grote veranderingen (bvb. pensionering) (3) Ontremmende factoren = Verlagen de drempel om tot suïcidaal gedrag over te gaan – – – Alcohol, medicatie, drugs Impulsiviteit Eerder suïcidaal gedrag < 1j. 12-30% nieuwe poging < 1j. 1-3% sterft door zelfdoding, < 5j. tot 9%, < 10j. tot 12% – – – Voorbeelden van suïcidaal gedrag in de omgeving (familie, vrienden, media,…) Beschikbaarheid van het suïcidemiddel Informatie over dodelijkheid van middel Jumping in front of trains • Time: Seconds (or hours if unlucky) • Available: Anywhere near a HIGH-SPEED railway line • Certainty: Depends on your timing & speed of train. Go for decapitation • Notes: Probably better to put your neck on the line, since a glancing blow would probably break your spine (& cripple you). High speed trains need a kilometer to stop, so find a blind corner. (4) Beschermende factoren – – – – – – – – – – – Sociale steun – netwerk (familie, collega’s, vrienden, klasgenoten, gevoel ergens bij te horen) – goede therapierelatie Sociale vaardigheden en zelfvertrouwen Bevredigende rol (partner, ouder, vriend, collega) Afkeurende (i.t.t. permissieve) houding t.o.v. zelfdoding « Suïcide is geen normale reactie op stresserende levensomstandigheden!» Geloof - religie Kunnen praten over eigen gevoelens en gedachten Probleemoplossende vaardigheden (advies vragen, open staan voor nieuwe ervaringen en kennis, gezond relativeringsvermogen, betekenis kunnen geven aan keuzes en gebeurtenissen) Toegankelijkheid van hulp Kennis & attitude i.v.m. geestelijke gezondheidszorg Goede prestaties (school, sportvereniging,…) Verantwoordelijkheidsgevoel voor iets of iemand (vrouwen: kind < 2j.) Samengevat Er is NOOIT slechts 1 oorzaak Wél een combinatie – een complexiteit van verschillende oorzaken (kwetsbaarheid, stress, triggers, ontremmende factoren) die gedurende langere tijd (en vaak tegelijk) aanwezig zijn !!! SIGNALEN Suïcidaal gedrag Signalen herkennen - WOORDEN – « Ik zie het niet meer zitten » – « Ik zou willen dat ik er niet meer was » – « Ik heb er genoeg van » – « Over mij hoef je je binnenkort geen zorgen meer te maken » – « Ik zou willen slapen en nooit meer wakker worden » – « Ik wil er een eind aan maken » – « Ik wou dat ik dood was » • (In)direct verbale boodschappen die wijzen op hopeloosheid en/of een negatieve kijk op zichzelf/omgeving/toekomst • Opgelet: « Smiling Depression » (gemaskeerde depressie) • ± 70 à 80% van de mensen die suïcidaal zijn hebben vooraf signalen uitgezonden Suïcidaal gedrag Signalen herkennen - GEDRAG Algemeen – Zich isoleren, terugtrekken, stiller zijn (depressie) – Lusteloosheid, futloosheid, sombere stemming (depressie) – Slaapstoornissen (depressie) – Concentratiestoornissen – vergeetachtigheid (depressie) – Plotse huilbuien (depressie) – Woede-uitbarstingen, agressieve buien – Stoornissen in het activiteitenniveau (sterke inactiviteit of juist hyperactiviteit) (depressie) – De neiging om vroeger interessante activiteiten te verwaarlozen (depressie) – Opvallende verandering en/of verwaarlozing van uiterlijk (depressie) – (Vermeerderd) alcohol- en druggebruik – Neiging om onverantwoorde risico’s te nemen, kleine ongelukjes – Weggeven van persoonlijke spullen – Zelfmoordpoging – Suïcidaal gedrag (ideaties, plannen, voorbereidingen) • Ouderen –IJsberen handen wrijven, plukken aan haren en kleding –Verminderde eetlust, voedselweigering –Zichzelf tot last vinden van anderen (niet afhankelijk kunnen zijn) –Mededelingen als “Soms zou ik wel dood willen zijn” of “Ik ben mijn kinderen alleen maar tot last” worden niet als normale uitingen beschouwd. Ze geven aan dat de oudere zich depressief voelt. –Opmaken van testament –Medicatie opsparen –Niet opvolgen of saboteren van doktersvoorschriften –Toename van alcoholgebruik –Neiging om onverantwoorde risico’s te nemen, kleine ongelukjes –Weggeven van persoonlijke spullen –Zelfmoordpoging – suïcidaal gedrag (ideaties, plannen, voorbereidingen) Suïcidaal gedrag Signalen herkennen - Samengevat Elke plotse gedragsverandering kan betekenisvol zijn, zeker tegen een achtergrond van eerder genoemde risicofactoren, somberheid, hopeloosheid en depressie. Vooral zelfmoordgedachten, plannen, voorbereidingen en eerdere poging(en) zijn uitermate belangrijke signalen. Preventie is mogelijk! Bespreekbaar maken Wat kan je als hulpverlener doen? Risicofactoren Signalen bespreekbaar maken (ZELF) Wat kan je als hulpverlener doen ? – Waarom praten veel suïcidale mensen niet over hun zelfmoordgedachten ? • Vrezen gek verklaard te worden • Schaamte • Willen anderen niet lastig vallen / sparen • Vrezen dat onmiddellijk anderen zullen ingelicht worden • Bang niet au sérieux genomen te worden • Jongeren identificeren de hulpverlener soms met hun ouders Wat kan je als hulpverlener doen ? – Wat houdt ONS soms tegen om zelf te vragen naar zelfmoordgedachten? • Breng ik hen niet op ideeën? NEEN • Stel dat het niet zo is, shockeer ik hen dan niet? NEEN • Geef ik door het te bespreken niet de boodschap dat het ok is en dat hij/zij het mag doen? NEEN • Wat moet ik doen als het wel zo is? Wat kan je als hulpverlener doen ? – Waarom dit toch doen? • Gevoel van opluchting • Doorbreken van isolement • Men kan niet werken met iets wat men niet weet – HOE? Hoe suïcidaliteit bevragen? - ‘Denkt u er wel eens aan een einde aan uw leven te maken?’ - ‘Denkt u soms aan zelfmoord?’ - ‘Denkt u eraan uit het leven te stappen?’ - ‘Wil u zelfmoord plegen?’ -… Gespreksvaardigheden - Adequate reacties - steun, empathie - ruimschoots de tijd nemen - actief bevragen - concretiseren van problemen / structureren in tijd en ruimte - benoemen van emoties - normaliseren van emoties - erkenning geven aan depressieve gevoelens - gepast reageren op lichaamstaal / aandacht non-verbale elementen Gespreksvaardigheden: Wat doe je beter niet ? – Moraliseren/preken – Waarde van het leven verdedigen – Minimaliseren – Afkeuren, veroordelen – Niet ernstig nemen – Gesprek uit de weg gaan – Onmiddellijk oplossingen voorstellen – Discutiëren – Paradoxaal werken /uitdagen – Besmet worden door hopeloosheid Risico-inschatting Risico-inschatting Is het in de weegschaal leggen van : 1. De aanwezige risicofactoren 2. De beschermende factoren 3. De mate van suicide-ideatie …! Risico inschatten • Concrete, duidelijke vragen stellen naar: – frequentie en aard van de gedachten – concreetheid van de plannen – mate van voorbereiding – beschikbaarheid en letaliteit van het middel – redenen om te blijven leven – betekenis van het dood willen zijn en het doel van de poging (weg zijn, dood, wraak) • Nagaan of de persoon de gevolgen van zijn daden kan overzien Inschatten ernst van de suïcidale wens • Plan? • Middel? • Letaliteit middel? • Beschikbaarheid middel? • Tijd en plaats • Reddingsmogelijkheden in plan • Afscheidsbrief of testament • … Hoe meer iemands plannen zijn uitgewerkt, hoe groter de kans dat die persoon een suïcide(poging) doet. Wat kan je als hulpverlener doen ? Inschatten van het suïciderisico heeft voorrang op het begrijpen van de suïcidaliteit! Tussen zorgen, beschermen en bewaken Zorgen Persoon heeft regie over zijn leven nog in handen. Kan nadenken over alternatieven, kan ‘pijn’ verdragen, kan oplossingen uitproberen Beschermen Regie wordt gedeeld, veiligheid installeren, leefmaatregelen afspreken, steunfiguren zoeken, eventueel niet-suïcideafspraak Bewaken Regie wordt overgenomen, persoon wordt in veiligheid gebracht, Doorverwijzing Motiveren tot hulpverlening • Schep realistisch beeld van de geestelijke gezondheidszorg: eigen verantwoordelijkheid en inzet van de patiënt in combinatie ondersteuning door de hulpverlener • Zicht krijgen op mogelijke weerstanden en knelpunten om hulpverlening te aanvaarden • Inzicht hebben in en beslissen om problemen aan te pakken ≠ oplossen van problemen De voorbereiding: • Kennis sociale kaart www.desocialekaart.be • Wat heeft de persoon zelf al gedaan om problemen aan te pakken? • Waar heeft de persoon al hulp gevraagd? • Welke hulp heeft hij/zij al ontvangen? • Hoe heeft hij/zij die hulp ervaren? • Andere hulpverleningsmogelijkheden verkennen samen met de persoon Hoe verwijzen? • De persoon moet zich door de hulpverlener aanvaard voelen in zijn problematiek • Samenvatting maken van de ernst van de problematiek • Procesmatig (tempo respecteren, onderhandelen) • Uitleggen waarom je doorverwijst (beperkingen) • Neem contact met hulpverlener • Uitleggen wat hij/zij kan verwachten van de dienst waarheen zij/hij doorverwezen wordt. • Positieve connotatie geven aan hulpverlening • Informatieoverdracht Hulpverleningscircuit = de lijnen 1. Nulde lijn – Mantelzorg (vrienden, familie, buren,…) – Zelfhulpgroepen www.zelfhulp.be www.werkgroepverder.be 2. Eerste lijn – De huisarts – OCMW (o.a. budgetbegeleiding) – Telefonische hulpverlening Tele-onthaal 106, Zelfmoordpreventielijn 02/649.95.55 – Centra voor Algemeen Welzijnswerk – Dienst Politiële slachtofferbejegening – Centrum voor Hulp aan Slachtoffers 3. – – – Tweede lijn Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Privé psycholoog Privé psychiater 4. Derde lijn – Psychiatrische afdeling in een algemeen ziekenhuis (PAAZ) – Psychiatrisch ziekenhuis (PZ) – Crisisopvangcentra – Therapeutische gemeenschappen (TG) Nabestaanden Rouw na zelfdoding • Zelfdoding is schok, traumatische ervaring • Verschillende reacties mogelijk: – – – – – – – – Ongeloof / ontkenning Realiteit van de zelfdoding Afschuw Verdriet Kwaadheid Schuldgevoelens Angst (voor herhaling) Opluchting (1/10) • Waarom-vraag Werkgroep Verder, Nabestaanden na Zelfdoding •Charter - Rechten van de Nabestaanden •Dag van de Nabestaanden Conferentie & Ontmoetingsdag voor nabestaanden na Zelfdoding en hulpverleners Zaterdag 24 November 2012 – Elewijt/Zemst • Wandeling “You’ll never walk alone” Dinsdag 1 mei 2012 – Genk Hulpverlener als nabestaande ”There are two kinds of therapists: Those who have experienced the suicide of a patient and those who will” Impact zelfmoord op de hulpverlener? Beïnvloedende factoren – Duur en intensiteit van de hulpverleningsrelatie – Mate van kwaadheid / vijandigheid – Onverwachte karakter – Persoonlijke draagkracht van de hulpverlener – Werkomgeving (ambulant, residentieel, privé) – Geslacht van de hulpverlener – Plaats van de zelfdoding en methode Impact zelfmoord op de hulpverlener? Persoonlijk? ≈ Familieleden & vrienden van de overledene – Schok en ontkenning – Angst – Schaamte – en Schuldgevoelens – Kwaadheid – Opluchting – Depressie en suïcidale ideaties – Isolatie – Thuissituatie Impact zelfmoord op de hulpverlener? Professioneel? – Gefaald – Twijfels over eigen competentie – Schrik voor “goede naam” – Schrik voor reacties van collega’s – Realiteit: niet iedereen is te behandelen Impact zelfmoord op de hulpverlener? Verandering in het professionele handelen? – voorzichtigheid verslaggeving en communicatie doorvragen rond suïcidaliteit opnames van risicocliënten toestemming verlenen instelling te verlaten onder toezicht plaatsen doorverwijzen van depressieve / suïcidale cliënten – therapeutisch werk – persoonlijke groei Opvang van de hulpverlener? Eigen familie / vriendenkring Praten met collega’s (informeel !) Gewoon terug aan het werk gaan (+ literatuurstudie) Question: What helped me the most was… Female Answer To talk To discover reasons To work To ruminate To rationalize Male N (%) 27 (75) 3 1 1 1 (8) (3) (3) (3) Answer To work To talk Time To think about To study literature Total N 8 8 3 3 2 (%) (30) (30) (11) (11) (7) Answer To talk To work To discover reasons To think about Time N (%) 35 (56) 9 (14) 3 3 3 (5) (5) (5) Interessante sites www.fitinjehoofd.be www.suicidepreventievlaanderen.be www.preventiezelfdoding.be www.werkgroepverder.be