Eenheid voor Zelfmoordonderzoek Universiteit Gent Zelfdoding: acute therapie en psychische preventie Suïcidepogers: motieven en methoden Dr. G. Portzky Prof. C. van Heeringen Suïcidepogingen in Vlaanderen Epidemiologisch onderzoek naar suïcidepogingen in Vlaanderen* Methodologie: – Registratie medisch aangemelde suïcidepogingen via spoedopname – Registratie via formulieren – Kwaliteitscontrole – Sinds ’07 via IPEO * Uitvoering Eenheid Zelfmoordonderzoek, met de steun van Vlaams Ministerie Welzijn, Gezondheid en Gezin IPEO? • Instrument Psychosociale Evaluatie en Opvang van suïcidepogers • Waarom IPEO? - Een suïcidepoging is kwantitatief en kwalitatief een moeilijk probleem voor spoedopnames • aantallen en tijdstip • complexe somatische én psychische toestand • beschikbaarheid van (A-) bedden/personeel • inschatting van risico van herhaling – Psychosociale evaluatie en opvang na poging minder risico herhaling suïcidaal gedrag (Kapur ea, ’02) IPEO • Doel: • • – Adequaat opvangen van suïcidepogers – Risico-inschatting – Opstarten vervolgzorg – Epidemiologische data IPEO 1: – Doel: eerste psychosociale evaluatie en opvang – Afname door spoedverpleegkundige of –arts IPEO 2: – Doel: verdere inschatting van risicofactoren en behandelnoden/opmaken van diagnose en/of probleemomschrijving en zorgtraject op basis van risico-inschatting – Afname psy-personeel Gegevens suïcidepogingen Vlaanderen 2007 • Voorkomen: – Person-based rate: 168/100.000 – Event-based rate: 178/100.000 • Evolutie: Figuur 1 Person-based evolutie van suïcidepogingen in Vlaanderen, volgens geslacht, 1999-2007 rate per 100.000 250 200 Mannen 150 Vrouwen 100 Totaal Vlaanderen 50 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 jaar Persoonsgerelateerde gegevens • Geslacht: Vrouw-man ratio 1.39:1 – 58.3% vrouwen – 41.7% mannen • Leeftijd: – Gemiddelde leeftijd: 36.7 jaar – Hoogste absolute aantal pogers: 35-44 jr; bij vrouwen ook verhoging onder 15-24jr • Socio-demografisch/econ. factoren: – – – – Grootste groep ongehuwd (45.3%) of gescheiden (17.1%) 30% woonde alleen op moment van TS; significant meer mannen > helft heeft kinderen Meer kans op suïcidaal gedrag bij (langdurig) werklozen • Voorgeschiedenis psychiatrische behandeling: Voorgeschiedenis psychiatrische behandeling 27% 36% residentieel ambulant R+A huisarts 3% geen 15% 19% • Voorgeschiedenis suïcidaal gedrag – Bij 48.6% voorgeschiedenis pogingen: • bij 25.2% > 2 • Bij 65.4% voorgaande poging in het voorbije jaar • 74.4% medisch behandeld • Alcohol- en middelenmisbruik (CAGE-AID): – – – – 58.1% geen vermoeden 9.7% mogelijk misbruik 21.4% waarschijnlijk misbruik Significant > ♂ • Diagnose: – As I: vermeld bij 48.6% • • • • 28.6% acute aanpassingsstoornis 20.2% “depressie” 11.9% “middelenmisbruik” ♂ > middelenmisbruik/aanpassingsst; ♀ > depressie – As II: vermeld bij 31% • 14% Borderline PS • 16% uitgesteld • ♀ > Borderline PS Gebeurtenisgerelateerde gegevens • Situering in tijd: – – – – 40.8% avond 27.4% namiddag 16% ochtend 15.8% nacht Op basis van Suicide Intent Scale: - 54.7% tijdstip zodanig gekozen dat interventie van anderen waarschijnlijk was - 29.3% tijdstip zodanig gekozen dat interventie van anderen onwaarschijnlijk was - 16.1% tijdstip zodanig gekozen dat interventie van anderen zo goed als uitgesloten was • Methode: – 77.3% zelfvergiftiging: • 73% benzodiazepines/andere sedativa; • 10.1% niet-narcotische analgetica/antipyretica/antireumatica – 13.6% zelfverwonding: • 44.8% scherp voorwerp; • 24.1% verhanging • Significant > ♂ – 9.2% beide • Omstandigheden (Suicide Intent Scale): – Handeling om hulp te krijgen na poging: • 46.4% bracht mogelijke hulpverlener op de hoogte • 8.4% contacteerde hulpverlener maar niet op de hoogte van poging • 45% zocht geen contact met hulpverlener – Laatste handeling met oog op dood • 88.6% geen • 6.35% overwogen of beperkte maatregelen genomen • 4.8% definitieve maatregelen (bv. opmaken testament, …) – Afscheidsbrief • 74% Noch geschreven, noch aangedacht • 3.49% Aan gedacht maar niet geschreven • 22.5% Geschreven – Mate van planning • 61% Geen voorbereiding/geen plan • 28.6% Nauwelijks of minimale voorbereiding • 10.4% Uitvoerige voorbereiding (gedetailleerd plan) – Communicatie vooraf over plannen • 53.5% Geen • 26.1% Impliciete communicatie • 20.3% Expliciete communicatie • Aanmelding: – – – – 21.4% (mede) op initiatief vd patiënt zelf 52.6% dienst 100 betrokken 13.8% politie betrokken 12.7% huisarts • Letsel: – 46.5% geen letsel – 34.7% beperkt letsel – 12.9% ernstig – 5.9% levensbedreigend Vermoedelijk onderschatting levensbedreigende letsels!! • Gevoelens na de poging: – 20.9% expliciet spijt dat poging mislukt was – 14.8% expliciet blij dat poging mislukt was – 19.3% vermelding depressieve gevoelens – 7% gevoelens van leegheid – 6.3% schuldig/schaamte – 5.2% kwaadheid en cynisme – 3.8% angstig en onrustig – 12.6% ambivalente gevoelens – 5.2% poging minimaliseren • Hopeloosheid/verwachtingen eigen toekomst: – 38.4% toekomst eerder negatief – 27.3% toekomst eerder positief – 34.2% ambivalent • Suïcidaliteit na de poging – IPEO 1: • 55.4% geen suïcidale gedachten • 44.6% zwakke tot sterke suïcidale gedachten – 35.9% plannen zonder details – 20.4% gedetailleerde plannen – IPEO 2: • 65.5% geen suïcidale gedachten • 34.5% zwakke tot sterke suïcidale gedachten – 45.8% plannen zonder details – 15% gedetailleerde plannen • Ervaren problemen: – 61.5% eenzaamheid – 53.2% relationele problemen – 59.6% psychische klachten/psychiatrische problemen – 33.8% problemen met ouders – 33.1% werkproblemen – 26.3% overlijden/ernstige ziekte belangrijke ander – 26.6% traumatische gebeurtenissen – 18.9% suïcidaal gedrag belangrijke ander • Motieven: • Totaal suïcidale intentie: – 48.9% mannen hoge suïcidale intentie – 39.9% vrouwen hoge suïcidale intentie • Zorgtraject – Bereidheid tot begeleiding: • 82.7% bereid • 17.3% weigering – Zorgbehoeften: • Vormelijk: 41.8% – 56.7% ambulante begeleiding – 35.2% residentiële begeleiding • Inhoudelijk: 26.3% – – – – 37.6% intrapersoonlijke hulpbehoeften (werken aan zelfbeeld, depressie) 23.9% interpersoonlijke hulpbehoeften (relatieproblemen, …) 20.5% praktische ondersteuning 17.9% rust • Behandelplan na spoedopname: – Residentieel: 75.7% – Ambulant: 32.4% – Geen doorverwijzing: 20.2% Behandelplan afhankelijk van ziekenhuis: - geen urgentiepsychiatrische spoeddienst: 30.3% naar somatische afdeling - Wel urgentiepsychiatrische spoeddienst: 9.4% naar somatische afdeling Zorgtraject, na ontslag in een ziekenhuis met EPSI, Vlaanderen , 2007 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% ) ) 4) 2) 1 9 1 3 . 1 1 .. =4 34 ( v 1 a n = = l n = g ( = ( k e n n (n (n ge t i a ( o d l (n f c e I T Z e ra in an je tg d S V A p f an c h a e l s P P A a r r f f ta E lp P a e be e gt : o n e : r d h e e o Z c co an er nd an z et l s et l P r l i v a r : c .p c h m at n ,p ke s n n e n v e s i a n e o m b l o r c o re c p ge fo n :e : s : , : n e n n : i n a n es an la l l n a ge r a l p p l p p p ee , b, b, , b, g b s e m am am r am a ) 4 4 . e. .. . a .. . .. . Zorgtraject, na ontslag in een ziekenhuis zonder EPSI, Vlaanderen, 2007 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 4) ... e g ct .. . .. . a .. . fo in ) 3 = ) 9 n= ) 3 = .. ... i n l ( ( n e ra I T Z d t( p f n c S e V A s h a r f a la P P A t e je a e e p b f n E l a P d : r o o e tr : te e ch c e n t d g n e s Z v n ti la re la P or el cr a a p n c p z k : n . h e n , n s n o m e s o a e c o e be l r c g e vm : : s i r p : : n n n : , n n e a a n s fo l l a a e a l l n e p p l i g r p p , p , , n b, b , b b e s m m a a re ge am am = (n d n a (n