Opdracht 3: Elke zijde een eigen naam Weet je nog?: De zijde CA in de rechthoekige driehoek hiernaast noemen we de schuine zijde, omdat hij NIET uit een rechte hoek komt. Het heeft er dus niks mee te maken of die zijde schuin op de tekening staat. De andere zijden (in de figuur AB en BC) noemden we allebei “rechthoekszijden” omdat ze allebei uit de rechte hoek komen. Het zou wel handig zijn als we die ook nog een aparte naam konden geven. Laten we eens wat verzinnen: “lange en korte rechthoekszijde” werkt niet: “liggende en staande rechthoekszijde” ook al niet… Omdat we later bij sinus, cosinus en tangens ook gaan kijken naar de zijden in combinatie met hoeken, gaan we dus maar afspreken om de rechthoekszijden een naam te geven………………… ………………….GEZIEN VANUIT DE HOEK WAAR VANDAAN WE KIJKEN Als je in hoek C gaat staan, dan is het de rechthoekszijde AB die tegenover je staat…… AB noemen we dan de OVERSTAANDE rechthoekszijde… De rechthoekszijde BC ligt aan je arm. Die noemen we dan ook de AANLIGGENDE rechthoekszijde… -----------------------------------------------------------------------------------Je kunt natuurlijk ook in de andere scherpe hoek gaan staan: Nu is het de rechthoekszijde BC die tegenover je staat…… BC noemen we nu de OVERSTAANDE rechthoekszijde… De rechthoekszijde AB ligt nu aan je arm. Nu noemen we AB dan ook de AANLIGGENDE rechthoekszijde… Even oppassen dus: Als je uit een andere hoek kijkt, veranderen ook de namen van de rechthoekszijden. Lijkt moeilijk, maar dat is juist heel handig!! Want zo knoop je zijden aan hoeken vast, en kun je later steeds dezelfde sommetjes toepassen. Maak nu de oefentoets “elke zijde een eigen naam”. Naar behoren: Voor de oefentoets “Elke zijde een eigen naam” ben je geslaagd.