PDF Toekomstbeeld van het Waterrijk

advertisement
Vereniging Deltametropool
cahier
-2
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
1
Met de publicatie ‘Waterrijk, Verkenning van
‘Toekomstbeeld van het Waterrijk’ doet hiervan
een Metropolitaan Parksysteem’ uit september
verslag en schetst de ontwikkelingen vanaf het
2002 treedt de Vereniging Deltametropool naar
congres tot heden.
buiten met het concept Waterrijk.
Hoopvol zijn de ontwikkelingen Programma
Stad – Land en het Groene Hart Pact.
Bijna vier jaar later, voorjaar 2006, is het tijd
Zou het niet mooi zijn wanneer de nu deelne-
voor een herijking van deze verkenning. Hoe
mende partijen in het ‘Toekomstbeeld van het
heeft het concept Waterrijk zich door de jaren
Waterrijk’ een praktische gids voor dagelijks
heen gehouden?
gebruik gaan zien? ‘Vijf jaar Waterrijk in een
Het ledencongres van de vereniging in juni
vestzakboekje’.
2006 stond daarom in het teken van Waterrijk.
Met de bevindingen, de conclusies en de rol
Jeffrey The,
van het Waterrijk in de toekomst.
coördinator Vereniging Deltametropool,
Delft, maart 2007
Vereniging Deltametropool
cahier
2
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
Inhoud
3
INHOUD
Ten geleide
Voorwoord
Overzicht Waterrijk:
Perspectief voor
The Water Realm of
Conclusies en doelen
Bijlage A
Bijlage B
-1
4
een geheugensteun
Waterrijk
Holland
28
Ruimte voor water,
Verslag ledencongres
6
11
21
maar hoeveel?
36
30
4
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
5
VOORWOORD
Sinds haar oprichting in 2000 werkt de Vereniging Deltametropool onder het vaandel Waterrijk aan
een wenkend toekomstperspectief voor de groenblauwe en open ruimte in de Deltametropool. Zij
ontwikkelde het concept Waterrijk tot een ontwerpmethode voor een metropolitaan parksysteem. In
dit Waterrijk worden de krachten en mogelijkheden van landbouw, natuur, recreatie, cultuurhistorie
en water zoveel mogelijk gebundeld. In verschillende combinaties vormen ze de onderdelen van het
metropolitaan parksysteem, dat zelf weer verbonden is met het stedelijk systeem zodat het goed
toegankelijk is.
De vereniging heeft het ledencongres op 9 juni 2006 gebruikt om te onderzoeken of de leden achter deze ambitie staan, wat er zoal op onderdelen aan vooruitgang wordt geboekt en waar in de
nabije toekomst de taken van de vereniging liggen. Conclusie was dat de ambitie van Waterrijk
staat. Het onderhouden en continu aanscherpen van het wenkend toekomstperspectief Waterrijk
wordt wenselijk geacht en bij uitstek gezien als een taak van de vereniging.
Nieuwe ontwikkelingen met kansen voor het Waterrijk zijn gaande. In februari 2007 hebben de pro-
Voorwoord
vinciale staten van Holland en Utrecht het Uitvoeringsprogramma Groene Hart 2007-2013 vastgesteld. Hierin zijn belangrijke uitgangspunten en uitwerkingen van het Waterrijk overgenomen. Wat
Delft, maart 2007
betreft de financiering wordt voor dit moment in ruim de helft van het programma voorzien.
Veelbelovend is het projectenprogramma Stad-Land, dat in het voorjaar 2007 van start gaat. Hierin
werken de vier grote steden en de provincies Holland en Utrecht samen aan een betere toegankelijkheid van het landelijk gebied vanuit de stad.
Centraal in deze publicatie staat de bijdrage van Lodewijk van Nieuwenhuijze (H+N+S), een bewerking van zijn voordracht als keynote spreker op het ledencongres. Van Nieuwenhuijze schetst hoe
het perspectief Waterrijk eruit zou kunnen zien met toekomststrategieën voor (1) de veenweiden,
(2) het noordelijke droogmakerijbekken, (3) het zuidelijke droogmakerijbekken en (4) het totaalbeeld.
De bijdrage van Van Nieuwehuijze wordt voorafgegaan door ‘Overzicht Waterrijk, een geheugensteun’.
Ook treft u een voordracht aan van Jan Willem Kooijmans, gehouden tijdens de opening van het
internationale congres ‘Aquaterra, World Forum on Delta & Coastal Development’ op 7 februari
2007 in Amsterdam. Hierin worden het ontstaan, het concept en de mogelijkheden van Waterrijk
helder belicht.
Het verslag besluit met de conclusies van het ledencongres en een zevental doelen voor de toekomst.
In de bijlagen vindt u, tot slot, een overzicht van gemaakte inschattingen over de benodigde waterberging in de Deltametropool sinds 2000 en een bondig verslag van het ledencongres.
6
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
7
OVERZICHT WATERRIJK: EEN GEHEUGENSTEUN
Het woord Waterrijk staat voor een metropolitaan parksysteem dat een grote diversiteit aan landschappen en steden in de delta van Rijn en Maas met elkaar en met de kust verbindt. Dit parksysteem bestaat uit:
-
een recreatief hoofdnet voor varen, fietsen en wandelen;
-
uitzicht op het omringende overwegend agrarische cultuurlandschap;
-
toegang tot plaatselijk aanwezige plassen en meren, bossen en parken, landgoederen en
monumenten.
Deze drie onderdelen van het parksysteem zijn onlosmakelijk verbonden:
-
zonder recreatief hoofdnet kun je er niet komen en zijn;
-
zonder cultuurlandschap verliest het systeem zijn betekenis;
-
zonder plaatselijke toegang is het geen parksysteem.
Omdat de waterhuishouding van dit deltalandschap de ruimtelijke structuur van het parklandschap
bepaalt, is het de naam Waterrijk gegeven.
Het idee metropolitaan parksysteem is opgenomen in de Verklaring Deltametropool van 19 februari
Overzicht
Waterrijk:
1998. In artikel 15 van die verklaring staat: ‘Een metropolitaan parksysteem is nodig om de dynamiek van de stedelijke ontwikkeling te kunnen beheersen en het landschap – mede dankzij duurzaam agrarisch gebruik – te kunnen inzetten als instrument tot het geleden en begrenzen van de
stad’. In artikel 16, waar sprake is van het omvormen van het Groene Hart tot een Waterrijk, staat
vermeld: ‘Dit Waterrijk zal door welgekozen ligging van plassen en waterlopen, als drager van het
metropolitane parksysteem, een belangrijke bijdrage leveren aan de inrichting van de
Deltametropool’.
Het rapport Waterrijk is een uitwerking van dit idee door de Vereniging Deltametropool. Het bouwt
voort op eerdere studies van de vereniging over het Waterrijk (1998, 2000, 2001) en over contouren
als kwaliteitslijnen (2001). Het rapport heeft welbewust niet de vorm van een ruimtelijk plan, in de
zin van een structuurplan of masterplan. En het moet dus ook niet gelezen worden als een voorstel
dat goedkeuring van bestuurlijke autoriteiten behoeft. Het is een verkenning en omvat de beschrijving van een methode om tot zo’n plan te komen als het idee van een metropolitaan parksysteem
voldoende medestanders weet te verwerven. Die medestanders zullen vervolgens zelf de handen
ineen moeten slaan om het idee te verwerkelijken. Een gezamenlijk op te stellen plan kan dan dienen als eerste proeve van hun daadkracht.
EEN GEZAMENLIJK OP TE STELLEN PLAN KAN
DIENEN ALS EERSTE PROEVE VAN DAADKRACHT.
8
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
9
OVERZICHT WATERRIJK: EEN GEHEUGENSTEUN
boven, Watersysteem, eerste bewerking in concept Waterrijk
boven, Recreatief hoofdsysteem, derde bewerking in concept Waterrijk
onder, Cultuurhistorie, tweede bewerking in concept Waterrijk
onder, Deelgebieden, vierde bewerking in concept Waterrijk
10
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
11
PERSPECTIEF VOOR WATERRIJK
De methode Waterrijk voor het maken van een ruimtelijk plan bestaat uit de volgende uitgangspunten en bewerkingen:
1
vaststellen ontwerpcriteria
Als voorbeeld dient een set criteria, ontwikkeld door de sectie Landschapsarchitectuur van de
Technische Universiteit Delft (prof. Clemens Steenbergen).
2
analyse vertrekpunt: het landschap van 1996
3
vaststellen ecologische basis
Dan volgt een serie bewerkingen van de kaart:
4
eerste bewerking: de waterkaart
Als voorbeeld dient de waterkaart 2050, ontwikkeld door de werkgroep Waterrijk (2001).
5
tweede bewerking: de cultuurkaart
Als voorbeeld dient een bewerking van informatie in de nota Belvedere van het ministerie van
OCW (1999).
6
derde bewerking: het recreatieve hoofdnet
Als voorbeeld dient een bewerking van gegevens ontleend aan het Structuurschema Groene
Ruimte in combinatie met een eerste selectie van belangrijke recreatiegebieden die zich lenen
voor dagtochten.
7
vierde bewerking: het onderscheiden van deelgebieden
Als voorbeeld dient een bewerking van het aanwezige landschap, gebaseerd op de analysemethode van prof. Taeke de Jong, hoogleraar milieuplanning aan de Technische Universiteit Delft,
in combinatie met uit andere bronnen bekende gebiedsgrenzen van waterhuishoudkundige en
landschappelijke aard.
8
Perspectief voor
Waterrijk
vijfde bewerking: identificeren van ontwerpopgaven
Als voorbeeld worden hier drie typen ontwerpopgaven op de kaart gezet:
Lodewijk van Nieuwenhuijze (H+N+S Landschapsarchitecten)
(1) het recreatieve hoofdnet,
(2) contouren als kwaliteitslijnen,
(3) uitzichten van degenen die zich op de Delta Autoweg (Holland Avenue) of de Delta
Spoorweg bevinden.
bijdrage aan het ledencongres Het Waterrijk in de Deltametropool.
12
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
13
PERSPECTIEF VOOR WATERRIJK
boven, Grondwatertrappen in West-Nederland in 1950
boven, Tussenboezem met water
onder, Verschillende perspectieven voor veenweide
onder, Tussenboezem zonder water
14
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
Maquette Waterrijk, Internationale Architectuur Biënnale, 2005
15
PERSPECTIEF VOOR WATERRIJK
boven, Kwaliteitszonering van het Groene Hart, Stuurgroep Groene Hart, 2006
onder, Perspectief voor een metropolitaan parksysteem
16
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
17
PERSPECTIEF VOOR WATERRIJK
Een even noodzakelijke als vanzelfsprekende coalitie tussen groene en blauwe ontwikkelingen: dat
meest voor de hand liggend naar voren. Het netwerkmodel is het verst uitgewerkt.
is de centrale gedachte in Waterrijk. Tot voor kort was die combinatie verre van gebruikelijk.
Duidelijk werd dat voor waterberging zo’n 10 procent van het landelijk gebied nodig is, ongeveer
Inzichten zijn langzaamaan aan het veranderen, maar moeten nog meer veranderen. Hoe staan we
40.000 hectare. Voortschrijdend inzicht heeft deze inschatting in de loop der tijd teruggeschroefd
er eigenlijk voor?
tot 20.000 hectare, nog altijd een flinke oppervlakte als het gaat om het aanleggen van het beoogde watersysteem.
Uit de geschiedenis van de waterplanning in West-Nederland in de afgelopen tien jaar blijkt hoe
snel argumenten elkaar opvolgen, en hoe dit de perceptie in een gebied direct beïnvloedt. Het
Bijzonder is dat de veranderingen zich vooral op het netwerk concentreren, op de waterlopen en
schilderij van de 19e eeuwse schilder Roelofs laat zien dat dergelijke beeld van het Groene Hart dat
hun directe omgeving. Hier worden tussenboezems voorgesteld die, met hun door het jaar fluctue-
de laatste tijd heel populair is geworden. Dit beeld als icoon van de Deltametropool zou wel eens
rende waterpeil, het watersysteem van de Deltametropool als geheel robuuster maken. Aan de ene
veel meer bepalend kunnen zijn dan alle discussies tegelijk.
kant ligt dan een droogmakerij en aan de andere kant een veenweidegebied. Deze landschappen
Waterrijk wil niet zomaar een oplossing zijn voor een (toekomstig) waterstaatkundig probleem, maar
zouden onveranderlijk tussen het volledig veranderde tussenboezemsysteem liggen.
tegelijk en vooral dé basis vormen voor een groenblauwe ontwikkeling van de Deltametropool.
Het netwerkmodel moest ervoor zorgen dat het huidige waterbeheer in de omgeving van het net-
Komt Waterrijk er nu wel of niet, misschien wat later of in iets andere vorm?
werk behouden kon blijven. Dit concept van een robuust nieuw waternetwerk was een grote
omslag in het denken. Maar het denken heeft niet stilgestaan. De veenweidegebieden blijken
Ontwikkelingen in waterbeheer
inmiddels eveneens onderhevig aan de nodige veranderde standpunten.
De huidige waterproblematiek heeft onder andere te maken met de enorme toename van verstede-
Na de introductie van de ideeën voor een nieuw watersysteem maakten de waterschappen een eer-
lijkt oppervlak. Waar het tegenwoordig gebruikelijk is dat de toename van verhard oppervlak met
ste bewerkingsslag onder leiding van Joop van der Does, voorzitter van de Werkgroep Waterrijk.
wateroppervlak gecompenseerd wordt, werd er in het verleden minder goed rekening gehouden
Dit werd een realistisch netwerkmodel, waarvoor naar schatting 30.000 hectare aan transformatie
met de wateropgave en is een enorm tekort aan waterbergingsmogelijkheden opgebouwd.
naar water nodig is. In de aanloop naar de Nota Ruimte en de Vijfde Nota heeft het ministerie van
De waterplanning is sinds omstreeks 1950 gebaseerd op het geloof in onbeperkte aan- en afvoer-
VROM enkele studies naar het Groene Hart uitgezet. In deze studies wordt geschetst wat de con-
mogelijkheden. Het waterbergend vermogen van de polders zelf is sterk gereduceerd.
sequenties van de nieuwe watersystemen zijn voor het omliggende landelijk gebied en wordt
Tegenwoordig is er ’s winters een afvoerprobleem en ’s zomers een aanvoerprobleem.
gezocht naar transformaties in het veenweidegebied. Tussen 2001 en 2004 is de discussie over de
Pas sinds het einde van de jaren zeventig wordt er nagedacht over het maken van een groenblauwe
toekomst van het veenweidegebied prominent op de agenda gekomen. Wat zijn de mogelijkheden
slinger in West-Nederland. Ruim tien jaar later startte de uitvoering in het eerste deelgebied.
met dat gebied? Te denken valt aan moerasontwikkeling, het behouden van het veenweideland-
Kennelijk is er in Nederland een incubatietijd van minstens tien jaar nodig tussen het ontstaan van
schap of het verder agrarisch ontwikkelen. Er lijkt nu algemene consensus te zijn om te kiezen voor
een idee en de start van de werkelijke uitvoering.
het niveau van de grote poldereenheden. Daarin is het belangrijk om op het gebiedsniveau van bijvoorbeeld de Alblasserwaard één richting, één visie te hanteren.
Tussenboezem
Maquette en Biënnale
In 2000 introduceerde H+N+S, in opdracht van en in samenwerking met de Vereniging
Deltametropool, het idee van een tussenboezem in de Deltametropool. Hoewel op bestuurlijk
Tijdens de Internationale Architectuur Biënnale 2005 in Rotterdam ontbrak de Vereniging
niveau steeds is gecommuniceerd dat er iets te kiezen viel, kwamen het netwerk- en ringmodel als
Deltametropool niet. Ze presenteerde een maquette als resultaat van een herijking van Waterrijk op
WAAR HALEN WE HET WATER VANDAAN ALS DE
HET MAKEN VAN EEN INTEGRAAL ONTWIKKELINGS-
RIVIEREN MINDER AANVOEREN?
PLAN INCLUSIEF REGIONALE WATERBERGING VOOR
DIE DROOGMAKERIJEN, IS OP DIT MOMENT, NU HET
NOG KAN, EERSTE PRIORITEIT.
18
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
19
PERSPECTIEF VOOR WATERRIJK
de actualiteit. Er is op te zien dat de waterretentie westwaarts is geschoven. De wateringrepen zijn
en een groot deel dat landbouwontwikkeling kent.
vooral gekoppeld aan het verstedelijkt gebied, in relatie tot de droogmakerijen. Er ontstaat een dui-
De veenweidediscussie is een aanvullende component waarmee het metropolitane parksysteem
delijke scheiding tussen west- en oostflank als het gaat om de betekenis van de waterstructuur in
iets doet.
de Deltametropool. Het is aan te bevelen om een eenduidige stroomrichting in dat systeem te intro-
Het nieuwste aspect in het denken over water is de veiligheidsdiscussie, die veiligheid en risico
duceren, waarbij uitgangspunt moet zijn dat op langere termijn het schone, zoete water vooral uit
anders benadert. In de dijkringen ging het tot dusver vooral over de kans op calamiteiten. Daar
oostelijke richting komt (Amsterdam-Rijnkanaal en de grote rivieren). Voor het realiseren van zo’n
worden we na New Orleans nog eens extra aan herinnerd. De benadering is sindsdien meer gericht
stroomrichting ontbreekt er één stukje boezem. Als dat wordt gemaakt kunnen de stroomsystemen
op het beheersbaar maken van calamiteiten. Welke consequenties zou dat kunnen hebben voor
van noord- en zuidvleugel van elkaar worden losgekoppeld. Dit is dus een belangrijke kwaliteits-
Dijkring 14 (West-Nederland)? Compartimentering zou daar in de toekomst heel belangrijk kunnen
sleutel om de stroomrichting van het water te kunnen sturen.
worden. Het organiseren van een terugvaloptie is nodig. Voor het Groene Hart zouden we kunnen
kijken of de Oude-Rijnzone als compartimenteringgrens niet een veel belangrijker rol zou moeten
Waar halen we het water vandaan als de rivieren minder aanvoeren? Tijdens het congres kwam naar
spelen dan nu. Ingewikkelder is het om een systeem van dubbele dijken te realiseren (te vergelijken
voren dat we nu heel goedkoop water uit het IJsselmeer kunnen aanvoeren, maar het is natuurlijk
met de dubbelwandigheid van een olietanker). Voor West-Nederland kan dat betekenen dat er
de vraag of dat over een jaar of dertig nog steeds mogelijk is. Het Markermeer blijft in elk geval
ergens op de grens van een droogmakerij over een volgende dijkring moet worden nagedacht.
heel belangrijk; nadenkend over de transformaties in de Nieuwe Hollandse Waterlinie valt wellicht
Maar dit is de minst voor de hand liggende strategie.
ook te overwegen om voormalige inundatiegebieden als waterretentiegebieden voor WestNederland in te richten.
De nieuwe wateropgave
De belangrijkste toevoeging ten opzichte van de eerdere versie van het Waterrijk is de notie dat in
enkele diepe droogmakerijen brak kwelwater naar boven komt. Zodra dit de boezem wordt inge-
Het ligt voor de hand dat in de komende dertig jaar de definitieve contouren tussen stad en land
pompt, raakt die boezem als het ware vergiftigd. De zoutbelasting op de boezem is een belangrijke
duidelijk zullen worden. De droogmakerijen zullen in deze periode het grootste deel van de
reden voor de zoet-waterinlaat- en doorspoelbehoefte in de zomer.
verstedelijkingsopgave moeten verwerken. Het maken van een integraal ontwikkelingsplan inclusief
Het verminderen van deze zoutbelasting zou daarom een grote kwaliteitsslag zijn. Dit kan door tij-
regionale waterberging voor die droogmakerijen, is op dit moment, nu het nog kan, eerste prioriteit.
delijke opslag van het brakke water in speciaal daarvoor ingerichte bergingsgebieden aan de randen van de droogmakerijen. Het voordeel van een dergelijke zoutberging is dat je deze, als de
In de veenweidegebieden is het tegengaan van de bodemdaling in combinatie met het perspectief
afvoercapaciteit van de boezem in natte perioden tekortschiet, tevens zou kunnen gebruiken als
als landbouwgebied de grootste opgave. Peilbeheer is daarbij cruciaal. Op sommige plaatsen is de
piekberging. Daarmee krijgen die waterbekkens een dubbelfunctie. Deze ingreep zorgt ervoor dat in
veenlaag dun en klinkt snel in. Hier moet eerder een vernattingstrategie worden bedacht dan voor
totaal 20.000 hectare nieuw waterbergingsgebied voldoende is.
gebieden waar de veenlaag nog 8 à 10 meter dik en minder kwetsbaar is. De veengebieden in het
westen van de Deltametropool zijn het meest urgent. Bij een beheer als veenweidegebied zal de
Ontwikkelingsprogramma Groene Hart
bodem altijd wat blijven zakken. Daarom ligt het volgen van een moerasstrategie hier het meest
voor de hand. Het perspectief voor het veenweidegebied heeft een belangrijke rol gespeeld in het
Het is interessant om het Ontwikkelingsprogramma Groene Hart te vergelijken met de kaart van
Ontwikkelingsprogramma voor het Groene Hart.
VROM in de Nota Ruimte. Verschil is vooral te zien in de behandeling van de verschillende poldereenheden. Tengevolge van de strategie van het ontwikkelingsprogramma valt de Krimpenerwaard in
delen uiteen: een moerasgebied waarin het oorspronkelijke veenweidelandschap wordt gekoesterd
HET LIGT VOOR DE HAND DAT IN DE KOMENDE
DE DROOGMAKERIJEN ZULLEN IN DEZE PERIODE
DERTIG JAAR DE DEFINITIEVE CONTOUREN TUSSEN
HET GROOTSTE DEEL VAN DE VERSTEDELIJKINGS-
STAD EN LAND DUIDELIJK ZULLEN WORDEN.
OPGAVE MOETEN VERWERKEN.
20
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
21
THE WATER REALM OF HOLLAND
Perspectief voor het Waterrijk
Hoe zou het perspectief voor Waterrijk eruit kunnen zien? Er is een tweedeling te maken tussen het
oostelijk en het westelijk deel van de Deltametropool. Voor het westelijk deel (met de droogmakerijen) geldt dan nog steeds de strategie zoals die al is ingezet, en zoals in de maquette zichtbaar is
gemaakt. In het centrale en oostelijke deel wordt de discussie rond de veenweidegebieden meer
dominant. In het oostelijk gedeelte zal er een soort driedeling in het veenweidegebied op gang
komen: moerasvorming, optimaal ingerichte landbouwgebieden en een tussenvorm.
De Oude Rijn functioneert als een scheiding tussen noord- en zuidflank van het westelijk deel met
de droogmakerijen. In de zuidflank gaat het om het realiseren van een continu systeem waarin de
groenblauwe slinger vorm krijgt. Voor de noordflank zit perspectief in de ontwikkeling van een stelsel van watergebieden, meren en plassen. Dit komt op korte termijn niet voort uit de huidige wateragenda. Nog belangrijker is misschien wel de verborgen opgave: de transformatie in het kerngebied. In het grote, centrale veenweidegebied worden de grootste transformaties verwacht als
gevolg van toekomstige peilbesluiten die het aanzicht van het Groene Hart fundamenteel zullen veranderen.
De opgave die dan overblijft is nadenken over de toekomst van het Groene Hart als geheel en
daarvoor een kompas te ontwikkelen: wat willen we bereikt hebben in 2030 of 2050? Dáár valt nog
wel degelijk iets te kiezen.
The Water Realm
of Holland
7-9 February
2007
Presentation by Jan Willem Kooijmans (Delta Metropolis Association) for Aquaterra, World Forum on Delta
& Coastal Development
WAT WILLEN WE BEREIKT HEBBEN IN 2030 OF 2050?
DÁÁR VALT NOG WEL DEGELIJK IETS TE KIEZEN.
22
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
23
THE WATER REALM OF HOLLAND
INCREASE IN RAIN INTENSITY
evaporation
25%
precipation
25%
65%
River Rhine
75%
sea
RISE OF
SEA LEVEL
NL
1%
ground water
CHANGE
IN DRAIN
10%
River Meuse
and others
1%
seeping water
SALT AND OTHER POLUTION
boven, Rijndelta in Noordwest Europa
boven, Schematische weergave van het watersysteem Nederland
onder, Maquette Waterrijk tijdens comgres Aquaterra, 2007
onder, ‘van park volgt water, naar water volgt park’
UNTIL RECENTLY
FROM NOW ON
1 address
the water issues
1 an attrictive perspective
(long term, multi-purpose)
2 construct
a metropolitan park
system on top of that
2 this perspective solves
water issues, now
and the future
24
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
Delta Metropolis Association
25
THE WATER REALM OF HOLLAND
Serious overhaul of the water system
Delta Metropolis is the name for the metropolitan area in the western part of the Netherlands. It
For several reasons, the water system of the Netherlands is in need of a serious overhaul. The main
was introduced by the cities of Amsterdam, Rotterdam, The Hague and Utrecht in 1998 in a docu-
reasons are a predicted climate change, the ongoing urbanisation and a more serious awareness of
ment called The Delta Metropolis Declaration. The Delta Metropolis area measures some 60 by 80
water systems as natural habitats. The climate change urges us to anticipate an influx of water into
km and has about 5 million inhabitants (and 2.2 million jobs), which comes down to more than 1000
the low level delta from all sides: more and heavier rainfall from above, seeping salt water from
inhabitants per sq. km. Traditionally, the Dutch have considered this to be high density country.
below, the rising of the sea level in the west, and a change in the water supply by the rivers from
However, the Delta Metropolis is seen as a low density city in the Declaration.
the east. There will be more water in winter, less water in summer.
The word Delta refers to the delta of the Rhine and Meuse rivers. It serves as a constant reminder
Until recently the conventional Dutch method of dealing with water issues was to build higher dikes
of the character of the natural environment and the typical conditions this environment creates for
and use more and heavier pumps. This attitude is changing because the water system is reaching
any form of human land use. The word Metropolis refers to the four cities’ ambition to be part and
its limits. A serious overhaul is needed, providing more room for the storage of water instead of the
parcel of the European network of world cities. To this end the present, rather loose, collection of
conventional solution of using larger pumps. This solution needs to be considered in the light of the
towns and cities has to be transformed into a tightly knit urban system to improve synergy through
multi-purpose use of the water system with its extensive amount of surface water. That is why the
improved interconnection and interaction.
Association, consisting of planners and economists, though not strictly water specialists, has
sought to intervene with its ideas on the matter.
This initiative has been triggered by the emergence of the European Union. The initiators of Delta
Metropolis consider this a threat as well as an opportunity. They feel that the economies of scale
The Association’s most recent result is a proposal for modifying the water system with basins or
that generate the dynamic of private companies cannot be neglected by public bodies such as city
areas for water storage. The proposal was made in a model for the International Architecture
councils who are responsible for territorial conditions and have to allocate the right spaces for sett-
Biennale in Rotterdam in 2005, and is displayed in the Aquaterra exhibition. The existing water
lement and facilitate appropriate transport systems. The initiative of 1998 has grown into the Delta
system has a capacity for water storage of different kinds. First of all, it can contain the salty see-
Metropolis Association, which presently has approximately thirty members; cities, Water Boards,
ping water, keeping it from spreading all through the water system. Basins to store this salty water
Provinces, housing corporations, business associations, a transport company, the farmers’ associa-
on location are proposed. Additional storage capacity is suggested for times of heavy rainfall and
tion and nature conservation organisations.
large supplies by the rivers. Storage basins in the east are proposed to supply fresh water in case
of a shortage in the summer.
The Delta Metropolis Association aims to be an interchange of ideas and innovative concepts to
improve synergy in the metropolitan system. There used to be no platform for any serious discus-
Estimations vary of the exact capacity needed for water storage.. During the Biennale of 2005 the
sion on this scale, with members from public as well as private bodies. Up till now, the Delta
assessment was 30,000 hectares* [(oppervlaktemaat?) are/hectare is een aan Engelstaligen onbe-
Metropolis Association has been active in several subsystems of the metropolitan system as a
kende maat, die zou ik omrekenen in vierkante kilometers (wel bekend)] of water storage. Today the
whole: the water system, the transport system, the rural system and the urban system. This lecture
Water Boards estimate 10,000 hectares* will be required until the year 2015. Beyond that point a
presents the ideas and the concept of the Water Realm, and a design proposal for a metropolitan
precise assessment is difficult to make. Nobody knows exactly how dramatic the climate change
park system, focusing on the water system.
will be and how it will develop, therefore it seems wise not to work on plans beyond 2015.
However, in the opinion of the Delta Metropolis Association the issue should be addressed now, so
THIS LECTURE PRESENTS THE IDEAS AND THE
THERE IS A CLEAR DISTINCTION BETWEEN THE CLAY
CONCEPT OF THE WATER REALM, AND A DESIGN
SOILS IN THE DEEP POLDERS AND THE AREAS WITH
PROPOSAL FOR A METROPOLITAN PARK SYSTEM,
PEATY SOILS. THEY ARE ROUGHLY ZONED FROM
FOCUSING ON THE WATER SYSTEM.
PEAT IN THE EAST TO CLAY IN THE WEST.
26
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
27
THE WATER REALM OF HOLLAND
that spatial reservations can be made for water storage, to prevent urban development frustrating
avenues alongside new waterways. Houses were built alongside these blue and green corridors.
this later on.
Employment and revenues from selling the buildings compensated for the construction costs of the
waterways and the green areas. So Rose’s revolutionary plan was based on an attractive prospect,
Sub-areas and different strategies
creating a system for the city as a whole which was carefully designed, integrating water, nature,
hygiene and housing issues.
The concept of the Water Realm consists of integrated plans and designs, and various operations
are required to achieve a coherent metropolitan park system. The first operation is updating the
In this tradition we should now make our own Rose Plan, modified of course to incorporate today’s
water system, for example as mentioned in the proposal for the Biennale. The second operation is
particular issues and scale. This Rose Plan for the Delta Metropolis should be an attractive pros-
acknowledging the different characteristics of the rural areas, for instance their designation as a
pect for a Water Realm in Holland. It is clear that it is certainly worth investing in such a metropoli-
cultural heritage site. The third operation is the construction of a network of recreational routes to
tan park system, consisting not only of sub-areas for nature, agriculture and different landscapes,
dramatically improve the accessibility of the landscapes, especially from the nearby cities. The
but also recreational structures to be used by the citizens and visitors of the Delta Metropolis. Our
fourth operation is subdividing the rural area into sub-areas, based on the previous operations.
message is that by making this prospect come true, we will be able to address our water issues
There is a clear distinction between the clay soils in the deep polders and the areas with peaty
now and in the future.
soils. They are roughly zoned from peat in the east to clay in the west. The river Oude Rijn runs
right across the centre from east to west. The sub-areas should be designed and developed in various ways. Different strategies are needed, based on the different characteristics of the sub-areas
An attractive prospect, the switch
Originally the idea of the Water Realm as a metropolitan park system was largely triggered by and
based on the water issue. For example, the adjustments and investments in the water system could
at the same time be used for recreational routes. These days the actual size of the water issue
appears to be smaller in the short term. But in the long run the principle of an overhaul of the water
system is still valid and, indeed, essential.
Therefore the approach of the issue can be changed. An attractive integral prospect for a metropolitan park system should be constructed in which aspects like nature, agriculture, cultural heritage
and water are carefully balanced and designed as one system, consisting of different sub-areas.
In the 19th century the city of Rotterdam faced issues such as of the quality of drinking water, cholera epidemics, and housing was a problem for the well-to-do. Something had to be done and Mr
Willem Nicolaas Rose came up with a solution. Rose designed an ambitious system of beautiful
THE RIVER OUDE RIJN RUNS RIGHT ACROSS THE
BASED ON THE DIFFERENT CHARACTERISTICS OF
CENTRE FROM EAST TO WEST. THE SUB-AREAS
THE SUB-AREAS
SHOULD BE DESIGNED AND DEVELOPED IN VARIOUS WAYS. DIFFERENT STRATEGIES ARE NEEDED,
28
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
29
CONCLUSIES EN DOELEN
De ambitie van de Vereniging Deltametropool met Waterrijk – de ontwikkeling van een metropolitaan parksysteem waarin water, natuur, landbouw, recreatie en toerisme en cultuurhistorie worden
gecombineerd – is op het voorjaarscongres 2006 bevestigd en nog steeds relevant en actueel
geacht. Geconstateerd is verder dat er – op onderdelen – al veel gebeurt in de uitvoering, maar dat
het inspirerende toekomstbeeld Waterrijk continu onderhoud en aanscherping nodig zal hebben.
Het schaalniveau van de metropool is daarbij essentieel en leidend. Een derde conclusie was dat in
een metropolitaan parksysteem de gebruikers centraal staan en de ingrepen dus niet beperkt
mogen blijven tot de herinrichting van het watersysteem. Ook cultuurhistorische en toeristischrecreatieve aspecten spelen een belangrijke rol.
Op basis van deze conclusies valt een aantal concrete doelen te destilleren over:
a
waterberging – extra ruimte voor wateropslag zorgt voor een robuuster regionaal watersysteem
dat beantwoordt aan de eisen van de toekomst;
b
flexibel peilbeheer veenweidegebied – een apart peilbeheer voor deze hydrologisch opzichzelfstaande onderdelen;
Conclusies
en
doelen
c
recreatief routenetwerk – een netwerk dat stad en land verbindt, zodat bewoners en bezoekers
van de Deltametropool de verschillende landschappen kunnen bereiken en gebruiken;
d
extra doorgangen recreatievaart – idem;
e
uitbreiding recreatieve voorzieningen – het ‘invulling’ geven aan dat recreatief routenetwerk;
f
extra boezemverbindingen – de aanleg van een beperkt aantal ‘missing links’ in het boezemsysteem van waterverbindingen zorgt voor een robuuster regionaal watersysteem;
g
uitwerken toekomstperspectief – het vervaardigen van een wenkend toekomstperspectief dat
het beeld levend maakt en houdt.
De Vereniging Deltametropool wil deze doelen de komende periode uitdragen en bewerkstelligen
dat andere partijen ze op termijn overnemen.
< Verschuiving in verhouding tussen water- en parksysteem, 2002-2006
30
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
31
BIJLAGE A: RUIMTE VOOR WATER, MAAR HOEVEEL?
Voor het (voort)bestaan van de Deltametropool is waterbeheer van niet te onderschatten belang.
De wereld verandert, en daarmee de eisen die aan het watersysteem worden gesteld ook. Enerzijds
door ontwikkelingen in de aan- en afvoer van water in de delta, veroorzaakt door veranderingen in
klimaat. Anderzijds door toenemende intensiteit van het ruimtegebruik in de delta, in termen van
inwoners en kapitaal.
Te veel en te weinig water
Onderstaand figuur [pagina 32] is een visualisatie van het watersysteem in Nederland. In deze
figuur is te zien dat Nederland wordt omringd door water, verschillend naar gelang het van boven,
onder, links of van rechts komt. Dit heeft gevolgen voor de watervraagstukken die ermee samenhangen. In dit kader richten we ons op het water dat van boven en van onder komt en de daarmee
samenhangende vraagstukken: wateroverlast bij harde regen, watertekort bij geen regen en zoute
en anderszins verontreinigde kwel.
De stijging van de zeespiegel en de veranderingen in de afvoer van de grote rivieren (Rijn: van
Bijlage A
gletsjerrivier naar regenrivier) zorgen voor watervraagstukken waar vooral in het nationale watersysteem oplossingen voor moeten worden gezocht. In het eerste geval kan worden gedacht aan
Ruimte voor
water, maar
hoeveel?
verhelpen van de zwakke schakels in de kust tot complete kustontwikkeling zeewaarts. In het tweede geval aan noodoverlooppolders direct langs de grote rivieren zo ver mogelijk stroomopwaarts
en een bypass van de IJssel bij Kampen. In het regionale systeem vragen vooral de problemen van
de extremer wordende neerslagverdeling (hevige stortbuien versus lange perioden van droogte)
en van zoute en andere verontreinigde kwel om een oplossing.
De wateropgave van de Deltametropool
In het jaar 2000 kwam de Commissie Waterbeheer 21e eeuw met haar advies ‘Meer ruimte voor
water’. Kort gezegd constateert de Commissie hier dat alle ruimte in de watersystemen zo ongeveer wordt gebruikt en de rek eruit is. Om ons voor te bereiden op de 21e eeuw luidt het advies
dan ook om de watersystemen te verruimen en zodoende robuuster te maken. Sindsdien zijn er
verscheidene inschattingen gemaakt die een ‘update’ geven van de omvang van het regionaal
systeem in het westen van Nederland. Om een overzicht te geven van de ontwikkeling hierin vanaf
het begin van deze eeuw tot heden passeren de volgende inschattingen de revue:
Over de inschatting van de hoeveelheid benodigde waterberging in de
Deltametropool vanaf begin deze eeuw. Door Jan Willem Kooijmans.
32
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
33
BIJLAGE A: RUIMTE VOOR WATER, MAAR HOEVEEL?
GROTERE EXTREMEN
IN REGEN-INTENSITEIT
verdamping
25%
neerslag
25%
x duizend ha
50
65%
Rijn
1%
inzijging
uitvoering NBW
0
maquette Waterrijk
10
deelstroom
gebiedsvisies
10%
Maas en
overige
kaart Van der Does
20
NRO5
30
waterkansenkaart
NL
VERANDERING
IN AFVOER
ring- en netwerkmodel
STIJGING
VAN DE
ZEESPEIGEL
40
WB21
75%
afvoer
1%
kwel
ZOUTE KWEL
Visualisatie van het watersysteem in Nederland, en de aan de
Onderlinge vergelijking van inschattingen van de benodigde ruimte voor berging
orde zijnde watervraaggstukken uiteengelegd
van water wanneer het hard regent
34
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
35
BIJLAGE A: RUIMTE VOOR WATER, MAAR HOEVEEL?
De inschattingen zijn lastig onderling te vergelijken. Ze verschillen namelijk qua uitgangspunten,
zoals schaalniveau en tijdshorizon, en in de categorisering van de toegepaste maatregelen, zoals
studie / rapport
relevante aspecten
inschatting omvang
2000 WB21
functiewijziging en -behoud
20.000 ha
jaar/titel
auteur
hier aan te duiden met
2000 Ring- en netwerkmodel
seizoensberging
40.000 ha
2000 Waterbeleid voor de 21e eeuw
Commissie Waterbeheer 21e eeuw
WB21
2000 Waterkansenkaart
conserveren
33.000 ha
2001 NRO5
veiligheid + extra water reg. water-
29.000 ha
(Cie. Tielrooij)
2000 Waterrijk Deltametropool
2000 Waterkansen in het Groene Hart Waterbeheerders in het Groene Hart Waterkansenkaart
2001 Vijfde Nota, deel 1
systeem
voorloper Vereniging Deltametropool Ring- en netwerkmodel
Ministerie van VROM
NRO5
2001 Kaart Van der Does
hoofdfunctie water
29.000 ha
2003 Deelstroomgebiedsvisies
totaal
29.000 ha
2005 Maquette Waterrijk
piekberging
20.000 ha
2006 Uitvoering NBW
functiewijziging en -behoud,
17.000 ha
aangevuld met reservering voor lan2001 Water in de Deltametropool
Vereniging Deltametropool
Kaart Van der Does
2003 Deelstroomgebiedsvisies (div.)
Waterbeheerders in Nederland
Deelstroomgebiedsvisies
gere termijn
Het ring- en netwerkmodel en de kaart Van der Does hebben ook een ander karakter. Het zijn ver2005 Meesurfen op de zondvloed
Vereniging Deltametropool
Maquette Waterrijk
2006 ‘Uitvoering Nationaal
waterschappen
Uitvoering NBW
kenningen naar de kansen van het ‘substraat’ West-Nederland voor een meer robuust regionaal
watersysteem: waar zijn er mogelijkheden en ruimte, hoe kunnen die worden gebruikt? In die zin is
Bestuursakkoord Water’
het hoopgevend dat deze studies op een structureel hogere inschatting uitkomen: meer ruimte voor
water in West-Nederland is dus mogelijk. De meer recente inschattingen hebben een ander vertrekpunt. Wat is de wateropgave, waar schiet het huidige systeem tekort en waar liggen welke maatregelen (technisch of ruimtelijk) voor de hand?
piek-voorraadberging en functiebehoud-wijziging. Desondanks is getracht uit elke studie of rapport
de inschatting te destilleren van de benodigde ruimte voor waterberging wanneer het hard regent.
De conclusie mag misschien zijn dat de omvang van de benodigde ruimte voor water zo’n 20.000
De resultaten zijn af te lezen in onderstaande vergelijkende tabel en bijbehorende figuur.
hectare bedraagt in de 21e eeuw (tot 2050 of 2100), maar dat ontslaat ons niet van de plicht om
Ruimte voor water, maar hoeveel? WB21 komt in 2000 met inschattingen voor heel Nederland. Met
daar nu al aan te werken. Niet alles hoeft binnen tien jaar definitief aangelegd te worden, maar we
een behoorlijke slag om de arm zijn deze omgerekend naar Landsdeel West. De eerste studies
moeten nu wel de ruimtelijke reserveringen gaan maken. Ook al omdat de droogmakerijen die
gericht op de specifieke wateropgave in West-Nederland laten een hogere inschatting zien. Maar
geschikt zijn voor berging met de tijd schaarser worden. Mocht over tien of twintig jaar blijken dat
met de jaren neemt de omvang hiervan af. Met de maquette Waterrijk in 2005 is de inschatting
het allemaal een onsje minder kan, dan hebben we zomaar ruimte ‘over’! Maar mocht het wel nodig
weer op het niveau van 20.000 hectare. Wellicht kan deze afname voor een deel worden verklaard
blijken, dan zijn de reserveringen vrij eenvoudig geschikt te maken om het regionaal watersysteem
doordat ‘in de beginjaren’ al te enthousiast het adagium ‘ruimte voor water’ werd omarmd, en
in de Deltametropool gedurende de hele 21e eeuw op orde te houden.
geleidelijk voortschrijdend inzicht en onderzoek hebben gezorgd voor een nauwkeuriger inschatting
die significant lager uitpakt.
36
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
37
BIJLAGE B: VERSLAG LEDENCONGRES
Donald van Dansik (agent Vereniging Deltametropool) schetst achtergrond en doel van het congres
In het kader van de internationale concurrentiepositie van de Hollandse metropool is de open en
groenblauwe ruimte van essentieel belang voor het woon-, werk-, vestigings- en leefklimaat. Met
Waterrijk heeft de Vereniging Deltametropool een voorstel gedaan om deze ruimte te ontwikkelen
tot een metropolitaan parksysteem. De voorgestelde ontwikkeling was zwaar geënt op de reconstructie van het regionale watersysteem, onder het adagium ‘ruimte voor water’ van de Commissie
Waterbeheer in de 21ste eeuw (cie. Tielrooij) van rond de millenniumwisseling. De afgelopen jaren
heeft voortschrijdend inzicht ertoe geleid dat de veronderstelde omvang voor ruimte voor water
aanzienlijk is afgenomen (in Bijlage: Ruimte voor water, maar hoeveel? van deze publicatie is deze
ontwikkeling nader beschreven). De ontwikkeling van een metropolitaan parksysteem die Waterrijk
voorstelt kan dan ook niet alleen op ingrepen in het watersysteem ‘meeliften’, hiervoor zijn andere
aspecten als recreatie en toerisme, cultuurhistorie en landbouw van groot belang. Hoe zorgen we
met z’n allen hoe dit Waterrijk de komende jaren tot ontwikkeling wordt gebracht?
Fact finding
Tijdens een verhelderend gesprek tussen en met Daan Monster (voormalig dijkgraaf), Jaap Klein
Bijlage B
(heemraad Schieland en Krimpenerwaard), Donald van Dansik en Annemiek Rijckenberg (adviseur
van de Vereniging Deltametropool) wordt geconstateerd dat:
Verslag ledencongres
inzichten zijn veranderd
-
Het idee Waterrijk heeft zijn effect gehad in de uitvoeringspraktijk. Waterschappen hebben
verschillende waterberginglocaties aangelegd waar functiecombinaties met recreatie
plaatsvinden.
-
Het bergen van water voor in droge zomers (seizoensberging) blijkt duurder dan de periodieke
gevolgen van droge zomers. De omvang voor de benodigde ruimte voor water wordt hiermee
aanzienlijk beperkt.
een totaalvisie broodnodig is
Waterrijk staat voor een integrale ontwikkeling van het open en blauwgroene gebied in de
Deltametropool, dus een combinatie van water, landbouw, recreatie en toerisme. De totaalvisie is
momenteel uit het zicht. Waterrijk kan en moet hierin voorzien. Eeuwen geleden kon het ook: het
Plan-Rose in Rotterdam combineerde al de noodzaak van een goed functionerend watersysteem
met een goede hygiëne in woningbouw en stadsverfraaiing.
ER IS, OP HET SCHAALNIVEAU VAN DE DMP, BLIJVEND BEHOEFTE AAN INSPIRERENDE TOEKOMSTBEELDEN ÉN AAN PERSONEN EN INSTANTIES DIE DIE
BEELDEN VOORTDUREND CREËREN EN UITDRAGEN.
38
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
Paneldiscussie: herijking van de Waterrijke ambitie
39
BIJLAGE B: VERSLAG LEDENCONGRES
-
Het maken van goede regelingen met de boeren en voor de boeren.
-
Geef mensen in de directe omgeving (mede-)zeggenschap over het gebied. Het organiseren
Onder leiding van Machteld Versnel-Schmitz (voormalig lid Tweede Kamer, voormalig adviseur ruim-
van een financiële relatie (betalen) met als gevolg dat ook (kwaliteits-)eisen kunnen en moeten
telijk beleid Vereniging Natuurmonumenten) geven de panelleden vanuit hun specialisme aan wat
worden gesteld.
voor hen cruciaal is voor het tot ontwikkeling brengen van Waterrijk.
De gebruiker centraal – Monique de Knegt (Stadshavens Rotterdam)
Grondgebonden landbouw – Richard Mentink (Mentink Procesmanagement)
-
De keuze en ambitie is aan de bewoners van de Deltametropool
-
Kiest men voor niet-ingrijpen, dan zet de autonome ontwikkeling van de landbouw door. Dit
water geredeneerd
-
betekent, in grote lijnen, enerzijds schaalvergroting voor 80 procent van de bedrijven en anderzijds de ontwikkeling van andere bedrijfsstijlen voor maar 20 procent van de bedrijven, zoals de
‘dubbeldoel-bedrijven’ (bio, zorg, blauwe diensten, enzovoort).
-
Water als basis voor stedelijke en ruimtelijke ontwikkeling; planvorming en ontwerpen vanuit het
De burger moet centraal staan bij het bepalen van het gewenste toekomstperspectief. De burger vraagt meer en aantrekkelijk water (maar niet in de kelder en op straat).
-
Hoe kom je tot die gewenste transformaties? Door ruimte voor initiatief en (agrarisch en
anderszins) ondernemerschap.
Worden andere diensten gewenst, zoals het behoud van landschap en cultuurhistorie door
authentiek agrarisch gebruik, dan kan dit alleen door het expliciet articuleren van deze vraag
De Waterrijke ambitie van de Deltametropool met bijbehorend perspectief
met de daarbij behorende middelen.
Lodewijk van Nieuwenhuijze (directeur H+N+S)
Vrije tijd (bewoners, dagjesmensen, vakantiegangers) – Bea van Goolen (Stichting
De majeure ruimtelijke opgaven van, zeg, de komende dertig jaar, lijken zich te concentreren op de
Recreatie en Toerisme)
droogmakerijen. De veenweiden vormen in dit opzicht meer op zichzelf staande eenheden.
De hoofdzaak van Waterrijk als metropolitaan parksysteem wordt gevormd door:
Droogmakerijen bevinden zich vooral in het westelijk deel, de veenweiden in het oostelijk deel.
-
Het expliciet maken en versterken van de gebiedskwaliteiten. Voor de (potentiële) gebruiker
Droogmakerijen zijn relatief geschikt en aantrekkelijk voor waterberging, stedelijke uitbreiding van
moet duidelijk zijn welke landschappen, cultuurhistorie, natuur voor het oprapen liggen.
enige omvang en openluchtrecreatie. Dit vanwege de nabijheid van stedelijke agglomeraties. Het
Een structuur van attractieve routes en plekken om deze gebiedskwaliteiten toegankelijk te
maken van een plan voor de droogmakerijen is nu cruciaal, om te zorgen dat er een goed even-
maken.
wicht tussen de functies ontstaat. Er is dus een onderscheid te maken tussen toekomststrategieën
Een economische en ruimtelijke drager die bestedingen en banen genereert en grote invloed
voor droogmakerijen enerzijds en veenweiden anderzijds.
-
heeft op ruimte en mobiliteit.
De maquette Waterrijk, gemaakt voor de Tweede Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam in
Willen we het Toscane van Noordwest-Europa worden? – Arno van Stekelenburg
2005, door Vereniging Deltametropool, Leven met Water en H+N+S, kan gezien worden als een eer-
(Zuid-Hollandse Milieufederaties)
ste ontwerp voor dit plan, voor het onderdeel droogmakerijen. (Zie elders in deze uitgave voor een
Bij deze ambitie van Waterrijk hoort:
-
uitgebreide bijdrage van Lodewijk van Nieuwenhuijze).
Een schakering van deelgebieden met bijbehorende strategie. Bij deze differentiatie zijn leidend:
(1) water, (2) natuur, (3) landschap(beheer), (4) landbouw (schaalvergroting).
-
Het betrekken van beheerkosten in de sommen over het toekomstige watersysteem. Een echte
KBA (kosten-batenanalyse) dus.
DE DRUK MOET ECHTER OP DE KETEL BLIJVEN
OM UITEINDELIJK TOT EEN WATERRIJK TE KOMEN;
MET SAMENHANG OP HET SCHAALNIVEAU VAN
DE METROPOOL.
40
TOEKOMSTBEELD VAN HET WATERRIJK
Overzicht Waterrijk: een geheugensteun – Dirk Frieling
Uit de slotbeschouwing
Perspectief voor Waterrijk – Lodewijk van Nieuwenhuijze (H+N+S Landschaparchitecten)
(Guus van de Hoef (directeur Projectbureau Groene Hart), Duco Stadig (voorzitter Vereniging
The Water Realm of Holland – Jan Willem Kooijmans
Deltametropool) en mevrouw Lenie Dwarshuis (voorzitter van de Stuurgroep Groene Hart)
Conclusies en doelen – Annemiek Rijckenberg, Jan Willem Kooijmans
Het uitbrengen van Waterrijk, vijf jaar gelden, door de Vereniging Deltametropool is een heel goede
Bijlage: Ruimte voor water, maar hoeveel? – Jan Willem Kooijmans
zet geweest.
Bijlage: Verslag ledencongres – verslag notulist bewerkt door Jan Willem Kooijmans
De afgelopen periode heeft het Bureau en Stuurgroep Groene Hart gewerkt aan visie en concrete
Redactie – Annemiek Rijckenberg, Jan Willem Kooijmans
ontplooiing van projectinitiatieven.
Eindredactie – Cathri van de Haar, Jeffrey The
Vormgeving – Arthur Meyer, m/vg ontwerpers, Den Haag
De druk moet echter op de ketel blijven om uiteindelijk tot een Waterrijk te komen; met samenhang
Druk: Drukkerij Modern, Bennekom
op het schaalniveau van de metropool.
Fotografie:
Hollandse Hoogte
Het slotbeeld van het perspectief voor een metropolitaan park in de presentatie van
pagina 12/13/14/36: Vereniging Deltametropool
Van Nieuwenhuijze kan uitstekend als basis dienen voor de Vereniging Deltametropool om voort-
pagina 22: ANP
durend het toekomstperspectief van het geheel in beeld te houden en aan te scherpen.
Er wordt nu afzonderlijk gewerkt aan de noord- en zuidvleugel en Groene Hart, maar dit werk hoort
met elkaar verbonden te zijn. Dit zijn taken voor de Vereniging Deltametropool.
Er is, op het schaalniveau van de Deltametropool, blijvend behoefte aan inspirerende toekomstbeelden én aan personen en instanties die die beelden voortdurend creëren en uitdragen.
Vereniging Deltametropool
Postbus 2885
2601 CW Delft
015-2153011
www.deltametropool.nl
ISBN/EAN: 978-90-76630-14-4
Download