Woordenschat thema 8: Grond

advertisement
Woordenschat thema 8: Grond
Les 1 Vervuilde grond
De bodemverontreiniging
Het grondonderzoek
De kluit
Het laboratorium
Afgraven
De afgraving
Boren
Het gesteente
vervuilde bodem of grond
grond die wordt onderzocht op van alles en nog wat
een brok of een klont
ruimte waarin onderzoek en experimenten wordt gedaan
In het laboratorium onderzocht de professor de grond
grond of aarde weghalen door te graven
de plaats waar men grond afgraaft
met een boor ergens een gat in maken
steensoorten
Les 2 De boer
Bemesten
De fauna
De flora
Het gewas
Humus
Ploegen
De veeteelt
Voedselarm
Voedselrijk
mest over het land strooien om het vruchtbaarder te maken
alle dieren
alle planten
planten en wat daar aan groeit
grond waarin veel plantenresten in zitten, heel voedselrijk
de grond omgooien met een ploeg, een werktuig met scherpe
ijzers.
een boer die vee houdt
grond waarin weinig voedingsstoffen zitten
grond waarin veel voedingsstoffen zitten
Les 3 Grondsoorten
Het duinzand
De kalkgrond
De kleigrond
De leisteen
Het stuifzand
Rivierklei
Zeeklei
Veengrond
zand uit de duinen
grond die rijk is aan kalk
grond die vooral uit klei bestaat, is zeer vruchtbaar.
donkergrijze steensoort dat uit dunne laagjes bestaat.
soort zand dat gemakkelijk weggeblazen wordt
bruine, vette klei die in de buurt van rivieren ligt
grijze, zeer natte kleigrond in de buurt van de zee
grond die vooral uit veen bestaat, is ontstaan uit waterrijke
gebieden
Les 4 Onder de grond
Het hol
De mol
De verzakking
De woelmuis
De worm
De boomwortel
De molshoop
De planteneter
een ruimte onder de grond waarin een dier leeft
een klein zwart diertje dat onder de grond leeft
plaats waar de grond naar beneden in gezakt
een soort muis met een lange staart, hij knaagt aan planten
en wortels
een dier met een heel lang,buigzaam, dun en rond lijf
de wortel van de boom, met de wortel haalt de boom water er
voedsel uit de grond
als een mol een gang graaft onder de grond, duwt hij aarde
omhoog, daardoor ontstaat een molshoop
dier dat alleen planten eet
Les 5
De overstroming
Het klimaat
Het monster
de riolering
het riool
het vocht
de vochtigheid
waterrijk
het soort weer dat bij een land of streek hoort gedurende een
langere periode
een beetje van iets dat je gaat onderzoeken
de onderzoeker nam een monster van de grondsoort mee
naar het laboratorium
Stelsel van buizen waardoor afvalwater en regen wordt
afgevoerd
een buis van de riolering
nat, nattigheid
de muren waren beschimmeld door het vocht
de nattigheid
een plek waar veel water is
Nederland is een waterrijk landje
Les 6 Licht in de tuin
Bedekt
De lichtval
Fijn
Grof
Omhakken
Sorteren
Verbrokkelen
Zeven
er ligt ergens iets over heen
De tuin lag bedekt met bladeren
schijnen van het licht
heel klein, zacht
groot, ruw
iets met een bijl doorslaan, meestal een boom
dingen die bij elkaar horen bij elkaar leggen
brokken maken van iets
materiaal door een zeef halen om fijn en grof te sorteren
Download