Psychologie Doelstellingen Het doel van deze cursus is de studenten inzicht geven in enkele belangrijke thema’s binnen de psychologie, en met name thema’s die relevant zijn voor hun toekomstige beroepspraktijk. De psychologie beoogt op een wetenschappelijk verantwoorde manier (vooral) menselijk gedrag te beschrijven, te verklaren en te voorspellen. In deze cursus ligt de klemtoon op de analyse van fundamentele gedragsprocessen die in zeer diverse gedragscontexten een rol kunnen spelen. Zowel (soms schijnbaar) individueel gedrag als sociaal gedrag komt aan bod, waarbij sociaal gedrag wordt gedefinieerd als gedrag dat beïnvloed wordt door of een invloed heeft op het gedrag van anderen. Van het brede spectrum van sociale gedragingen worden vooral die gedragingen onder de loep genomen, die relevant zijn in het kader van de gezondheidszorg. Wat individueel gedrag betreft, gaat de aandacht vooral uit naar gedrag dat te maken heeft met de ervaring van of de confrontatie met ziekte en gezondheid Begintermen Er wordt geen enkele voorkennis over de psychologie verwacht. Inhoud In de cursus wordt een beperkt aantal thema's uit de psychologie voorgesteld. Relevant onderzoek en theoretische verklaringen worden kritisch besproken. De behandelde onderzoeksvragen zijn gekozen op grond van de hierboven beschreven doelstellingen, en in het bijzonder met het oog op de professionele activiteiten die de studenten na hun afstuderen zullen uitvoeren en waarbij inzicht in gedragsmechanismen soms van groot belang is. Deze thema’s hebben daarom vooral te maken met sociale beïnvloeding, maar betreffen zeer uiteenlopende verschijningsvormen van gedrag. Aan bod komen: fundamentele leerprocessen (klassieke en instrumentele conditionering), sociale en niet-sociale invloeden bij zelfevaluatie en –beschrijving, autonoom versus afhankelijk gedrag, gedragsverschillen tussen alleen- versus sociale situaties, altruïstisch en agressief gedrag, macht en machteloosheid. Al deze thema’s hebben naast een puur wetenschappelijke relevantie voor het begrijpen van fundamentele gedragsverschijnselen ook een meer toegepaste relevantie. Het thema macht en machteloosheid biedt inzicht in situationele factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van houdingen (volharding, ontmoediging, aanvaarding…) die van belang zijn voor het omgaan met tegenslagen (zoals een chronische ziekte of een lichamelijk gebrek) en zelfs bij het ontstaan (en de preventie) van depressies en apathie. Fundamentele leerprocessen werpen licht op hoe zowel ‘normaal’- als probleemgedrag kan worden aan- en afgeleerd. Daarnaast verklaren ze hoe het effect van sommige gedragsgerichte behandelmethoden tot stand komt. Inzicht in de sociale en niet-sociale invloeden op zelfevaluatie en –beschrijving is relevant in het kader van de symptoomperceptie en –rapportering en van de wederzijdse emotionele beïnvloeding van interactiepartners, maar ook voor het begrijpen van probleemgedragingen of gedragingen in problematische situaties - zoals overeten en de ervaring van of reacties op angst. Inzicht in de determinanten van altruïstisch en agressief gedrag biedt een handvat voor het bevorderen, resp. reduceren van gewenst en ongewenst gedrag en voor het juist inschatten van (hoe om te gaan met) diverse probleemsituaties. Tenslotte bevinden mensen zich doorgaans in de werkelijke of virtuele aanwezigheid van anderen. Kennis over de determinanten van gedragsverschillen tussen alleen- versus sociale situaties enerzijds en van autonoom versus afhankelijk gedrag anderzijds draagt bij tot bijvoorbeeld het scheppen van een geschikte gedragsomgeving gegeven het te vertonen of te veranderen gedrag, en tot een juiste evaluatie van de invloed van anderen bij probleem- en ‘normaal’ gedrag. NB Het thema altruïstisch gedrag wordt niet behandeld voor de studenten farmacie. Onderwijsactiviteiten Drie soorten onderwijsactiviteiten worden door de titularis aan alle studenten aangeboden. In de eerste plaats wordt de cursus gedoceerd in de vorm van hoorcolleges waarin de stof wordt verduidelijkt en gestructureerd, en waarbij vooral ook toepassingsvoorbeelden worden besproken. Op het einde van het semester wordt daarnaast een bijkomend vrijwillig responsiecollege georganiseerd waarop studenten vragen over de hele stof aan de titularis kunnen voorleggen en uitleg kunnen krijgen bij moeilijke gedeelten. Ten derde wordt aan de studenten een uitgebreide set met voorbeeld-examenvragen ter beschikking gesteld, waarmee ze hun inzicht in en kennis van de stof zelfstandig of in overleg met medestudenten kunnen toetsen (feedback en toelichting kan worden gevraagd/gegeven ter gelegenheid van het responsiecollege). Actieve omgang met deze oefenmogelijkheid wordt aangemoedigd doordat op het examen zelf een deel van de vragen uit de ter beschikking gestelde set van voorbeeldvragen afkomstig is. Daarnaast kunnen studenten die niet slagen desgewenst commentaar krijgen bij hun resultaat. Deze vierde 'onderwijsactiviteit' gebeurt in eerste instantie in de vorm van een collectieve sessie waarin alle vragen overlopen worden en waarbij wordt toegelicht wat de vaakst voorkomende fouten waren en wat als antwoord werd verwacht. Studenten die deze sessie hebben bijgewoond maar nog met onbeantwoorde vragen zitten, kunnen vervolgen individueel terecht bij de titularis Informatie over de juiste datum en plaats kan worden verkregen bij de ombudsman na de proclamatie en wordt indien mogelijk ook reeds bij het laatste college meegedeeld. Examenvorm Het examen is schriftelijk. Diverse soorten vragen worden gesteld: reproductievragen, combinatievragen waarbij inzichten en studies uit verschillende hoofdstukken met elkaar in verband dienen te worden gebracht, toepassingsvragen waarbij fundamentele inzichten moeten worden gebruikt om complexe, realistische probleem- of gedragssituaties te analyseren, en interpretatievragen waarbij (wel of niet in de cursus besproken) onderzoeksgegevens moeten worden uitgelegd in de context van een in de cursus behandelde theorie of thematiek. Vragen kunnen ook de vorm aannemen van te bespreken stellingen. In de colleges worden in de loop van het semester enkele voorbeeldvragen behandeld en de studenten krijgen een uitgebreide set van examenvragen, zodat ze zich vooraf met het type vragen en de vereiste kennisniveau vertrouwd kunnen maken. Studiemateriaal De studiestof is te vinden in 2 bronnen: J.M. Nuttin jr. (1999) Sociale Beinvloeding. Toetsbaar leren denken over gedrag. Leuven: Universitaire Pers. Uit dit boek hoeven niet alle hoofdstukken volledig te worden bestudeerd. In de colleges wordt gedetailleerd aangegeven wat tot de examenstof behoort. Een aanvullende tekst die door Acco wordt verspreid. Daarnaast verspreidt de titularis via de cursudienst/jaarverantwoordelijke 2 soorten extra ondersteunend materiaal die geen nieuwe stof bevatten maar waarvan de ervaring leert dat studenten dit materiaal sterk op prijs stellen bij het bestuderen van een cursus: Kopieën van alle transparanten (bevatten vaak de hoofdpunten van een theorie/onderzoek) Voorbeeld-examenvragen (zie bij onderwijsactiviteiten)