Thema 5 Rapporteren en formuleren - Profi

Verwerkingsopdrachten
Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening;
saw 4
ISBN 97890 8524 0976
Thema 5 Rapporteren en formuleren
Verwerkingsopdrachten thema 5 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 1
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Opwarmen en oriënteren
Opdracht 1
Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over rapporteren en formuleren
opfrist.
Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht.
1. Moet jij op je werk of stage wel eens rapporteren wat je gedaan hebt?
2. Aan wie rapporteer je dan?
3. Heb je richtlijnen hiervoor gekregen?
4. Waar bestaan die richtlijnen uit?
5. Hoe berg je de rapportages naderhand op?
6. Heb je daar richtlijnen voor gekregen?
7. Hoe stel jij een rapport op?
8. Heb je een vaste indeling voor een rapport?
9. Zijn er standaardformulieren voor?
10. Op welke vragen geef je in een rapport meestal antwoord?
Verwerkingsopdrachten thema 5 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 2
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Herkennen en onderscheiden
Opdracht 2
Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit
thema kent.
Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door:
 het begrip in eigen woorden te formuleren;
 een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast.
11. SMARTIE-formule
12. Kortetermijndoelen
13. Middellangetermijndoelen
14. Langetermijndoelen
15. Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
16. NAW-gegevens
17. Eenmalig overdrachtsrapport
18. Verzoekschrift
19. Adviesrapport
20. Bezwaarschrift
21. Beroepschrift
22. Enkelvoudige argumentatie
23. Meervoudige argumentatie
24. Onderschikkende argumentatie
25. Nevenschikkende argumentatie
26. Doel-middelenargumentatie
Verwerkingsopdrachten thema 5 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 3
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Begrijpen en toepassen
Opdracht 3
Lees de tekst over dossiervorming 5.2 en beantwoord de volgende vragen.
27. Wat zijn de drie functies van dossiervorming? Leg elke functie kort uit.
28. Wat is een gevaar bij geautomatiseerde dossiervorming?
Opdracht 4
Lees de tekst over doelen formuleren in 6.3 en beantwoord de volgende vragen.
29. Wat is het doel van de Wbp en wat betekent dat in de praktijk?
30. Marga hoort van een boze cliënt dat een kennis dingen van haar wist die in
haar persoonlijke dossier stonden. Ze vraagt jou hoe haar privacy in de
instelling beschermd wordt. Wat is je antwoord?
31. In welk geval mag je wel informatie over de cliënt uitwisselen met
anderen?
32. Wat zijn de rechten van een cliënt met betrekking tot zijn eigen dossier?
33. In welke gevallen mag je, tegen de wens van een cliënt in, contact
opnemen met een andere instelling?
34. Welke plicht heeft elke cliënt als het gaat om informatie verzamelen?
Verwerkingsopdrachten thema 5 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 4
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Opdracht 5
Lees paragraaf 5.3 over soorten rapporten, maak de opdracht en beantwoord de
vraag.
35. Geef achter de volgende soorten rapporten aan of het om een intern of
extern rapport gaat:
 Intakeformulier
 Bezwaarschrift
 Overdrachtsrapport
36. Om welk soort rapportage gaat het in de volgende teksten?
 Mevrouw van Driel heeft grote financiële problemen. Ze wil graag naar
de schuldhulpverlening. Ze vraagt jou om het eerste contact te leggen
met de schuldhulpverlening en dan vast globaal te vertellen waar het
om gaat.
 Agnes heeft een ongeluk gehad en is nu rolstoelafhankelijk. Omdat ze
zo mobiel mogelijk wil blijven, wil ze graag een scootmobiel. Die kan
aangevraagd worden bij de gemeente.
 Een cliënt stort zijn hart bij je uit. Je praat met hem en toont begrip. Je
weet dat jij alleen zijn problemen niet op kunt lossen. Je vraagt daarom
toestemming om zijn problemen in het team te bespreken. Om niets te
vergeten, schrijf je kort op wat in het gesprek gezegd is.
37. Wat is een bezwaarschrift en wat staat daarin?
Opdracht 6
Lees de tekst over de inhoud van een rapport in 5.4 en maak de volgende opdracht.
38. Lees de casus hieronder van Jeroen Bos. Jij ondersteunt hem bij het
indienen van een verzoekschrift. Je moet daarvoor een hoofdvraag
formuleren. Welke hoofdvraag heeft Jeroen?
Casus
Jeroen is een alleenstaande vader. Hij heeft twee kinderen. Daarnaast heeft
hij de zorg voor zijn invalide moeder. Het wordt hem allemaal wat veel. Door
de druk functioneert hij minder goed op zijn werk. Om te voorkomen dat het uit
de hand loopt, wil hij ondersteuning aanvragen bij de gemeente in het kader
van de Wmo.
39. Welke vragen stelt Najma zichzelf bij het opstellen van het verzoekschrift?
Verwerkingsopdrachten thema 5 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 5
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Opdracht 7
Lees de tekst over argumenteren in 5.5 en maak de volgende opdracht.
40. Welke argumenten kun je bedenken voor de casus van Jeroen Bos? Leg
aan de hand van de theorie in het boek uit waarom dit goede argumenten
zijn.
41. Zet achter de argumenten in opdracht 40 of het om enkelvoudige of
meervoudige argumenten gaat. Geef ook aan of het bij de meervoudige
argumentatie om onderschikkende of nevenschikkende argumenten gaat.
Verwerkingsopdrachten thema 5 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 6
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Onderzoeken en oefenen
Opdracht 9 Argumenteren
In opdracht 40 heb je aan de hand van de vijf W-vragen argumenten bedacht voor de
casus van Jeroen. Je bespreekt die argumenten nu met elkaar.
Vorm groepjes van drie of vier personen en beantwoord de volgende vragen. Je mag
ook meer vragen bedenken. Het gaat erom dat jullie je verdiepen in het
argumenteren.





Waarom hebben jullie voor deze argumenten gekozen?
Welke argumenten leken op elkaar?
Wat vonden jullie van de verschillende argumenten: welke ondersteunden de
aanvraag goed, welk minder, …..
Probeer nu te kijken vanuit het standpunt van degene die de aanvraag moet
beoordelen. Welke argumenten zouden jou overtuigen? Waarom?
Wat zouden goede alternatieve argumenten geweest zijn om jou als
beoordelaar te overtuigen? Waar zou je als beoordelaar op letten?
Verwerkingsopdrachten thema 5 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 7
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp