1662322 Gemeente Delft Juli, 2014 Inhoudsopgave Pag. 1 Inleiding 2 2 Visie op toegankelijke hulp en ondersteuning 3 3 Toegang in 2017 5 4 De professional in de toegang 8 5 Sociaal team 9 6 Relatie met basisvoorzieningen en andere toegangen 11 7 Sturing, monitoring en kwaliteit 14 8 Organisatie 15 9 Financiën 16 10 Op weg naar 2017 16 juli 2014 1 1 Inleiding Met de invoering van de decentralisaties kiest de gemeente Delft voor een andere aanpak in de toegang. Een aanpak die (nog meer) de eigen kracht aanspreekt, die uitgaat van integrale en samenhangende ondersteuning, ontschot inzetten van regelingen en financiën, dicht bij de burger. Een aanpak die de vraag centraal stelt, gericht is op het snel organiseren van de benodigde ondersteuning op de verschillende leefdomeinen en werkt met één gezin één plan1. Daarmee is de toegang een van de belangrijkste innovaties van het sociaal domein. Deze nieuwe aanpak voor de toegang is de concrete vertaling van de Sociale Visie Delft, die gemeente en maatschappelijke partners hebben opgesteld als leidraad voor het vormgeven van het sociaal domein. ‘Eigen kracht, eigen regie, zelf doen en samen’, staan hier in centraal. We willen dat mensen zo veel mogelijk hun eigen leven kunnen leiden. Daarvoor is de hele stad aan zet. We willen dat iedereen naar vermogen meedoet aan de samenleving. De stad ontleent haar kracht aan ontmoeten en verbinden. De gemeente stimuleert actieve burgers en faciliteert initiatieven, in wijken of buurten, van organisaties, netwerken en burgers. Daarbij gaat het vooral om het verbinden: van doelen, van mensen en organisaties, van opgaven en beleidsterreinen en om het bieden van ruimte voor initiatieven die in de samenleving ontstaan. Met de andere aanpak in de toegang maken we de beweging van: loketten voor verschillende doelgroepen naar één toegang in 2017 aanbod naar de vraag van de burger centraal een individuele benadering naar een systeembenadering, als het gaat om ondersteuning en als het gaat om inzet van wat de burger en zijn omgeving kan doen (één gezin één plan) afzonderlijk aanbod door verschillende organisaties naar op elkaar afgestemde ondersteuning, door het gezin als dat kan of door een coach van een sociaal team inzet van zwaardere vormen van ondersteuning naar lichtere c.q. juiste vormen van ondersteuning alleen professionele inzet naar een combinatie van informele en professionele inzet. De grens van vrijwilligersinzet ligt bij persoonlijke verzorging en integriteit. In de toegang kan iemand terecht voor: Informatie en advies op het gebied van hulp en zorg Hierbij gaat het geven om informatie en advies aan inwoners die een hulp- of ondersteuningsvraag hebben. Ondersteuning In de toegang bieden professionals ondersteuning. Soms bieden ze zelf lichte ondersteuning en zonodig zetten ze hulp en zorg vanuit andere organisaties. Nu al organiseert de gemeente ondersteuning voor mensen zonder werk (bijstand), voor mensen met fysieke beperkingen (Wmo) en lichte ondersteuning op het gebied van opvoeden en opgroeien (centra voor jeugd en gezin). Daarnaast zorgt de gemeente, via verschillende loketten (toegangskanalen), voor ondersteuning voor mensen met specifieke zorgvragen, zoals dak- en thuislozen en verslaafden. Daar komen vanaf 1 januari 2015 andere taken en andere zorgvragen bij: 1 We hanteren in deze notitie de term: één gezin één plan. Dat is de term die staat voor een integrale aanpak waarbij niet alleen naar de direct betrokkene wordt gekeken maar ook naar zijn/haar sociale omgeving, er één regisseur is wanneer er sprake is van regieverlies en er zoveel mogelijk gewerkt wordt vanuit één ontschot budget. De aanpak heeft betrekking op gezinnen, huishoudens zonder kinderen en individuen. In de tekst worden verschillende begrippen gebruikt, als inwoner, betrokkene(n) en huishouden. juli 2014 2 Zorg en ondersteuning van jeugdigen In de nieuwe Jeugdwet zijn gemeenten ook verantwoordelijk voor de regie en financiering van de zorg en ondersteuning van jeugdigen die gebruik maken van de algemeen toegankelijke ondersteuning en de huidige specialistische jeugdzorg, inclusief de Jeugd Geestelijke Gezondheidzorg. Begeleiding en een klein deel persoonlijke verzorging van mensen met beperking In de nieuwe Wmo zijn gemeenten verantwoordelijk voor de collectieve en individuele ondersteuning voor mensen met een (fysieke, ouderdoms-) beperking en mensen met beperkingen van blijvende aard. Daarnaast zal de zwaarte van de problematiek/aandoeningen toenemen van mensen die een beroep zullen doen op de nieuwe Wmo. Mensen zullen langer thuis blijven wonen als gevolg van de verschuiving van intramurale naar extramurale ondersteuning. Ondersteuning arbeidsbeperkten In de Participatiewet zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning aan (jonge) mensen met arbeidsbeperking die op de reguliere arbeidsmarkt op zoek gaan naar een baan. In deze notitie schetsten we de Delftse visie op de aanpak en organisatie van toegankelijke hulp en zorg voor jong en oud in 2017, en de weg daar naar toe. 2 Visie op toegankelijke hulp en ondersteuning In de visie op toegankelijke hulp gaat het om de vraag op welke manier inwoners van Delft toegang hebben tot ondersteuning. Met de nieuwe taken op het gebied van jeugdhulp, zorg en ondersteuning wordt de gemeente verantwoordelijk voor vrijwel alle ondersteuning aan haar burgers. En daarmee dus ook voor de manier waarop de toegang tot die ondersteuning wordt georganiseerd. Visie op toegang Delft stimuleert dat inwoners zelf een antwoord vinden op hun vraag. Naast de eigen omgeving kunnen mensen daarbij gebruik maken van de – voor iedereen vrij toegankelijke – voorzieningen in de stad. Als de hulp niet in de omgeving of bij de basisvoorzieningen kan worden gevonden, kunnen mensen terecht bij de toegang. Hier kunnen ze gerichte ondersteuning krijgen dat specifiek is afgestemd op de vraag. Deze hulp zal zo veel mogelijk bestaan uit een combinatie van: eigen inzet, inzet vanuit de omgeving, informele en formele/professionele ondersteuning. Doel van de toegang is effectieve en efficiënte ondersteuning bieden, dat betekent vooral: op tijd de juiste ondersteuning; integraal en passend bij de leefwereld van betrokkene(n). door het aanspreken van eigen kracht en netwerken van betrokkene(n). Kenmerken van de toegang zijn: Werken met inzet van eigen kracht Het stimuleren van de eigen inzet en die van de omgeving, en het versterken van de eigen kracht van betrokkene(n), op alle leefdomeinen. Integraal werken en maatwerk De professional in de toegang werkt samen met de betrokkene aan het beantwoorden van zijn vraag. Het gaat om een integrale aanpak op de verschillende leefdomeinen, waarbij niet alleen degene die de ondersteuning vraagt, wordt betrokken maar ook zijn omgeving (systeemaanpak). Indien nodig wordt een plan gemaakt voor het hele systeem (één gezin één plan). De juli 2014 3 ondersteuning is altijd gericht op het versterken van de regie van betrokken(n) en waar mogelijk inzet van lichte in plaats van zwaardere vormen van ondersteuning. Outreachend werken De gesprekken met betrokkene(n) kunnen op verschillende plekken in de stad zijn: in de toegangslocatie, bij mensen thuis, op locaties waar ze toch al komen zoals een buurthuis, een school, e.d. Informatiegestuurd werken Voor het integraal bekijken van de ondersteuningsvraag maken we gebruik van de bestaande informatie die mogelijk op verschillende plaatsen bekend is. Indien van belang voor het leveren van de juiste ondersteuning worden gegevens tussen organisaties en professionals uitgewisseld. Hiermee realiseren de eenmalige uitvraag c.q. integrale intake en wordt voorkomen dat betrokkenen onnodig verschillende keren hetzelfde verhaal moeten doen. Werken vanuit eén visie met eén methodiek en één systematiek In de toegang wordt gewerkt vanuit één visie, één methodiek en één systematiek zodat de verschillende regelingen op de diverse leefdomeinen worden ontschot ingezet. Verdeling nieuwe wetgevende kaders In het kader van de drie decentralisaties en de veranderingen in het sociaal domein ontstaan nieuwe wetgevende kaders. Deze nieuwe wetgevende kaders komen niet allemaal onder verantwoordelijkheid van de gemeenten, maar komen wel samen in de lokale toegang omdat burgers daarmee te maken hebben. Het gaat om: Verantwoordelijkheid gemeente de gedecentraliseerde wetten: Jeugdwet, Participatiewet en Wmo wetgeving op het gebied van justitie, openbare orde en veiligheid. Verantwoordelijkheid Rijk de Wet langdurige zorg (24-uurs verzorging, intramuraal) de Zorgverzekeringswet (extramurale verpleging, persoonlijke verzorging een GGZ behandeling). De toegang gaat over de hulp en ondersteuning gericht op het meedoen van inwoners in de Delftse samenleving. Daar waar het gaat om vragen over medische zorg zijn de huisartsen de logische toegang en is er financiering van hulp en zorg vanuit de Zorgverzekeringswet. De Wet langdurige zorg is voor de zorg aan mensen die zijn aangewezen op langdurige en intramurale ondersteuning. Daar waar het gaat om vraagstukken met betrekking tot openbare orde en veiligheid zijn justitie en politie aan zet. Inwoners kunnen met de verschillende wetgevende kaders te maken krijgen. Vanuit de toegang zal dan ook nauw worden samengewerkt met de organisaties die vanuit de verschillende wetgevende kaders werken, bijvoorbeeld met de huisartsen en de zorgverzekeraars, het Veiligheidshuis/lokale kamer Delft en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Dit hoort ook bij het realiseren van een integrale aanpak op de verschillende leefdomeinen en één gezin één plan. juli 2014 4 3 Toegang in 2017 De kenmerken van de toegang in 2017 zijn: Voor iedereen De toegang is voor iedereen, jong en oud, met vragen over ondersteuning bij het opvoeden van kinderen, wonen, zorg, welzijn, vervoer, inkomen, werk. Hoe ziet de toegang eruit Als over toegang wordt gesproken, hebben we het vaak over een fysieke uitingsvorm als een loket. De toegang in Delft kent verschillende uitingsvormen die we in nauwe samenhang vormgeven. Het loket In het loket kunnen mensen informatie en advies krijgen. Ook kunnen ze ondersteuning krijgen. Het loket heeft verschillende ingangen: Website: er is een website beschikbaar met alle informatie over ondersteuning en het beschikbare aanbod in de basisvoorzieningen. E-mail consult: er is een voorziening waar bezoekers hun vragen op het terrein van zorg en ondersteuning per e-mail kunnen stellen. Er zijn mogelijkheden voor e-hulpverlening. Telefoon: voor informatie en advies en telefonische consultfunctie. Baliefunctie: voor informatie en advies en het maken van afspraken. De professionals2 In de toegang werken professionals. De professionals hebben hun werkplek in het loket, maar werken ook outreachend bij organisaties in de stad en komen ook bij mensen thuis. Zij hebben het gesprek met de betrokkenen en kijkt met hen naar de vraag en de benodigde ondersteuning. Het kan hierbij gaan om informatie en advies waar de inwoner zelf mee verder kan tot inzet van (specialistische) ondersteuning. Deze professional weet wat er aan mogelijkheden voor ondersteuning en zorg in Delft en de regio aanwezig is, van vrijwillige inzet tot gespecialiseerde ondersteuning in (jeugd)zorg. Deze professional heeft de bevoegdheid om, formele en informele, ondersteuning in te zetten waar dit nodig is. 2 Het gaat hier over alle professionals in de toegang. Het sociaal team een verbijzonderde vorm van toegang, nl voor een specifieke groep mensen met Multi problematiek en onvoldoende eigen regie. juli 2014 5 Waarvoor kan iemand er terecht De toegang heeft de volgende vier functies; die worden hierna toegelicht. A B C D Het geven van informatie en advies Het verhelderen van de vraag Het geven van lichte ondersteuning Het toeleiden naar zwaardere ondersteuning A Informatie en advies Als iemand een vraag heeft om informatie kan hij terecht op de website van de toegang. Daar is veel informatie te vinden, zoals informatie over wat de verschillende organisaties in de stad op het gebied van ondersteuning en zorg te bieden hebben. Als dat niet voldoende is, kan iemand zijn vraag via email stellen, bellen naar het loket of naar het loket komen. Daar kan hij ook informatie en advies krijgen over de vraag die hij heeft. Vragen kunnen komen van inwoners, over hun eigen situatie of over die van andere mensen, en van professionals van andere organisaties die een vraag hebben namens hun ‘cliënt’. B Vraagverheldering Als iemand een duidelijke hulpvraag heeft kan de professional in de toegang hierop direct antwoord geven. Eventueel worden een aantal korte vragen gesteld, afhankelijk van de vraag waarmee iemand komt. Hiermee kunnen professionals te weten komen of er mogelijk meerdere problemen of hulpvragen zijn. Met deze vragen ontstaat een beeld van de eigen kracht/ regie van de persoon. Afhankelijk van de problematiek kan de vraag direct worden beantwoord en de oplossing worden bepaald of is een bredere analyse van de vraag nodig. Met een korte vragenlijst ontstaat een eerste beeld van de vraag. De vragen zijn in samenspraak met de partners ontwikkeld. Dit instrument (de Quick Scan) kan ook worden ingezet door professionals bij andere organisatie die signalen over ondersteunings-behoefte tegenkomen, zoals huisartsen, medewerkers van het consultatiebureau, de ouderenconsulent of de kinderopvang etc. om een eerste vraagverkenning te doen. De gegevens worden zo nodig uitgewisseld tussen de toegang en deze ‘vindplaatsen’. Indien er sprake is of lijkt van vragen op meerdere leefdomeinen of complexere problematiek wordt een integrale intake gedaan. Doel hiervan is de breedte van de vraag - op de verschillende leefdomeinen - te beoordelen. De intake maakt duidelijk: op welke leefgebieden een inwoner problemen heeft, welke mogelijkheden er zijn van eigen regie welke ondersteuning vanuit het netwerk van betrokkene kan worden ingezet. De vragen sluiten nauw aan bij de informatie die al voorhanden is, vanuit eerdere gesprekken en/of vanuit andere organisaties. Deze vraagverheldering heeft als resultaat dat betrokkene en professional inzicht hebben in de benodigde ondersteuning. In Delft streven we ernaar om voor 80% van de inwoners met een ondersteuningsvraag binnen vier weken een plan3 te hebben en voor 100% binnen 6 weken. (Lichte) ondersteuning kan direct bij de intake ingezet worden, wanneer dit nodig blijkt. Met de partners in de stad werken we met eenzelfde instrumentarium om de vraag helder te krijgen. Dit vereenvoudigt de overdracht van informatie tussen organisaties en voorkomt dat mensen die 3 Het plan wordt ook wel ondersteuningsplan genoemd. juli 2014 6 ondersteuning vragen verschillende malen hetzelfde verhaal moeten vertellen. Dit instrument wordt door alle toegangsprofessionals gebruikt. Soms is voor het bepalen van de precieze vraag en mogelijke oplossingen specifieke kennis vereist die niet in de toegang aanwezig is. De professional in de toegang kan dan een beroep doen op de inzet van diverse specialisten als een gedragsdeskundige, psychiater e.d. Gemeente en betreffende organisaties maken in regionaal verband afspraken over deze inzet. C Lichte ondersteuning Professionals in de toegang kunnen direct lichte ondersteuning geven als dat nodig is. Lichte ondersteuning is bijvoorbeeld een aantal gesprekken tussen professional met betrokkene om de ‘vraag achter de vraag’ duidelijk te krijgen. De professionals in de toegang kunnen lichte ondersteuning bieden als: dit nodig is voor het duidelijk krijgen van de vraag de lichte ondersteuning afdoende en kortdurend is hiermee zwaardere zorg kan worden voorkomen. Voorbeelden van lichte ondersteuning zijn kortdurende inzet van vrij toegankelijke coaching in gezinnen met opvoedproblematiek, thuisbegeleiding, begeleiding voor financiële hulp of kortdurende zorg bij ziekte of revalidatie. Indien meer inzet nodig is zet de professional (ingekochte) ondersteuning vanuit andere organisaties in. D Toeleiden naar zwaardere zorg Wanneer uit de gesprekken tussen professional en betrokkene(n) blijkt dat iemand specifieke ondersteuning nodig heeft, zoals specialistische ondersteuning, kan de professional dit inzetten. Tussen gemeente en aanbieders zijn afspraken gemaakt over de (directe) inzet van zorg wanneer een professional daartoe besluit. De afspraken over de inzet worden verwoord in ‘het plan’. Hierin staan onder meer de afspraken over wat de betrokkene(n) zelf doet en welke ondersteuning wordt ingezet. Het plan is altijd maatwerk en sluit aan bij de specifieke vraag en situatie. Het is altijd mogelijk het plan aan te passen, bijvoorbeeld naar inzet van meer intensieve zorg of juist naar minder zorg of andere zorg. De toegangsprofessional zal ook toetsen of er wachtlijsten zijn. Waar nodig wordt er overbruggingszorg ingezet. Zo nodig ondersteunen bij de uitvoering van het plan De regie op uitvoering van het plan ligt in principe bij het individu/gezin, zo nodig ondersteund door de professional in de toegang. Er zijn meerdere opties mogelijk, in volgorde van afnemende ‘eigen kracht’: Betrokkene neemt zelf de regie en heeft eigen kracht. De toegangsprofessional onderhoudt het contact met betrokkenen(n) en monitort de voortgang en de uitvoering van afspraken. Na de uitvoering van het plan sluiten professional en betrokkene(n) in principe de ondersteuning af. Waar de professional dat nodig vindt, kan deze (of enkele derden) voor een bepaalde periode contact met betrokkene(n) blijven onderhouden of een steunfunctie organiseren, om terugval te voorkomen. De professional beoordeelt hoe lang deze nazorg nodig is en met welke intensiteit. juli 2014 7 In het geval van chronische en/of langdurige ziekten waar specialistische en/of zware vormen van ondersteuning nodig zijn, kan de regie tijdelijk worden overgedragen aan een van de organisaties die (een deel van) de ondersteuning levert/uitvoert. 4 De professional in de toegang In de toegang werken professionals met verschillende achtergronden en ervaringen. Gezamenlijk hebben zij kennis en ervaring op alle leefdomeinen. De professionals zijn zelf deskundig op een aantal terreinen; daarnaast beschikken ze over een netwerk van deskundigen en specialisten op specifieke terreinen die zij kunnen raadplegen. De kennis in de toegang varieert van de basisvoorzieningen en hulpmiddelen tot kennis over de diverse problematieken als (O)GGZ-problematiek, opgroei- en opvoedvraagstukken, verslavingsproblematiek, verstandelijke beperkingen, lichamelijke beperkingen, somatische aandoeningen, psychogeriatrische problematiek, zintuigelijke beperkingen en werk en inkomen. Er is ook kennis aanwezig over datgene dat vanuit zorgverzekering wordt vergoed en wat onder de Wet Langdurige Zorg valt. In de bijlage is een overzicht opgenomen van welke voorzieningen vanuit welke wet worden gefinancierd. Taken De belangrijkste taken van de professional zijn: Met betrokkene(n) opstellen van een plan; in het plan staan de afspraken over de inzet van betrokkene(n) en de ondersteuning vanuit de basisvoorzieningen, informele ondersteuning en (indien nodig) maatwerk voorzieningen. Zo nodig ondersteuning bij de uitvoering van het plan, sturen op resultaten en kosten. Zelfregie bevorderen (eigen kracht) en zo nodig vroegtijdig in zetten van mensen uit het eigen netwerk en omgeving. Probleemcumulatie/-escalatie en ‘verlies van zelfregie’ voorkomen. Verantwoordelijkheden De professional is in ieder geval verantwoordelijk voor: Het inzetten van de meest efficiënte en effectieve ondersteuning en hulpverlening (kostenbewust inzetten ondersteuning). Uitwisselen van gegevens in het in het belang van het huishouden. Opschalen/escaleren indien nodig, bijvoorbeeld in geval van wachtlijsten. Inzetten van het specialisme en de expertise die nodig is om het plan op te stellen. Bevoegdheden/mandaat4 De professional beschikt over tijd en ruimte om maatwerk te leveren en te kunnen besluiten over de inzet van de juiste ondersteuning. De professional heeft de bevoegdheid (mandaat) om: Zelfstandig de vraag te analyseren en ondersteuning van derden in te zetten. Dit vanuit de gedachte om snel en eenvoudige hulp in te kunnen zetten, zonder tussenkomst van een apart besluitvormingsorgaan. 4 Mandaat kan worden omschreven als de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan een besluit te nemen. Het kan worden aan een persoon en/of (bestuurs)orgaan, zowel binnen als buiten de eigen organisatie. juli 2014 8 Een bindend advies af te geven aan een organisatie om een bepaalde beslissing te nemen in het kader van het ondersteuningsplan. Ondersteuning in zetten. Te beschikken over informatie over huishoudens/bewoners, deze te delen en te gebruiken indien nodig. Inzet specialistische kennis bij vraagverheldering Als voor het bepalen van de benodigde ondersteuning specifieke deskundigheid nodig is, kan een toegangsprofessional gebruik maken van de specialistische kennis, zoals deskundigheid van een gedragswetenschapper en GZ-psycholoog. Het gaat hier altijd om een consultatievraag en niet om het overdragen van een ondersteuningsvraag. Competenties De taken van de professional vragen in ieder geval de volgende competenties: Zelfstandig en deskundig: gericht op het huishouden, breed opgeleid, communicatief, in staat om de vraag achter de vraag te achterhalen, open mind, inlevingsvermogen, maar ook een zakelijke instelling. Breed kunnen kijken: in staat tot helicopterview, kunnen denken vanuit de mogelijkheden van eigen kracht en eigen regie. Planmatig en resultaatgericht werken, goed kunnen rapporteren, kunnen coördineren/ casemanagementvaardigheden. Kostenbewustzijn en in staat om hulp zo efficiënt mogelijk in te zetten. Onafhankelijkheid: onafhankelijk beslisser tussen vraag en geboden ondersteuning. De professional zoekt met de vraagsteller naar antwoorden en oplossingen. Daarbij staat de vraag centraal. De professional neemt hierbij een onafhankelijke positie in tussen vrager en de ondersteuning die kan worden ingezet. Dat vraagt van de professional onafhankelijk te kunnen oordelen over de aard en omvang van wat echt nodig is, en op welk moment. Daarbij houdt hij ook de kostenkant van de inzet in de gaten. Het gaat om de balans van het belang van de inwoner (juiste inzet op het juiste moment) en het belang van de samenleving (beheersing van kosten, schaarste verdeling). Kennis en opleiding De toegangsprofessional heeft een HBO werk- en denkniveau en heeft kennis van voorzieningen en maatregelen in het gehele sociaal domein en kennis van aanpalende voorzieningen zoals die vanuit de zorgverzekeringswet. 5 Sociaal team Bijzonder onderdeel van de toegang is het sociaal team. De professionals van het sociaal team zijn er voor mensen met de meest ingewikkelde problematiek in complexe situaties. Ze krijgen begeleiding bij het op orde krijgen van hun leven en in het organiseren van de ondersteuning. De professionals in het sociaal team noemen we – vanwege hun begeleidende rol – coaches. De coach sociaal team werkt met betrokkene(n) aan een stappenplan en structuur om een situatie om te bouwen tot een weg uit de problemen. Het ondersteuningsplan wordt gedragen door de belangrijkste gezinsleden. juli 2014 9 Aanvullend op de taken van de professional in de toegang heeft de coach sociaal team ook de mogelijkheid om: (tijdelijk) de regie van het gezin over te nemen bij het organiseren van de ondersteuning en het nakomen van afspraken en uitvoering van het plan ondersteuning te geven in het organiseren en op orde brengen van het dagelijks leven. Ten opzichte van de taken van de professional in de toegang is de coach sociaal team intensiever betrokken bij het huishouden en wordt een groter beroep gedaan op persoonlijke kracht en doorzettingsvermogen van de coach. Ook zal de coach sociaal team meer dan de professionals in de toegang te maken hebben met inzet van drang- en dwangmaatregelen gezien de aard van de problematiek bij het huishouden. Zoals huisuitzettingen, uithuisplaatsingen, bemoeizorg e.d. Deze aanpak draagt ertoe bij dat het huishouden weer greep krijgt op het leven. Ondanks dat de inzet van de coach sociaal team altijd gericht is op het versterken en terugkrijgen van de eigen kracht, moeten we onder ogen zien dat er in Delft ook altijd mensen/huishoudens zullen zijn die permanent of terugkerende ondersteuning bij regie nodig zullen hebben. Bij hen zal blijvende ondersteuning– door individuele begeleiding - wellicht het hoogst haalbare zijn. Met deze aanpak bereiken we dat: vroegtijdig de juiste ondersteuning wordt geboden escalatie van de problemen wordt voorkomen de hulpverlening in het huishouden op elkaar is afgestemd zo min mogelijk hulpverleners in het huishouden actief zijn. De professional van het sociaal team werkt in de wijk, dicht bij de burger. Deze professional heeft een achtergrond en ervaring op één van de leefdomeinen werk, financiën, wonen, zorg, welzijn, onderwijs, opvoeden/opgroeien en veiligheid. Hij is generalist naar het gezin/huishouden en specialist in het sociaal team vanwege zijn achtergrond. Drang en dwang Voor mensen met Multi problematiek in uitzichtloze situaties kan het voorkomen dat de motivatie van betrokkenen onvoldoende is of ontbreekt om hulp te aanvaarden. Dan kan het nodig zijn drang en dwang toe te passen. De coaches sociaal team hebben deze mogelijkheid. Het doel van drang is gewenst gedrag uit te lokken, door het aankondigen van dwangmaatregelen. In praktijk is er een continuüm van drang naar dwang. Een drangmiddel is bijvoorbeeld het dreigen met een uithuisplaatsing. Drang gaat over in dwang als de coach sociaal team in actie komt om de uithuisplaatsing ook feitelijk in gang te zetten. Het gezin moet zich dan voegen naar de uitspraak van de kinderrechter. Andere drang en dwanginterventies zijn bijvoorbeeld het korten op de uitkering, het doen van een melding bij het AMHK, het meewerken aan een urgentie voor een woning of juist niet, voorkomen van een uithuisplaatsing of juist niet, opleggen dwangsom, verwijderen uit een wijk, Wwbverplichtingen verbinden aan het plan, toekennen budgetbeheer afhankelijk van gemaakte afspraken, stopzetten van begeleiden. juli 2014 10 Escaleren/doorzetten Indien er sprake is van stagnatie in de voortgang of het bereiken van budgetlimiet is er een escalatiemogelijkheid. Het kan voorkomen dat de ondersteuning of uitvoering van het opgestelde plan stageert en dat professionals in de toegang of het sociaal team geen mogelijkheden zien om voldoende voortgang in het proces te bereiken (ook in relatie tot de kosten). De professionals kunnen dan escaleren naar het doorzettingsoverleg. De escalatie-meldingen komen binnen bij een procesregisseur. De procesregisseur organiseert een doorzettingsoverleg en bereidt het voor. In het doorzettingsoverleg nemen managers/beslissers een beslissing over het vervolg. Het doorzettingsoverleg wordt samengesteld afhankelijk van het vraagstuk; de deelnemers zijn beslissingsbevoegd. De procesregisseur zorgt voor terugkoppeling van het besluit aan degene die de melding heeft gedaan. De gemeente is voorzitter van het overleg. De voorzitter zorgt er voor dat er een beslissing wordt genomen over de te nemen acties. 6 Relatie met (basis)voorzieningen en met andere toegangsprofessionals De professionals in de toegang werken nauw samen met de basisvoorzieningen in de stad. Vaak vinden mensen daar hun antwoorden op vragen, als ze er bij familie, vrienden of directe omgeving niet uitkomen. Indien andere oplossingen of antwoorden nodig zijn, of ondersteuning nodig is die de basisvoorzieningen niet kunnen bieden, kan men terecht bij de toegang. Daarnaast zijn er voor specifieke problematieken aparte toegangen, zoals huisartsen/jeugdartsen, AMHK en het Veiligheidshuis. juli 2014 11 Basisvoorzieningen en vindplaatsen Als inwoners hulp nodig hebben bij het vinden van een antwoord op hun vragen kunnen ze terecht bij de basisvoorzieningen in de stad. Basisvoorzieningen zijn ook zgn. vindplaatsen: plaatsen waar signalen over behoeften aan hulp of zorg - vaak als eerste - worden gesignaleerd, de oren en ogen van de stad. In Delft zijn het bijvoorbeeld peuterspeelzalen, sportverenigingen, jeugdgezondheidszorg, onderwijs, welzijnsorganisaties, interkerkelijke organisaties, vrijwilligers- en mantelzorgorganisaties, huisartsen, wijkverpleegkundigen, maatschappelijk werk, welzijn en ouderenadviseurs. Deze voorzieningen bieden allerlei vormen van informele en formele/professionele ondersteuning. Vervanging van de intensieve ondersteuning in de top van de ondersteunings-piramide door lichtere vormen van zorg, vereist dat de ondersteuning in de andere lagen van de piramide op orde is. Als de gemeente meer informele ondersteuning wil kunnen bieden, betekent dit dat er een goede basisinfrastructuur moet zijn. De toegang onderhoudt goede relaties met de basisvoorzieningen en vindplaatsen. Een goede wisselwerking tussen de toegang en basisvoorzieningen en vindplaatsen is belangrijk. Het gaat om: overdracht van kennis tussen organisaties en toegang het beschikbaar zijn van kennis in de toegang over wat de basisvoorzieningen te bieden hebben en vice versa het kunnen inspelen van basisvoorzieningen op behoeften aan informele ondersteuning van inwoners die in de toegang worden gesignaleerd/geconstateerd. Cliëntondersteuning In de basisvoorzieningen is de functie van cliëntondersteuning belegd. Dit is ondersteuning gericht op het versterken van de positie van de cliënt, door te helpen met het formuleren van zijn hulpvraag, het maken van keuzes en het oplossen van problemen. Cliëntondersteuning is beschikbaar voor iedereen die ondersteuning nodig heeft of problemen heeft op andere terreinen binnen het sociaal domein, bijvoorbeeld op het gebied van jeugd en gezin, werk en inkomen of schuldenproblematiek. Dit geldt zowel voor de voorzieningen waarvoor de gemeente zelf geheel of gedeeltelijk verantwoordelijk is, maar ook informatie, advies over en kortdurende ondersteuning op relevante aanpalende domeinen, zoals zorg, wonen en onderwijs. De gemeente zorgt er ook voor dat- waar nodig - cliëntondersteuning beschikbaar is bij het gesprek van de toegangsprofessional met de inwoner. Huisartsen, kinderartsen en jeugdartsen De huisartsen (en jeugdarts en medisch specialist) hebben ook een toegangsfunctie. Zij geven informatie en advies en beantwoorden ook niet medische vragen die van toepassing zijn op basis van een beperkte vraagverheldering. Ook leiden ze toe naar ondersteuning, vooral die van de GGZ. Daarnaast heeft de huisarts een belangrijke signalerende functie. Deze artsen hebben vanaf 1 januari 2015 wettelijk de mogelijkheid om als verwijzer op te treden voor alle vormen van jeugdzorg. Samenwerking tussen toegang en huisartsen realiseren we door binnen de toegang één aanspreekpunt voor de artsen aan te wijzen waardoor korte lijnen ontstaan en de huisarts direct kan verwijzen naar de juiste toegangsprofessional. Goede samenwerking tussen toegang en huisartsen is van belang voor het realiseren de beweging in de zorg en ondersteuning (van zwaar naar licht) en voor tijdig inzicht in de uitgaven/kosten van ondersteuning. juli 2014 12 Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) Vanaf 2015 zijn alle taken van het Advies Meldpunt Kindermishandeling en het Steunpunt Huiselijk Geweld komen bij elkaar in één organisatie ondergebracht: Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK). Daarvan worden de niet-wettelijke taken lokaal belegd. De wettelijke taken worden ondergebracht in het (AMHK). De niet-wettelijke taken worden ondergebracht in de toegang. Het gaat om: preventie en signalering de regie op ‘het kind/het gezin’ als expertise in het lokale veld aanwezig is de uitvoering van zorg bij een (vermoeden) van kindermishandeling en/of huiselijk geweld de nazorg toeleiden naar zorg in het lokale veld en specialisten (indien expertise aanwezig is). Professionals met expertise en ervaring bij het begeleiden van huishoudens waarbij sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld, maken onderdeel uit van de toegang en vormen de linking pin voor het AMHK. De toegangsprofessionals moeten zaken waarbij sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld bij het AMHK melden. Zij kunnen het AMHK inschakelen voor advies, ondersteuning, onderzoek en specialistische expertise. Passend onderwijs Met ingang van augustus 2014 is de wet Passend onderwijs van kracht geworden. Deze wet hangt nauw samen met de Jeugdwet. In de toegang werken professionals intensief samen met leerkrachten en intern begeleiders uit het onderwijs. De professional toegang Jeugd neemt deel aan het schoolondersteuningsteam in de scholen, dat in de plaats komt van de huidige Zorg en Advies Teams op de scholen. Dit team bestaat uit drie professionals: naast de toegangsprofessional Jeugd bestaat het team uit een professional voor specifiek school gerelateerde problemen en de intern begeleider c.q. de zorgcoördinator uit het onderwijsdomein. In het primair onderwijs maakt ook een directielid deel uit van dit team. De professional toegang Jeugd is de linking pin met de ondersteuningsstructuur in het onderwijs. Veiligheidshuis In het Veiligheidshuis Haaglanden werken ketenpartners uit de straf-, zorg- en de bestuurlijke keten samen bij de aanpak van criminaliteit en overlast. Het Veiligheidshuis focust op mensen die naast justitiecontacten nog meer problemen hebben. De zogenoemde ‘Multi problematiek’ kan alleen door intensieve samenwerking tussen gemeenten, politie, justitiële en zorginstellingen worden opgelost. Daar waar professionals (in de toegang en ook daarbuiten) in een huishouden multiproblematiek constateren in combinatie met crimineel gedrag of overlast, kunnen zij huishouden melden bij de procesregisseur van de lokale kamer van het Veiligheidshuis, Kamer Delft. Andersom zal Kamer Delft iemand die overlast geeft en andere zorg of ondersteuning nodig heeft, melden bij het sociaal team. De coach sociaal team is bij de bespreking in Kamer Delft aanwezig. Conform de aanpak één gezin één plan houdt de coach sociaal team de regie over het ondersteuningsplan. De maatregelen die justitie oplegt maken onderdeel uit van het ondersteuningsplan. juli 2014 13 7 Sturing, monitoring en kwaliteit Ontschotting en innovatie in de nieuwe toegang zijn belangrijke condities voor de opgave binnen het sociale domein. Het direct bieden van lichte ondersteuning, het leveren van integraal maatwerk en ondersteuning en het kostbewust toekennen van regelingen zijn principes en methodieken die bijdragen aan de bezuinigingsopgave. Dit als gevolg van de kortingen die het Rijk heeft toegepast bij het overhevelen van de nieuwe decentralisaties. De kunst is om een stevige balans te vinden en te houden tussen het leveren van integraal maatwerk die aansluit bij de menselijke maat en het kostbewust omgaan met de beschikbare budgetten. Een “lean”, maar gefundeerde monitoring is een kritische succesfactor voor goede managementsturing en adequate beleidsinformatie voor het inkopen van hulp en ondersteuning door de lokale bestedingsvoorstellen. Daarnaast is kwaliteitsbewaking van groot belang op casuïstiekniveau in het geval van klachten, bewaar en beroep, vertrouwenspersoon en dossiervorming. Monitoring en verantwoording In de toegang wordt op verschillende manieren gevolgd en gemeten hoe we de uitgangspunten van de sociale visie bereiken. Daarbij gaat het vooral over het kostenbewustzijn en meer inzet van gecombineerde vormen van ondersteuning, formeel en informeel en zwaar en licht. Door inzicht in de financiële en cijfermatige informatie over bedrijfsvoering en (uitputting van) het budget. Door meting van effecten van de integrale aanpak en werkwijze over het bereik van de toegang en hoe dit bijdraagt aan de gewenste effecten en doelen van de Sociale Visie Delft. Door reflectie ontwikkelen en leren professionals te komen tot een effectieve en kostenbewuste aanpak in de toegang. Kwaliteit aan de voorkant Het succes van de toegang wordt bepaald door de mensen die er werken. Dit zijn professionals die met een integrale insteek met de betrokkene(n) beoordelen wat er nodig is aan ondersteuning. Kwaliteit van de professionals in de toegang heeft betrekking op de inhoudelijke kwaliteit zoals visie, deskundigheid, houding en gedrag, e.d. Om te komen tot een methodiek en een systematiek is er een brede training ontwikkeld die door alle professionals in de toegang zijn gevolgd. Dit trainingsaanbod is gericht op dialoog, biedt ruimte aan professionals en is gebaseerd op zowel praktijk (ervaring, toepassing) als op wetenschappelijke kennis (evaluatie, onderzoek). Hierbij sluiten we zoveel als mogelijk aan bij bewezen methoden en interventies. Onderdeel van het training en scholingsprogramma is ook onderlinge intervisie, de uitwisseling tussen de toegangsprofessionals en de specialistische kennis. Bewaken van de kwaliteit Voor het beoordelen van de kwaliteit van ondersteuning zal Delft gebruik maken van onderzoeken naar klanttevredenheid en klachtenregistratie. De gemeente gebruikt gegevens en signalen over het functioneren van de toegang om te sturen, haar beleid en de praktijk te toetsen en zo nodig bij te stellen. Klachtrecht De gemeente kent een klachtenregeling voor de toegang. Als mensen niet tevreden zijn over de dienstverlening of bejegening door een medewerker, kunnen ze een klacht indienen. juli 2014 14 Bezwaar en beroep Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is tegen een besluit van de gemeente bezwaar en beroep mogelijk. Binnen de gemeente is voor ‘bezwaar en beroep’ al veel geregeld. Als mensen het niet eens zijn met een genomen besluit, kunnen ze een bezwaar indienen. Vertrouwenspersonen Jeugd Gebaseerd op de nieuwe Jeugdwet moeten jeugdigen en hun ouders ook een beroep kunnen doen op een – van de gemeente en zorgaanbieders – onafhankelijke vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon zal de jeugdige of ouder terzijde staan wanneer zich problemen voordoen tussen hen en de zorgaanbieder. Deze vertrouwenspersoon kan ook worden ingezet voor anderen inwoners met een ondersteuningsvraag. Dossiervorming De gegevens die van iemand worden verzameld, komen in één dossier. Uitgangspunt is dat het dossier eigendom is van de betrokkene(n). Dit sluit nauw aan bij de uitgangspunten ‘eigen kracht’ en ‘eigen regie’ in de Sociale Visie Delft. Waar onvoldoende eigen regie is en de inwoner dus niet in staat is het eigen dossier te beheren, blijft het dossier onder beheer van de toegang. Dit geldt ook waar wettelijk gezien de mogelijkheid er niet is om het dossier eigendom te laten zijn van de inwoner. Wel is voor de Delftse inwoner inzage in het eigen dossier mogelijk. Informatietechnologie als ondersteuning In de toegang wordt gewerkt met één digitaal cliëntdossier. Hiermee ontstaat één centraal informatiepunt dat moet leiden tot de benodigde informatie bij de intake en vraagverheldering. Binnen de privacywetgeving worden informatiesystemen voor vraagverheldering en diagnostiek bij de basisvoorziening zoveel mogelijk eenduidig ingericht en gekoppeld. De maatschappelijke opgaven op het gebied van jeugd, zorg en werk vereisen intensieve samenwerking tussen organisaties onder regie van de gemeente Delft. Dit vraagt om een effectieve informatiedeling en uitwisseling over het gezin tussen organisaties. Binnen de wettelijke kaders wisselen in 2017 de verschillende domeinen en organisaties gegevens uit. De werkwijze die we in de toegang hanteren, is gebaseerd op het uitgangspunt van direct contact waar het moet en digitaal waar het kan. Met andere woorden: handig inzetten van digitale mogelijkheden daar waar ze meerwaarde hebben en/of efficiëntie opleveren. Het persoonlijk contact blijft nodig, maar (onderdelen van) de achterliggende processen worden gedigitaliseerd. 8 Organisatie De gemeente is verantwoordelijk voor de ondersteuning en zorg aan haar inwoners. De toegang is daarin een belangrijke pijler: in de toegang kunnen de inwoners informatie en advies krijgen over ondersteuning en in de toegang stellen de professionals met de betrokken inwoner(s) vast welke ondersteuning nodig is en wordt ingezet. De gemeente heeft een groot belang bij het goed functioneren van de toegang. De uitgangspunten van de Sociale Visie Delft moeten consistent in de praktijk van de toegang worden uitgewerkt. Daarnaast geldt dat de uitvoering binnen de financiële kaders moet blijven aangezien het gaat om ‘open einde regelingen’. Vanwege dit grote belang kiest de gemeente ervoor een belangrijke rol te hebben in het inrichten van de toegang. juli 2014 15 De juridische constructie voor 2017 is nog niet bekend. Wel heeft de gemeente uitgesproken dat zij de ondersteuning en hulpverlening op termijn geen gemeentelijke taak vindt, waarbij wij rekening houden met de publieke taakuitvoering. Voor 2017 en verder zoeken we naar een juridische constructie waarbij de gemeente haar verantwoordelijkheid op de juiste manier kan invullen. De regierol van de gemeente zal vanaf 2017 meer op afstand worden ingevuld. Hoe de precieze invulling van de gemeentelijke regierol op langere termijn er uit zal zien, is onderdeel van het transitieproces. De voor- en nadelen van in ieder geval de volgende mogelijkheden zullen worden afgewogen: onderbrengen bij een bestaande maatschappelijke organisatie verzelfstandiging (nieuwe organisatie) scheiden van informatie en advies en vraagverheldering bij de gemeente en ondersteuning bij maatschappelijke organisaties. Voor de komende twee jaren kiezen we ervoor om de toegang vorm te geven in een zo licht mogelijke vorm: een projectorganisatie met detachering van professionals vanuit maatschappelijke organisaties naar de projectorganisatie. 9 Financiën Het financiële kader voor de toegang bestaat uit de middelen die we in 2017 hebben, die de gemeente heeft omgevormd in het kader van de transitie (van oud naar nieuw), en de financiële middelen die Delft hiervoor krijgt van het Rijk. We sturen zakelijk en innovatief op deze middelen. Doelstelling is om dit financieel kader niet te overschrijden. Dit vraagt van de professionals in de toegang dat zij kostenbewust zijn en zich steeds afvragen of inzet vanuit het sociale netwerk en de basisvoorziening een vergelijkbaar alternatief is. Het management heeft de opdracht om deze kostenbewustheid te stimuleren. We kiezen voor hulp en niet voor administratieve lasten. We maken een bundeling van verschillende administratieve processen en minder bureaucratie is daarbij uitgangspunt. We besteden zo min mogelijk middelen aan de organisatie en zo veel mogelijk middelen aan daadwerkelijke hulp. In paragraaf 10 is een begroting opgenomen met een voorlopige raming opgenomen van de kosten en de benodigde dekking van de toegang bij de start in 2015. 10 Op weg naar 2017 Samen met de maatschappelijke partners nemen we twee jaar om een toegang te realiseren die aansluit bij de Sociale Visie 2014 – 2018. De stip op de horizon is de toegang 2017. Die geldt als koers voor de beslissingen die we nu nemen. Hierbij is ruimte om te ontwikkelen en te leren van ervaringen en toe te groeien naar die ene integrale toegang. We maken gebruik van de ervaringen en de resultaten die we hebben opgedaan in de pilots frontlijnsturing. In 2013 zijn we twee pilots gestart te weten: Intake en Toeleiding en Jongeren in de Buitenhof. Ook kijken we naar de werkzame onderdelen van bestaande aanpakken zoals het Meldpunt Bezorgd en Complexe Casuïstiek. juli 2014 16 Op weg naar een de toegang 2017 zijn er een paar belangrijke grote stappen: - Vóór 2015: realiseren van drie deeltoegangen en één sociaal team Integreren van de verschillende loketten tot één toegang in 2015 en 2016 Komen tot een definitieve organisatie voor 2017 Ontwikkelen van één systematiek voor monitoring en verantwoording (dit staat beschreven in paragraaf 7). A Vóór 1 januari 2015 Drie deeltoegangen en één sociaal team Vóór 1 januari 2015 realiseren we de toegang voor de nieuwe taken op het gebied van jeugdhulp, Wmo en Participatie, zodat de mensen die ondersteuning nodig hebben weten waar ze naar toe kunnen en daar goed worden geholpen. We doen dat voor de periode tot 2017 via drie deeltoegangen. Daarin combineren we de toegang voor huidige ondersteuning en de nieuwe taken per ‘decentralisatie’. Deze deeltoegangen werken vanuit één visie, één methodiek en één systematiek. In principes is alles gemeenschappelijk, tenzij. Zowel wat betreft systematiek voor monitoring, als inzet instrumenten (quick scan, integrale intake), klachtenregeling, bezwaar en beroep, opleiding, communicatie et cetera. De deeltoegangen zijn: 1 Toegang Wmo Iedereen met vragen over zorg en welzijn, over huidige Wmo en de nieuwe Wmo, kan hier terecht. Het gaat om vragen over ondersteuning bij de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking of chronische, psychische of psycho-sociale problemen. 2 Toegang Jeugd Voor vragen op het gebied van jeugd, opvoeden en opgroeien en jeugdhulp, kunnen mensen terecht bij de toegang Jeugd. Deze toegang noemen we Keerpunt Delft, toegang Jeugd. 3 Toegang Participatie Voor vragen over werk en inkomen is er al het Klant Contact Centrum. Hier kan iedereen terecht met vragen over inkomensondersteuning en werk. Dit geldt ook voor de mensen met een arbeidsbeperking die met de Participatiewet onder verantwoordelijkheid komen van de gemeente. 4 Sociaal team Voor mensen met multiproblematiek werken we vanaf het begin met één sociaal team voor het hele sociaal domein. Dus voor de opzet van het sociaal team maken we geen onderscheid naar leeftijd of problematiek. juli 2014 17 Wat betekenen de deeltoegangen voor de burger als het gaat om: Integrale intake In de drie deeltoegangen wordt er bij het bepalen van de ondersteuning integraal gekeken. Dat betekent bijvoorbeeld dat in de toegang Wmo niet alleen naar wonen, zorg en welzijn wordt gekeken, maar ook naar daginvulling, opvoedingsvragen en iemands financiële situatie. En dus ook naar arbeidsre-integratie en inkomensondersteunende voorzieningen, scholing, huisvesting en gezondheidsbevordering. De professionals in de deeltoegangen werken nauw met elkaar samen. De aanpak één gezin één plan In de drie deeltoegangen worden mensen ook op andere terreinen geholpen. Als een ouder bij de toegang Jeugd een vraag stelt over het opvoeden van een kind en blijkt ook een vraag over huishoudelijke ondersteuning te hebben, wordt dit in dezelfde toegang opgepakt. Binnen de drie toegangen worden de middelen zo veel mogelijk ontschot ingezet. De beschikbaarheid van informatie In iedere deeltoegang is de dezelfde informatie over de betrokkene aanwezig. Er wordt zo veel mogelijk gewerkt met een systematiek en een methodiek. Binnen de deeltoegangen wordt gewerkt met één digitaal cliëntdossier. Hiermee ontstaat één centraal informatiepunt dat moet leiden tot de benodigde informatie bij de intake en vraagverheldering. Binnen de privacywetgeving worden informatiesystemen voor vraagverheldering en diagnostiek bij de basisvoorziening zoveel mogelijk eenduidig ingericht en gekoppeld, zodat de inwoner maar één keer zijn verhaal hoeft te doen. Tijdelijke projectorganisatie voor de toegang Voor de komende twee jaren kiezen we ervoor om de toegang vorm te geven in een projectorganisatie. De toegang als projectorganisatie sluit aan op de gedachte dat de gemeente in de transitiefase in 2015 – 2016 een belangrijke rol wil hebben bij de inrichting van de toegang. De projectorganisatie wordt gevormd door de drie deeltoegangen en het sociaal team. In de projectorganisatie houdt de gemeente de regie op de toegangsfunctie en de kwaliteit van de ondersteuning5 en ondersteuningsplan6. Dit vanuit heldere resultaten, zowel kwalitatief als 5 Met ondersteuning bedoelen we professionele ondersteuning die vrij toegankelijk is. Ondersteuning wordt geboden vanuit de basisvoorzieningen, maar kan ook door de professionals in de toegang worden geboden. Deze lichte ondersteuning is dan gericht op de vraagverheldering, is afdoende en kortdurend en kan zwaardere zorg voorkomen. juli 2014 18 kwantitatief, inhoudelijk en financieel en een zakelijke en innovatieve sturing op de resultaten. Verder vinden we het belangrijk dat de inwoner van Delft in het proces van toeleiding naar zorg- en hulpverlening geen knip ervaart tussen de verschillende ‘toegangsonderdelen’. Voor het realiseren van de drie deeltoegangen en het sociaal team zijn (of worden) een programmamanager Toegang en vier kwartiermakers aangesteld. Daarnaast wordt een stuurgroep opgericht waarin directeuren van de gemeente en een aantal partnerorganisaties deelnemen. Manager Toegang De manager Toegang is eindverantwoordelijk voor de toegangsorganisatie. Het gaat om het: realiseren van één ISD-brede toegang per 1 januari 2017 in een definitieve organisatorische setting waar ISD-breed gewerkt wordt vanuit één visie, één systematiek en één methodiek leidinggeven aan de kwartiermakers, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering binnen de deeltoegangen. Kwartiermakers De opdracht voor de kwartiermakers is: het opzetten van en leiding geven aan een van de deeltoegangen, zodat deze per decentralisatie uiterlijk vanaf 1 januari 2015 operationeel is bijdragen aan het realiseren van één toegang per 1 januari 2017. De kwartiermaker Sociaal team is daarnaast verantwoordelijk voor het opzetten van het escalatiemodel en het organiseren van samenwerking met Kamer Delft. Backoffice van de toegang In de ‘backoffice’ van de organisatie vinden voor alle drie de toegangen en het sociaal team alle administratieve processen plaats. We onderzoeken op welke wijze het KCC, zorgkantoor DSW en het inkoopbureau H10 hierin gezamenlijk een rol gaan vervullen. Dit mede gelet op het feit dat het op onderdelen gaat om gespecialiseerd berichtenverkeer (bijv. bij de Wmo). De kwartiermakers toegang en sociaal team maken de afspraken over de inrichting van de administratieve processen. Dit wordt voor alle teams zo eenduidig mogelijk ingericht. Nieuwe naamgeving toegang We gebruiken het communicatieconcept Keerpunt, verder met elkaar voor het zichtbaar maken van de veranderingen in het sociaal domein. Vanaf 1 januari 2015 zullen de afzonderlijke deeltoegangen onder de naam Keerpunt Delft zichtbaar zijn. Dus bijvoorbeeld de toegang Jeugd heet dan Keerpunt Delft, Jeugd. Door de toegang “Keerpunt Delft, Jeugd” te noemen maken we de nieuwe rol en het belang van de toegang zichtbaar, die deze heeft voor de innovatie in het sociaal domein. De toegang kent immers een echt andere manier van ondersteunen van de burger dan tot nu toe: integraal, inzet eigen kracht en netwerk, kostenbewust, en geeft daarmee in praktijk invulling aan de veranderingen van de zorgnaar de participatiesamenleving. 6 Onder een (ondersteunings)plan verstaan we het totaalpakket aan zorg- en hulpverlening vanuit de verschillende niveaus van de ondersteuningspiramide dat een antwoord is op de ondersteuningsvraag van de inwoner en wordt vastgelegd in het ene plan per gezin. juli 2014 19 Het communicatieconcept ‘Keerpunt , verder met elkaar’ krijgt daarmee in Delft ook een organisatorische uitwerking. Het huidige communicatieconcept en de toegang zullen in samenhang, maar waar nodig ook als beweging en organisatie apart of naast elkaar kunnen worden gebruikt. Financieel In het hierna volgende overzicht is een voorlopige raming 2015 opgenomen van de kosten en de benodigde dekking van de toegang bij de start in 2015. De invulling van de teams wordt bij de start niet op maximaal gezet, vanuit ervaring worden de teams verder ingevuld. Vanaf 2016 worden stappen gezet in de ontwikkeling naar een integrale, ontschotte begroting. Kosten Toegang Jeugd Bedrag x € Dekking 1.000 3.000 Toegang Jeugd Oud voor nieuw Jeugd Inzet toegangsbudget BJZ Inzet fte’s zorgaanbieders jeugd (innovatieagenda) Toegang WMO Sociaal Team Ondersteuning toegang Totaal 1.700 Toegang WMO Oud voor nieuw WMO Dekking vanuit landelijk budget WMO (innovatie 8%) 1.600 Sociaal Team Inzet fte’s, incl. oud voor nieuw en innovatie 240 Ondersteuning toegang Nog nader in te vullen 6.540 Totaal Bedrag x € 1.000 986 550 1.450 872 860 1.155 240 427 6.540 De toegang Participatie is niet opgenomen in de startbegroting omdat de kosten en dekking hiervan al onderdeel uitmaakt van de gemeentebegroting. De komende periode worden concrete afspraken gemaakt met partners over de inzet van professionals, dan kan de startbegroting geactualiseerd worden. In de uitvoeringsplannen worden de begrotingen verder uitgewerkt en zal ook het nog resterende nog nader in te vullen deel worden opgelost, zodat er uiteindelijk een toegangsbegroting is die past binnen het financiële kader. Kosten Aan de kostenkant wordt een onderscheid gemaakt tussen personeelskosten en kosten voor de ondersteuning. De personeelskosten bestaan uit de salariskosten van professionals, inclusief kwartiermakers en manager toegang. In totaal gaan we op dit moment uit van 58 professionals waarvan: - 28 fte voor toegang Jeugd 18 fte voor toegang Wmo juli 2014 20 - 12 fte voor sociaal team. Bij de kosten voor de ondersteuning gaat het om o.a. om monitoring, ICT en administratie. Dekking De dekking van de kosten komt uit verschillende budgetten: - bestaande (subsidie)budgetten binnen de gemeentebegroting worden anders ingezet (oud voor nieuw) - het budget dat voorheen beschikbaar was voor de toegang bij bureau jeugdzorg. - met zorgpartners worden afspraken gemaakt over hun medewerkers die gedetacheerd worden naar de projectorganisatie. - een deel van het nieuwe budget dat beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de taken. In de Programmabegroting 2015 worden de begrotingswijzigingen, die te maken hebben met de inrichting van de toegang, verwerkt. B In 2015 – 2016 integratie en doorontwikkelen van huidige loketten en aanpakken In de periode tot 2017 worden de verschillende loketten geïntegreerd en doorontwikkeld tot één toegang. Hierbij gaat het onder meer om Meldpunt Bezorgd, Jongerenloket, Centrum voor Jeugd en Gezin, Instituut Sociaal Raadslieden en MEE. De informatie en adviesfuncties van deze organisaties worden ondergebracht in de toegang Jeugd, Wmo en sociaal team. Daarnaast geldt dat de functie cliëntondersteuning van Instituut Sociaal Raadslieden en MEE apart van de toegang wordt georganiseerd en in de basisvoorzieningen wordt belegd (zie par. 7). Met de betrokkenen zijn we hierover in gesprek. Hierna wordt een en ander kort toegelicht. Meldpunt Bezorgd In Delft kennen we al een integrale aanpak op het terrein van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ): het Meldpunt Bezorgd. Vanuit de één-loketgedachte, de integrale aanpak en efficiëntie is het niet wenselijk om de aanpak in het Meldpunt Bezorgd te laten bestaan naast de toegangsfunctie vanuit de Wmo en het sociaal team. Uitgangspunt is dat het Meldpunt Bezorgd per 1 januari 2015 opgaat in de toegang. Specifiek aandacht is hierbij voor de borging van de invulling van de wettelijke OGGZ taken voor Delft Westland Oostland (waaronder bemoeizorg), ook tijdens het overgangstraject. De afspraken hierover wordt gemaakt met het bestuurlijk overleg DWO, het regieoverleg OGGZ en Kwadraad als huidige hoofdaannemer. Jongerenloket Het Jongerenloket heeft diverse taken die nauw aansluiten bij de toegang. Zoals het voortijdig schoolverlaten, integrale aanpak jongeren richting werk of opleiding. Deze taken worden in 2015 ondergebracht in de toegang. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Vanuit de basisvoorzieningen worden van de huidige CJG-producten bemoeizorg, zorgregisseurs, video-hometraining, casusoverleggen, Zorg Adviesteams (ZAT’s), casuïstiek Jeugd Gezondheidszorg, gezinscoaching en het wijkaanbod opvoedingsondersteuning beëindigd en omgevormd naar de nieuwe generalistische aanpak in het SPJ. Het CJG wordt opgeheven per 1 januari 2015. Het consultatiebureau (Jeugd Gezondheidszorg) blijft bestaan. MEE en Instituut Sociaal Raadslieden (ISR) De informatie- en adviesfunctie van MEE en ISR worden ondergebracht in de toegang. juli 2014 21 De cliëntondersteuningsfunctie voor mensen met een psychische aandoening en mensen met (verstandelijke of lichamelijke) beperking valt per 1 januari 2015 naar de gemeente. Deze wordt samengevoegd met de cliëntondersteuning die andere organisaties leveren, zoals ouderenorganisaties en sociaal raadslieden en - zo mogelijk - onder de paraplu van één dezelfde aansturing gebracht. C Komen tot een definitieve organisatievorm We nemen twee jaar de tijd om een definitieve organisatievorm te komen voor toegang. We kiezen ervoor om de toegang vorm te geven in een zo licht mogelijke vorm: een projectorganisatie met detachering van professionals vanuit maatschappelijke organisaties naar de projectorganisatie. Op weg naar 2017 en verder zoeken we naar een juridische constructie waarbij de gemeente haar verantwoordelijkheid op de juiste manier kan invullen. De regierol van de gemeente zal vanaf 2017 meer op afstand worden ingevuld. Hoe de precieze invulling van de gemeentelijke regierol op langere termijn er uit zal zien, is onderdeel van het transitieproces. De voor- en nadelen van in ieder geval de volgende mogelijkheden zullen worden afgewogen: Op basis van de ervaringen met de tijdelijke projectstructuur ontwikkelen we een aantal uiteenlopende scenario’s. Hierbij gaan we uit van de regieambitie van de gemeente waarbij de uitvoering waar mogelijk op afstand kan worden geplaatst en we streven naar een slagvaardige compacte overheid. Vanuit die optiek heeft het onderbrengen van de toegang bij de gemeente niet de voorkeur. In het uitwerken van de scenario’s wordt met deze variant wel rekening gehouden voor een goede vergelijking. We werken aan de volgende scenario’s: - onderbrengen bij een bestaande maatschappelijke organisatie verzelfstandiging (nieuwe organisatie) scheiden van informatie en advies en vraagverheldering bij de gemeente en ondersteuning bij maatschappelijke organisaties. juli 2014 22