Vijf deltabeslissingen Met de deltabeslissingen wil deltacommissaris Wim Kuijken bereiken dat Nederland met betrekking tot water voorbereid is op de toekomst. Er komen nieuwe kaders en nieuwe normen voor maatregelen. De deltacommissaris stelt vijf deltabeslissingen voor: • waterveiligheid: nieuwe meerlaagse aanpak voor de bescherming tegen overstromingen • zoetwater: nieuwe aanpak voor het beperken van watertekorten • ruimtelijke adaptatie: nieuwe aanpak voor waterrobuuste en klimaatbestendige (her)ontwikkeling in bebouwd gebied • Rijn-Maasdelta: structurerende keuzen voor waterveiligheid in de Rijn-Maasdelta • IJsselmeergebied: structurerende keuzen voor waterveiligheid en zoetwater in het IJsselmeergebied In 2014 heeft de deltacommissaris zijn voorstellen aangeboden aan de minister van Infrastructuur en Milieu, die ze doorgeleidde naar de Tweede Kamer. Minister Melanie Schultz van Hagen werkt nu aan vertaling in nieuwe normen voor waterveiligheid. Gebiedsontwikkeling in de klimaatadaptieve stad Foto’s: Jeroen Musch Klimaatverandering is de komende jaren van grote invloed op onze omgeving. Klimaatsceptici zijn hiervan wellicht nog niet overtuigd, het gros van de mensen is dat gelukkig wel. Deltacommissaris Wim Kuijken presenteerde vorig jaar vijf deltabeslissingen over de hoofdkeuzen voor de aanpak van waterveiligheid en zoetwatervoorziening in Nederland. Manieren waarop Nederland kan omgaan met de gevolgen van klimaatverandering. Sleutelfactor in de deltabeslissingen is het waterbeheer. Door Fleur Elderhorst en Hans Schouffoer In de scenario’s van het VN-klimaatpanel en de daarop gebaseerde verwachtingen van het KNMI wordt onder meer rekening gehouden met een temperatuurstijging van enkele graden en een veranderend neerslagpatroon. Langere periodes van droogte en heftiger neerslag hebben gevolgen voor de wateropgave in de gebouwde omgeving. Inwoners krijgen te maken met hittestress of wateroverlast. Een van de deltabeslissingen is gericht op die ruimtelijke klimaatadaptatie. Hoe kun je in het stedelijk gebied klimaatbesten­ dige gebiedsontwikkeling realiseren en hoe geef je klimaatadaptatie dan concreet handen en voeten? Deze vraag is door de auteurs voorgelegd aan het Groeneveld­ beraad. Het beraad boog zich aan de hand van voorbeelden uit Rotterdam en Delft over de uitdagingen en betekenis van de klimaatverandering voor de gebieds­ ontwikkeling. Rotterdamse waterkansen met Rotterdam Climate Proof Rotterdam ziet de klimaatopgave als kans en draagt dit ook uit. Als wereldhavenstad B&G 2015 -2 31 Klimaatverandering en gebiedsontwikkeling Groeneveld­ beraad voor gebieds­ ontwikkeling Foto’s: Jurgen Bals van Schieland (HHSK) Bij extreme regenval functioneert het Benthemplein (zie ook foto’s op voorgaande pagina’s) als buffer voor het water uit de buurt. in de delta wordt Rotterdam op verschil­ lende manieren geconfronteerd met de effecten van klimaatverandering. Door zeespiegelstijging en hogere rivierafvoeren neemt het risico van overstromen toe; hittestress in de zomer leidt tot ongemak en bij zeer warme zomers zelfs tot hogere sterfte. Zonder maatregelen zullen ook vaker problemen met wateroverlast optreden door heftiger buien. Wat doe je om de stad leefbaar te houden? Kun je door te anticiperen meerwaarde creëren in de stedelijke omgeving? En wie betrek je daar dan (wanneer) bij? Om de klimaatverandering niet als een bedreiging maar als een kans te zien, voert Rotterdam het programma Rotterdam Climate Proof. Blijvende bescherming en bereikbaarheid van de regio Rotterdam staan centraal. Het programma is volledig gericht op extra kansen voor een aantrek­ kelijke stad om te wonen, te recreëren, te werken en te investeren. Toonaangevend onderzoek, innovatieve kennisontwikkeling en daadkrachtige uitvoering moeten resulteren in sterke economische impulsen. Samen met vooraanstaande partners wil Rotterdam dé innovatieve waterkennisstad van de wereld zijn en een inspirerend voorbeeld zijn voor andere deltasteden. Met Rotterdam Climate Proof is Rotterdam in 2025 klimaatbestendig. 32 Het waterplein op het Benthemplein in de Hofpleindriehoek is een mooi voorbeeld van de Rotterdamse aanpak. Studenten van scholen uit de buurt vroegen de gemeente of het mogelijk was het saaie en grijze plein voor de school aan te passen. Dit paste uitstekend bij de wens van de gemeente en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard om in de buurt een waterplein aan te leggen. Het Groeneveldberaad is een netwerk van 24 gedreven professionals die op verschillende wijzen betrokken zijn bij gebiedsontwikkeling in Nederland. Het netwerk van pragmatische vrij­ denkers op het gebied van publiekprivate coproductie, opereert in samenwerking met overheid en markt. Verschillende partijen zijn in dit netwerk vertegenwoordigd: ontwikkelaars, corporatie, advies­ bureaus, financier, belegger, advocaat, gemeente, provincie en Rijk. Het Groeneveldberaad, opgericht in 2007, is als groep geboeid door het verbin­ den van partijen en mensen en de uitdagingen die ze tegenkomen in gebiedsontwikkelingen. Dit geldt in het bijzonder voor de kloof tussen markt en overheid en hun inzet om daarin een brug te slaan. De naam van het beraad is ontleend aan de locatie waar het beraad plaatsvindt: Kasteel Groeneveld in Baarn. Naar ontwerp van De Urbanisten werden na een intensief planproces twee ondiepe bassins en een dieper gelegen sportveld aangelegd. Regenwater vanaf de bestrating en de omliggende gebouwen wordt via speciale ‘riviergoten’ naar de ondiepe bassins afgevoerd. Bij extreme regenval functioneert het plein als buffer voor het water uit de buurt en dat voorkomt wateroverlast in huizen en op straat. Zodra de riolering het aankan stroomt het waterplein weer leeg. Het innovatieve waterplein trekt – samen met andere minder zichtbare klimaatmaat­ regelen zoals de waterberging voor het centraal station – inmiddels internationale belangstelling. Dit is een van de maatrege­ len die Rotterdam Climate Proof op de kaart zet. Creatieve invulling van de ­verplichte watertoets in Delft Ook in Delft ligt de nadruk van gemeente en het Hoogheemraadschap van Delfland op het voorkomen van wateroverlast. Na een paar zeer heftige buien met veel wateroverlast en schade als gevolg heeft het waterschap jaren geleden nieuwe normen voor waterberging ingevoerd en miljoenen geïnvesteerd in waterberging in het landelijk gebied. Ook nieuwe gebieds­ ontwikkelingen in de stad moeten aan de nieuwe norm voldoen om problemen te voorkomen, dat was de gedachte. In de praktijk bleek dat die wateropgave in het stedelijk gebied op verschillende manieren kan worden ingevuld. Bij de ontwikkeling van een nieuwe wijk bij de Technische Universiteit Delft (TU Delft) werd een volgens de watertoets verplichte water­ partij getekend. Het plan was rendabel en voldeed aan de norm. Maar het werd door bewoners succesvol bestreden vanwege het gebrek aan ruimtelijke kwaliteit. bewoners, het hoogheemraadschap van Delfland, de gemeente en de TU Delft. Dit voorbeeld laat zien dat een creatieve invulling van de watertoets een belang­ rijke impuls kan geven in een gebied. Het lijkt dus voor de hand te liggen om de watertoets te vervangen door een wateren groentoets. Afrekenen met hokjesdenken De echte uitdaging – volgens het Groeneveld­beraad – is om af te rekenen met het hokjesdenken. Voor dergelijke complexe opgaven is het nodig de klassieke waterbouw los te laten en oplossingen te vinden die dubbelgebruik mogelijk maken. Het gaat immers om forse investeringen met een diffuse set van betalers en genie­ ters. Het Waterplein is daar een mooi voorbeeld van. Dat vraagt ook om nieuwe allianties waarbij alle deelnemers naar hun langetermijnrendement kijken. Een belangrijke stap om te komen tot zo’n samenwerking is samenwerkingspartners inzicht geven in elkaars verdienmodel en belemmeringen hierin overwinnen. Met een gezamenlijke focus op ruimtelijke kwaliteit kunnen initiatiefnemers, gemeente, waterschap en bewoners samen werken aan haalbare en klimaat­ bestendige plannen met breed draagvlak. Fleur Elderhorst is hoofd BNG Advies bij BNG Bank, Hans Schouffoer is waterschapsbestuurder. Beiden zijn deelnemer aan het Groeneveldberaad. Waterschappen en gebiedsontwikkeling De rol van waterschappen bij gebiedsontwikkeling is aan het wijzigen. Het waterschap dichtte zichzelf tot voor kort een beperkte rol toe: bij de aanleg van een nieuwe wijk volstond veelal slechts het uitvoeren van de watertoets: voldoet het plan aan de regels van het waterschap? De afgelopen jaren heeft er ook bij de waterschappen een ‘klimaat­verandering’ plaatsgevonden. Net als gemeenten realiseren zij zich dat bij complexe opgaven actieve samenwerking met andere publieke (en private) partijen meer oplevert. De nieuwe denkkracht van de waterschappen resulteert naast doelmatige waterprojecten ook in ruimte­ lijke kwaliteit en betrokken­heid van bewoners, waardoor projecten sneller en tegen minder kosten gerealiseerd kunnen worden. Een mooi voorbeeld van zo’n benadering is het Kustwerk Katwijk, waar binnen de geraamde tijd en het budget een parkeergarage werd geïntegreerd in de plannen voor de kustversterking. Studentenhuisvester en ontwikkelaar Duwo was bereid om samen met omwonenden en de gemeente opnieuw naar de teken­ tafel te gaan. De zorgvuldig voorbereide overleg- en ontwerpsessies resulteerden in een mooi en zelfs beter plan. De verplichte waterpartij werd vervangen door een park dat niet alleen zorgt voor waterberging in natte periodes maar waarbij het groen ook voor verkoeling zorgt (door schaduwrijke plekken) in zeer warme periodes. Het nieuwe plan dat won aan ruimtelijke kwaliteit werd gedragen en mede geïnitieerd door B&G 2015 -2 33