Antioxidanten Orthomoleculaire therapie SYNONIEMEN enzymen WERKING Talloze onderzoeken hebben vastgesteld dat de zgn. “vrije radicalen” (mede) de oorzaak vormen van degeneratieve ziekten, ofwel typische welvaartsziekten. Zuurstof, enerzijds noodzakelijk voor diverse oxidatieve energieproducerende processen, kan anderzijds tot de vorming van vrije radicalen leiden. Deze geactiveerde zuurstofradicalen streven naar een energetisch evenwicht. Daarbij grijpen zij echter met voorliefde de celmembraanstructuren of de structuren van het erfelijk materiaal aan. Hierdoor ontstaan onherstelbare beschadigde cellen, die leiden tot degeneratieve processen (ziekten zoals hart- en vaataandoeningen, vergiftigingen, reuma, etc.). Het lichaam heeft verschillende mechanismen ontwikkeld om zich tegen vrije radicalen te beschermen. Dit antioxidantsysteem bestaat uit twee belangrijke onderdelen, namelijk de enzymatische en de vitamineuze antioxidantdefensie. Intracellluliar is vooral de enzymatische antioxidantdefensie belangrijk. Deze bestaat uit de enzymen Super-Oxide Dismutase (SOD), catalase en glutathion-peroxidase die in tijden van oxidatieve stress snel extra aangemaakt worden. Voor het goed functioneren van dit enzymsysteem is de aanvoer van bouwstoffen en cofactoren voor deze enzymen van groot belang. Kritische nutriënten in dit opzichten zijn vooral L-cysteïne en alfa-liponzuur, maar ook selenium, mangaan, koper, foliumzuur en vitamine B6. Elk antioxidantenzym kan duizenden vrije radicalen onschadelijk maken voordat het zelf geïnactiveerd wordt. Dit enzymsysteem is waarschijnlijk het primaire verdedigingsysteemn tegen oxidatieve stress. Wanneer dit primaire systeem onvoldoende functioneert wordt de vitamineuze bescherming belangrijker. Suppletie met antioxidantenzymen blijkt de enzymatische oxidantsystemen te kunnen ondersteunen. INDICATIES Vrije radicalen en reactieve zuurstofdeeltjes spelen een belangrijke rol bij een groot aantal (degeneratieve) ziekten, (verouderings)-ziekten, waaronder hart- en vaatziekten, artritis en andere ontstekingsprocessen, neurodegeneratieve aandoeningen en cataract, alsook met het verouderingsproces zelf. Antioxidantcomplexen zijn dan ook zeer breed inzetbaar. REFERENTIES 1. Ambrus JL, Lassman HB, DeMarchi JJ. Absorption of exogenous and endogenous proteolytic enzymes. Clin Pharmacol Ther 1967; 8: 362-368. 2. Bernkop-Schnurch A, Giovanelli R, Valenta C. Peroral administration of enzymes: strategies to improve the galenic of dosage forms for trypsin and bromelain. Drug Dev Ind Pharm 2000 Feb;26(2):115-21 2000; 26: 115-121. 3. Castell JV, Friedrich G, Kuhn CS, Poppe GE. Intestinal absorption of undegraded proteins in men: presence of bromelain in plasma after oral intake. Am J Physiol 1997; 273: G139-G146. 4. Izaka KI, Yamada M, Kawano T, Suyama T. Gastrointestinal absorption and antiinflammatory effect of bromelain. Jpn J Pharmacol 1972; 22: 519-534. 5. Kinnula VL, Crapo JD. Superoxide dismutases in the lung and human lung diseases. Am J Respir Crit Care Med. 2003 Jun 15;167(12):1600-19. 6. Orr WC, Sohal RS. Extension of life-span by overexpression of superoxide dismutase and catalase in Drosophila melanogaster. Science 1994; 263: 1128-1130.