ORIENTATIE EN AFSTUDEERRICHTINGEN BIJ HANDELSWETENSCHAPPEN FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN BACHELOR AND MASTER IN DE HANDELSWETENSCHAPPEN 1. WOORD VOORAF Bij het doorlopen van je opleiding tot Master in de Handelswetenschappen dien je op bepaalde tijdstippen keuzes te maken, namelijk: de oriëntatie die je zal volgen in de 3e bachelor fase, de afstudeerrichting die je zal volgen in de masteropleiding, het onderwerp dat je in jouw masterproef zal uitwerken. Om je bij deze keuzes te begeleiden, bieden we je in de eerste plaats deze brochure aan. Je vindt er per afstudeerrichting informatie over de volgende onderwerpen: persoonlijke interessesfeer van de studenten, verantwoording van de programmaopbouw, opleidingsprogramma, speciale aandachtspunten voor schakelstudenten, toekomstmogelijkheden en tewerkstelling, persoonlijkheidskenmerken, aard van de masterproef. Op basis van de informatie in deze brochure kun je de richtingen selecteren waarover je meer informatie wenst. Vervolgens kun je infosessies volgen over de geselecteerde richtingen. Hierin lichten docenten het opleidingsprogramma toe en geven ze algemene informatie, terwijl oud-studenten verwijzen naar hun ervaringen en het voordeel van de gevolgde afstudeerrichting bij het solliciteren en het uitbouwen van hun carrière. Daarnaast kun je aan infostandjes terecht bij de huidige studenten voor meer concrete informatie over de verschillende opleidingsonderdelen en voor het inkijken van cursusmateriaal. Gedetailleerde informatie over de doelstellingen, inhoud en onderwijsmethoden van de opleidingsonderdelen kun je eveneens terugvinden op https://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/ en daar naar de ECTSfiches gaan kijken. 1.1. Kiezen van een oriëntatie in de 3e bachelor fase In de 3e bachelor fase van de Nederlandstalige oude opleiding in het dagonderwijs maak je een keuze uit vijf verschillende oriëntaties. Die bereiden je voor om vervolgens in de master te kiezen voor een afstudeerrichting. Het maken van de juiste keuze gebeurt weloverwogen. Daarbij kun je je laten leiden door je persoonlijke interesses en de carrièremogelijkheden die een specialisatierichting biedt: • • • • • Ben je sterk geïnteresseerd in boekhouden, bedrijfseconomie, financiële rapportering, de belastingen waarmee ondernemingen, bedrijfsleiders en andere personen te maken hebben en de wijze waarop deze belastingen een instrument zijn voor ondernemingen en de overheid om een bepaald beleid te voeren? Dan kies je best voor de oriëntatie ‘AccountancyFiscaliteit’. Ben je geboeid door het bedrijfsleven in al zijn aspecten en wil je je verdiepen in verschillende deelgebieden, zoals het algemeen bedrijfsbeheer, het marketingbeleid, het personeelsbeleid of het financieel beleid van ondernemingen? Dan zit je goed bij de oriëntatie ‘Algemeen Management’. De oriëntatie ‘Finance & Risk Management’ richt zich vooral naar studenten die meer willen weten over ondernemingsfinanciering, de werking van kapitaalmarkten, de beurs, de financiële actualiteit en de technische kant van verzekeringsproducten. De oriëntatie ‘Internationale Betrekkingen’ is dan weer iets voor mensen die de economie, de politiek en het zakenwezen liefst zien in een internationale context. Beschik je over een analytische geest en ben je geboeid door bedrijfsadministratie en de informatieproblemen die ermee samenhangen? Dan kies je voor de oriëntatie ‘Business Information Management’. Omdat de ICT-wereld zich vaak afspeelt in een internationale omgeving met meestal Engelstalige begrippen worden de opleidingsonderdelen uit deze oriëntatierichting in het Engels gedoceerd. Nederlandstalige en Engelstalige studenten volgen de colleges samen. Avondstudenten Handelswetenschappen kunnen kiezen uit twee oriëntatierichtingen: • Bedrijfsmanagement en Ondernemerschap • Accountancy Engelstalige studenten of Nederlandstalige studenten die de opleiding in het Engels wensen te volgen, hebben de keuze uit drie oriëntatierichtingen: • Business Information Management, • International Business Management (equivalent met de Nederlandstalige oriëntatie Algemeen Management), • International Relations (equivalent met de Nederlandstalige oriëntatie Internationale Betrekkingen). 1.2. Kiezen van een afstudeerrichting in het masterjaar Doelgroep infosessie: 3e bachelor fase, schakelprogramma De oriëntaties uit de 3e bachelor fase stromen in het masterjaar door naar acht afstudeerrichtingen: • Accountancy (ook ’s avonds), • Fiscale Wetenschappen, • Bedrijfsmanagement en Ondernemerschap (ook ’s avonds), • People Management, • Marketing Management, • Finance & Risk Management, • Business Information Management (in het Engels gedoceerd), • Internationale Betrekkingen. Ook hier hebben Engelstalige studenten of Nederlandstalige studenten die de opleiding in het Engels wensen te volgen de keuze uit drie afstudeerrichtingen: • Business Information Management, • International Business Management, • International Relations. Wat indien je toch een andere afstudeerrichting wenst te volgen dan de afstudeerrichting die normaal volgt op jouw oriëntatierichting uit de derde bachelor fase? In principe heb je toegang tot elke afstudeerrichting in het masterjaar. Verandering van richting houdt echter het risico in dat er zich inhoudelijke problemen inzake voorkennis kunnen voordoen. Daarom kan worden gesuggereerd om bepaalde cursussen uit een oriëntatie vooraf door te nemen. Dit kan door de colleges te volgen of in zelfstudie. Is dit op jou van toepassing, neem dan contact op met de programmadirecteur van je opleiding. Ook studenten die aan de KU Leuven Campus Brussel een schakelprogramma hebben gevolgd, kunnen zich inschrijven voor iedere afstudeerrichting. Dit betekent dat iemand die in zijn professionele bachelor de richting marketing volgde, in het masterjaar opnieuw deze richting kan kiezen (deze keer met een academische invalshoek). Maar je kan ook beslissen om een totaal andere discipline te verkennen zoals People Management, Bedrijfsmanagement en Ondernemerschap… Om de vereiste voorkennis bij masterstudenten te garanderen, kan worden gesuggereerd om bepaalde cursussen uit de oriëntatie in de 3e bachelor fase Handelswetenschappen vooraf door te nemen. Dit kan door de colleges te volgen of in zelfstudie. Meer informatie vind je bij het onderdeeltje ‘Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten’. In het masterjaar worden geen vrijstellingen toegestaan op basis van de reeds behaalde professionele bachelor. Kan je twee afstudeerrichtingen volgen? Als je geslaagd bent voor het masterjaar (incl. afstudeerrichting en masterproef) behaal je het diploma “Master of Science in de handelswetenschappen afstudeerrichting xxx.” Een 2de diploma met een andere afstudeerrichting behalen, is mogelijk wanneer je na toekenning van vrijstellingen nog minstens 30 studiepunten moet afleggen. Hiertoe dien je een vrijstellingsdossier in bij de studentenadministratie. De masterproef wordt nooit vrijgesteld. Je moet dus steeds een nieuwe masterproef afwerken. Je kan ook gewoon enkele opleidingsonderdelen volgen uit een andere afstudeerrichting via een creditcontract. In dit laatste geval krijg je geen nieuw diploma, maar een creditbewijs voor alle opleidingsonderdelen waarvoor je geslaagd bent. Een alternatief is dat je na jouw masterdiploma een postgraduaat of een Master na Master volgt. Ook het behalen van een diploma Specifieke Lerarenopleiding behoort tot de mogelijkheden. 1.3. Kiezen van een onderwerp als masterproef Naast de algemene informatie over de aard van de masterproeven binnen een bepaalde afstudeerrichting wordt er eveneens specifieke info ter beschikking gesteld i.v.m. de opstart van de masterproef. Welke types van masterproeven zijn er mogelijk? Hoe kies je een onderwerp? Bij welke promotor kan je voor begeleiding terecht? Welke administratieve stappen moet je doorlopen? Welke deadlines moet je respecteren? Samenhang tussen de masterproef en de afstudeerrichting. Gedetailleerde info over de masterproeven wordt niet in deze brochure opgenomen. We wensen jou alvast heel veel succes met het maken van de juiste keuzes! 2. AFSTUDEERRICHTING ACCOUNTANCY 2.1. Persoonlijke interessesfeer Je hebt veel interesse voor bedrijfseconomie, de financiële rapportering en de voorbereiding van beleidsbeslissingen (na het verzamelen van financieeleconomische gegevens). Financiële rapportering boeit je omdat het jou in staat stelt deskundige en betekenisvolle informatie te verstrekken over/aan een onderneming. Je belangstelling kan ook uitgaan naar het beroep van externe accountant of bedrijfsrevisor in zijn controlerende en attesterende functie ten behoeve van het maatschappelijk verkeer. 2.2. Verantwoording van de programmaopbouw Het is algemeen bekend dat de economische omgeving van jaar tot jaar complexer wordt. Wil een onderneming overleven en groeien, dan moet ze permanent voeling hebben met haar omgeving. Daarom heeft ze een degelijk informatiesysteem nodig. Immers, de effectiviteit van het beleid is voor een belangrijk deel afhankelijk van de interne organisatie en de doelmatigheid van het informatiesysteem. Voor veel ondernemingen is het belangrijkste informatiesysteem de boekhouding. Onder boekhouding verstaan we het geheel van mensen en hulpmiddelen dat volgens de wettelijke regels economische feiten van de onderneming registreert en verwerkt om tegemoet te komen aan de informatiebehoeften van alle betrokkenen en belanghebbenden. Deze definitie sluit nauw aan bij de Engelse term ‘accounting’. Van de personen die professioneel aan accounting doen - accountants, bedrijfsrevisoren en financieel-administratieve functionarissen – wordt verwacht dat ze de onderneming/organisatie helpen in haar natuurlijk streven naar continuïteit. Er wordt van hen verwacht dat ze in staat zijn om de concurrentiële druk vanuit de omgeving te identificeren. Ze moeten een strategisch antwoord op deze druk kunnen helpen ontwikkelen en dit op een creatieve en professionele manier. Als respons op deze waaier aan verwachtingen bieden deze professionelen een breed gamma van diensten aan, variërend van gegevensverzameling en -analyse tot de installatie, werking en audit van geautomatiseerde informatiesystemen. Het publiek verwacht van een professionele accountant, behalve zijn kwalificaties als technisch expert, meer en meer dat hij het perspectief van een algemeen manager kan innemen. Daarnaast doen zich nog belangrijke wijzigingen voor in de technologie, maar ook in sociale waarden. Accountants moeten hun kennis en vaardigheid uitbreiden om greep te krijgen op de economische en sociale omgeving waarin organisaties functioneren. Accountants, bedrijfsrevisoren en personen die zulke beroepen willen uitoefenen, hebben dus nood aan een brede economische, juridische, bedrijfskundige en accountingvorming om deze uitdaging aan te kunnen. Ze moeten vertrouwd zijn met informatiesystemen, vennootschapsrecht, boekhoudrecht, groepsrekeningen, fiscaliteit, financiële analyse, controleleer... Het opleidingsprogramma Accountancy aan de KU Leuven Campus Brussel houdt rekening met al deze eisen. Als je hier afstudeert, ben je in staat de accountingproblematiek te situeren in de relevante sociaaleconomische omgeving. 2.3. Vakken Bachelor Accountancy dag en avond - Accounting, fiscale en juridische aspecten van de jaarrekening (3SP) - BTW (3SP) - Accountingtheorie (3SP) - Management Accounting II (3SP) Master Accountancy dag en avond - Kwantitatieve methoden (3SP) - Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP) - Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP) - Keuzevak: Economie en International Business (3SP) - Analyse en waardering van ondernemingen (3SP) - Consolidatie en International accounting (6SP) - Speciale vraagstukken vennootschapsrecht (3SP) - Vennootschapsbelasting en beleidsbeslissingen (5SP) - Accounting informatiesystemen (incl. interne controle) (6SP) - Controleleer (7SP) - Masterproef (18SP) 2.4. Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten Traditioneel kiezen studenten met een professionele bachelor AccountancyFiscaliteit of Financie-Verzekeringswezen voor de optie Accountancy. In het schakelprogramma zitten immers accountancy-gerelateerde opleidingsonderdelen vervat afhankelijk van je vooropleiding. Voor alle studenten is een grondige kennis van Financial accounting (op basis van de Belgische boekhoudwetgeving), financiële analyse van de jaarrekening, management accounting, fiscaliteit en vennootschapsrecht onontbeerlijk alvorens deze afstudeerrichting aan te vatten. Indien deze voorkennis ontbreekt, neem je best contact op met de verantwoordelijke van accountancy om na te gaan hoe je je best voorbereidt op deze afstudeerrichting. Studenten dragen zelf de verantwoordelijkheid voor het verwerven van deze basiskennis. 2.5. Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling Je reële toekomstmogelijkheden situeren zich binnen de volgende jobomschrijvingen: • de interne accountant, belast met onder andere: de algemene boekhouding, de budgetcontrole, de kostprijsboekhouding. • of (na enige praktische ervaring) de controllersfunctie, zijnde de verantwoordelijke voor de administratieve organisatie, voor de boekhoudkundige diensten, voor de rapportering aan de beleidsorganen en aan de sociale overlegorganen van de onderneming, • of de functie van de interne auditor, • de adviserende accountant met een verscheidenheid aan taken ter ondersteuning van het beheer van kleine en middelgrote bedrijven op boekhoudkundig, fiscaal en financieel vlak. Het is een functie die zelfstandig uitgeoefend wordt of in het kader van een accountantskantoor, • de externe (attesterende) accountant of bedrijfsrevisor. Hij of zij is een attesterende, onafhankelijke deskundige ten behoeve van het maatschappelijk verkeer. De tewerkstellingssituatie van een accountant is afhankelijk van de uitgeoefende functie. Bij de interne accountant zal uiteraard het kantoorwerk overheersen afgewisseld met studiewerk in verband met systeemontwikkeling, projectevaluatie en dergelijke - met directievergaderingen voor rapportering, toelichting en advies. De externe accountant en de bedrijfsrevisor oefenen hun functie uit bij en in nauwe samenwerking met hun cliënten. Wat de tewerkstelling betreft, lijdt het geen twijfel dat er in de eerstkomende jaren nog een tekort zal zijn aan academisch gevormde accountants die oog hebben voor zowel de theoretische aspecten als voor de concrete toepasbaarheid van een steeds complexer wordende bedrijfsrapportering. De grote accountantsen revisorenkantoren zijn steeds op zoek naar gemotiveerde masters handelswetenschappen om hun personeel te versterken. Daarnaast is het belangrijk te vermelden dat ook management consulting, de professionele externe adviesverlening aan ondernemingen en organisaties, een sterke ontwikkeling kent. Voor professionele adviesverlening rekruteert men in belangrijke mate deskundig gevormde accountancy-afgestudeerden. 2.6. Persoonlijkheidskenmerken Het beroep van accountant/bedrijfsrevisor stelt hoge eisen op vlak van persoonlijkheid, integriteit en werkzaamheid. De complexiteit van het ondernemingsgebeuren in al zijn economische, financiële en menselijke aspecten vraagt van de accountant/bedrijfsrevisor een grote dosis inzicht, technische bekwaamheden en intellectuele onafhankelijkheid. Een accountant/bedrijfsrevisor zal over die kenmerken dienen te beschikken om zijn functie in alle onpartijdigheid en onafhankelijkheid te kunnen uitoefenen. Accountants/bedrijfsrevisoren dienen ook voldoende persoonlijkheid te bezitten om hun objectieve beoordeling van de feiten te verantwoorden en te doen aanvaarden. 2.7. Aard van de masterproef De masterproeven zijn onder te brengen in twee types. Een eerste type is het bedrijfsproject, waar de student een concrete opdracht voor een bedrijf (of een andere organisatie) uitvoert. Zo werden er bijvoorbeeld al projecten uitgevoerd voor Deloitte (één van de 4 grootste internationale auditkantoren), het IAB (Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten) en diverse bedrijven (bv. op het vlak van cost en management accounting). Een tweede type is de ‘klassieke’ masterproef, waarin de student een eigen onderzoek uitvoert. Voorbeelden van onderwerpen die in het verleden aan bod kwamen: onderzoek naar winststuring bij Belgische ondernemingen en VZW’s, factoren die de keuze van de commissaris beïnvloeden, factoren die de keuze inzake waarderingsregels beïnvloeden, internetrapportering, vrijwillige rapportering, enz. 3. AFSTUDEERRICHTING BEDRIJFSMANAGEMENT EN ONDERNEMERSCHAP 3.1. Persoonlijke interessesfeer Wie een levendige interesse heeft voor ondernemerschap en het nemen van functie-overschrijdende beslissingen die de onderneming, maar tegelijkertijd ook al het belangrijke wil kennen van de disciplines die daaraan ten grondslag liggen, kiest voor Bedrijfsmanagement en Ondernemerschap. 3.2. Verantwoording van de programmaopbouw In complexe omgevingen en moeilijke situaties zijn ondernemende mensen nodig die precies de integratie van (bedrijfseconomische) disciplines als persoonlijke competentie hebben. - - - - - In ‘strategisch management’ wordt het perspectief ingenomen van degene die functie- en discipline-overschrijdende beslissingen neemt en (hierdoor) de onderneming. De nadruk ligt op de uitvoering en opvolging van genomen strategische opties en op het vormgeven van de organisatie in functie daarvan. Wij sporen ook aan tot ondernemerschap, op alle plekken en op alle niveaus. Ook wie in een organisatie werkt als werknemer, moet ondernemen. Wij hebben uiteraard ook ruime aandacht voor wie zijn ondernemerschap concretiseert in een eigen bedrijf of een familiebedrijf. De ondernemer en manager sturen hun bedrijf binnen een brede kring van belanghebbenden, maar zeker ook binnen de kring van de aandeelhouders en/of de bedrijfsfamilie. Vandaar dat naast onderwerpen als ‘Ondernemerschap’, ‘stakeholders’ en ‘deugdelijk bestuur’ ook de ‘overdracht van de onderneming’ en ‘familiebedrijven’ thuishoren in deze afstudeerrichting. De algemene leiding moet een visie hebben op hoe de bedrijfsprocessen van de onderneming het best worden ingericht. Zijn onze operationele processen efficiënt genoeg? Wat kan automatisering ons bieden? Dit zijn slechts enkele topics van het opleidingsonderdeel ‘Bedrijfsprocessen’. Geen enkele organisatie en geen enkel bedrijf ontsnapt aan de internationale dimensie. Internationaal Management gaat hier dan ook dieper op in. De algemene leiding dient zélf ook inzicht te hebben in de vennootschapsbelasting, wat zij viseert, welke keuzemogelijkheden er in principe zijn en wat mogelijke fiscale gevolgen zijn van algemene beleidsbeslissingen. Alleen wie de opties zelf kent, is in staat om met fiscale experten in discussie te gaan. De opleiding is uitgesproken business georiënteerd. Dit steunt op de praktijkgerichtheid en –ervaring van tal van onze docenten in deze afstudeerrichting. Praktijk, onderzoek en onderwijs lopen in elkaar over. 3.3. Vakken Bachelor Algemeen Management dag en avond Bedrijfsproject: Bedrijfsopdracht of business plan of IBeO (3SP) Logistiek management (3SP) Sales management (3SP) Management Accounting II (3SP) Master Bedrijfsmanagement en Ondernemerschap dag en avond Kwantitatieve methoden (3SP) Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP) Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP) Keuzevak: Economie en International Business (3SP) Internationaal Management (3SP) Bedrijfsprocessen en operations (3SP) Actuele topics in marketing (3SP) Vennootschapsbelasting en beleidsbeslissingen (3SP) Ondernemerschap en beleid (3SP) Familiebedrijven (3SP) Stakeholders & Governance (3SP) Strategisch Management: organisationeel leren en ontwikkelen (3SP) Strategische Management: uitvoering en opvolging (3SP) Strategische besluitvorming (3SP) Masterproef (18SP) 3.4. Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten In principe kunnen alle schakelstudenten deze afstudeerrichting aanvatten. Indien je twijfelt over je voorkennis, contacteer dan de programmadirecteur van je opleiding. 3.5. Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling De opleiding tot Master in de Handelswetenschappen bereidt je voor op leidinggevende functies. Bedrijfsmanagement en Ondernemerschap is hierbij de meest open richting die de breedste vorming biedt. Diverse invalshoeken komen immers aan bod. Daarom zijn ook de tewerkstellingsmogelijkheden zeer ruim. In de beginfase van hun carrières tref je onze afgestudeerden vooral aan in financiële, administratieve en commerciële departementen. Zij zijn echter extra gewapend om later door te groeien naar meer algemeen leidinggevende functies. De dienstensector bv. biedt ruime mogelijkheden, niet in het minst de financiële wereld en de consultancy: precies daar waar het integrale accent van de opleiding bijzonder gewaardeerd wordt. ‘Denkende doeners’ zoals onze afgestudeerden, zie je later uiteraard ook meer dan eens terug als ondernemer met een eigen bedrijf. 3.6. Persoonlijkheidskenmerken Een goede manager beschikt over een brede interesse in alle aspecten van de bedrijfsvoering en een sterk analytisch vermogen. Hij/zij ervaart een drang naar onderbouwde en gerichte informatie en durft keuzes te maken en beslissingen te nemen. Naast het economisch rationele is hij/zij tevens begaan met het sociale en emotionele aspect van de bedrijfsvoering. 3.7. Aard van de masterproef De waaier van mogelijkheden met betrekking tot de masterproef is zeer breed. Zowat de helft van onze studenten voert een bedrijfsproject uit. Dit is een concrete opdracht voor een bedrijf of voor een andere organisatie die door een student op een wetenschappelijk verantwoorde manier wordt uitgevoerd. Een aantal bedrijfsprojecten vindt plaats in het buitenland, andere voer je hier ter plaatse uit. Die laatste projecten zijn bv. gericht op het verhogen van de efficiëntie van een bedrijfsonderdeel, het vergaren van kennis over een markt, het ontwikkelen van een ondernemingsstrategie of het invoeren van een bepaalde reorganisatie. Maar de projecten kunnen ook gaan over de verkoop van een bedrijf of een onderdeel ervan of over opvolging in het familiebedrijf. Er zijn ook projecten over het gewenste productbeleid, over de haalbaarheid van een investering (de markt, de kosten en de baten…). De andere helft zijn meer theoretische onderwerpen of onderwerpen waarbij je meewerkt met een onderzoeker van een onderzoekscentrum. Bij de theoretische onderwerpen zijn zeer veel mogelijkheden: studies over sectoren en hun toekomst, de opkomst van economische grootmachten, een vergelijking van bepaalde ondernemerspraktijken, het succes van managementmodellen, ethische vraagstukken bij globalisering... Het kan macro-gericht zijn of net niet, meer kwantitatief of eerder kwalitatief, meer of minder zwaar op het vlak van onderzoekstechniek… Wie aansluit bij een lopend onderzoek van één van onze onderzoekers, volgt uiteraard dat wat aangeboden wordt. Speciaal is dat je in dat geval interessante professionele onderzoekservaring opdoet. Wie hiervoor interesse heeft, gaat best zo snel mogelijk met de onderzoekers in kwestie praten. 4. AFSTUDEERRICHTING FINANCE AND RISK MANAGEMENT 4.1. Persoonlijke interessesfeer Je vertoont een uitgesproken interesse voor het reilen en zeilen in de financiële wereld. Dit omvat zowel de meer technische aspecten zoals creatie en studie van financiële producten, als bredere aspecten zoals de studie van financiële instellingen, financiële markten en de problematiek van beleggers en financiële managers actief in een steeds veranderende financiële context. 4.2. Verantwoording van de programmaopbouw In het programma wordt, naast een sterke focus op de financiële actualiteit, een evenwicht bewaard tussen de pijler portefeuillebeheer en de pijler risicobeheer. In de pijler portefeuillebeheer is er aandacht voor zowel omgevingsfactoren als voor de meer technische kant van de zaak. Het eerste aspect behelst de studie van de financiële en de verzekeringsmarkten als geheel, het tweede aspect omvat vooral de studie van de eigen aard van en de gepaste waarderingstechnieken voor diverse soorten financiële producten. In de pijler risicobeheer wordt aandacht besteed aan meting en beheersing van risico in een portefeuillecontext. Daarnaast krijgt ook het risicobeheer binnen financiële instellingen een prominente plaats. Deze programmaopbouw geeft je een grondige en gespecialiseerde opleiding die je de mogelijkheid biedt adequaat te functioneren binnen een voortdurend innoverende financiële wereld. In het bijzonder wordt ingespeeld op het vervagen van de grens tussen bankieren en verzekeren, de veranderende omstandigheden op de financiële markten, en de toegenomen regulering van financiële instellingen. 4.3. Vakken Bachelor Finance and Risk Management Persoonlijke financiële planning A (3SP) Persoonlijke financiële planning B (3SP) Inleiding tot portefeuilletheorie (3SP) Risico en Verzekeringen (3SP) Master Finance & Risk Management Kwantitatieve methoden (3SP) Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP) Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP) Keuzevak: Economie en International Business (3SP) - Financial risk management (3SP) Aspecten van portefeuillebeheer (4SP) Money Market and fixed income securities (5SP) Financiële markten, trends en macro-omgeving (3SP) Advanced portfolio management (6SP) Verzekeringen en pensioenen (3SP) Toezicht op financiële instellingen (3SP) Actualiteit en innovatie van financiële markten (3SP) Masterproef (18SP) 4.4. Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten Vaak kiezen studenten met een professionele bachelor Accountancy-Fiscaliteit of Financie- en Verzekeringswezen voor Finance & Risk Management na het schakelprogramma. Doorgaans hebben deze studenten voldoende financiële voorkennis. Als zij erin slagen het schakelprogramma succesvol af te werken met goede scores op de kwantitatieve opleidingsonderdelen, dan is de afstudeerrichting Finance & Risk Management zeker een goede keuze. Nieuw voor hen is dan vooral de academische fundering die in de master prominent aanwezig is. Voor andere bachelors is Finance & Risk Management ook perfect haalbaar mits voldoende kennis en interesse voor volgende deelgebieden: bank en beurswezen, ondernemingsfinanciering, accounting, wiskunde, financiële algebra, statistiek en kansberekening, econometrie en vooral analytisch en probleemoplossend denken. Hoewel vele van deze deelgebieden aan bod komen tijdens het schakelprogramma, dragen studenten de verantwoordelijkheid om, waar nodig, zelfstandig de nodige basiscompetenties in deze domeinen te verwerven. 4.5. Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling De financiële sector vaart sinds de financiële crisis van 2008 door woelige wateren en ondergaat momenteel een heuse transitie. Dit maakt een carrière in de financiële sector boeiend en uitdagend. De enorme groei in het aanbod van beleggingsfondsen, spaarproducten, en de innovatie in de verzekerings- en pensioenproducten veroorzaken een toenemende vraag naar financiële specialisten. Daarnaast neemt de financiële journalistiek een hoge vlucht in de vorm van beleggingsbladen en gespecialiseerde uitgaven en media. Binnen de bankwereld wordt een groot deel van de toegevoegde waarde gecreëerd door transacties van aanzienlijke omvang, die rechtstreeks voor rekening van de eigen instelling worden opgezet. In de dealing rooms van deze financiële instellingen zijn technisch complexe constructies met afgeleide producten dagelijkse kost. Zoals ook uit de actualiteit is gebleken, is het aspect risicobeheersing hier cruciaal. Bij klant-gerelateerde corporate actions zoals fusies, overnames en beursintroducties, of het particulier bankieren blijft een grondige en geactualiseerde kennis over financiële instrumenten eveneens onontbeerlijk. Ook buiten de financiële wereld groeit het belang van goede financiële informatieverwerking. Multinationals en KMO’s financieren zich steeds vaker rechtsreeks op de financiële markten, concurreren op internationale markten en streven naar een minimalisering van de kapitaalkost. Financiële optimalisatie staan dus ook centraal in bedrijven buiten de financiële sector. Dit alles maakt dat degelijk opgeleide financiële specialisten doorgaans erg gegeerd zijn op de arbeidsmarkt. 4.6. Persoonlijkheidskenmerken Een goed gevoel voor cijfers en een analytische ingesteldheid zijn noodzakelijk. Het leggen van verbanden vraagt echter ook om een conceptuele invalshoek. Daarnaast veronderstelt het beroep een zekere mate van flexibiliteit gezien de soms ingrijpende wijzigingen in de omgevingsfactoren. Het opvolgen van de dagelijkse financiële actualiteit via de gespecialiseerde pers is dan ook aangeraden. Talenkennis is eveneens uitermate belangrijk. Je moet bovendien beschikken over een sterke persoonlijkheid, aanpassingsvermogen, mensenkennis, zin voor organisatie en strategieontwikkeling. 4.7. Aard van de masterproef De masterproeven binnen de afstudeerrichting worden in eerste instantie gestuurd door de onderzoekinteresses van de begeleidende docent. Wanneer je zelf een specifiek voorstel voor een Finance-gerelateerd thema hebt dat jou heel erg interessant, kan dit ook besproken worden. 5. AFSTUDEERRICHTING FISCALE WETENSCHAPPEN 5.1. Persoonlijke interessesfeer Indien je voor de afstudeerrichting Fiscale Wetenschappen kiest, heb je een bijzondere belangstelling nodig voor de financieel-economische sector. De nodige interesse voor rechtsvakken is aangewezen aangezien in de opleiding de studie van de fiscale wetgeving centraal staat. Ook naar andere wetgeving zoals het Burgerlijk Recht en het Vennootschapsrecht wordt in de opleiding regelmatig verwezen. Een degelijke basiskennis van het boekhouden is noodzakelijk. Studenten die opteren voor een fiscale opleiding en een latere carrière in de fiscale wereld, moeten zich bewust zijn van het feit dat levenslang leren hier noodzakelijk is omwille van de snelheid waarmee de fiscale wetgeving wijzigt. 5.2. Verantwoording van de programmaopbouw In de 3de bachelor fase krijgen alle studenten de basisregels van de verschillende takken van de belastingwetgeving. In het masterjaar wordt op die kennis verder gebouwd en wordt nog dieper ingegaan op de verschillende belastingen die in België bestaan. Uitgangspunt van de opleiding is dat iedereen met het belastingrecht te maken heeft: zowel bedrijven als gezinnen en alleenstaanden zijn bezorgd over de belastingdruk. Een vaststaand gegeven is ook dat iedereen het recht heeft om de weg te volgen naar de laagste belastingdruk. Om die weg te vinden, is een grondige studie van de verschillende onderdelen van de fiscale wetgeving noodzakelijk. Ondernemingen die beslissingen moeten nemen in verband met investeringen, beleggingen, personeelsbeleid of ondernemingsstrategie moeten daarbij in de meeste gevallen bijzondere aandacht hebben voor het fiscale aspect. Ook particulieren beseffen meer en meer het belang van de fiscaliteit bij het beheer van hun persoonlijk vermogen. De overheid die de belastingen nodig heeft om de noodzakelijke uitgaven in het algemeen belang te kunnen financieren, moet bij het tot stand brengen van de fiscale wetgeving rekening houden met de nationale en internationale economische toestand en met het internationaal recht. Binnen Europa gelden eigen fundamentele regels die het belastingrecht van elke lidstaat beïnvloeden. Het leven en werken van personen en ondernemingen kent vandaag haast geen landgrenzen meer zodat ook de private sector over een degelijke kennis moet beschikken van de internationale fiscale regels. Ten slotte moet een fiscalist op de hoogte zijn van de formele regels die de overheid heeft uitgewerkt om de verschuldigde belastingen te kunnen innen. Bij het uittekenen van het programma werd met al deze elementen rekening gehouden. Tijdens de opleiding komen de verschillende fiscale disciplines aan bod: • • • • • • • • de algemene beginselen waarop het Belgisch belastingrecht gebouwd is, de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de BTW, de registratierechten, het successierecht, de fiscale procedure, het internationaal fiscaal recht (bv. verdragen tot vermijding van internationale dubbele belasting). De afstudeerrichting Fiscale Wetenschappen wil degelijke fiscalisten vormen op academisch niveau. Dat betekent dat je na je opleiding in staat moet zijn om na een kritisch onderzoek van de gepaste bronnen op een fiscaal vraagstuk een degelijk en bruikbaar antwoord te geven en te verdedigen. De verplichte deelname aan het project ‘Fiscale Kliniek’, in het kader van de masterproef, helpt je deze doelstelling te realiseren. 5.3. Vakken Bachelor Fiscale Wetenschappen Inleiding tot fiscaliteit (6SP) Bachelorproef : je kan fiscaal onderwerp nemen (9SP) Master Fiscale Wetenschappen Kwantitatieve methoden (3SP) Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP) Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP) Keuzevak: Economie en International Business (3SP) Fiscale procedure (3SP) Grondige studie BTW en douane (4SP) Grondige studie personenbelasting en B.N.I.-natuurlijke personen (5SP) Grondige studie vennootschapsbelasting en B.N.I.-vennootschappen (5SP) Grondige studie registratierechten (3SP) Grondige studie successierechten (3SP) Internationale fiscaliteit FW (3SP) Masterproef (18SP) Keuze uit: Fiscale aspecten van beleidsbeslissingen (3SP) of Regionale en lokale belastingen (3SP) 5.4. Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten Studenten die een masterjaar fiscale wetenschappen aanvatten, moeten over een bepaalde voorkennis beschikken. Zo moeten de beginselen van de Belgische fiscale wetgeving gekend zijn, evenals de basisbeginselen van burgerlijk recht, vennootschapsrecht en boekhoudrecht. Bovendien moeten ze een basiskennis BTW, vennootschaps- en personenbelasting, en ondernemingsfinanciering hebben. Maar ze moeten vooral analytisch en probleemoplossend kunnen denken. Studenten dragen zelf de verantwoordelijkheid voor het verwerven van deze basiskennis. 5.5. Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling Niet alleen grote ondernemingen, fiscale kantoren, accountants maar ook de verschillende fiscale administraties, kleine en middelgrote bedrijven zijn steeds meer aangewezen op stafmedewerkers die een grote parate fiscale kennis hebben. Daarnaast is het beroep van belastingconsulent uitgegroeid tot een vertrouwenspost. Dat blijkt o.a. uit de erkenning door de overheid van de titel van belastingconsulent. De fiscale adviseur is immers een deskundige van hoog niveau die van de fiscaliteit zijn beroep maakt en daardoor in staat is het complexe geheel van wetten, besluiten, rechtspraak en procedures te beheersen. Bij de opbouw van het programma is rekening gehouden met de eisen van het Beroepsinstituut van Accountants en Belastingconsulenten om toegang te krijgen tot het (erkende) beroep. 5.6. Persoonlijkheidskenmerken Gezien de voortdurend wijzigende fiscale wetgeving, wordt van je verwacht dat je na je opleiding bereid bent om te blijven studeren. 5.7. Aard van de masterproef Als je kiest voor de richting Fiscale Wetenschappen neem je deel aan het project ‘Fiscale Kliniek’. Concreet bestaat het project uit het oplossen van praktijkgevallen die worden aangeboden door belastingconsulenten, notarissen, accountants, bedrijfsrevisoren, en ondernemingen die in house een fiscalist hebben. De voorgestelde problemen worden na goedkeuring door de stuurgroep grondig onderzocht door de studenten (in onderlinge samenwerking met en onder begeleiding van een docent). In het licht van de doelstelling van de opleiding, wordt van je verwacht dat je, na grondig onderzoek van de fiscale bronnen, voor het voorgelegde praktijkgeval een oplossing formuleert. In het kader van je masterproef doe je een stage op het bedrijf dat je een project ‘Fiscale Kliniek’ heeft aangeboden. 6. AFSTUDEERRICHTING PEOPLE MANAGEMENT 6.1. Persoonlijke interessesfeer Het is meer dan ooit duidelijk dat onze bedrijven en organisaties gekenmerkt worden door diversiteit, complexiteit, en voortdurende verandering. Hoewel het verleidelijk is om de daarmee gepaard gaande onzekerheden aan te pakken door meer controlemechanismen in te bouwen, zien we dat bloeiende bedrijven en organisaties net het omgekeerde doen door vertrouwen, de werkrelatie en de mensen zelf centraal te stellen. Wil je meer weten over hoe mensen op de meest effectieve manier kunnen worden gemotiveerd, over hoe je mee kan bouwen aan een werkomgeving die samenwerking, welbevinden, en performantie naar een hoger niveau tilt, of hoe je managers en leidinggevenden kan helpen om aan betere oordeels- en besluitvorming te doen? Dan is de afstudeerrichting People Management jouw ding! Deze afstudeerrichting bereidt je voor op een rol die leiderschap en change management als proces mee vorm geeft, als leidinggevende, HR-medewerker, of als people manager. Je leert op een unieke manier people skills en kritisch denken te combineren. Dat, in combinatie met je economische basisopleiding, zal van jou een gegeerde collega maken op de arbeidsmarkt van morgen. 6.2. Verantwoording van de programmaopbouw Flitsen uit de bedrijfsrealiteit tonen ons waar bedrijven en organisaties vandaag mee geconfronteerd worden: nieuwe vormen van leiderschap, mensen authentiek motiveren, stress en burn-out, de juiste mensen aantrekken maar ook behouden, automatisering van jobs, zelfsturende teams, gezamenlijk vorm geven aan verandering, coaching, fusies en overnames, flexibele werkvormen, work-life balance, culturele diversiteit, enz. De afstudeerrichting people management is vormgegeven met de bedoeling om belangrijke attitudes, inzichten, en vaardigheden te ontwikkelen waarmee onze afgestudeerden de perfecte basis meekrijgen om met de vele uitdagingen op vlak van werk en organisatie optimaal te leren omgaan: - Het individu: motivatie, leiderschap, persoonlijkheidskenmerken De groep: teamwork, groepsdynamieken, coaching De organisatie: work design, change management Het systeem: maatschappelijke en juridische kaders en uitdagingen We bieden een optimale mix tussen praktijkoriëntatie en wetenschappelijke inzichtelijkheid. Naast hoorcolleges gegeven door ons enthousiast team van docenten en door gastsprekers uit de praktijk, vorm je zelfsturende teams, werk je samen met bedrijven, coach je medestudenten uit derde bachelor, leer je goed samen te werken in groep, en zijn er mogelijkheden om in groep een People Management-project in Rijsel te voltooien. 6.3. Vakken Bachelor HRM/People Management: - Bedrijfsproject: bedrijfsopdracht of Business plan of IBeO (3SP) Leiderschapsgedrag (3SP) Strategisch HRM (3SP) Sales Management (3SP) Master People Management 6.4. Leadership en Decision-making (6SP) Organisatieleren en Change Management (6SP) Groepsdynamica (6SP) Communicatie en Coaching (6SP) Work design (3SP) International Business Case HRM (3SP) Kwantitatieve methoden (3SP) Economie en ethiek (3SP) Keuzevak: Bedrijfswetenschappen (3SP) Keuzevak: Economie en International Business (3SP) Masterproef (18SP) Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten In principe kunnen alle schakelstudenten onze afstudeerrichting aanvatten. Wie totaal geen notie heeft van enkele basisconcepten uit het vakgebied kan beroep doen op het handboek “Mens en Organisatie” van Berings, Steen & Grieten (2016). Voor verdere vragen of informatie kan je contact opnemen met [email protected] 6.5. Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling De afstudeerrichting People Management geeft je toegang tot een bijzonder brede waaier van mogelijke functies. Door hun ‘people skills’ in combinatie met hun economische achtergrond staan studenten sterk om zich te ontwikkelen tot gedegen leidinggevenden binnen financiële, wetgevende, administratieve en commerciële departementen. Daarnaast kunnen ze aan de slag in personeelsdiensten of in diensten organisatieontwikkeling van kleine tot grote profit en non-profit bedrijven, als coach, HR-adviseur of People Managementdeskundige voor individuen, groepen en/of organisaties. 6.6. Persoonlijkheidskenmerken Iemand die werkzaam is in People Management en aanverwante domeinen heeft voeling met en inzicht in menselijke relaties en het menselijk functioneren. Van de studenten verwachten we daarom een basisinteresse in de boeiende relatie tussen mens en organisatie. 6.7. Aard van de masterproef De meesterproef kan worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met één van onze onderzoekers. De onderzoeksgroep “Work and Organisation Studies” (WOS) telt op de Brusselse campus 11 onderzoekers en 8 PhD-studenten die elk werken met thema’s die nauw aansluiten bij de afstudeerrichting People Management. Hieronder een overzicht van de thema’s en domeinen die het promotorenteam van deze onderzoeksgroep in de aanbieding heeft: o o o o o o o o o o o Diane Arijs: Leadership development, Coaching, Within Family Business context: Communication, Employee Motivation, Succession processes. Elfi Baillien: Workplace bullying, Counterproductive Work Behavior, Work stress, Conflict management, Group processes. Dries Berings: Organizational culture, Technology and Stress, Ageing and Gender at work, Person-Organization Fit, High Performance Work Systems. Lieven Brebels: Judgment and Decision-Making, Ethical Leadership, Justice, Social Identity, HR Differentiation. Ralf Caers: Recruitment and Selection, Social Media, Commitment and Engagement. Tim De Feyter: Strategic HRM, Firm performance, Manpower planning. Luc De Grez: Learning, Motivation to learn, Instruction, Video-based instruction. Filip Germeys (Judgment and Decision-Making, Visual Marketing, Visual Perception, Safety Psychology, Job design). Styn Grieten: Team- and Organizational learning, Interaction and communication, Change management, Appreciative Inquiry, Qualitative Research. Karin Proost: Recruitment, Personnel Selection, Moral licensing, Construal level theory, Test anxiety. Anja Van den Broeck: Job design, Motivation, Well-being and burnout, Values, Needs. Wanneer je zelf een specifiek voorstel voor een HR-gerelateerd thema hebt dat jou heel erg interesseert, kan dit uiteraard ook besproken worden. 7. AFSTUDEERRICHTING BUSINESS INFORMATION MANAGEMENT 7.1. Persoonlijke interessesfeer Als je de richting Business Information Management overweegt, is een sterke interesse voor de algemene werking van bedrijfsprocessen en de ermee verband houdende informatietechnologie vereist. Het is namelijk de taak van de bedrijfsinformaticus om informaticaprojecten te leiden en toe te zien op het gebruik van nieuwe informatiesystemen. In de ICT-wereld (Informatie- en Communicatie¬ Technologie) draait alles rond vier zaken: de juiste informatie, op het juiste tijdstip, op de juiste plaats en bij de juiste mensen. Dit vereist enige systematiek en nauwkeurigheid bij de aanpak van die problemen. Hierbij moet je zowel oog hebben voor het geheel als voor de details. Omdat computers en netwerken zorgen voor de nodige ondersteuning is een zekere belangstelling voor deze technologieën wel nuttig, maar niet noodzakelijk. Je moet geen computerfreak of techneut zijn om voor Business Information Management te kiezen. Niet de hardware of de technische aspecten staan centraal maar wel de ontwikkeling en evaluatie van informatiesystemen. Hiervoor zoekt de sector bekwame mensen die de wil en het vermogen bezitten om creatief en logisch te denken. Zij moeten snel oplossingen kunnen vinden voor bepaalde problemen en die voor de gebruikers duidelijk kunnen toelichten. Informatie en communicatie zijn dus de sleutelwoorden van de moderne informaticus. Hij of zij is dus geen eenzaat achter een computerscherm maar een sociaal vaardig iemand die een brug vormt tussen de gebruikers, het management en de technisch opgeleide ICT’ers. 7.2. Verantwoording van de programmaopbouw Omdat bedrijfsinformatici zowel de software- als de bedrijfseconomische aspecten van de informatiseringsproblematiek moeten kennen, werd het programma hierop zoveel mogelijk afgestemd. Omdat de ICT-wereld zich vaak afspeelt in een internationale omgeving met meestal Engelstalige begrippen worden de opleidingsonderdelen van de oriëntatie- en afstudeerrichting in het Engels gedoceerd en worden de cursussen in het Engels opgesteld. De Nederlandstalige studenten (opleiding Handelswetenschappen) en Engelstalige studenten (opleiding Business Administration) volgen de colleges samen. De Nederlandstalige student heeft wel de mogelijkheid om het examen in het Nederlands af te leggen. De algemene opleidingsonderdelen worden in het Nederlands gedoceerd. Ook de Masterproef kan hij/zij in het Nederlands uitwerken. De inhoud en samenhang van de opleidingsonderdelen leggen de nadruk op het analyseren, ontwikkelen en beheren van informatiesystemen. Dit kan je best vergelijken met het beroep van een architect. Die ontwerpt een gebouw in functie van bepaalde eisen van de toekomstige bewoners of gebruikers. De kernwoorden zijn hier analyse van de noden of wensen, het voorstellen van een ontwerp, na goedkeuring, de uitvoering van het plan en de coördinatie van de werken. Op analoge wijze analyseert de informaticus, zowel zelfstandig als in groep, een informatieprobleem waarvoor hij vervolgens het beste systeem ontwerpt. Dat impliceert een goede kennis van de meest courante ICTdisciplines. Eens ontworpen dient de informaticus het systeem te beoordelen en eventueel bij te stellen. Concreet bevat het programma de volgende opleidingsonderdelen voor het oriëntatiegedeelte: • ICT-infrastructure, • databases, • application development, • project management. Hiermee verwerf je als afgestudeerde bachelor een basiskennis en enig technisch inzicht om eenvoudige systemen te ontwerpen. Het masterprogramma bevat vooral opleidingsonderdelen die beleidsgeoriënteerd zijn. De inhoud is afgestemd op wie een volledige 'state-ofthe art' wil bereiken. Zoals de architect een bouwwerk moet opvolgen, zo moet ook de informaticus instaan voor de controle en het beheer tijdens de bouw van een informatiesysteem. Daarom zijn de ICT-functies in een later stadium van de loopbaan ook meer beleidsgericht. Heel wat toepassingen zijn immers al geautomatiseerd maar ze vergen permanent toezicht en onderhoud. De beleidsgeoriënteerde opleidingsonderdelen zijn: • ERP & business process modelling, • Business Intelligence Methods, • ICT-governance & operational management, • ICT-strategy & architecture, • Systems development & -economics. Het bedrijfsleven maar ook de studenten zelf vinden de praktijk waardevol. Daarom is er een opleidingsonderdeel ‘Design of a business information system (DBIS Project)’ voorzien waarin je in groep aan de hand van een uitgebreide case study een concreet bedrijfsproject kunt uitwerken. Bedrijfsproblemen worden immers niet opgelost volgens aparte disciplines maar in onderlinge samenhang. Uiteraard wordt de inhoud van bepaalde opleidingsonderdelen geregeld aangepast aan de nieuwe trends. De opleiding probeert hierop in te spelen en tegelijk een basis te geven voor verdere specialisatie naargelang je loopbaan of interesse. 7.3. Vakken Bachelor Business Information Management Databases (3SP) Application Development (3SP) ICT infrastructure (3SP) Project management (3SP) Master Business Information Management Kwantitatieve methoden (3SP) Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP) Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP) Keuzevak: Economie en International Business (3SP) Design of a business information system (project) (6SP) ICT strategy and architecture (6SP) System development & -economics (6SP) Business intelligence methods (3SP) ERP and business process modelling (3SP) ICT governance and operational management (6SP) Masterproef (18SP) 7.4. Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten In het masterjaar is een basiskennis van databases vereist. Via een beperkte zelfstudie kan dit echter gemakkelijk aangeleerd worden. Enige kennis van systeemontwikkeling is een bijkomende troef, maar geen noodzaak. Studenten dragen zelf de verantwoordelijkheid voor het verwerven van deze basiskennis. 7.5. Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling Tewerkstelling in de ICT-sector heeft niets te maken met de zuivere computertechnologie (amper 14.000 banen), maar alles met de softwarediensten (meer dan 180.000 banen). De ontwikkeling van de ICTdiensten, zowel in commerciële ondernemingen als in de non-profitsector, brengt met zich mee dat de behoefte aan bedrijfs-informatici groot blijft en steeds groeit. Agoria schat de jaarlijkse bijkomende vraag op 14.000 mensen, terwijl jaarlijks slechts ongeveer 3.000 studenten afstuderen aan de hogescholen en universiteiten. Het adagium is nog steeds: 'een goede informaticus vindt altijd werk’. Vooral nieuwe technologieën zoals het internet maar ook de beveiligingssoftware, business intelligence en draadloze netwerken zullen hiervoor zorgen. Daardoor zal de brede waaier van taken en functies vergroten. Ook de vergoedingen en promotiekansen blijven in dezelfde lijn stijgen. Hiertegenover staat dat bedrijven nu wel zeer selectief worden. Dit komt omdat bedrijven meer en meer een beroep doen op gespecialiseerde softwarehuizen. Dit is beter bekend onder de term outsourcing. Omdat deze softwarehuizen diensten leveren en vooral afhankelijk zijn van de tevredenheid van de klant, liggen hun eisen hoog. Wie bij een dergelijk huis werkt, zal dus geregeld op stap moeten. Ook dat doet het beeld verdwijnen van de informaticus achter een terminal. Verder is er door het belang van het internet een explosieve groei van websites. Daardoor is er ook steeds meer vraag naar informatici met degelijke commerciële bekwaamheden. Om aan de vraag te voldoen, werden in het verleden vaak ook gediplomeerden uit niet-informaticarichtingen aangetrokken. Die hadden niet altijd de juiste motivatie. Daarom zoekt de sector vooral personeel met een specifieke informaticaopleiding. Vooral mensen met een goede kennis van bedrijfseconomie en van informatica zijn nog steeds gegeerd. Informaticagediplomeerden krijgen een behoorlijke startwedde met mooie perspectieven voor de verdere loopbaan. De lonen zijn soms 10% tot 20% hoger dan die van universitairen uit andere richtingen. Het beroep stelt echter ook strenge eisen. De dynamiek binnen de sector zorgt voor heel wat nieuwe functies en aanpassingen binnen bestaande functies. De afstudeerrichting Business Information Management bereidt je onder meer voor op functies zoals business consultant, business process engineer, projectleider, systeemanalist, functioneel analist, informatieanalist, systeemontwerper en -beheerder, netwerk- en databasebeheerder, opleidingscoördinator, lesgever, beheerder reken- of informaticacentrum... Ook in de commerciële sfeer, zoals de verkoop en de marketing van software, komen er meer en meer mogelijkheden. Veel van die functies vormen een fase in je loopbaan. Zo moet je ook hier aanvaarden dat je begint als bijvoorbeeld programmeur-analist vooraleer je kan doorgroeien tot systeemanalist of ICT-consultant. 7.6. Persoonlijkheidskenmerken Meer en meer wordt bij de aanwerving gepeild naar je persoonlijkheid. Omdat de bedrijfsinformatica behoort tot de dienstverlenende sector en je met veel gebruikers in contact komt, zijn de volgende kenmerken belangrijk: • bij het bedenken van oplossingen voor problemen: creativiteit en verbeelding, zin voor speur- en studiewerk, snel en groot assimilatievermogen, zin voor groepswerk en motivatie van medewerkers, zin voor juistheid en detail, dynamische ingesteldheid en overtuigingskracht (toelichting bij oplossingen), • bij contacten met gebruikers: ruime interesse (ook voor nietinformaticagebonden disciplines), brede culturele vorming, sociale vaardigheid en meertaligheid. 7.7. Aard van de masterproef Elk onderwerp in verband met een van de hoger vermelde opleidingsonderdelen kan in aanmerking komen voor een masterproef. Een ruime lijst van topics wordt ook door de docenten ter beschikking gesteld. We raden echter aan dat je zelf een onderwerp kiest in functie van jouw interesses. Dit kan zowel een theoretische als een praktische studie (een bedrijfsproject) zijn. 8. AFSTUDEERRICHTING INTERNATIONALE BETREKKINGEN 8.1. Persoonlijke interessesfeer Deze specialisatie richt zich tot studenten die geboeid zijn door de internationale dimensie van het economische leven. Zij hebben een uitgesproken interesse in Belgische ondernemingen met internationale activiteiten of in de talrijke internationale instellingen. 8.2. Verantwoording van de programmaopbouw De toenemende internationalisering van het economische leven leidt steeds meer tot de aanwerving van afgestudeerden in de Handelswetenschappen die tijdens hun (master)opleiding een ruim inzicht in het internationale gebeuren hebben opgebouwd. Bij de keuze van de specialisatievakken wordt dan ook geen enkele internationale dimensie verwaarloosd. Uniek aan de afstudeerrichting is dat ze op drie pijlers gestoeld is: een economische pijler (wat is de economische omgeving waarin een internationale onderneming opereert?), een business pijler (hoe opereert de internationale onderneming in deze omgeving?) en een politiek-juridische pijler (met welke politieke en juridische elementen dient een internationale onderneming rekening te houden?). Vanzelfsprekend wordt ruime aandacht besteed aan het internationale zakenwezen. Een land als België leeft immers van zijn buitenlandse handel. Ruim twee derde van onze totale productie wordt uitgevoerd. Bovendien wordt het Belgische bedrijfsleven als gevolg van een vrijere internationale handel geconfronteerd met een toenemende buitenlandse concurrentie. Daarom is het van groot belang om de strategieën van de multinationale ondernemingen te analyseren, zowel vanuit een theoretisch kader – wat bepaalt de locatiebeslissingen van bedrijven – (Socio-economic Geography) als vanuit de praktijk (Internationaal management). Daarnaast wordt de commerciële functie van een onderneming met buitenlandse activiteiten geanalyseerd aan de hand van een uitvoerig praktijkwerk (Internationaal zakenwezen en Strategie). De studie van export- of importondernemingen beperkt zich niet tot de internationale management- en marketingtechnieken. Ook een grondige kennis van de overheidsdiensten die optreden bij de bevordering van de buitenlandse handel is vereist, evenals kennis van de technieken die aangewend worden bij de financiering van de buitenlandse handel (Internationaal financieel management). Indien een onderneming een investering in het buitenland overweegt of indien zij nieuwe exportmarkten wil veroveren, volstaat het niet om alleen de aspecten van management, marketing en financiering te beschouwen. Zij moet ook nagaan welke protectionistische maatregelen getroffen zijn door de andere landen (bv. het buitenlandse handelsbeleid van de VS). Ook de opvolging van de besprekingen in de schoot van de Wereldhandelsorganisatie is van belang: deze instelling heeft immers tot doel de internationale handelsbelemmeringen af te bouwen, zodat ondernemingen nieuwe mogelijkheden geboden krijgen (Internationaal handelsbeleid). Een grondige kennis in de financiële wereld waarin een onderneming opereert, is eveneens onontbeerlijk (Internationale monetaire economie). Een andere belangrijke schakel van de economische pijler uit de specialisatierichting heeft betrekking op het sociaal-economische beleid dat door Europese en niet-Europese landen wordt gevoerd. Wat zijn de gevolgen van het overheidsbeleid voor de tewerkstelling, voor de betalingsbalans en voor de munt? Je leert het gevoerde beleid evalueren aan de hand van praktijkoefeningen en discussie (Internationale sociaal-economische analyse). Het Europese beleid heeft vele dimensies, veelal met een economische inslag. Een gedetailleerde, economische analyse van een specifiek beleidsdomein, met toepassing op een concrete bedrijfssituatie, een specifiek land of sector verdiept je algemene kennis over het Europese beleid. Deze analyse wordt uitgevoerd als groepswerk, met aandacht voor zowel de onderliggende theoretische economische aspecten als voor de omstandigheden in de praktijk (Applied European Policy). Naast de economische aspecten van het internationale gebeuren is ook vorming over de politieke en juridische kenmerken van belang. Zo wordt de recente politieke en economische geschiedenis van Europa tijdens de twintigste eeuw belicht. Hierbij besteden we uitgebreide aandacht aan de politieke en economische integratie na de Tweede Wereldoorlog (History of European Integration). Bovendien gebeuren internationale bedrijfsactiviteiten niet in een vacuüm. Het is belangrijk de internationale context te kennen waarin bedrijven opereren. Wie zijn de voornaamste actoren? Wat is de rol van internationale organisaties? Wat bepaalt of staten met elkaar in conflict raken of, integendeel, gaan samenwerken en internationale rechtsregels vastleggen? (Inleiding tot de internationale relaties). Bij het verkennen van buitenlandse markten moet je tenslotte ook rekening houden met het nationale en Europese rechtssysteem omdat dit een belangrijke invloed heeft op de economische prestatie van een land. Daarom is het relevant om de rechtssystemen van economisch zeer goed presterende landen, zoals Duitsland, Zwitserland en de VS, te analyseren en kennis te verwerven van o.a. het Europese mededingingsrecht en internationale geschillenbeslechting. Gezien de toenemende internationalisering van het bedrijfsleven kunnen bovendien juridische problemen ontstaan die de exclusieve sfeer van de nationale staat overstijgen. Het is dan van belang te bepalen welke wetgeving van toepassing is op de private ondernemingen (Inleiding tot het internationale en Europese recht en Capita Selecta van het internationale en Europese recht). 8.3. Vakken Bachelor Internationale Betrekkingen Inleiding tot internationale relaties (3SP) Internationale sociaal-economische analyse (3SP) History of European Integration (3SP) Introduction to international and European law (3SP) Master Internationale Betrekkingen Kwantitatieve methoden (3SP) Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP) Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP) Keuzevak: Economie en International Business (3SP) Internationaal Management (3SP) Applied European Policy (5SP) Capita Selecta van intern. en Eur. Recht (5SP) Internationale monetaire economie (3SP) Socio-economic geography (3SP) Management van wisselkoersrisico’s (3SP) Internationaal handelsbeleid (3SP) Internationaal zakenwezen en strategie (5SP) Masterproef (18SP) 8.4. Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten In principe kunnen alle schakelstudenten deze afstudeerrichting aanvatten. 8.5. Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling De afstudeerrichting Internationale Betrekkingen biedt een specifieke opleiding aan al wie een beroepsactiviteit beoogt in het buitenland, in internationale organisaties en ondernemingen of in Belgische ondernemingen met internationale activiteiten. Maar ook wanneer je een dergelijke loopbaan niet direct voor ogen hebt, vind je in de richting Internationale Betrekkingen een polyvalente vorming die je toegang verschaft tot een brede waaier van toekomstmogelijkheden. Je kunt overigens stellen dat de uitoefening van leidinggevende functies in uiteenlopende sectoren een scherp inzicht in het internationaal economisch en politiek gebeuren vergt. Het is dan ook duidelijk dat de keuze voor de specialisatierichting Internationale Betrekkingen dikwijls minder bepaald wordt door de gerichtheid op een welbepaalde functie, dan wel door eigen aanleg of belangstelling voor de internationale aspecten van het economische leven. Een opvallend kenmerk van de specialisatierichting Internationale Betrekkingen is de diversiteit aan functies die door de afgestudeerden worden uitgeoefend. Slechts een kleine minderheid onder hen vind je terug in multinationale ondernemingen of in internationale organisaties. De meesten blijven werkzaam in Belgische ondernemingen en instellingen. Uiteraard zijn vele van deze ondernemingen KMO’s die gericht zijn op buitenlandse handel. In de openbare sector oefent het onderwijs een sterke aantrekkingskracht uit, maar evenveel afgestudeerden geven de voorkeur aan een betrekking in de private sector: je vindt ze even sterk vertegenwoordigd in bankbedrijven als in commerciële en industriële ondernemingen. Uiteraard biedt de afstudeerrichting Internationale Betrekkingen de meest aangewezen voorbereiding voor wie een internationale loopbaan beoogt en voor diegenen die in KMO’s zullen werken met buitenlandse handelsactiviteiten. 8.6. Persoonlijkheidskenmerken Een brede maatschappelijke visie, een levendige buitenlandse belangstelling en een sterke interesse voor talen zijn pluspunten. 8.7. Aard van de masterproef Steeds meer studenten beseffen dat de realisatie van een diepgaande en praktijkgerichte masterproef (of bedrijfsproject) de kansen op een boeiende job verhoogt. Veel van de masterproeven richten zich dan ook op een specifieke dimensie van het internationaal economisch gebeuren: een buitenlandse marktstudie is een veel voorkomende keuze. Er zijn echter zeker evenveel studenten die opteren voor een klassieke masterproef waarbij vaak een bepaald land, een bepaalde sector of een bepaalde internationale gebeurtenis onder de loep wordt genomen. 9. AFSTUDEERRICHTING MARKETING MANAGEMENT 9.1. Persoonlijke interessesfeer De wereld waarin profit- en non-profitorganisaties actief zijn, wordt meer en meer gekenmerkt door hyperconcurrentie alsook voortdurend veranderende behoeften en wensen van de markt. Een dergelijke dynamische marktomgeving beïnvloedt in sterke mate het management van organisaties en ondernemingen. In deze situaties staat een marketeer voor de ultieme uitdaging. Hij of zij moet namelijk de nodige kennis en vaardigheden verwerven om continu veranderende marktprocessen te vertalen naar interne strategische keuzes en beleidsopties om zo een succesvolle onderneming te creëren. Een goede marketeer is niet alleen efficiënt en effectief, maar beschikt ook over een goede dosis aan visie, ondernemerschap, aanpassings- en reactievermogen. Marketing Management behelst een bedrijfsbrede visie. Het gaat om het ontwikkelen van een strategisch beleid met input van en output voor alle bedrijfsdomeinen. Marktgericht denken is dus meer dan het ontwikkelen van een goede campagne. Het gaat weldegelijk om het geven van richting aan de hele organisatie. De marketingafdeling analyseert en segmenteert de markt grondig, selecteert op basis van deze kennis interessante doelgroepen, en brengt de behoeften en eisen van deze doelgroepen in kaart. Om aan deze behoeften en eisen tegemoet te komen, ontwerpen en stellen marketeers de juiste productportfolio’s, service en marketingprogramma’s samen. Marketeers dragen ook bij tot het succes van een onderneming door het uitdenken van de juiste positionering en een doordacht communicatiebeleid naar de gekozen doelgroepen. Bovendien werken marketeers mee aan de communicatie naar werknemers en andere stakeholders, en creëren ze een aantrekkelijk imago voor de onderneming. Kortom, marketing is essentieel voor de gehele organisatie en haar strategische keuzes! De afstudeerrichting Marketing Management richt zich op het bijbrengen van kennis en vaardigheden die studenten in staat stellen om de professionele marketingactiviteiten te managen en aan te sturen. 9.2. Verantwoording van de programmaopbouw Zoals reeds eerder aangehaald is marketing geen geïsoleerde bedrijfsfunctie. Integendeel, marktgericht denken geeft richting aan en is essentieel voor de gehele organisatie. Deze visie vormt dan ook het uitgangspunt voor de samenstelling van het studieprogramma voor de afstudeerrichting Marketing Management. Kenmerkend voor de opleiding is dus de brede invalshoek bij het aanreiken van de nodige kennis en vaardigheden die een marketeer zich eigen dient te maken. Een multidisciplinaire team aan breed georiënteerde docenten dompelt je met plezier onder in de boeiend wereld van Marketing Management. Docenten, met zowel een academische als praktische achtergrond, hechten daarbij veel belang aan de relatie tussen theorie en praktijk. Het gaat dus niet alleen om het verwerven van theoretische kennis, maar ook om het aanreiken van vaardigheden die je in staat stellen om die kennis om te zetten in de praktijk. Tijdens inhoudsrijke colleges leer je kennis interpreteren, verbanden leggen tussen de diverse bouwstenen en de soms al opgedane praktijkervaring (als consument, klant, jobstudent, ...) met de studie combineren. Docenten voorzien daarbij niet alleen in hoorcolleges, maar verzorgen ook interactieve sessies, waarin pro-activiteit bij studenten centraal staat. Tijdens het masterjaar Marketing Management wordt er dus veel belang gehecht aan interactie met en tussen studenten, alsook het verwerven van de nodige theoretische en praktische competenties binnen het marketingdomein. Logischerwijs raak je tijdens dit masterjaar vertrouwd met de nieuwste ontwikkelingen op vlak van marketinginzichten en de beroepspraktijk. Tijdens de opleiding Marketing Management staan we daarbij ook uitgebreid stil bij duurzame evoluties in de marketingwereld, zoals digitalisering, belang van sociale media, … In het leerproces van de afstudeerrichting Marketing Management ligt het accent op leren, trainen en vormen. Drie persoonlijke eigenschappen, die tijdens de opleiding verder kunnen ontwikkeld worden, staan hierbij centraal: analytisch inzicht, strategisch inzicht en communicatief vermogen. Marketing Management maakt als opstart in de 3e bachelor fase inherent deel uit van de oriëntatierichting Algemeen Management (met tevens aandacht voor raakvlakken met human resources, R&D, logistiek en financieel beleid). In het masterjaar wordt de marketingdiscipline verder uitgediept. Binnen het programma van de afstudeerrichting Marketing Management zit dit specifieke karakter van de opleiding vervat in: • het toepassingsgebonden karakter In het masterjaar wordt er aandacht besteed aan verschillende specifieke toepassingsgebieden van marketing, zoals bijvoorbeeld business- versus consumentenmarkten, producten versus diensten, nationale versus internationale markten en de profit versus non-profit markt. • het managementkarakter Het verwerven van de nodige theoretische kennis is onontbeerlijk. Echter, in de opleiding hechten we ook heel veel belang aan enkele specifieke vaardigheden, naast het bijbrengen van deze kennis. Zo is er aandacht voor managementcompetenties, waaronder het kunnen detecteren en oplossen van marketingproblemen, en het aanwenden van de nodige dosis creativiteit en innovatie bij het benaderen van specifieke cases en problemen. • het analytische karakter Om inzicht te krijgen in de markt en de eigen organisatie, en ultiem tot gefundeerde managementbeslissingen te komen, is het hanteren van de juiste onderzoeksmethodologie onontbeerlijk. Daarom focust deze opleiding onder meer op het voeren van degelijk onderzoek. Dergelijke onderzoeksvaardigheden kunnen voor verschillende marketingtoepassingen aangewend worden. • het communicatief karakter Het uitbouwen van een marketingstrategie staat of valt met de manier waarop deze strategie zowel intern als extern gecommuniceerd wordt. Dit communicatieve aspect wordt ook grondig behandeld in de opleiding. Kortom, de opleiding Marketing Management omvat een zeer praktijkgericht programma (uiteraard met oog voor de nodige theoretische kennis) waarin op een academisch verantwoorde manier marketingconcepten worden toegepast in concrete situaties. 9.3. Vakken Bachelor Marketing Management Bedrijfsproject: bedrijfsopdracht of Business plan of IBeO (3SP) Interne marketing (3SP) Sales Management (3SP) Marketingplanning (3SP) Master Marketing Management Kwantitatieve methoden (3SP) Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP) Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP) Keuzevak: Economie en International Business (3SP) Actuele topics in marketing (3SP) Consumentengedrag (3SP) Strategische marketing (3SP) Advanced Marketing Topics II (3SP) Advanced Marketing Topics I (3SP) Marketingcommunicatie (6SP) Marktonderzoek (6SP) Advanced Consumer Behaviour (3SP) Masterproef (18SP) 9.4. Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten In principe kunnen alle schakelstudenten deze afstudeerrichting aanvatten. Een basiscursus Marketing en Statistiek worden wel sterk aangeraden (bij het ontbreken van een basisvak marketing en/of statistiek wordt er van de studenten verwacht om zich via zelfstudie een aantal basisconcepten eigen te maken). De docenten kunnen de studenten in dit geval verwijzen naar een aantal goede en toegankelijke boeken. 9.5. Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling Afgestudeerden met een degelijke marketingkennis, marketingmethodiek en marketing spirit zijn zeer gegeerd op de arbeidsmarkt. Zo kan men als afgestudeerde terecht in heel wat boeiende marketingjobs, zoals product manager, medewerker in een marktonderzoeksteam, en begeleider van salesteams, verantwoordelijke voor marketingplanning, en medewerker in een reclame-, advies- en onderzoeksbureau. De afstudeerrichting Marketing Management zorgt voor een goede algemene vorming welke afgestudeerden na verloop van tijd in staat stelt om verantwoordelijkheid op te nemen in meer strategische functies binnen zowel kleine, middelgrote als grote ondernemingen. Ook niet-commerciële organisaties lanceren meer en meer marketingvacatures aangezien ook deze organisaties baat hebben bij het uitbouwen van een klantgericht beleid. 9.6. Persoonlijkheidskenmerken Een goede marketeer beschikt over een brede interesse, een vermogen tot grondige analyse, een open geest en een pak creatieve en sociale vaardigheden. Uiteraard wordt binnen de opleiding de nodige aandacht besteed aan het verder ontwikkelen van deze kenmerken. 9.7. Aard van de masterproef In de masterproef kan je een breed gamma aan onderwerpen behandelen. Hieronder vind je enkele mogelijke masterproefonderwerpen terug. Let wel, deze lijst vormt enkel een indicatie, en is zeker niet exhaustief. • • • • Klantrelaties opbouwen: klanttevredenheid, kwaliteit, waarde en service, Analyse en evaluatie van het consumentengedrag: onderzoeken hoe culturele, sociale, persoonlijke en/of psychologische kenmerken het consumentengedrag kunnen beïnvloeden, Ontwikkelen en evalueren van effectieve marketingcommunicatie, Het bestuderen van ethische aspecten binnen de verschillende marketinggebieden, • • • Nieuwe trends in marketingcommunicatie zoals online-marketing, direct marketing en zoekmachinemarketing, Marktsegmentatie, doelgroepkeuze en positionering, Marktonderzoek en marktinformatiesystemen. Bovendien hebben veel masterproeven een heel sterke marketing invalshoek. Denk maar aan de vele bedrijfsprojecten of IBeO-projecten. De kennis en vaardigheden die je tijdens het masterjaar marketing opbouwt zijn dan ook een absolute troef om dergelijke projecten aan te vatten en succesvol af te ronden.