brochure 2017 - FEB Leuven

advertisement
ORIENTATIE EN AFSTUDEERRICHTINGEN
BIJ HANDELSWETENSCHAPPEN
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN
BACHELOR AND MASTER IN DE HANDELSWETENSCHAPPEN
1.
WOORD VOORAF
Bij het doorlopen van je opleiding tot Master in de Handelswetenschappen dien
je op bepaalde tijdstippen keuzes te maken, namelijk:
de oriëntatie die je zal volgen in de 3e bachelor fase,
de afstudeerrichting die je zal volgen in de masteropleiding,
het onderwerp dat je in jouw masterproef zal uitwerken.
Om je bij deze keuzes te begeleiden, bieden we je in de eerste plaats deze
brochure aan. Je vindt er per afstudeerrichting informatie over de volgende
onderwerpen:
persoonlijke interessesfeer van de studenten,
verantwoording van de programmaopbouw,
opleidingsprogramma,
speciale aandachtspunten voor schakelstudenten,
toekomstmogelijkheden en tewerkstelling,
persoonlijkheidskenmerken,
aard van de masterproef.
Op basis van de informatie in deze brochure kun je de richtingen selecteren
waarover je meer informatie wenst.
Vervolgens kun je infosessies volgen over de geselecteerde richtingen. Hierin
lichten docenten het opleidingsprogramma toe en geven ze algemene informatie,
terwijl oud-studenten verwijzen naar hun ervaringen en het voordeel van de
gevolgde afstudeerrichting bij het solliciteren en het uitbouwen van hun carrière.
Daarnaast kun je aan infostandjes terecht bij de huidige studenten voor meer
concrete informatie over de verschillende opleidingsonderdelen en voor het
inkijken van cursusmateriaal.
Gedetailleerde informatie over de doelstellingen, inhoud en onderwijsmethoden
van de opleidingsonderdelen kun je eveneens terugvinden op
https://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/ en daar naar de ECTSfiches gaan kijken.
1.1.
Kiezen van een oriëntatie in de 3e bachelor fase
In de 3e bachelor fase van de Nederlandstalige oude opleiding in het
dagonderwijs maak je een keuze uit vijf verschillende oriëntaties. Die bereiden
je voor om vervolgens in de master te kiezen voor een afstudeerrichting. Het
maken van de juiste keuze gebeurt weloverwogen. Daarbij kun je je laten leiden
door je persoonlijke interesses en de carrièremogelijkheden die een
specialisatierichting biedt:
•
•
•
•
•
Ben je sterk geïnteresseerd in boekhouden, bedrijfseconomie, financiële
rapportering, de belastingen waarmee ondernemingen, bedrijfsleiders en
andere personen te maken hebben en de wijze waarop deze belastingen
een instrument zijn voor ondernemingen en de overheid om een bepaald
beleid te voeren? Dan kies je best voor de oriëntatie ‘AccountancyFiscaliteit’.
Ben je geboeid door het bedrijfsleven in al zijn aspecten en wil je je
verdiepen in verschillende deelgebieden, zoals het algemeen
bedrijfsbeheer, het marketingbeleid, het personeelsbeleid of het financieel
beleid van ondernemingen? Dan zit je goed bij de oriëntatie ‘Algemeen
Management’.
De oriëntatie ‘Finance & Risk Management’ richt zich vooral naar
studenten die meer willen weten over ondernemingsfinanciering, de
werking van kapitaalmarkten, de beurs, de financiële actualiteit en de
technische kant van verzekeringsproducten.
De oriëntatie ‘Internationale Betrekkingen’ is dan weer iets voor mensen
die de economie, de politiek en het zakenwezen liefst zien in een
internationale context.
Beschik je over een analytische geest en ben je geboeid door
bedrijfsadministratie en de informatieproblemen die ermee samenhangen?
Dan kies je voor de oriëntatie ‘Business Information Management’. Omdat
de ICT-wereld zich vaak afspeelt in een internationale omgeving met
meestal Engelstalige begrippen worden de opleidingsonderdelen uit deze
oriëntatierichting in het Engels gedoceerd. Nederlandstalige en
Engelstalige studenten volgen de colleges samen.
Avondstudenten Handelswetenschappen kunnen kiezen uit twee
oriëntatierichtingen:
•
Bedrijfsmanagement en Ondernemerschap
•
Accountancy
Engelstalige studenten of Nederlandstalige studenten die de opleiding in het
Engels wensen te volgen, hebben de keuze uit drie oriëntatierichtingen:
•
Business Information Management,
•
International Business Management (equivalent met de Nederlandstalige
oriëntatie Algemeen Management),
•
International Relations (equivalent met de Nederlandstalige oriëntatie
Internationale Betrekkingen).
1.2.
Kiezen van een afstudeerrichting in het masterjaar
Doelgroep infosessie: 3e bachelor fase, schakelprogramma
De oriëntaties uit de 3e bachelor fase stromen in het masterjaar door naar acht
afstudeerrichtingen:
•
Accountancy (ook ’s avonds),
•
Fiscale Wetenschappen,
•
Bedrijfsmanagement en Ondernemerschap (ook ’s avonds),
•
People Management,
•
Marketing Management,
•
Finance & Risk Management,
•
Business Information Management (in het Engels gedoceerd),
•
Internationale Betrekkingen.
Ook hier hebben Engelstalige studenten of Nederlandstalige studenten die de
opleiding in het Engels wensen te volgen de keuze uit drie afstudeerrichtingen:
•
Business Information Management,
•
International Business Management,
•
International Relations.
Wat indien je toch een andere afstudeerrichting wenst te volgen dan de
afstudeerrichting die normaal volgt op jouw oriëntatierichting uit de derde
bachelor fase?
In principe heb je toegang tot elke afstudeerrichting in het masterjaar.
Verandering van richting houdt echter het risico in dat er zich inhoudelijke
problemen inzake voorkennis kunnen voordoen. Daarom kan worden
gesuggereerd om bepaalde cursussen uit een oriëntatie vooraf door te nemen.
Dit kan door de colleges te volgen of in zelfstudie. Is dit op jou van toepassing,
neem dan contact op met de programmadirecteur van je opleiding.
Ook studenten die aan de KU Leuven Campus Brussel een schakelprogramma
hebben gevolgd, kunnen zich inschrijven voor iedere afstudeerrichting.
Dit betekent dat iemand die in zijn professionele bachelor de richting marketing
volgde, in het masterjaar opnieuw deze richting kan kiezen (deze keer met een
academische invalshoek). Maar je kan ook beslissen om een totaal andere
discipline te verkennen zoals People Management, Bedrijfsmanagement en
Ondernemerschap… Om de vereiste voorkennis bij masterstudenten te
garanderen, kan worden gesuggereerd om bepaalde cursussen uit de oriëntatie
in de 3e bachelor fase Handelswetenschappen vooraf door te nemen. Dit kan
door de colleges te volgen of in zelfstudie. Meer informatie vind je bij het
onderdeeltje ‘Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten’. In het
masterjaar worden geen vrijstellingen toegestaan op basis van de reeds
behaalde professionele bachelor.
Kan je twee afstudeerrichtingen volgen?
Als je geslaagd bent voor het masterjaar (incl. afstudeerrichting en masterproef)
behaal je het diploma “Master of Science in de handelswetenschappen afstudeerrichting xxx.” Een 2de diploma met een andere afstudeerrichting
behalen, is mogelijk wanneer je na toekenning van vrijstellingen nog minstens
30 studiepunten moet afleggen. Hiertoe dien je een vrijstellingsdossier in bij de
studentenadministratie. De masterproef wordt nooit vrijgesteld. Je moet dus
steeds een nieuwe masterproef afwerken.
Je kan ook gewoon enkele opleidingsonderdelen volgen uit een andere
afstudeerrichting via een creditcontract. In dit laatste geval krijg je geen nieuw
diploma, maar een creditbewijs voor alle opleidingsonderdelen waarvoor je
geslaagd bent.
Een alternatief is dat je na jouw masterdiploma een postgraduaat of een Master
na Master volgt. Ook het behalen van een diploma Specifieke Lerarenopleiding
behoort tot de mogelijkheden.
1.3.
Kiezen van een onderwerp als masterproef
Naast de algemene informatie over de aard van de masterproeven binnen een
bepaalde afstudeerrichting wordt er eveneens specifieke info ter beschikking
gesteld i.v.m. de opstart van de masterproef.
Welke types van masterproeven zijn er mogelijk?
Hoe kies je een onderwerp?
Bij welke promotor kan je voor begeleiding terecht?
Welke administratieve stappen moet je doorlopen?
Welke deadlines moet je respecteren?
Samenhang tussen de masterproef en de afstudeerrichting.
Gedetailleerde info over de masterproeven wordt niet in deze brochure
opgenomen.
We wensen jou alvast heel veel succes met het maken van de juiste keuzes!
2.
AFSTUDEERRICHTING ACCOUNTANCY
2.1.
Persoonlijke interessesfeer
Je hebt veel interesse voor bedrijfseconomie, de financiële rapportering en de
voorbereiding van beleidsbeslissingen (na het verzamelen van financieeleconomische gegevens). Financiële rapportering boeit je omdat het jou in staat
stelt deskundige en betekenisvolle informatie te verstrekken over/aan een
onderneming. Je belangstelling kan ook uitgaan naar het beroep van externe
accountant of bedrijfsrevisor in zijn controlerende en attesterende functie ten
behoeve van het maatschappelijk verkeer.
2.2.
Verantwoording van de programmaopbouw
Het is algemeen bekend dat de economische omgeving van jaar tot jaar
complexer wordt. Wil een onderneming overleven en groeien, dan moet ze
permanent voeling hebben met haar omgeving. Daarom heeft ze een degelijk
informatiesysteem nodig. Immers, de effectiviteit van het beleid is voor een
belangrijk deel afhankelijk van de interne organisatie en de doelmatigheid van
het informatiesysteem.
Voor veel ondernemingen is het belangrijkste informatiesysteem de
boekhouding. Onder boekhouding verstaan we het geheel van mensen en
hulpmiddelen dat volgens de wettelijke regels economische feiten van de
onderneming registreert en verwerkt om tegemoet te komen aan de
informatiebehoeften van alle betrokkenen en belanghebbenden. Deze definitie
sluit nauw aan bij de Engelse term ‘accounting’.
Van de personen die professioneel aan accounting doen - accountants,
bedrijfsrevisoren en financieel-administratieve functionarissen – wordt verwacht
dat ze de onderneming/organisatie helpen in haar natuurlijk streven naar
continuïteit. Er wordt van hen verwacht dat ze in staat zijn om de concurrentiële
druk vanuit de omgeving te identificeren. Ze moeten een strategisch antwoord
op deze druk kunnen helpen ontwikkelen en dit op een creatieve en
professionele manier. Als respons op deze waaier aan verwachtingen bieden
deze professionelen een breed gamma van diensten aan, variërend van
gegevensverzameling en -analyse tot de installatie, werking en audit van
geautomatiseerde informatiesystemen.
Het publiek verwacht van een professionele accountant, behalve zijn
kwalificaties als technisch expert, meer en meer dat hij het perspectief van een
algemeen manager kan innemen. Daarnaast doen zich nog belangrijke
wijzigingen voor in de technologie, maar ook in sociale waarden. Accountants
moeten hun kennis en vaardigheid uitbreiden om greep te krijgen op de
economische en sociale omgeving waarin organisaties functioneren.
Accountants, bedrijfsrevisoren en personen die zulke beroepen willen uitoefenen,
hebben dus nood aan een brede economische, juridische, bedrijfskundige en
accountingvorming om deze uitdaging aan te kunnen. Ze moeten vertrouwd zijn
met informatiesystemen, vennootschapsrecht, boekhoudrecht,
groepsrekeningen, fiscaliteit, financiële analyse, controleleer... Het
opleidingsprogramma Accountancy aan de KU Leuven Campus Brussel houdt
rekening met al deze eisen. Als je hier afstudeert, ben je in staat de
accountingproblematiek te situeren in de relevante sociaaleconomische
omgeving.
2.3.
Vakken
Bachelor Accountancy dag en avond
- Accounting, fiscale en juridische aspecten van de jaarrekening (3SP)
- BTW (3SP)
- Accountingtheorie (3SP)
- Management Accounting II (3SP)
Master Accountancy dag en avond
- Kwantitatieve methoden (3SP)
- Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP)
- Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP)
- Keuzevak: Economie en International Business (3SP)
- Analyse en waardering van ondernemingen (3SP)
- Consolidatie en International accounting (6SP)
- Speciale vraagstukken vennootschapsrecht (3SP)
- Vennootschapsbelasting en beleidsbeslissingen (5SP)
- Accounting informatiesystemen (incl. interne controle) (6SP)
- Controleleer (7SP)
- Masterproef (18SP)
2.4.
Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten
Traditioneel kiezen studenten met een professionele bachelor AccountancyFiscaliteit of Financie-Verzekeringswezen voor de optie Accountancy. In het
schakelprogramma zitten immers accountancy-gerelateerde
opleidingsonderdelen vervat afhankelijk van je vooropleiding.
Voor alle studenten is een grondige kennis van Financial accounting (op basis
van de Belgische boekhoudwetgeving), financiële analyse van de jaarrekening,
management accounting, fiscaliteit en vennootschapsrecht onontbeerlijk
alvorens deze afstudeerrichting aan te vatten. Indien deze voorkennis ontbreekt,
neem je best contact op met de verantwoordelijke van accountancy om na te
gaan hoe je je best voorbereidt op deze afstudeerrichting. Studenten dragen zelf
de verantwoordelijkheid voor het verwerven van deze basiskennis.
2.5.
Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling
Je reële toekomstmogelijkheden situeren zich binnen de volgende
jobomschrijvingen:
•
de interne accountant, belast met onder andere:
de algemene boekhouding,
de budgetcontrole,
de kostprijsboekhouding.
•
of (na enige praktische ervaring) de controllersfunctie, zijnde de
verantwoordelijke voor de administratieve organisatie, voor de
boekhoudkundige diensten, voor de rapportering aan de beleidsorganen
en aan de sociale overlegorganen van de onderneming,
•
of de functie van de interne auditor,
•
de adviserende accountant met een verscheidenheid aan taken ter
ondersteuning van het beheer van kleine en middelgrote bedrijven op
boekhoudkundig, fiscaal en financieel vlak. Het is een functie die
zelfstandig uitgeoefend wordt of in het kader van een accountantskantoor,
•
de externe (attesterende) accountant of bedrijfsrevisor. Hij of zij is een
attesterende, onafhankelijke deskundige ten behoeve van het
maatschappelijk verkeer.
De tewerkstellingssituatie van een accountant is afhankelijk van de uitgeoefende
functie. Bij de interne accountant zal uiteraard het kantoorwerk overheersen afgewisseld met studiewerk in verband met systeemontwikkeling,
projectevaluatie en dergelijke - met directievergaderingen voor rapportering,
toelichting en advies. De externe accountant en de bedrijfsrevisor oefenen hun
functie uit bij en in nauwe samenwerking met hun cliënten.
Wat de tewerkstelling betreft, lijdt het geen twijfel dat er in de eerstkomende
jaren nog een tekort zal zijn aan academisch gevormde accountants die oog
hebben voor zowel de theoretische aspecten als voor de concrete toepasbaarheid
van een steeds complexer wordende bedrijfsrapportering. De grote accountantsen revisorenkantoren zijn steeds op zoek naar gemotiveerde masters
handelswetenschappen om hun personeel te versterken.
Daarnaast is het belangrijk te vermelden dat ook management consulting, de
professionele externe adviesverlening aan ondernemingen en organisaties, een
sterke ontwikkeling kent. Voor professionele adviesverlening rekruteert men in
belangrijke mate deskundig gevormde accountancy-afgestudeerden.
2.6.
Persoonlijkheidskenmerken
Het beroep van accountant/bedrijfsrevisor stelt hoge eisen op vlak van
persoonlijkheid, integriteit en werkzaamheid. De complexiteit van het
ondernemingsgebeuren in al zijn economische, financiële en menselijke aspecten
vraagt van de accountant/bedrijfsrevisor een grote dosis inzicht, technische
bekwaamheden en intellectuele onafhankelijkheid. Een
accountant/bedrijfsrevisor zal over die kenmerken dienen te beschikken om zijn
functie in alle onpartijdigheid en onafhankelijkheid te kunnen uitoefenen.
Accountants/bedrijfsrevisoren dienen ook voldoende persoonlijkheid te bezitten
om hun objectieve beoordeling van de feiten te verantwoorden en te doen
aanvaarden.
2.7.
Aard van de masterproef
De masterproeven zijn onder te brengen in twee types. Een eerste type is het
bedrijfsproject, waar de student een concrete opdracht voor een bedrijf (of een
andere organisatie) uitvoert. Zo werden er bijvoorbeeld al projecten uitgevoerd
voor Deloitte (één van de 4 grootste internationale auditkantoren), het IAB
(Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten) en diverse bedrijven
(bv. op het vlak van cost en management accounting). Een tweede type is de
‘klassieke’ masterproef, waarin de student een eigen onderzoek uitvoert.
Voorbeelden van onderwerpen die in het verleden aan bod kwamen: onderzoek
naar winststuring bij Belgische ondernemingen en VZW’s, factoren die de keuze
van de commissaris beïnvloeden, factoren die de keuze inzake waarderingsregels
beïnvloeden, internetrapportering, vrijwillige rapportering, enz.
3.
AFSTUDEERRICHTING BEDRIJFSMANAGEMENT EN
ONDERNEMERSCHAP
3.1.
Persoonlijke interessesfeer
Wie een levendige interesse heeft voor ondernemerschap en het nemen van
functie-overschrijdende beslissingen die de onderneming, maar tegelijkertijd ook
al het belangrijke wil kennen van de disciplines die daaraan ten grondslag
liggen, kiest voor Bedrijfsmanagement en Ondernemerschap.
3.2.
Verantwoording van de programmaopbouw
In complexe omgevingen en moeilijke situaties zijn ondernemende mensen
nodig die precies de integratie van (bedrijfseconomische) disciplines als
persoonlijke competentie hebben.
-
-
-
-
-
In ‘strategisch management’ wordt het perspectief ingenomen van degene
die functie- en discipline-overschrijdende beslissingen neemt en (hierdoor)
de onderneming. De nadruk ligt op de uitvoering en opvolging van
genomen strategische opties en op het vormgeven van de organisatie in
functie daarvan.
Wij sporen ook aan tot ondernemerschap, op alle plekken en op alle
niveaus. Ook wie in een organisatie werkt als werknemer, moet
ondernemen. Wij hebben uiteraard ook ruime aandacht voor wie zijn
ondernemerschap concretiseert in een eigen bedrijf of een familiebedrijf.
De ondernemer en manager sturen hun bedrijf binnen een brede kring van
belanghebbenden, maar zeker ook binnen de kring van de aandeelhouders
en/of de bedrijfsfamilie. Vandaar dat naast onderwerpen als
‘Ondernemerschap’, ‘stakeholders’ en ‘deugdelijk bestuur’ ook de
‘overdracht van de onderneming’ en ‘familiebedrijven’ thuishoren in deze
afstudeerrichting.
De algemene leiding moet een visie hebben op hoe de bedrijfsprocessen
van de onderneming het best worden ingericht. Zijn onze operationele
processen efficiënt genoeg? Wat kan automatisering ons bieden? Dit zijn
slechts enkele topics van het opleidingsonderdeel ‘Bedrijfsprocessen’.
Geen enkele organisatie en geen enkel bedrijf ontsnapt aan de
internationale dimensie. Internationaal Management gaat hier dan ook
dieper op in.
De algemene leiding dient zélf ook inzicht te hebben in de
vennootschapsbelasting, wat zij viseert, welke keuzemogelijkheden er in
principe zijn en wat mogelijke fiscale gevolgen zijn van algemene
beleidsbeslissingen. Alleen wie de opties zelf kent, is in staat om met
fiscale experten in discussie te gaan.
De opleiding is uitgesproken business georiënteerd. Dit steunt op de
praktijkgerichtheid en –ervaring van tal van onze docenten in deze
afstudeerrichting. Praktijk, onderzoek en onderwijs lopen in elkaar over.
3.3.
Vakken
Bachelor Algemeen Management dag en avond
Bedrijfsproject: Bedrijfsopdracht of business plan of IBeO (3SP)
Logistiek management (3SP)
Sales management (3SP)
Management Accounting II (3SP)
Master Bedrijfsmanagement en Ondernemerschap dag en avond
Kwantitatieve methoden (3SP)
Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP)
Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP)
Keuzevak: Economie en International Business (3SP)
Internationaal Management (3SP)
Bedrijfsprocessen en operations (3SP)
Actuele topics in marketing (3SP)
Vennootschapsbelasting en beleidsbeslissingen (3SP)
Ondernemerschap en beleid (3SP)
Familiebedrijven (3SP)
Stakeholders & Governance (3SP)
Strategisch Management: organisationeel leren en ontwikkelen (3SP)
Strategische Management: uitvoering en opvolging (3SP)
Strategische besluitvorming (3SP)
Masterproef (18SP)
3.4.
Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten
In principe kunnen alle schakelstudenten deze afstudeerrichting aanvatten.
Indien je twijfelt over je voorkennis, contacteer dan de programmadirecteur van
je opleiding.
3.5.
Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling
De opleiding tot Master in de Handelswetenschappen bereidt je voor op
leidinggevende functies. Bedrijfsmanagement en Ondernemerschap is hierbij de
meest open richting die de breedste vorming biedt. Diverse invalshoeken komen
immers aan bod. Daarom zijn ook de tewerkstellingsmogelijkheden zeer ruim. In
de beginfase van hun carrières tref je onze afgestudeerden vooral aan in
financiële, administratieve en commerciële departementen. Zij zijn echter extra
gewapend om later door te groeien naar meer algemeen leidinggevende
functies.
De dienstensector bv. biedt ruime mogelijkheden, niet in het minst de financiële
wereld en de consultancy: precies daar waar het integrale accent van de
opleiding bijzonder gewaardeerd wordt. ‘Denkende doeners’ zoals onze
afgestudeerden, zie je later uiteraard ook meer dan eens terug als ondernemer
met een eigen bedrijf.
3.6.
Persoonlijkheidskenmerken
Een goede manager beschikt over een brede interesse in alle aspecten van de
bedrijfsvoering en een sterk analytisch vermogen. Hij/zij ervaart een drang naar
onderbouwde en gerichte informatie en durft keuzes te maken en beslissingen te
nemen. Naast het economisch rationele is hij/zij tevens begaan met het sociale
en emotionele aspect van de bedrijfsvoering.
3.7.
Aard van de masterproef
De waaier van mogelijkheden met betrekking tot de masterproef is zeer breed.
Zowat de helft van onze studenten voert een bedrijfsproject uit. Dit is een
concrete opdracht voor een bedrijf of voor een andere organisatie die door een
student op een wetenschappelijk verantwoorde manier wordt uitgevoerd. Een
aantal bedrijfsprojecten vindt plaats in het buitenland, andere voer je hier ter
plaatse uit. Die laatste projecten zijn bv. gericht op het verhogen van de
efficiëntie van een bedrijfsonderdeel, het vergaren van kennis over een markt,
het ontwikkelen van een ondernemingsstrategie of het invoeren van een
bepaalde reorganisatie. Maar de projecten kunnen ook gaan over de verkoop
van een bedrijf of een onderdeel ervan of over opvolging in het familiebedrijf. Er
zijn ook projecten over het gewenste productbeleid, over de haalbaarheid van
een investering (de markt, de kosten en de baten…).
De andere helft zijn meer theoretische onderwerpen of onderwerpen waarbij je
meewerkt met een onderzoeker van een onderzoekscentrum. Bij de theoretische
onderwerpen zijn zeer veel mogelijkheden: studies over sectoren en hun
toekomst, de opkomst van economische grootmachten, een vergelijking van
bepaalde ondernemerspraktijken, het succes van managementmodellen,
ethische vraagstukken bij globalisering... Het kan macro-gericht zijn of net niet,
meer kwantitatief of eerder kwalitatief, meer of minder zwaar op het vlak van
onderzoekstechniek… Wie aansluit bij een lopend onderzoek van één van onze
onderzoekers, volgt uiteraard dat wat aangeboden wordt. Speciaal is dat je in
dat geval interessante professionele onderzoekservaring opdoet. Wie hiervoor
interesse heeft, gaat best zo snel mogelijk met de onderzoekers in kwestie
praten.
4.
AFSTUDEERRICHTING FINANCE AND RISK MANAGEMENT
4.1.
Persoonlijke interessesfeer
Je vertoont een uitgesproken interesse voor het reilen en zeilen in de financiële
wereld. Dit omvat zowel de meer technische aspecten zoals creatie en studie van
financiële producten, als bredere aspecten zoals de studie van financiële
instellingen, financiële markten en de problematiek van beleggers en financiële
managers actief in een steeds veranderende financiële context.
4.2.
Verantwoording van de programmaopbouw
In het programma wordt, naast een sterke focus op de financiële actualiteit, een
evenwicht bewaard tussen de pijler portefeuillebeheer en de pijler risicobeheer.
In de pijler portefeuillebeheer is er aandacht voor zowel omgevingsfactoren als
voor de meer technische kant van de zaak. Het eerste aspect behelst de studie
van de financiële en de verzekeringsmarkten als geheel, het tweede aspect
omvat vooral de studie van de eigen aard van en de gepaste
waarderingstechnieken voor diverse soorten financiële producten.
In de pijler risicobeheer wordt aandacht besteed aan meting en beheersing van
risico in een portefeuillecontext. Daarnaast krijgt ook het risicobeheer binnen
financiële instellingen een prominente plaats.
Deze programmaopbouw geeft je een grondige en gespecialiseerde opleiding die
je de mogelijkheid biedt adequaat te functioneren binnen een voortdurend
innoverende financiële wereld. In het bijzonder wordt ingespeeld op het
vervagen van de grens tussen bankieren en verzekeren, de veranderende
omstandigheden op de financiële markten, en de toegenomen regulering van
financiële instellingen.
4.3.
Vakken
Bachelor Finance and Risk Management
Persoonlijke financiële planning A (3SP)
Persoonlijke financiële planning B (3SP)
Inleiding tot portefeuilletheorie (3SP)
Risico en Verzekeringen (3SP)
Master Finance & Risk Management
Kwantitatieve methoden (3SP)
Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP)
Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP)
Keuzevak: Economie en International Business (3SP)
-
Financial risk management (3SP)
Aspecten van portefeuillebeheer (4SP)
Money Market and fixed income securities (5SP)
Financiële markten, trends en macro-omgeving (3SP)
Advanced portfolio management (6SP)
Verzekeringen en pensioenen (3SP)
Toezicht op financiële instellingen (3SP)
Actualiteit en innovatie van financiële markten (3SP)
Masterproef (18SP)
4.4.
Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten
Vaak kiezen studenten met een professionele bachelor Accountancy-Fiscaliteit of
Financie- en Verzekeringswezen voor Finance & Risk Management na het
schakelprogramma. Doorgaans hebben deze studenten voldoende financiële
voorkennis. Als zij erin slagen het schakelprogramma succesvol af te werken
met goede scores op de kwantitatieve opleidingsonderdelen, dan is de
afstudeerrichting Finance & Risk Management zeker een goede keuze. Nieuw
voor hen is dan vooral de academische fundering die in de master prominent
aanwezig is.
Voor andere bachelors is Finance & Risk Management ook perfect haalbaar mits
voldoende kennis en interesse voor volgende deelgebieden: bank en
beurswezen, ondernemingsfinanciering, accounting, wiskunde, financiële
algebra, statistiek en kansberekening, econometrie en vooral analytisch en
probleemoplossend denken. Hoewel vele van deze deelgebieden aan bod komen
tijdens het schakelprogramma, dragen studenten de verantwoordelijkheid om,
waar nodig, zelfstandig de nodige basiscompetenties in deze domeinen te
verwerven.
4.5.
Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling
De financiële sector vaart sinds de financiële crisis van 2008 door woelige
wateren en ondergaat momenteel een heuse transitie. Dit maakt een carrière in
de financiële sector boeiend en uitdagend. De enorme groei in het aanbod van
beleggingsfondsen, spaarproducten, en de innovatie in de verzekerings- en
pensioenproducten veroorzaken een toenemende vraag naar financiële
specialisten. Daarnaast neemt de financiële journalistiek een hoge vlucht in de
vorm van beleggingsbladen en gespecialiseerde uitgaven en media.
Binnen de bankwereld wordt een groot deel van de toegevoegde waarde
gecreëerd door transacties van aanzienlijke omvang, die rechtstreeks voor
rekening van de eigen instelling worden opgezet. In de dealing rooms van deze
financiële instellingen zijn technisch complexe constructies met afgeleide
producten dagelijkse kost. Zoals ook uit de actualiteit is gebleken, is het aspect
risicobeheersing hier cruciaal. Bij klant-gerelateerde corporate actions zoals
fusies, overnames en beursintroducties, of het particulier bankieren blijft een
grondige en geactualiseerde kennis over financiële instrumenten eveneens
onontbeerlijk.
Ook buiten de financiële wereld groeit het belang van goede financiële
informatieverwerking. Multinationals en KMO’s financieren zich steeds vaker
rechtsreeks op de financiële markten, concurreren op internationale markten en
streven naar een minimalisering van de kapitaalkost. Financiële optimalisatie
staan dus ook centraal in bedrijven buiten de financiële sector.
Dit alles maakt dat degelijk opgeleide financiële specialisten doorgaans erg
gegeerd zijn op de arbeidsmarkt.
4.6.
Persoonlijkheidskenmerken
Een goed gevoel voor cijfers en een analytische ingesteldheid zijn noodzakelijk.
Het leggen van verbanden vraagt echter ook om een conceptuele invalshoek.
Daarnaast veronderstelt het beroep een zekere mate van flexibiliteit gezien de
soms ingrijpende wijzigingen in de omgevingsfactoren. Het opvolgen van de
dagelijkse financiële actualiteit via de gespecialiseerde pers is dan ook
aangeraden. Talenkennis is eveneens uitermate belangrijk. Je moet bovendien
beschikken over een sterke persoonlijkheid, aanpassingsvermogen,
mensenkennis, zin voor organisatie en strategieontwikkeling.
4.7.
Aard van de masterproef
De masterproeven binnen de afstudeerrichting worden in eerste instantie
gestuurd door de onderzoekinteresses van de begeleidende docent.
Wanneer je zelf een specifiek voorstel voor een Finance-gerelateerd thema hebt
dat jou heel erg interessant, kan dit ook besproken worden.
5.
AFSTUDEERRICHTING FISCALE WETENSCHAPPEN
5.1.
Persoonlijke interessesfeer
Indien je voor de afstudeerrichting Fiscale Wetenschappen kiest, heb je een
bijzondere belangstelling nodig voor de financieel-economische sector. De
nodige interesse voor rechtsvakken is aangewezen aangezien in de opleiding de
studie van de fiscale wetgeving centraal staat. Ook naar andere wetgeving zoals
het Burgerlijk Recht en het Vennootschapsrecht wordt in de opleiding regelmatig
verwezen. Een degelijke basiskennis van het boekhouden is noodzakelijk.
Studenten die opteren voor een fiscale opleiding en een latere carrière in de
fiscale wereld, moeten zich bewust zijn van het feit dat levenslang leren hier
noodzakelijk is omwille van de snelheid waarmee de fiscale wetgeving wijzigt.
5.2.
Verantwoording van de programmaopbouw
In de 3de bachelor fase krijgen alle studenten de basisregels van de verschillende
takken van de belastingwetgeving. In het masterjaar wordt op die kennis verder
gebouwd en wordt nog dieper ingegaan op de verschillende belastingen die in
België bestaan.
Uitgangspunt van de opleiding is dat iedereen met het belastingrecht te maken
heeft: zowel bedrijven als gezinnen en alleenstaanden zijn bezorgd over de
belastingdruk. Een vaststaand gegeven is ook dat iedereen het recht heeft om
de weg te volgen naar de laagste belastingdruk. Om die weg te vinden, is een
grondige studie van de verschillende onderdelen van de fiscale wetgeving
noodzakelijk.
Ondernemingen die beslissingen moeten nemen in verband met investeringen,
beleggingen, personeelsbeleid of ondernemingsstrategie moeten daarbij in de
meeste gevallen bijzondere aandacht hebben voor het fiscale aspect.
Ook particulieren beseffen meer en meer het belang van de fiscaliteit bij het
beheer van hun persoonlijk vermogen.
De overheid die de belastingen nodig heeft om de noodzakelijke uitgaven in het
algemeen belang te kunnen financieren, moet bij het tot stand brengen van de
fiscale wetgeving rekening houden met de nationale en internationale
economische toestand en met het internationaal recht. Binnen Europa gelden
eigen fundamentele regels die het belastingrecht van elke lidstaat beïnvloeden.
Het leven en werken van personen en ondernemingen kent vandaag haast geen
landgrenzen meer zodat ook de private sector over een degelijke kennis moet
beschikken van de internationale fiscale regels.
Ten slotte moet een fiscalist op de hoogte zijn van de formele regels die de
overheid heeft uitgewerkt om de verschuldigde belastingen te kunnen innen.
Bij het uittekenen van het programma werd met al deze elementen rekening
gehouden. Tijdens de opleiding komen de verschillende fiscale disciplines aan
bod:
•
•
•
•
•
•
•
•
de algemene beginselen waarop het Belgisch belastingrecht gebouwd is,
de personenbelasting,
de vennootschapsbelasting,
de BTW,
de registratierechten,
het successierecht,
de fiscale procedure,
het internationaal fiscaal recht (bv. verdragen tot vermijding van
internationale dubbele belasting).
De afstudeerrichting Fiscale Wetenschappen wil degelijke fiscalisten vormen op
academisch niveau. Dat betekent dat je na je opleiding in staat moet zijn om na
een kritisch onderzoek van de gepaste bronnen op een fiscaal vraagstuk een
degelijk en bruikbaar antwoord te geven en te verdedigen. De verplichte
deelname aan het project ‘Fiscale Kliniek’, in het kader van de masterproef,
helpt je deze doelstelling te realiseren.
5.3.
Vakken
Bachelor Fiscale Wetenschappen
Inleiding tot fiscaliteit (6SP)
Bachelorproef : je kan fiscaal onderwerp nemen (9SP)
Master Fiscale Wetenschappen
Kwantitatieve methoden (3SP)
Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP)
Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP)
Keuzevak: Economie en International Business (3SP)
Fiscale procedure (3SP)
Grondige studie BTW en douane (4SP)
Grondige studie personenbelasting en B.N.I.-natuurlijke personen (5SP)
Grondige studie vennootschapsbelasting en B.N.I.-vennootschappen (5SP)
Grondige studie registratierechten (3SP)
Grondige studie successierechten (3SP)
Internationale fiscaliteit FW (3SP)
Masterproef (18SP)
Keuze uit:
Fiscale aspecten van beleidsbeslissingen (3SP) of
Regionale en lokale belastingen (3SP)
5.4.
Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten
Studenten die een masterjaar fiscale wetenschappen aanvatten, moeten over
een bepaalde voorkennis beschikken. Zo moeten de beginselen van de Belgische
fiscale wetgeving gekend zijn, evenals de basisbeginselen van burgerlijk recht,
vennootschapsrecht en boekhoudrecht. Bovendien moeten ze een basiskennis
BTW, vennootschaps- en personenbelasting, en ondernemingsfinanciering
hebben. Maar ze moeten vooral analytisch en probleemoplossend kunnen
denken. Studenten dragen zelf de verantwoordelijkheid voor het verwerven van
deze basiskennis.
5.5.
Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling
Niet alleen grote ondernemingen, fiscale kantoren, accountants maar ook de
verschillende fiscale administraties, kleine en middelgrote bedrijven zijn steeds
meer aangewezen op stafmedewerkers die een grote parate fiscale kennis
hebben.
Daarnaast is het beroep van belastingconsulent uitgegroeid tot een
vertrouwenspost. Dat blijkt o.a. uit de erkenning door de overheid van de titel
van belastingconsulent.
De fiscale adviseur is immers een deskundige van hoog niveau die van de
fiscaliteit zijn beroep maakt en daardoor in staat is het complexe geheel van
wetten, besluiten, rechtspraak en procedures te beheersen.
Bij de opbouw van het programma is rekening gehouden met de eisen van het
Beroepsinstituut van Accountants en Belastingconsulenten om toegang te krijgen
tot het (erkende) beroep.
5.6.
Persoonlijkheidskenmerken
Gezien de voortdurend wijzigende fiscale wetgeving, wordt van je verwacht dat
je na je opleiding bereid bent om te blijven studeren.
5.7.
Aard van de masterproef
Als je kiest voor de richting Fiscale Wetenschappen neem je deel aan het project
‘Fiscale Kliniek’. Concreet bestaat het project uit het oplossen van
praktijkgevallen die worden aangeboden door belastingconsulenten, notarissen,
accountants, bedrijfsrevisoren, en ondernemingen die in house een fiscalist
hebben. De voorgestelde problemen worden na goedkeuring door de stuurgroep
grondig onderzocht door de studenten (in onderlinge samenwerking met en
onder begeleiding van een docent). In het licht van de doelstelling van de
opleiding, wordt van je verwacht dat je, na grondig onderzoek van de fiscale
bronnen, voor het voorgelegde praktijkgeval een oplossing formuleert. In het
kader van je masterproef doe je een stage op het bedrijf dat je een project
‘Fiscale Kliniek’ heeft aangeboden.
6.
AFSTUDEERRICHTING PEOPLE MANAGEMENT
6.1.
Persoonlijke interessesfeer
Het is meer dan ooit duidelijk dat onze bedrijven en organisaties gekenmerkt
worden door diversiteit, complexiteit, en voortdurende verandering. Hoewel het
verleidelijk is om de daarmee gepaard gaande onzekerheden aan te pakken door
meer controlemechanismen in te bouwen, zien we dat bloeiende bedrijven en
organisaties net het omgekeerde doen door vertrouwen, de werkrelatie en de
mensen zelf centraal te stellen. Wil je meer weten over hoe mensen op de meest
effectieve manier kunnen worden gemotiveerd, over hoe je mee kan bouwen
aan een werkomgeving die samenwerking, welbevinden, en performantie naar
een hoger niveau tilt, of hoe je managers en leidinggevenden kan helpen om aan
betere oordeels- en besluitvorming te doen? Dan is de afstudeerrichting People
Management jouw ding! Deze afstudeerrichting bereidt je voor op een rol die
leiderschap en change management als proces mee vorm geeft, als
leidinggevende, HR-medewerker, of als people manager. Je leert op een unieke
manier people skills en kritisch denken te combineren. Dat, in combinatie met je
economische basisopleiding, zal van jou een gegeerde collega maken op de
arbeidsmarkt van morgen.
6.2.
Verantwoording van de programmaopbouw
Flitsen uit de bedrijfsrealiteit tonen ons waar bedrijven en organisaties vandaag
mee geconfronteerd worden: nieuwe vormen van leiderschap, mensen
authentiek motiveren, stress en burn-out, de juiste mensen aantrekken maar
ook behouden, automatisering van jobs, zelfsturende teams, gezamenlijk vorm
geven aan verandering, coaching, fusies en overnames, flexibele werkvormen,
work-life balance, culturele diversiteit, enz.
De afstudeerrichting people management is vormgegeven met de bedoeling om
belangrijke attitudes, inzichten, en vaardigheden te ontwikkelen waarmee onze
afgestudeerden de perfecte basis meekrijgen om met de vele uitdagingen op
vlak van werk en organisatie optimaal te leren omgaan:
-
Het individu: motivatie, leiderschap, persoonlijkheidskenmerken
De groep: teamwork, groepsdynamieken, coaching
De organisatie: work design, change management
Het systeem: maatschappelijke en juridische kaders en uitdagingen
We bieden een optimale mix tussen praktijkoriëntatie en wetenschappelijke
inzichtelijkheid. Naast hoorcolleges gegeven door ons enthousiast team van
docenten en door gastsprekers uit de praktijk, vorm je zelfsturende teams, werk
je samen met bedrijven, coach je medestudenten uit derde bachelor, leer je
goed samen te werken in groep, en zijn er mogelijkheden om in groep een
People Management-project in Rijsel te voltooien.
6.3.
Vakken
Bachelor HRM/People Management:
-
Bedrijfsproject: bedrijfsopdracht of Business plan of IBeO (3SP)
Leiderschapsgedrag (3SP)
Strategisch HRM (3SP)
Sales Management (3SP)
Master People Management
6.4.
Leadership en Decision-making (6SP)
Organisatieleren en Change Management (6SP)
Groepsdynamica (6SP)
Communicatie en Coaching (6SP)
Work design (3SP)
International Business Case HRM (3SP)
Kwantitatieve methoden (3SP)
Economie en ethiek (3SP)
Keuzevak: Bedrijfswetenschappen (3SP)
Keuzevak: Economie en International Business (3SP)
Masterproef (18SP)
Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten
In principe kunnen alle schakelstudenten onze afstudeerrichting aanvatten. Wie
totaal geen notie heeft van enkele basisconcepten uit het vakgebied kan beroep
doen op het handboek “Mens en Organisatie” van Berings, Steen & Grieten
(2016). Voor verdere vragen of informatie kan je contact opnemen met
[email protected]
6.5.
Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling
De afstudeerrichting People Management geeft je toegang tot een bijzonder
brede waaier van mogelijke functies. Door hun ‘people skills’ in combinatie met
hun economische achtergrond staan studenten sterk om zich te ontwikkelen tot
gedegen leidinggevenden binnen financiële, wetgevende, administratieve en
commerciële departementen. Daarnaast kunnen ze aan de slag in
personeelsdiensten of in diensten organisatieontwikkeling van kleine tot grote
profit en non-profit bedrijven, als coach, HR-adviseur of People Managementdeskundige voor individuen, groepen en/of organisaties.
6.6.
Persoonlijkheidskenmerken
Iemand die werkzaam is in People Management en aanverwante domeinen heeft
voeling met en inzicht in menselijke relaties en het menselijk functioneren. Van
de studenten verwachten we daarom een basisinteresse in de boeiende relatie
tussen mens en organisatie.
6.7.
Aard van de masterproef
De meesterproef kan worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met één van
onze onderzoekers. De onderzoeksgroep “Work and Organisation Studies”
(WOS) telt op de Brusselse campus 11 onderzoekers en 8 PhD-studenten die elk
werken met thema’s die nauw aansluiten bij de afstudeerrichting People
Management. Hieronder een overzicht van de thema’s en domeinen die het
promotorenteam van deze onderzoeksgroep in de aanbieding heeft:
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
Diane Arijs: Leadership development, Coaching, Within Family Business context:
Communication, Employee Motivation, Succession processes.
Elfi Baillien: Workplace bullying, Counterproductive Work Behavior, Work stress,
Conflict management, Group processes.
Dries Berings: Organizational culture, Technology and Stress, Ageing and Gender at
work, Person-Organization Fit, High Performance Work Systems.
Lieven Brebels: Judgment and Decision-Making, Ethical Leadership, Justice, Social
Identity, HR Differentiation.
Ralf Caers: Recruitment and Selection, Social Media, Commitment and Engagement.
Tim De Feyter: Strategic HRM, Firm performance, Manpower planning.
Luc De Grez: Learning, Motivation to learn, Instruction, Video-based instruction.
Filip Germeys (Judgment and Decision-Making, Visual Marketing, Visual Perception,
Safety Psychology, Job design).
Styn Grieten: Team- and Organizational learning, Interaction and communication,
Change management, Appreciative Inquiry, Qualitative Research.
Karin Proost: Recruitment, Personnel Selection, Moral licensing, Construal level
theory, Test anxiety.
Anja Van den Broeck: Job design, Motivation, Well-being and burnout, Values,
Needs.
Wanneer je zelf een specifiek voorstel voor een HR-gerelateerd thema hebt dat
jou heel erg interesseert, kan dit uiteraard ook besproken worden.
7.
AFSTUDEERRICHTING BUSINESS INFORMATION MANAGEMENT
7.1.
Persoonlijke interessesfeer
Als je de richting Business Information Management overweegt, is een sterke
interesse voor de algemene werking van bedrijfsprocessen en de ermee verband
houdende informatietechnologie vereist. Het is namelijk de taak van de
bedrijfsinformaticus om informaticaprojecten te leiden en toe te zien op het
gebruik van nieuwe informatiesystemen. In de ICT-wereld (Informatie- en
Communicatie¬ Technologie) draait alles rond vier zaken: de juiste informatie,
op het juiste tijdstip, op de juiste plaats en bij de juiste mensen. Dit vereist
enige systematiek en nauwkeurigheid bij de aanpak van die problemen. Hierbij
moet je zowel oog hebben voor het geheel als voor de details.
Omdat computers en netwerken zorgen voor de nodige ondersteuning is een
zekere belangstelling voor deze technologieën wel nuttig, maar niet
noodzakelijk. Je moet geen computerfreak of techneut zijn om voor Business
Information Management te kiezen. Niet de hardware of de technische aspecten
staan centraal maar wel de ontwikkeling en evaluatie van informatiesystemen.
Hiervoor zoekt de sector bekwame mensen die de wil en het vermogen bezitten
om creatief en logisch te denken. Zij moeten snel oplossingen kunnen vinden
voor bepaalde problemen en die voor de gebruikers duidelijk kunnen toelichten.
Informatie en communicatie zijn dus de sleutelwoorden van de moderne
informaticus. Hij of zij is dus geen eenzaat achter een computerscherm maar
een sociaal vaardig iemand die een brug vormt tussen de gebruikers, het
management en de technisch opgeleide ICT’ers.
7.2.
Verantwoording van de programmaopbouw
Omdat bedrijfsinformatici zowel de software- als de bedrijfseconomische
aspecten van de informatiseringsproblematiek moeten kennen, werd het
programma hierop zoveel mogelijk afgestemd.
Omdat de ICT-wereld zich vaak afspeelt in een internationale omgeving met
meestal Engelstalige begrippen worden de opleidingsonderdelen van de
oriëntatie- en afstudeerrichting in het Engels gedoceerd en worden de cursussen
in het Engels opgesteld. De Nederlandstalige studenten (opleiding
Handelswetenschappen) en Engelstalige studenten (opleiding Business
Administration) volgen de colleges samen. De Nederlandstalige student heeft wel
de mogelijkheid om het examen in het Nederlands af te leggen. De algemene
opleidingsonderdelen worden in het Nederlands gedoceerd. Ook de Masterproef
kan hij/zij in het Nederlands uitwerken.
De inhoud en samenhang van de opleidingsonderdelen leggen de nadruk op het
analyseren, ontwikkelen en beheren van informatiesystemen. Dit kan je best
vergelijken met het beroep van een architect. Die ontwerpt een gebouw in
functie van bepaalde eisen van de toekomstige bewoners of gebruikers. De
kernwoorden zijn hier analyse van de noden of wensen, het voorstellen van een
ontwerp, na goedkeuring, de uitvoering van het plan en de coördinatie van de
werken. Op analoge wijze analyseert de informaticus, zowel zelfstandig als in
groep, een informatieprobleem waarvoor hij vervolgens het beste systeem
ontwerpt. Dat impliceert een goede kennis van de meest courante ICTdisciplines. Eens ontworpen dient de informaticus het systeem te beoordelen en
eventueel bij te stellen.
Concreet bevat het programma de volgende opleidingsonderdelen voor het
oriëntatiegedeelte:
•
ICT-infrastructure,
•
databases,
•
application development,
•
project management.
Hiermee verwerf je als afgestudeerde bachelor een basiskennis en enig technisch
inzicht om eenvoudige systemen te ontwerpen.
Het masterprogramma bevat vooral opleidingsonderdelen die
beleidsgeoriënteerd zijn. De inhoud is afgestemd op wie een volledige 'state-ofthe art' wil bereiken. Zoals de architect een bouwwerk moet opvolgen, zo moet
ook de informaticus instaan voor de controle en het beheer tijdens de bouw van
een informatiesysteem. Daarom zijn de ICT-functies in een later stadium van de
loopbaan ook meer beleidsgericht. Heel wat toepassingen zijn immers al
geautomatiseerd maar ze vergen permanent toezicht en onderhoud. De
beleidsgeoriënteerde opleidingsonderdelen zijn:
•
ERP & business process modelling,
•
Business Intelligence Methods,
•
ICT-governance & operational management,
•
ICT-strategy & architecture,
•
Systems development & -economics.
Het bedrijfsleven maar ook de studenten zelf vinden de praktijk waardevol.
Daarom is er een opleidingsonderdeel ‘Design of a business information system
(DBIS Project)’ voorzien waarin je in groep aan de hand van een uitgebreide
case study een concreet bedrijfsproject kunt uitwerken. Bedrijfsproblemen
worden immers niet opgelost volgens aparte disciplines maar in onderlinge
samenhang.
Uiteraard wordt de inhoud van bepaalde opleidingsonderdelen geregeld
aangepast aan de nieuwe trends. De opleiding probeert hierop in te spelen en
tegelijk een basis te geven voor verdere specialisatie naargelang je loopbaan of
interesse.
7.3.
Vakken
Bachelor Business Information Management
Databases (3SP)
Application Development (3SP)
ICT infrastructure (3SP)
Project management (3SP)
Master Business Information Management
Kwantitatieve methoden (3SP)
Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP)
Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP)
Keuzevak: Economie en International Business (3SP)
Design of a business information system (project) (6SP)
ICT strategy and architecture (6SP)
System development & -economics (6SP)
Business intelligence methods (3SP)
ERP and business process modelling (3SP)
ICT governance and operational management (6SP)
Masterproef (18SP)
7.4.
Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten
In het masterjaar is een basiskennis van databases vereist. Via een beperkte
zelfstudie kan dit echter gemakkelijk aangeleerd worden. Enige kennis van
systeemontwikkeling is een bijkomende troef, maar geen noodzaak. Studenten
dragen zelf de verantwoordelijkheid voor het verwerven van deze basiskennis.
7.5.
Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling
Tewerkstelling in de ICT-sector heeft niets te maken met de zuivere
computertechnologie (amper 14.000 banen), maar alles met de
softwarediensten (meer dan 180.000 banen). De ontwikkeling van de ICTdiensten, zowel in commerciële ondernemingen als in de non-profitsector, brengt
met zich mee dat de behoefte aan bedrijfs-informatici groot blijft en steeds
groeit. Agoria schat de jaarlijkse bijkomende vraag op 14.000 mensen, terwijl
jaarlijks slechts ongeveer 3.000 studenten afstuderen aan de hogescholen en
universiteiten. Het adagium is nog steeds: 'een goede informaticus vindt altijd
werk’. Vooral nieuwe technologieën zoals het internet maar ook de
beveiligingssoftware, business intelligence en draadloze netwerken zullen
hiervoor zorgen. Daardoor zal de brede waaier van taken en functies vergroten.
Ook de vergoedingen en promotiekansen blijven in dezelfde lijn stijgen.
Hiertegenover staat dat bedrijven nu wel zeer selectief worden. Dit komt omdat
bedrijven meer en meer een beroep doen op gespecialiseerde softwarehuizen.
Dit is beter bekend onder de term outsourcing. Omdat deze softwarehuizen
diensten leveren en vooral afhankelijk zijn van de tevredenheid van de klant,
liggen hun eisen hoog. Wie bij een dergelijk huis werkt, zal dus geregeld op stap
moeten. Ook dat doet het beeld verdwijnen van de informaticus achter een
terminal. Verder is er door het belang van het internet een explosieve groei van
websites. Daardoor is er ook steeds meer vraag naar informatici met degelijke
commerciële bekwaamheden.
Om aan de vraag te voldoen, werden in het verleden vaak ook gediplomeerden
uit niet-informaticarichtingen aangetrokken. Die hadden niet altijd de juiste
motivatie. Daarom zoekt de sector vooral personeel met een specifieke
informaticaopleiding. Vooral mensen met een goede kennis van bedrijfseconomie
en van informatica zijn nog steeds gegeerd.
Informaticagediplomeerden krijgen een behoorlijke startwedde met mooie
perspectieven voor de verdere loopbaan. De lonen zijn soms 10% tot 20% hoger
dan die van universitairen uit andere richtingen. Het beroep stelt echter ook
strenge eisen. De dynamiek binnen de sector zorgt voor heel wat nieuwe
functies en aanpassingen binnen bestaande functies. De afstudeerrichting
Business Information Management bereidt je onder meer voor op functies zoals
business consultant, business process engineer, projectleider, systeemanalist,
functioneel analist, informatieanalist, systeemontwerper en -beheerder,
netwerk- en databasebeheerder, opleidingscoördinator, lesgever, beheerder
reken- of informaticacentrum... Ook in de commerciële sfeer, zoals de verkoop
en de marketing van software, komen er meer en meer mogelijkheden. Veel van
die functies vormen een fase in je loopbaan. Zo moet je ook hier aanvaarden dat
je begint als bijvoorbeeld programmeur-analist vooraleer je kan doorgroeien tot
systeemanalist of ICT-consultant.
7.6.
Persoonlijkheidskenmerken
Meer en meer wordt bij de aanwerving gepeild naar je persoonlijkheid. Omdat de
bedrijfsinformatica behoort tot de dienstverlenende sector en je met veel
gebruikers in contact komt, zijn de volgende kenmerken belangrijk:
•
bij het bedenken van oplossingen voor problemen: creativiteit en
verbeelding, zin voor speur- en studiewerk, snel en groot
assimilatievermogen, zin voor groepswerk en motivatie van medewerkers,
zin voor juistheid en detail, dynamische ingesteldheid en
overtuigingskracht (toelichting bij oplossingen),
•
bij contacten met gebruikers: ruime interesse (ook voor nietinformaticagebonden disciplines), brede culturele vorming, sociale
vaardigheid en meertaligheid.
7.7.
Aard van de masterproef
Elk onderwerp in verband met een van de hoger vermelde opleidingsonderdelen
kan in aanmerking komen voor een masterproef. Een ruime lijst van topics
wordt ook door de docenten ter beschikking gesteld. We raden echter aan dat je
zelf een onderwerp kiest in functie van jouw interesses. Dit kan zowel een
theoretische als een praktische studie (een bedrijfsproject) zijn.
8.
AFSTUDEERRICHTING INTERNATIONALE BETREKKINGEN
8.1.
Persoonlijke interessesfeer
Deze specialisatie richt zich tot studenten die geboeid zijn door de internationale
dimensie van het economische leven. Zij hebben een uitgesproken interesse in
Belgische ondernemingen met internationale activiteiten of in de talrijke
internationale instellingen.
8.2.
Verantwoording van de programmaopbouw
De toenemende internationalisering van het economische leven leidt steeds
meer tot de aanwerving van afgestudeerden in de Handelswetenschappen die
tijdens hun (master)opleiding een ruim inzicht in het internationale gebeuren
hebben opgebouwd. Bij de keuze van de specialisatievakken wordt dan ook geen
enkele internationale dimensie verwaarloosd. Uniek aan de afstudeerrichting is
dat ze op drie pijlers gestoeld is: een economische pijler (wat is de economische
omgeving waarin een internationale onderneming opereert?), een business pijler
(hoe opereert de internationale onderneming in deze omgeving?) en een
politiek-juridische pijler (met welke politieke en juridische elementen dient een
internationale onderneming rekening te houden?).
Vanzelfsprekend wordt ruime aandacht besteed aan het internationale
zakenwezen. Een land als België leeft immers van zijn buitenlandse handel.
Ruim twee derde van onze totale productie wordt uitgevoerd. Bovendien wordt
het Belgische bedrijfsleven als gevolg van een vrijere internationale handel
geconfronteerd met een toenemende buitenlandse concurrentie. Daarom is het
van groot belang om de strategieën van de multinationale ondernemingen te
analyseren, zowel vanuit een theoretisch kader – wat bepaalt de
locatiebeslissingen van bedrijven – (Socio-economic Geography) als vanuit de
praktijk (Internationaal management). Daarnaast wordt de commerciële functie
van een onderneming met buitenlandse activiteiten geanalyseerd aan de hand
van een uitvoerig praktijkwerk (Internationaal zakenwezen en Strategie).
De studie van export- of importondernemingen beperkt zich niet tot de
internationale management- en marketingtechnieken. Ook een grondige kennis
van de overheidsdiensten die optreden bij de bevordering van de buitenlandse
handel is vereist, evenals kennis van de technieken die aangewend worden bij
de financiering van de buitenlandse handel (Internationaal financieel
management).
Indien een onderneming een investering in het buitenland overweegt of indien
zij nieuwe exportmarkten wil veroveren, volstaat het niet om alleen de aspecten
van management, marketing en financiering te beschouwen. Zij moet ook
nagaan welke protectionistische maatregelen getroffen zijn door de andere
landen (bv. het buitenlandse handelsbeleid van de VS). Ook de opvolging van de
besprekingen in de schoot van de Wereldhandelsorganisatie is van belang: deze
instelling heeft immers tot doel de internationale handelsbelemmeringen af te
bouwen, zodat ondernemingen nieuwe mogelijkheden geboden krijgen
(Internationaal handelsbeleid). Een grondige kennis in de financiële wereld
waarin een onderneming opereert, is eveneens onontbeerlijk (Internationale
monetaire economie).
Een andere belangrijke schakel van de economische pijler uit de
specialisatierichting heeft betrekking op het sociaal-economische beleid dat door
Europese en niet-Europese landen wordt gevoerd. Wat zijn de gevolgen van het
overheidsbeleid voor de tewerkstelling, voor de betalingsbalans en voor de
munt? Je leert het gevoerde beleid evalueren aan de hand van
praktijkoefeningen en discussie (Internationale sociaal-economische analyse).
Het Europese beleid heeft vele dimensies, veelal met een economische inslag.
Een gedetailleerde, economische analyse van een specifiek beleidsdomein, met
toepassing op een concrete bedrijfssituatie, een specifiek land of sector verdiept
je algemene kennis over het Europese beleid. Deze analyse wordt uitgevoerd als
groepswerk, met aandacht voor zowel de onderliggende theoretische
economische aspecten als voor de omstandigheden in de praktijk (Applied
European Policy).
Naast de economische aspecten van het internationale gebeuren is ook vorming
over de politieke en juridische kenmerken van belang. Zo wordt de recente
politieke en economische geschiedenis van Europa tijdens de twintigste eeuw
belicht. Hierbij besteden we uitgebreide aandacht aan de politieke en
economische integratie na de Tweede Wereldoorlog (History of European
Integration).
Bovendien gebeuren internationale bedrijfsactiviteiten niet in een vacuüm. Het is
belangrijk de internationale context te kennen waarin bedrijven opereren. Wie
zijn de voornaamste actoren? Wat is de rol van internationale organisaties? Wat
bepaalt of staten met elkaar in conflict raken of, integendeel, gaan samenwerken
en internationale rechtsregels vastleggen? (Inleiding tot de internationale
relaties).
Bij het verkennen van buitenlandse markten moet je tenslotte ook rekening
houden met het nationale en Europese rechtssysteem omdat dit een belangrijke
invloed heeft op de economische prestatie van een land. Daarom is het relevant
om de rechtssystemen van economisch zeer goed presterende landen, zoals
Duitsland, Zwitserland en de VS, te analyseren en kennis te verwerven van o.a.
het Europese mededingingsrecht en internationale geschillenbeslechting. Gezien
de toenemende internationalisering van het bedrijfsleven kunnen bovendien
juridische problemen ontstaan die de exclusieve sfeer van de nationale staat
overstijgen. Het is dan van belang te bepalen welke wetgeving van toepassing is
op de private ondernemingen (Inleiding tot het internationale en Europese recht
en Capita Selecta van het internationale en Europese recht).
8.3.
Vakken
Bachelor Internationale Betrekkingen
Inleiding tot internationale relaties (3SP)
Internationale sociaal-economische analyse (3SP)
History of European Integration (3SP)
Introduction to international and European law (3SP)
Master Internationale Betrekkingen
Kwantitatieve methoden (3SP)
Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP)
Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP)
Keuzevak: Economie en International Business (3SP)
Internationaal Management (3SP)
Applied European Policy (5SP)
Capita Selecta van intern. en Eur. Recht (5SP)
Internationale monetaire economie (3SP)
Socio-economic geography (3SP)
Management van wisselkoersrisico’s (3SP)
Internationaal handelsbeleid (3SP)
Internationaal zakenwezen en strategie (5SP)
Masterproef (18SP)
8.4.
Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten
In principe kunnen alle schakelstudenten deze afstudeerrichting aanvatten.
8.5.
Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling
De afstudeerrichting Internationale Betrekkingen biedt een specifieke opleiding
aan al wie een beroepsactiviteit beoogt in het buitenland, in internationale
organisaties en ondernemingen of in Belgische ondernemingen met
internationale activiteiten. Maar ook wanneer je een dergelijke loopbaan niet
direct voor ogen hebt, vind je in de richting Internationale Betrekkingen een
polyvalente vorming die je toegang verschaft tot een brede waaier van
toekomstmogelijkheden. Je kunt overigens stellen dat de uitoefening van
leidinggevende functies in uiteenlopende sectoren een scherp inzicht in het
internationaal economisch en politiek gebeuren vergt. Het is dan ook duidelijk
dat de keuze voor de specialisatierichting Internationale Betrekkingen dikwijls
minder bepaald wordt door de gerichtheid op een welbepaalde functie, dan wel
door eigen aanleg of belangstelling voor de internationale aspecten van het
economische leven.
Een opvallend kenmerk van de specialisatierichting Internationale Betrekkingen
is de diversiteit aan functies die door de afgestudeerden worden uitgeoefend.
Slechts een kleine minderheid onder hen vind je terug in multinationale
ondernemingen of in internationale organisaties. De meesten blijven werkzaam
in Belgische ondernemingen en instellingen. Uiteraard zijn vele van deze
ondernemingen KMO’s die gericht zijn op buitenlandse handel. In de openbare
sector oefent het onderwijs een sterke aantrekkingskracht uit, maar evenveel
afgestudeerden geven de voorkeur aan een betrekking in de private sector: je
vindt ze even sterk vertegenwoordigd in bankbedrijven als in commerciële en
industriële ondernemingen.
Uiteraard biedt de afstudeerrichting Internationale Betrekkingen de meest
aangewezen voorbereiding voor wie een internationale loopbaan beoogt en voor
diegenen die in KMO’s zullen werken met buitenlandse handelsactiviteiten.
8.6.
Persoonlijkheidskenmerken
Een brede maatschappelijke visie, een levendige buitenlandse belangstelling en
een sterke interesse voor talen zijn pluspunten.
8.7.
Aard van de masterproef
Steeds meer studenten beseffen dat de realisatie van een diepgaande en
praktijkgerichte masterproef (of bedrijfsproject) de kansen op een boeiende job
verhoogt. Veel van de masterproeven richten zich dan ook op een specifieke
dimensie van het internationaal economisch gebeuren: een buitenlandse
marktstudie is een veel voorkomende keuze.
Er zijn echter zeker evenveel studenten die opteren voor een klassieke
masterproef waarbij vaak een bepaald land, een bepaalde sector of een
bepaalde internationale gebeurtenis onder de loep wordt genomen.
9.
AFSTUDEERRICHTING MARKETING MANAGEMENT
9.1.
Persoonlijke interessesfeer
De wereld waarin profit- en non-profitorganisaties actief zijn, wordt meer en
meer gekenmerkt door hyperconcurrentie alsook voortdurend veranderende
behoeften en wensen van de markt. Een dergelijke dynamische marktomgeving
beïnvloedt in sterke mate het management van organisaties en ondernemingen.
In deze situaties staat een marketeer voor de ultieme uitdaging. Hij of zij moet
namelijk de nodige kennis en vaardigheden verwerven om continu veranderende
marktprocessen te vertalen naar interne strategische keuzes en beleidsopties om
zo een succesvolle onderneming te creëren. Een goede marketeer is niet alleen
efficiënt en effectief, maar beschikt ook over een goede dosis aan visie,
ondernemerschap, aanpassings- en reactievermogen.
Marketing Management behelst een bedrijfsbrede visie. Het gaat om het
ontwikkelen van een strategisch beleid met input van en output voor alle
bedrijfsdomeinen. Marktgericht denken is dus meer dan het ontwikkelen van een
goede campagne. Het gaat weldegelijk om het geven van richting aan de hele
organisatie. De marketingafdeling analyseert en segmenteert de markt grondig,
selecteert op basis van deze kennis interessante doelgroepen, en brengt de
behoeften en eisen van deze doelgroepen in kaart. Om aan deze behoeften en
eisen tegemoet te komen, ontwerpen en stellen marketeers de juiste
productportfolio’s, service en marketingprogramma’s samen. Marketeers dragen
ook bij tot het succes van een onderneming door het uitdenken van de juiste
positionering en een doordacht communicatiebeleid naar de gekozen
doelgroepen. Bovendien werken marketeers mee aan de communicatie naar
werknemers en andere stakeholders, en creëren ze een aantrekkelijk imago voor
de onderneming. Kortom, marketing is essentieel voor de gehele organisatie en
haar strategische keuzes!
De afstudeerrichting Marketing Management richt zich op het bijbrengen van
kennis en vaardigheden die studenten in staat stellen om de professionele
marketingactiviteiten te managen en aan te sturen.
9.2.
Verantwoording van de programmaopbouw
Zoals reeds eerder aangehaald is marketing geen geïsoleerde bedrijfsfunctie.
Integendeel, marktgericht denken geeft richting aan en is essentieel voor de
gehele organisatie. Deze visie vormt dan ook het uitgangspunt voor de
samenstelling van het studieprogramma voor de afstudeerrichting Marketing
Management.
Kenmerkend voor de opleiding is dus de brede invalshoek bij het aanreiken van
de nodige kennis en vaardigheden die een marketeer zich eigen dient te maken.
Een multidisciplinaire team aan breed georiënteerde docenten dompelt je met
plezier onder in de boeiend wereld van Marketing Management. Docenten, met
zowel een academische als praktische achtergrond, hechten daarbij veel belang
aan de relatie tussen theorie en praktijk. Het gaat dus niet alleen om het
verwerven van theoretische kennis, maar ook om het aanreiken van
vaardigheden die je in staat stellen om die kennis om te zetten in de praktijk.
Tijdens inhoudsrijke colleges leer je kennis interpreteren, verbanden leggen
tussen de diverse bouwstenen en de soms al opgedane praktijkervaring (als
consument, klant, jobstudent, ...) met de studie combineren. Docenten voorzien
daarbij niet alleen in hoorcolleges, maar verzorgen ook interactieve sessies,
waarin pro-activiteit bij studenten centraal staat. Tijdens het masterjaar
Marketing Management wordt er dus veel belang gehecht aan interactie met en
tussen studenten, alsook het verwerven van de nodige theoretische en
praktische competenties binnen het marketingdomein. Logischerwijs raak je
tijdens dit masterjaar vertrouwd met de nieuwste ontwikkelingen op vlak van
marketinginzichten en de beroepspraktijk. Tijdens de opleiding Marketing
Management staan we daarbij ook uitgebreid stil bij duurzame evoluties in de
marketingwereld, zoals digitalisering, belang van sociale media, …
In het leerproces van de afstudeerrichting Marketing Management ligt het accent
op leren, trainen en vormen. Drie persoonlijke eigenschappen, die tijdens de
opleiding verder kunnen ontwikkeld worden, staan hierbij centraal: analytisch
inzicht, strategisch inzicht en communicatief vermogen.
Marketing Management maakt als opstart in de 3e bachelor fase inherent deel
uit van de oriëntatierichting Algemeen Management (met tevens aandacht voor
raakvlakken met human resources, R&D, logistiek en financieel beleid). In het
masterjaar wordt de marketingdiscipline verder uitgediept.
Binnen het programma van de afstudeerrichting Marketing Management zit dit
specifieke karakter van de opleiding vervat in:
•
het toepassingsgebonden karakter
In het masterjaar wordt er aandacht besteed aan verschillende specifieke
toepassingsgebieden van marketing, zoals bijvoorbeeld business- versus
consumentenmarkten, producten versus diensten, nationale versus
internationale markten en de profit versus non-profit markt.
•
het managementkarakter
Het verwerven van de nodige theoretische kennis is onontbeerlijk. Echter,
in de opleiding hechten we ook heel veel belang aan enkele specifieke
vaardigheden, naast het bijbrengen van deze kennis. Zo is er aandacht
voor managementcompetenties, waaronder het kunnen detecteren en
oplossen van marketingproblemen, en het aanwenden van de nodige dosis
creativiteit en innovatie bij het benaderen van specifieke cases en
problemen.
•
het analytische karakter
Om inzicht te krijgen in de markt en de eigen organisatie, en ultiem tot
gefundeerde managementbeslissingen te komen, is het hanteren van de
juiste onderzoeksmethodologie onontbeerlijk. Daarom focust deze
opleiding onder meer op het voeren van degelijk onderzoek. Dergelijke
onderzoeksvaardigheden kunnen voor verschillende
marketingtoepassingen aangewend worden.
•
het communicatief karakter
Het uitbouwen van een marketingstrategie staat of valt met de manier
waarop deze strategie zowel intern als extern gecommuniceerd wordt. Dit
communicatieve aspect wordt ook grondig behandeld in de opleiding.
Kortom, de opleiding Marketing Management omvat een zeer praktijkgericht
programma (uiteraard met oog voor de nodige theoretische kennis) waarin op
een academisch verantwoorde manier marketingconcepten worden toegepast in
concrete situaties.
9.3.
Vakken
Bachelor Marketing Management
Bedrijfsproject: bedrijfsopdracht of Business plan of IBeO (3SP)
Interne marketing (3SP)
Sales Management (3SP)
Marketingplanning (3SP)
Master Marketing Management
Kwantitatieve methoden (3SP)
Economie en ethiek m.i.v. RZL (3SP)
Keuzevak: bedrijfswetenschappen (3SP)
Keuzevak: Economie en International Business (3SP)
Actuele topics in marketing (3SP)
Consumentengedrag (3SP)
Strategische marketing (3SP)
Advanced Marketing Topics II (3SP)
Advanced Marketing Topics I (3SP)
Marketingcommunicatie (6SP)
Marktonderzoek (6SP)
Advanced Consumer Behaviour (3SP)
Masterproef (18SP)
9.4.
Speciale aandachtspunten voor schakelstudenten
In principe kunnen alle schakelstudenten deze afstudeerrichting aanvatten. Een
basiscursus Marketing en Statistiek worden wel sterk aangeraden (bij het
ontbreken van een basisvak marketing en/of statistiek wordt er van de
studenten verwacht om zich via zelfstudie een aantal basisconcepten eigen te
maken). De docenten kunnen de studenten in dit geval verwijzen naar een
aantal goede en toegankelijke boeken.
9.5.
Toekomstmogelijkheden en tewerkstelling
Afgestudeerden met een degelijke marketingkennis, marketingmethodiek en
marketing spirit zijn zeer gegeerd op de arbeidsmarkt. Zo kan men als
afgestudeerde terecht in heel wat boeiende marketingjobs, zoals product
manager, medewerker in een marktonderzoeksteam, en begeleider van
salesteams, verantwoordelijke voor marketingplanning, en medewerker in een
reclame-, advies- en onderzoeksbureau. De afstudeerrichting Marketing
Management zorgt voor een goede algemene vorming welke afgestudeerden na
verloop van tijd in staat stelt om verantwoordelijkheid op te nemen in meer
strategische functies binnen zowel kleine, middelgrote als grote ondernemingen.
Ook niet-commerciële organisaties lanceren meer en meer marketingvacatures
aangezien ook deze organisaties baat hebben bij het uitbouwen van een
klantgericht beleid.
9.6.
Persoonlijkheidskenmerken
Een goede marketeer beschikt over een brede interesse, een vermogen tot
grondige analyse, een open geest en een pak creatieve en sociale vaardigheden.
Uiteraard wordt binnen de opleiding de nodige aandacht besteed aan het verder
ontwikkelen van deze kenmerken.
9.7.
Aard van de masterproef
In de masterproef kan je een breed gamma aan onderwerpen behandelen.
Hieronder vind je enkele mogelijke masterproefonderwerpen terug. Let wel, deze
lijst vormt enkel een indicatie, en is zeker niet exhaustief.
•
•
•
•
Klantrelaties opbouwen: klanttevredenheid, kwaliteit, waarde en service,
Analyse en evaluatie van het consumentengedrag: onderzoeken hoe
culturele, sociale, persoonlijke en/of psychologische kenmerken het
consumentengedrag kunnen beïnvloeden,
Ontwikkelen en evalueren van effectieve marketingcommunicatie,
Het bestuderen van ethische aspecten binnen de verschillende
marketinggebieden,
•
•
•
Nieuwe trends in marketingcommunicatie zoals online-marketing, direct
marketing en zoekmachinemarketing,
Marktsegmentatie, doelgroepkeuze en positionering,
Marktonderzoek en marktinformatiesystemen.
Bovendien hebben veel masterproeven een heel sterke marketing invalshoek.
Denk maar aan de vele bedrijfsprojecten of IBeO-projecten. De kennis en
vaardigheden die je tijdens het masterjaar marketing opbouwt zijn dan ook een
absolute troef om dergelijke projecten aan te vatten en succesvol af te ronden.
Download