fransetman.nl Bruto binnenlands product Productie bedrijven

advertisement
Bruto binnenlands product
Productie bedrijven
Binnenlands = nationaal
Productie overheid
Subjectieve methode: tel alle waarden geproduceerde producten op
Individuele goederen
Omzet
Inkoop van grond- en hulpstoffen Bruto toegevoegde waarde
AfschrijvingenNetto toegevoegde waarde =
Beloningen (ingezette) productiefactoren
Afschrijvingen = waardevermindering vaste kapitaalgoederen
(aanschafbedrag – restbedrag)/aantal jaren
Alleen voor machines en zo!!
Bruto toegevoegde waarde
AfschrijvenNetto toegevoegde waarde
Netto toegevoegde waarde = Collectieve
goederen = ambtenarensalarissen
(weet niet wie het consumeert; gebruik door de een niet ten
koste gebruik door ander)
Inkoop= alleen goederen die gebruikt worden, diensten door derde
(schoonmaak door andere bedrijven, boekhouding door andere bedrijven)
fransetman.nl
Netto nationaal inkomen
Bedrijven
Overheid
Inkomens uitgekeerd aan inzette productiefactoren
Loon, rente, pacht, huur, winst
Inkomens uitgekeerd aan inzette productiefactoren
loon
De objectieve methode: alle inkomens optellen
Netto nationaal inkomen = netto binnenlands product
Bruto nationaal inkomen = bruto binnenlands product
Bestedingen optellen: bestedingsmethode
fransetman.nl
Standaardmodel
Bedrijven hebben Y, geeft aan gezinnen
Gezinnen:
Consumeren, belastingen, sparen
Bedrijven lenen geld om te investeren
Krijgen betaald voor de goederen
Consumptie
Investeringsgoederen
Overheidsbestedingen
Export
Import
Overheid krijgt geld van de gezinnen
(belastingen) en geeft geld aan
bedrijven (overheidsbestedingen)
Leent geld wat ze tekort komt
Buitenland
Betaalt voor onze export
Krijgt voor onze import
Kringloop: dus alle telt op tot nul
Alle saldi zijn nul!!
(S-I) – (O-B) – (E-M)= 0
(S-I) – (O-B) = (E-M)
(S-I) + (B -O) = (E-M)
(S-I) particulier spaarsaldo
(O-B) begrotingstekort
(B -O) begrotingssaldo
(E-M) = saldo op de lopende rekening
(van de betalingsbalans)
(S-I) – (O-B) nationaal spaarsaldo
(E-M) even groot als nat spaarsaldo
C + I + O = nationale bestedingen
Y = C + I + O + E- M
Financiële instellingen
Trekt spaargeld aan
en leent uit aan wie het nodig heeft
fransetman.nl
Veronderstellingen / uitbreidingen
Belasting alleen door gezinnen / ook bedrijven betalen (indirecte) belasting
Gezinnen krijgen geen uitkeringen / gezinnen krijgen wel uitkeringen
Bedrijven lenen geld investeringen / bedrijven investeren uit winst
Bedrijven handelen met buitenland / overheid + gezinnen doen aan export en import
Tegenover de
geldstromen
(monetaire kringloop)
staan productiefactoren
en goederen
fransetman.nl
Welvaart
De mate van behoeftebevrediging met schaarse goederen
Welvaart in enge zin
Productiegroei: BBP
Domein D Markt
Consumenten- en
producentensurplus
Welvaart in ruime zin
Productiegroei (BBP)
Negatief externe effecten (milieuvervuiling, arbeidsomstandigheden, vrije tijd)
Positief externe effecten (stilte)
BBP geen goede maatstaf
Inflatie: Reëel BBP
Bevolkingsomvang: BBP per hoofd van de bevolking
Inflatie en bevolkingsomvang: reële bbp per hoofd
Zwart werk (betaald, maar niet opgegeven aan de belasting)
Grijs werk (onbetaald)
(BBP is wit werk)
fransetman.nl
Download