KIES ERVOOR OM ALLEEN OP DE HEER TE VERTROUWEN

advertisement
Kies ervoor om alleen op de HEER te vertrouwen
Preek over 1 Koningen 18:21,37
lezen: 1 Koningen 18:16-46
Lelystad, Biddag 8 maart 2006
R.J.Vreugdenhil
KIES ERVOOR OM ALLEEN OP DE HEER TE VERTROUWEN
1. De HEER vraagt je om een keus
2. De Heer brengt je bij de goede keus
Op wie vertrouw je: op de HEER, de God van Abraham, Isaak en Israël, òf op Baäl, de
god van koningin Izebel uit Sidon?
Wie is de God van wie je alles verwacht?
Het volk moest nu maar eens kiezen.
Dat was geen keus waar ze nog wel een jaartje over na konden denken.
Wij hebben dat nog wel eens. Dat je bijvoorbeeld iets hoort in een preek, het raakt je,
je weet dat het over jou gaat, en je denkt: daar moet ik maar eens over nadenken.
Jongelui hebben het ook wel: ze laten God niet los, maar ze weten ook niet of ze wel
echt voor Hem kiezen.
Zo’n keus schuif je dan soms maar voor je uit.
Maar God laat aan Israël merken: die keus kun je niet voor je uit schuiven.
Hij maakt er op dat moment echt een levensvraag van voor Israël.
Want het heeft nu al drie jaar niet geregend.
Dat is een ramp. Want dat land is helemaal afhankelijk van de regen. Alles is
uitgedroogd, oogsten mislukken. In vers 5staat dat er zelfs geen gras meer te vinden is
voor de paarden en de muildieren.
Alles is een droge, stoffige bende.
Dat betekent honger, armoede. Mensen gaan dood van de honger.
Reken maar dat de gewone Israëliet het vreselijk moeilijk gehad heeft.
Wat zal er gebeden zijn. Biddagen voor gewas en arbeid.
Maar de vraag was dan wel: tot wie ging je bidden?
Verwacht je het van de HEER, de God van Israël?
Of ga je ook offeren aan Baäl? En Baäl was de god van de vruchtbaarheid. De god van
regen en onweer. Reken maar dat heel veel Israëlieten ook gebeden en geofferd
hebben voor Baäl. Juist omdat het zo lang droog was. Omdat er niets meer groeide.
Want dan moest je juist bij Baäl zijn - zei men.
Hoe langer die droogte duurde, hoe meer het er op aan kwam.
Het werd echt een levensvraag: wie is de echte God? Wie kan hen redden van de
ondergang? Zo kan het niet langer. Ze moeten het nu echt weten!
Door die jarenlange droogte zet de HERE hen heel duidelijk voor die vraag.
1
Dat is weer typisch het Oude Testament: de HERE maakt dingen duidelijk door het
heel zichtbaar te maken, voelbaar.
En als ze het nog niet doorhebben, helpt Elia hen er wel bij.
Hij zegt tegen dat volk op de Karmel: hoe lang blijft u nog op twee gedachten hinken?
Hoe lang blijf je op twee paarden wedden?
Bidden tot de HEER, de God van Israël, maar ondertussen ook knielen voor Baäl, die
vruchtbaarheidsgod. Dat kan niet.
Je kunt niet èn...èn.
Je moet nu kiezen: òf de HEER òf Baäl!
De HEER wil dat je alles van Hem verwacht.
Dat is een lijn in de hele bijbel: de HERE God wil zijn plek niet delen met een ander.
Hij wil dat je op Hem vertrouwt en dan niet tegelijk ook net zo goed vertrouwen op je
geld, op de economie, op wat dan ook.
Jezus Christus zegt dat ook, in Matteus 6:24. Niemand kan twee heren dienen. Jullie
kunnen niet God dienen én de mammon, het geld.
En let dan op Jezus direct er achteraan zegt: daarom, maak je geen zorgen over jezelf
en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult
aantrekken.
Dus: alleen op God vertrouwen en niet op de mammon, en daarom niet bezorgd zijn,
niet je bezorgd afvragen wat er binnenkort op je loonstrookje staat, of je de hypotheek
nog wel voldoende kunt aflossen, of je de auto kunt blijven betalen, of de
zorgverzekering niet al te duur uitpakt enzovoort.
Want (vers 31) je bezorgd afvragen ‘wat zullen we eten’ of ‘wat zullen we drinken’ of
‘waarmee zullen we ons kleden’ - dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen.
Dat is: Baäl dienen, de mammon dienen.
Dan zet je God en dingen van het geld enzovoort naast elkaar.
Dan hink je op twee gedachten.
En de HEER wil dat je kiest.
Ook wij vandaag. Heel praktisch, aan het begin van een landbouwseizoen. We denken
na over ‘gewas en arbeid’, over aardappels, graan, koeien en kippen. Over de
economie, over arbeidsplaatsen en CAO-onderhandelingen. Over gezondheid om te
werken en over uitkeringen die op tijd betaald worden.
De vraag is ook aan ons: op wie vertrouw je?
Vertrouw je echt helemaal alleen op de HEER en ben je niet bezorgd over al die
dingen. Of blijf je toch altijd weer je zorgen maken en wil je voldoende zekerheid over
je leven, los van God.
De Heer wil een keus.
In het Oude Testament dwong Hij tot een keus, door die lange droogte.
Dat doet Hij zo bij ons niet.
Maar Hij zet ons wel voor diezelfde keus.
Nog wel scherper dan toen, door die woorden van zijn zoon Jezus: vraag je zelfs niet
bezorgd af ‘heb ik straks nog wel genoeg’- dat zijn dingen die de heidenen najagen.
2
Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en vertrouw op de
HEER dat Hij je al die andere dingen er bij zal geven, zoveel als Hij nodig vindt.
Kies je ervoor om daarin alleen op Hem te vertrouwen, ja of nee?
2 KIES ERVOOR OM ALLEEN OP DE HEER TE VERTROUWEN
1. De HEER vraagt je om een keus
2. De Heer brengt je bij de goede keus
Terug naar de Karmel.
De HEER wil dat het volk - en ook koning Achab - nu echt kiest.
Daarvoor gaf Hij die drie jaar droogte. Hij dwingt ze om te kiezen.
Maar het bijzondere is: Elia doet meer dan simpel die vraag aan hen voorleggen.
Dat had ook gekund.
Vers 21, hoe lang blijft u nog op twee gedachten hinken? Kies nu: de HEER of Baäl.
En de Israëlieten zeiden niets.
Toen had Elia ze kunnen dwingen. Nu kiezen! Kies je voor de HEER, dan kom je nu
bij mij staan, kies je voor Baäl dan ga je nu daar staan.
Maar dat doet hij niet.
Elia gaat ze eerst toch nog een keer helpen om te kiezen.
Hij zegt zelf: dat doet hij in opdracht van God (vs.36).
De HEER zelf gaat er voor zorgen dat zijn volk de goede keus maakt.
Dat hele gedoe met die twee altaren is niet om de HERE de gelegenheid te geven om
te bewijzen dat Hij echt God is. Het is niet een soort wedstrijd tussen twee goden - en
laten we maar eens zien wie de sterkste is...
Dat hele gedoe gebeurt alleen maar om het volk Israël tot de goede keus te brengen.
Dat had niet nodig hoeven zijn, maar de HEER wil hen op deze manier nog weer een
keer helpen.
Vers 37: dan zal dit volk beseffen dat u, HEER, God bent en dat u het bent die hen tot
inkeer brengt. De HEER brengt hen bij de goede keus.
Ze hadden al lang die keus zelf kunnen maken, maar de HEER maakt het hen nog eens
duidelijk. Heel duidelijk. Spectaculair. Een knallende bliksem.
Dan kunnen ze niet anders. Ze vallen op hun knieën en maken de enige goede keus: de
HEER is God, de HEER is God!
Nu moeten al die Israëlieten naar huis, en hard aan het werk, want het gaat straks
keihard regenen. En dan moeten ze in hun hoofd meenemen wat ze hier gezien hebben.
Als ze dan op het land bezig zijn, niet alleen morgen maar ook volgend jaar, dan
moeten ze hier aan denken.
Als ze gaan zaaien, als ze met het vee bezig zijn, wat ze ook doen: weten dat de HEER
alleen God is. Hij heeft het hun laten zien. Daar moeten ze maar steeds aan denken en
dan alleen op Hem vertrouwen. Nee, niet denken aan Baäl. Niet stiekem iets aan hem
offeren als het weer een tijd lang droog is. Vertrouwen op de HEER en alles van Hem
verwachten.
Want Hij heeft laten zien dat je alleen op Hem vertrouwen kunt!
3
Zou het voor ons misschien ook nodig zijn, zoiets heel zichtbaars?
Wij moeten het ook steeds weer leren: vertrouwen op de HEER en ons verder geen
zorgen maken. Dat is moeilijk! Kregen wij ook maar zoiets te zien als die
blikseminslag op de Karmel.
Maar God heeft iets laten zien!
Het kruis van Jezus Christus.
Daar liet God zijn liefde zien.
En Paulus schrijft in Romeinen 8:32: Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard,
maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken?
De liefde van God die Hij heeft laten zien in het kruis van Jezus Christus, is dat niet
genoeg reden om alleen op Hem te vertrouwen?
Denk steeds aan het kruis van Jezus Christus. De liefde van God voor u, voor jou.
Zet die bovenaan in je gedachten.
Kies ervoor om die het belangrijkste te vinden.
Dan kun je leren vertrouwen. Dan kun je leren loslaten.
Bezorgd zijn om je baan, je schoolopleiding, je gezondheid; vol zitten met zorg om je
kinderen, om de keuzes die zij maken, enzovoort... je mag het leren loslaten.
Je mag leren vertrouwen: ook als ik met sommige dingen in moet leveren, als ik
teleurstellingen krijg, als dingen anders gaan dan ik zou willen - dan nog: God zorgt
voor me.
God heeft in het kruis van Christus laten zien hoeveel Hij je liefheeft.
Als Hij je zo liefheeft, vertrouw maar dat Hij ook verder voor je zal zorgen!
Zo mogen we vanavond bidden.
Ik heb bij het maken van de preek gedacht: moeten we dan eigenlijk nog wel bidden.
Want in ons gebed gaan we juist weer zoveel dingen noemen waar we voor ons gevoel
echt van afhankelijk zijn. We bidden om eten, drinken en kleren, om voldoende
inkomen, gezondheid om te werken enzovoort. Zijn we dan toch weer niet bezig als de
heidenen, zoals Jezus zegt?
Dat gevaar is er. Je kunt biddag heel belangrijk vinden, omdat je de dingen waar je
voor bidt, zo belangrijk vindt. Dan ben je verkeerd bezig.
Toch gaan we bidden. De HEER wil dat we naar Hem uitspreken dat we in alles van
Hem afhankelijk zijn. We mogen vragen om eten, drinken, kleren enzovoort.
Maar vooral uitspreken: we vertrouwen op U dat U wel voor ons zorgt.
AMEN
Gezongen o.a.
Lied 479
Psalm 52: 4,5
NG 88
Lied 444
Psalm 147: 3, 4, 6
4
Download