Joint crisis plans for people with psychosis: economic evaluation of a randomised controlled trial (abstract) Chris Flood, Sarah Byford, Claire Henderson, Morvan Leese, Graham Thornicroft, Kim Sutherby and George Szmukler Originele publicatie in het British Medical Journal in augustus 2006 Nederlandse samenvatting van het onderzoek door Renée Smulders Gezamenlijke crisisplannen voor mensen met een psychose: beoordeling van de kosten binnen een vergelijkend onderzoek Doel: Meten van de kosteneffectiviteit van gezamenlijke crisisplannen. Onderzoeksmethode: Gerandomiseerd (loting in onderzoeks- of controlegroep) Setting: 8 GGZ teams in Zuid Engeland. Onderzoeksgroep: 160 mensen met een diagnose psychotische stoornis of een bipolaire stoornis, die ten minste één keer waren opgenomen in de voorgaande twee jaar. Interventie: Gezamenlijk crisisplan opgesteld door de patiënt, zorgcoördinator, psychiater en projectmedewerker. Het plan bevat contactinformatie, details over de stoornis, behandelingen, signalen bij terugval, en uitgewerkte uitspraken over voorkeur van behandelingen bij een toekomstige terugval. De controlegroep kreeg de standaard informatie van de instelling. Belangrijkste uitkomstmaat: Opname, over een periode van 15 maanden. Resultaten: Gebruik van een gezamenlijk crisisplan leidt tot minder zorggebruik en lagere gemiddelde kosten dan bij de controlegroep, maar de verschillen waren niet significant. Totale kosten gedurende de onderzoeksperiode bedroegen £7264 (€10 610, §13 560) voor mensen met een crisisplan, en £8359 (€12 217, §15 609) voor mensen uit de controlegroep. Secundaire analyse wijst uit dat er meer dan 78 % kans is dat gezamenlijke crisisplannen meer kosteneffectief zijn dan standaard procedures van de instelling bij het terugdringen van het aantal opnames. Conclusie: Gezamenlijke crisisplannen leidden tot een (niet significante) afname van opnames en totale kosten. Secundaire analyse wijst uit dat er grote kans is dat crisisplannen meer kosteneffectief zijn dan standaard instellingsprocedures. Inleiding Veel mensen met de diagnose psychotische stoornis hebben hoge terugvalcijfers, die kunnen leiden tot veel opnames in intramurale settings. Dit kan zowel belastend zijn voor deze mensen als kostbaar voor de samenleving. In 1998 berekenden Patel en Knapp de jaarlijkse kosten van GGZ- en residentiële opname van mensen met schizofrenie en andere niet organische psychosen voor de Nationale Gezondheidsdienst van de UK: Gemiddeld £946 (€1382, §1766). Morris e.a. en Rice en Miller toonden aan dat 79 % van de directe kosten worden veroorzaakt door slechts 10% van de patiënten. Gezamenlijke crisisplannen richten zich op het beperken van de negatieve gevolgen van een terugval, inclusief opname, gebruik van dwang en de kosten die daarbij komen kijken. Het plan legt de voorkeuren voor behandeling van cliënten vast op het moment 1 dat ze zich relatief goed voelen. Het plan wordt gebruikt bij elke volgende crisis waarbij de cliënt mogelijk niet (goed) in staat is om zijn/haar voorkeuren aan te geven. Het doel is om overeenstemming te bereiken tussen de cliënt en het behandelend team door te onderhandelen en consensus op te bouwen, daarbij geholpen door een derde partij. Een gerandomiseerd onderzoek waarbij gezamenlijke crisisplannen werden vergeleken met een controlegroep van patiënten die alleen folders van de behandelende instelling kregen, toonde minder opnames aan (op de grens van significantie) en minder behandelingen (significant) in de groep mensen met een crisisplan. Hieronder doen we verslag van de resultaten van het vaststellen van de kosten binnen dit onderzoek. Methoden De methoden van dit onderzoek zijn elders uitgebreid beschreven. Deelnemers werden geworven in zeven verschillende GGZ teams in Londen en één in Kent. Geschikte patiënten hadden de diagnose psychotische stoornis en waren niet recent opgenomen, maar wel in de afgelopen twee jaar. Interventies Een intermediair, een ervaren GGZ professional die niet verbonden was aan de deelnemende GGZ teams en niet betrokken was bij de behandeling, coördineerde de ontwikkeling van het gezamenlijke crisisplan. Bij de eerste afspraak gaf de intermediair uitleg over de procedure aan de cliënt en de zorgcoördinator en besprak de mogelijke inhoud van het plan. De intermediair maakte vervolgens het plan af in een tweede afspraak met de cliënt, de zorgcoördinator en de psychiater. Ook voegde hij/zij contactinformatie, details van geestelijke en lichamelijke ziekten en hun behandeling, vroege signalen voor terugval en uitgewerkte uitspraken over de voorkeuren van behandeling bij terugval toe. Mensen die aangewezen waren door de cliënt, belangrijke lokale diensten en door de cliënt genoemde vrienden ontvingen een kopie van het plan. Cliënten uit de controlegroep ontvingen, naast de standaard behandeling, standaard folders over verschillende geestelijke stoornissen en hun medicatie, en informatie over lokale diensten, het opnamecentrum, klachtenprocedures en het inzagerecht. Tabel 1 Gemiddeld gebruik van diensten gedurende een follow-up periode van 15 maanden Dienst Crisisplan (n=80) Standaard (n=80) GGZ diensten Psychiatrische opname in dagen Ambulante GGZ contacten SPD verpleegkundige Psychiatrische dagbehandeling DAC’s 32.0 (73.0) 1.5 (2.0) 185.0 (292.0) 1.0 (9.0) 5.0 (25.0) 36.0 (69.0) 1.6 (2.0) 170.0 (292.0) 1.5 (12.0) 13.0 (38.0) Andere gezondheidsdiensten Niet-psychiatrische opname in dagen 18.0 (26.0) 2.5 (2,0) NB: Waarschijnlijk gaat het hier om opnames in somatische ziekenhuizen. Het grote verschil tussen onderzoeks- en controlegroep wordt in de tekst niet verklaard, RS. Ambulante niet-psychiatrische contacten 18.0 (47.0) 33.0 (89.0) Spoedeisende Hulp (niet-psychiatrisch) 0.1 (0.2) 0.2 (1.0) Spoedeisende Hulp (psychiatrisch) 0.1 (0.4) 0.2 (0.5) Huisarts 1.9 (4.0) 1.3 (2.0) Aantal voorgeschreven medicaties 1.9 (1.8) 1.7 (1.4) 2 Sociale diensten Maatschappelijk/sociaal werk, uren 32.0 (74.0) 138.0 (217.0) NB: In Engeland heeft de “Approved Social Worker”, en niet de psychiater, de belangrijkste rol bij het aanvragen van een dwangopname. Dat verklaart wellicht voor een deel het verschil tussen onderzoeks- en controlegroep. Met dank aan Wouter van de Graaf, RS. Justitiële hulpverlening Arrestaties Contacten met rechter Rechtszaken Contacten met politie Nachten in politiecel Nachten in gevangenis 0.1 0.3 0.0 0.5 0.1 0.2 (0.4) (1.3) (0.2) (1.2) (0.3) (1.4) 0.2 0.3 0.1 0.7 0.1 6.8 (0.9) (1.6) (0.7) (1.5) (0.4) (46.0) Uitkomsten Uitkomsten werden 15 maanden na toewijzing aan de onderzoeksgroepen vastgesteld. Kosten We stelden de kosten vast vanuit het perspectief van de dienstverleners. We keken ook naar de kosten van de cliënt en de zorgverlener (“out of pocket geld”). We verzamelden cijfers over zorggebruik uit interviews met patiënten aan de hand van een aangepaste standaard vragenlijst. Daarnaast gebruikten we data uit computersystemen van de onderzochte instellingen. We berekenden de kosten van een gezamenlijk crisisplan op basis van de tijd die intermediair en klinisch team nodig hadden om het te maken, en relevante overhead kosten. De kosten van de controlegroep werden berekend op basis van de inkoopprijs van de informatiefolders plus de kosten van de tijd die de intermediair nodig heeft om ze te verspreiden. We ontleenden kosteneenheden aan diverse vastgestelde berekeningsmodellen. Omdat de meeste mensen met een psychotische stoornis werkeloos zijn hebben we productiviteitsverlies als gevolg van ziekte niet meeberekend. Statistische analyse Noot van de vertaler: In dit stukje wordt de statistische analyse wetenschappelijk onderbouwd. Resultaten Patiënten 466 Patiënten participeerden in de vergelijking. 23 Patiënten voldeden niet aan de inclusiecriteria. Van de overige patiënten werd met 283 geen contact gelegd of ze zagen af van deelname aan het onderzoek. De overige 160 patiënten werden willekeurig toegewezen aan één van de twee groepen. Uitkomsten Psychiatrische opname was significant minder in de crisiskaart groep. Gedwongen opname in de crisiskaart groep was 13 %, bij de controlegroep was dat 27 %. 3 Gebruik van diensten Tabel 1 toont het gemiddelde aantal contacten dat patiënten hadden met alle onderzochte diensten gedurende 15 maanden. Patiënten met een crisisplan hadden minder psychiatrische opnames, ambulante contacten en spoedeisende hulp, gedwongen opnames, dagopname, contacten met maatschappelijk werk en justitiële contacten. De controlegroep had minder niet-psychiatrische opnames, en had minder contacten met de huisarts en de sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Er waren geen verschillen in ontvangst van sociale uitkeringen of ´out of pocket` uitgaven tussen de twee groepen. Kosten Het gemiddelde van de totale kosten per patiënt over een periode van 15 maanden was lager in de crisiskaart groep dan in de controlegroep; (respectievelijk £7264 (€10 616, §13 560) versus £8359 (€12 217, §15 609), maar het verschil was niet significant. Er waren ook geen significante verschillen in kosten van de zorg- en dienstverleners. Secundaire analyse Drempelanalyse wijst uit dat voor een significant verschil in kosten tussen de twee groepen nog een afname van 14 opnamedagen bij de crisiskaart groep nodig is. Analyse van de kosteneffectiviteit Het crisisplan was goedkoper en gemiddeld effectiever dan de standaard informatiefolders. Uit de analyse blijkt dat er minstens 78% kans is dat het crisisplan meer kosteneffectief is dan de standaard informatie bij het voorkómen van opname. Discussie Plannen voor crisisinterventies bij mensen met een psychotische stoornis blijken een kosteneffectieve methode om opname en dwangbehandeling te voorkomen. In deze studie waren er minder dwangopnames in de groep met een gezamenlijk crisisplan dan in de controlegroep die alleen standaard informatiemateriaal kreeg. Ook het totale opnamecijfer en de totale kosten waren lager in de crisisplangroep, maar deze verschillen waren niet significant. Nader onderzoek wijst uit dat er een kans is van minstens 78 % dat crisisplannen kosteneffectiever zijn dan de standaard informatie bij het terugdringen van de kans op opname. Bij een drempelanalyse bleek dit percentage nog altijd 67 %. Op de lange termijn zijn gezamenlijke crisisplannen niet bijzonder duur; de marginale kosten die een crisisplan met zich meebrengen zijn relatief laag. Echter, op de korte termijn vereist een crisisplan investering in het salaris van de betrokken intermediair. Deze investering moet gezien worden in relatie tot de kosteneffectiviteit van het crisisplan en het crisisplan als instrument bij het voorkomen van opnames. Eén van de beperkingen van deze studie was het ontbreken van een meetinstrument waarmee verandering van perspectief bij de patiënt kon worden bepaald. Het is echter redelijk om aan te nemen dat minder opnames, en dan vooral gedwongen opnames, een positief effect hebben op de kwaliteit van leven. Zulke perspectieven zouden in de toekomst nader onderzocht moeten worden. Onze bevindingen zijn van belang bij mogelijke herziening van de wetgeving op het gebied van de GGZ in Engeland. Een parlementaire commissie heeft gesteld dat de door de regering voorgestelde nieuwe wetgeving de burgerlijke vrijheid kan aantasten en te veel gericht is op dwang. Uitgebreide statements in de vorm van een crisisplan bieden de mogelijkheid om zowel dwang als kosten te verminderen. 4