Module 2 - De kracht van je stem

advertisement
Module 2
Democratie en rechtsstaat
3e graad
ASO - KSO - TSO
35
Mo
2
d ul e
Starten
Opzoeken
Weten
Extra
Doen
Afsluiten
een verkennende opdracht
die je op weg zet
wat je moet weten
oefeningen en opdrachten
die je aan het werk zetten
36
Democratie en rechtsstaat

vertelt waar je zelf bijkomende
informatie kunt vinden
bijkomende informatie, oefeningen en opdrachten
een samenvattende opdracht
op het eind van de module
waarin je kunt aantonen wat je
hebt opgestoken
Mo
2
d ul e
Inleiding
Als je alleen woont, richt je je leven in zoals je dat zelf verkiest. Je maakt deel uit van een
‘mini-samenleving’. En samenleven ver­­on­der­stelt regels. Zonder regels is een groep mensen
alleen maar een menig­te. Maar dan beginnen de proble­men. Wat willen we met die regels? Wat
moet er in die regels staan? Wie stelt ze op? Gelden ze voor iedereen? Wat gebeurt er met de
degenen die de regels overtreden? Ook het land waarin wij leven is geordend volgens regels:
rechtsregels. De aard van de rechtsregels hangt af van het land waarin je leeft. Wij leven in
een democratische rechtsstaat. In deze module kom je te weten wat een rechtsstaat is en wat
democratie precies inhoudt.
In deze module leer je over:
A
De democratische rechtsstaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
B
De Grondwet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
C
De scheiding der machten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
D
De rechterlijke macht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
E
Zonder persvrijheid geen democratische rechtsstaat . . . . . . . . . . . . . . . . 67
F
Dictatuur en democratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
G
Hoe democratisch ben ik? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
H
Samenvatting Module 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
2e, 3e, 4e graad
BSO
37
A
De democratische rechtsstaat
Starten
Vul de tekst in het ballonnetje hiernaast aan.
Stel je daarbij in de plaats van een van je
ouders, een van je leraren. Welk gevoel krijg
jijzelf als iemand je een bevel geeft zonder
dat te motiveren? En hoe zou je reageren?
Waarom vallen zulke uitspraken meestal niet
in goede aarde? Waarom protesteren kinderen tegen hun ouders of leraren, of jongeren
tegen hun vrienden als ze met dergelijke uitspraken worden geconfronteerd?
Ga nu in groepjes samenzitten en zoek een
aantal voorbeelden van zulke situaties die je
hebt meegemaakt thuis of in de klas of onder
vrienden. Hoe reageerde je in die situaties?
© ZAK
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
Beeld daarna zo een situatie uit in een rollenspel in twee versies:
●● je krijgt een autoritair bevel en je hebt geen inspraak;
●● je hebt inspraak en je probeert samen tot een afspraak te komen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
38
Democratie en rechtsstaat
A De democratische rechtsstaat
Doen
Ga nu terug in groepjes zitten. Welke van deze waarden zijn voor jou belangrijk op school?
●● alle leerlingen voelen zich veilig op school;
●● alle leerlingen voelen zich goed op school;
●● alle leerlingen krijgen gelijke kansen om te leren en te slagen;
●● alle leerlingen worden op dezelfde manier gestraft.
Hoe kun je die waarden concreet maken in het schoolreglement?
Denk eraan dat regels die positief zijn opgesteld, veel aangenamer klinken.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
Weten
Democratie – inspraak in het bestuur
De democratie bestaat nog niet zo lang. In de middeleeuwen had de adel
het hier voor het zeggen. Dat was een kleine groep en moest zijn
macht alleen delen met de kerk. Het overgrote deel van
de bevolking had totaal geen inspraak.
In de 18e eeuw werden de handelaars in de steden steeds rijker
en dus ook machtiger. In de 19e eeuw kende de industrie een
enorme bloei en kregen de eigenaars van de fabrieken steeds
meer rijkdom en macht. De adel moest beetje bij beetje de macht
uit handen geven.
Maar het bleef nog altijd een klein groepje
mensen die de regels bepaalde. Het overgrote deel van de bevolking – de gewone
werklieden, de arbeiders in de fabrieken, de boeren – had nog altijd niets te zeggen.
Toch verminderde stilaan ook de macht van de rijke burgerij en moest
ze die beginnen delen met andere bevolkingsgroepen. Het duurde
vele eeuwen en er ging een lange strijd aan vooraf, voordat (bijna) alle
groepen in de samenleving mee mochten beslissen over de regels en
het bestuur. Wie aan de macht was, deelde die namelijk niet graag met een
andere groep.
2e, 3e, 4e graad
BSO
39
De meeste mensen vinden dat de democratie het beste systeem is om de
bevolking invloed te geven op het bestuur en om zoveel mogelijk mensen
bij de politiek te betrekken. Wij leven in een democratie. Dat betekent dat
de inwoners van ons land inspraak hebben in het bestuur.
Hoe hebben de mensen dan inspraak?
Vanaf 18 jaar mogen Belgen gaan stemmen. Als ze
gaan stemmen, dan zeggen de kiezers daarmee wat
ze belangrijk vinden voor de samenleving en welke partijen
of welke kandidaten ze het geschiktst vinden om hen te
vertegenwoordigen.
In een democratie mogen mensen hun mening geven en
kritiek hebben op de regering of het gemeentebestuur. Ze
mogen ook betogen of zelfs een staking houden om hun ongenoegen te tonen. Ze kunnen daarvoor niet gestraft worden.
In een democratie is iedereen vrij en gelijk voor de wet. Maar we
moeten ons wel houden aan de regels die de meerderheid bepaalt.
40
Democratie en rechtsstaat
Democratie
en rechtsstaat
A De democratische
rechtsstaat
A De democratische rechtsstaat
België is een democratische rechtsstaat
Wat wil dat zeggen? Een democratische rechtsstaat moet aan een aantal minimale voorwaarden voldoen:
1
De politieke en burgerlijke vrijheden van alle burgers worden gerespecteerd. Dat
houdt in dat er respect is voor de mensenrechten, dat minderheden wettelijk worden
beschermd, dat iedereen recht heeft op een eerlijk proces, recht heeft op het uiten van
zijn mening, het recht heeft om zich vrij te verenigen, enzovoort.
2
De regels worden door de meerderheid vastgelegd.
3
De regels worden altijd toegepast zonder enige vorm van willekeur; iedereen is gelijk
voor de wet.
4
De burgers kunnen controleren of de regels toegepast worden. Iedereen moet zich kunnen informeren en controleren of de regels worden toegepast en iedereen moet er vrij
zijn mening over kunnen geven.
5
De burgers kunnen eisen voor een onpartijdige en onafhankelijke rechtbank dat de
regels worden toegepast.
Vrouwe Justitia
Een democratische rechtsstaat heeft een onafhankelijk gerecht. De principes daarvan zijn terug
te vinden in het standbeeld van Vrouwe Justitia. Ze was oorspronkelijk een Romeinse godin en
vandaag staat ze symbool voor een onafhankelijk gerecht in een democratische rechtsstaat. In
de buurt van gerechtsgebouwen zijn dan ook veel beelden van haar te vinden.
Maar wat is een onafhankelijk gerecht? Zoals je kunt zien, is Vrouwe Justitia geblinddoekt,
draagt ze in haar rechterhand een zwaard en houdt ze met haar linkerhand een weegschaal
vast. Al die zaken staan symbool voor een bepaald principe van een onafhankelijk gerecht.
Weet jij waarvoor?
BLINDDOEK
WEEGSCHAAL
ZWAARD
2e, 3e, 4e graad
BSO
41
Doen: Stripverhalen en de rechtsstaat
●● Hoe worden de helden in deze stripfragmenten behandeld? Worden hun rechten
gerespecteerd?
●● Welke voorwaarde voor de democratische rechtsstaat wordt in dit fragment niet toegepast? ●● Herschrijf en/of herteken dit fragment maar houd rekening met de voorwaarden voor de
democratische rechtsstaat.
●● Stel minstens één regel op die deze toestand in de toekomst onmogelijk maakt.
1
Uit ‘Maus, vertelling van een overlevende’. Art Spiegelman beschreef de Jodenvervolging in
een stripverhaal waarin hij de Joden voorstelt als muizen, de nazi’s als katten en de Polen als
varkens. Art Spiegelman is in 1948 geboren in Stockholm als zoon van de Poolse Joden Vladek
en Anna Spiegelman. Hij vertelt ons het verhaal van de holocaust en transformeert Duitsland
tot een monsterlijke muizenval.
Art Spiegelman, Maus, vertellingen van een overlevende, uitgegeven bij De Harmonie.
42
Democratie en rechtsstaat
A De democratische rechtsstaat
2
Uit ‘De Lotelingen’.
uit de reeks Bakelandt van Hector Leemans, uitgegeven bij Standaard Uitgeverij.
2e, 3e, 4e graad
BSO
43
3
Uit ‘De matras van Madras’. In dit fragment verzeilt Nero weer eens in een hachelijke situatie.
Een album in de reeks ‘De avonturen van Nero en C°’ van Marc Sleen, uitgegeven bij Standaard Uitgeverij.
44
Democratie en rechtsstaat
A De democratische rechtsstaat
4
Uit ‘De gouden cirkel’. De
twee sigarenrokende figuren
hebben recht op een capsule
X025 die het leven van professor Barabas kan redden.
Een avontuur van Suske en Wiske
door Willy Vandersteen en uitgegeven bij Standaard Uitgeverij.
5
Uit ‘De avonturen van Piet Pienter en Bert Bibber’. In ‘De dictator van San Doremi’ wordt de
oude Alfredo Tranquila opzijgezet door zijn neef Julio Agosto.
Uitgegeven bij Standaard Uitgeverij.
2e, 3e, 4e graad
BSO
45
Doen: Wereldreis
Stel, je hebt een wereldreis gewonnen. Je mag met z’n vieren de wereld rond.
Maak eerst groepjes van vier. Je mag per continent één land bezoeken. Kies nu samen met je
drie vrienden of vriendinnen op de kaart hieronder de landen die jou het leukst lijken. Wellicht
kan een reisbrochure jullie op weg helpen. Zoek wat informatie over die landen die je hebt
gekozen. Ben je er wel welkom? Heb je een reisvisum nodig om het land binnen te komen?
Is het een democratische rechtsstaat? Is het er overal veilig en zo niet, waarom niet? Duid je
reisroute aan op onderstaande wereldkaart.
Als je reis georganiseerd is, breng dan verslag uit voor de klas.
16O
0
18O
Arc
tic
Russia
0
16O
0
14O
0
12O
0
10O
0
0
8O
6O
0
4O
0
2O
0
O
0
20
A R C T I C
Beaufort
Sea
Cir
cle
0
40
0
60
80
0
100
0
120
0
140
Severnaja
Zem'la
Queen
Island
0
160
0
180
0
160
Ostrov
Kotel'nyj
tic
Arc
Zem'la
FrancaIosifa
Elizabeth
6O
0
O C E A N
Victoria
Island
Svalbard (Nor.)
Bering Sea
Novaja
Zem'la
Bering Sea
N oril'sk
Baffin
Island
a
n
a
d
a
P A CI FI C
0
Indianapolis
Kansas City
S t a t e s
Tropic of Cance
Houston
Mexico
N ew Orleans
Guadalajara
La Habana
Belmopan
O CE A N
Bahamas
Cuba
Haiti
Jamaic a
Belize
Kingston
Conakry
Paramaribo
4
Monrovia 5
Suriname Cayenne
Guyana
Guyane Fr.
Burkina F.
Ouagadougou
Ivory
Coast
Abidjan
Equator
Fortaleza
Manaus
6
7
Lomé
Accra
8
Egypt
Kananga
Zaire
Lubumbashi
Lusaka
Cook
Islands
(NZ)
0
Windhoek
W alvis Bay
(South Africa)
Rio de Janeiro
F r a n ç a i s e
P A CI FI C
orn
Tropic of Capric
Isla de
Pascua (Ch.)
Îles
Australes (Fr.)
Argentina
Chile
Mendoza
Santiago
Montevideo
Porto
Alegre
Lhasa
Kathmandu
Kanpur
Hangzhou
T'aipei
Kunming
13 Dhaka
India
N agpur
Madras
Ha Noi
Laos
Mandalay
Da N ang
Krung Thep
(Bangkok)
Cambodia
Somalia
Medan
Maldives
Gulf of
Thailand
Victoria
I N DI A N
Tanzania
Marshall Islands
n
Jakarta
Bandung
Palau (US)
Manado
Kiribati
Borneo
Celebes
Banjarmasin
I
Federated States
of Micronesia
Celebes Sea
M a l a y s i a
Java
d
o
n
e
s
i
a
Port Moresby
Solomon
Islands
Solomon
Sea
Timor
Sea
Coral Sea
Mauritus
Port Louis
NouvelleCalédonie (Fr.)
O CE A N
Tropic of
Capricorn
Brisbane
Perth
Great
Australian
Bight
Adelaide
Melbourne
0
6O
0
46
P A CI FI C
N ewcastle
Sydney
Tasman Sea
Auckland
Tasmania
0
AFRICA
ASIA
1 : Estonia
2 : Latvia
3 : Lithuania
4 : Czech Rep.
5 : Slovakia
6 : Austria
7 : Hungary
8 : Slovenia
9 : Bosnia & H.
10 : Croatia
11 : Yugoslavia
12 : Albania
13 : Ma cedonia
14 : Bulgaria
15 : Switzerland
16 : Luxembourg
17 : Belgium
18 : Netherlands
19 : Moldova
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1 : Georgia
2 : Azerbaijan
3 : Armenia
4 : Lebanon
5 : Cyprus
6 : Israel / Palestine
7 : Jordan
8 : Kuwait
9 : Bahrain
10 : Qatar
11 : U. Arabs Em.
12 : Nepal
13 : Bangladesh
14 : Bhutan
15 : Brunei
:
:
:
:
:
:
:
:
:
Gambia
Guinea Bissau
Guinea
Sierra Leone
Liberia
Ghana
Togo
Benin
Eq. Guinea
Isla Grande de
Tierra del Fuego
Îles Kerguelen (Fr.)
Hobart
Wellington
Christchurch
Dunedin
Southern
Ocean
Weddell Sea
Anta
rctic
e
Circl
Democratie en rechtsstaat
A De democratische rechtsstaat
New Zealand
South Georgia (UK.)
Cape Horn
GEOATLAS® WORLD VECTOR - GRAPHI-OGRE® - France - 1997
A
n
t
a
r
c
t
Suva
Nouméa
Rockhampton
A u s t r a l i a
Durban
Cape of
Good Hope
O CE A N
EUROPE
i
c
a
Fiji
Townsville
0
5O
Vanuatu
Broome
Réunion (Fr.)
Mbabane
Swaziland
Maseru Lesotho
Falkland Islands (UK.)
Tuvalu
Darwin
Canberra
4O
Nauru
Rabaul
Surabaya
Madagasc ar
Antananarivo
Maputo
Equator
Papua New Guinea
Jayapura
Banda Sea
Cape Town
Uruguay
Buenos
Aires
Guam (US)
Davao
Zambia
Malawi
Pretoria
er
Tropic of Canc
Mariannes Islands (US)
Philippine
Sea
Philippines
in
Bandar 15
Seri Begawan
Kuala Lumpur
Sumatra
Sey chelles
Burundi Dodoma
Quezon City
Manila
h
S out h C
Singapore
Equator
O CE A N
Vietnam
Phnum Penh Thanh PhoHo Chi Minh
(Saigon)
Colombo
Muqdisho
(Mogadishu)
Hainan Dao
Viangchan
Thailand
Yangon
(Rangoon)
East
China
Sea
Hong Kong
(Burma)
Bay of
Bengal
Hyderabad
Yokohama
Taiwan
Guangzhou
Myanmar
C alcutta
Tokyo
Osaka
N agoya
Hiroshima
Chongqing
14
P A CI FI C
Japan
N agasaki
Shanghai
Thimphu
12
Sri Lanka
Nairobi
Pusan
Q ingdao
N anjing
W uhan
Chengou
Bangalore
Sucutra (Yem.)
Zimbabwe
Botswana
South Afric a
Bombay
Hargeysa
Kenya
Mozambique
Gaborone
Taiyuan
Xi'an
C h i n a
Jammu and
Kashmir
Djibouti
Kigali
Harare
(Salisbury)
Johannesburg
O CE A N
Curitiba
I. Pitcairn (UK)
3O
Namibia
Bolivia
P o l y n é s i e
Arabian
Sea
Dar Es Salaam
La Paz
2O
Yemen
Uganda
Kampala
Rwanda
Bujumbura
Angola
Brasilia
Lanzhou
Tajikistan
San'a
Adis Abeba
(Addis Ababa)
Kisangani
Brazzaville
Oman
Red
Sea
Eritrea
Al-Khartum
(Khartum)
Luanda
A TL A N TI C
Salvador
Lima
Asmera
Mbuji-Mayi
Recife
Dusanbe
Afghanistan
Arabia
Sudan
Ethiopia
Kinshasa
B r a z i l
Aschabad
Mashhad
Iran
Nigeria
Congo
Turkmenistan
Sea of
Japan
P'yongyang
North Korea Soul
South Korea
Tianjin
Kyrgyzstan
Taskent
Baku
Tabriz
Saudi
N'Djamena
Maiduguri
Zaria
ea
2
3
Sea
Ibadan
C. Afric an R.
Cameroon Bangui
Lagos
PortoYaoundé
Novo
Malabo
9
Sao Tome. & P.
Libreville
Gulf of
Gabon
Guinea
Amazonas
Îles
Marquises (Fr.)
0
Bamako
3
1
Jerevan
Syria
Tehran
Nicosia 5
Kabol
4 Dimashq (Damascus)
Islamabad
Bayrüt (Beirut)
Amman
Baghdad
Q andabar
Lahore
6
7
Kerman
Al-Iskandarïyah
Iraq
Delhi
Yerushalayim
8 Al-Kuwayt
(Jerusalem)
(Kuweit)
Pakistan New Delhi
Al-Qähirah
(Cairo)
9
10 Ad-Dawhah (Doha)
Ar-Riyad
Karachi
11
(Riyad)
Abu Zaby
Masqat
(Abu Dhabi)
Ahmadabad
(Muscat)
Jiddah
Makkah
Bur Sudan
Chad
Niger
Niamey
Tbilisi
Ankara
Turkey
Sapporo
Vladivostok
Shenyang
Beijing
(Peking)
Biskek
a
Freetown
Quito
Guayaquil
Peru
1O
Banjul 1
Bissau 2
Praia
Trinidad & Tobago
Georgetown
Santa Fe
de Bogota
Senegal
Istambul
Izmir
Cimkent
Uzbekistan
Mongolia
Urümqi
Alma-Ata
Se
Kiribati
Dakar
Venezuela
C ali
Ecuador
an
Libya
Mali
Nouakchott
Martinique (Fr)
Caracas
Panama
Algeria
Mauritania
Cape Verde
Dominic a
Colombia
Archipielago
de Colon (Eq.)
Tunisia
Athens
Western
Sahara
Santo-Domingo
Puerto San Juan
Rico (US)
Guadeloupe (Fr)
Medellin
0
Tunis
14
Skopje
Greece
Taräbulus
(Tripoli)
Islas Canarias (Sp.)
Dom. Rep.
Portau-Prince
Panama
Tiranë
ne
Aral
Sea
an
Costa Ric a
San José
10 9 11
13
12
N apoli
El Djazaïr
(Algiers)
W ahran
Rabat
C asablanca
Italy
Roma
El Aaiun
Managua
Equator
Barcelona
Mediterra
Sevilla
Ulaanbaatar
(Oulan-Bator)
K a z a k h s t a n
Volgograd
Rostovna-Donu
A nda m
Guatemala
Honduras
Tegucigalpa
Guatemala
El Salvador San Salvador
Nic aragua
0
Madrid
Spain
Morocco
Miami
Gulf of
Mexico
Monterrey
Mexico
O
Lisboa
Madeira (Port.)
O CE A N
r
Honolulu
Hawaiian
Islands (US)
1O
Marseille
Portugal
Acores (Port.)
Semipalatinsk
Dnepropetrovs'k
Bucuresti
Black Sea
Sofija
Beograd
Sarajevo
Milano
Sachalin
Komsomol'skna-Amure
Ust'-Kamenogorsk
Karaganda
Kijev
Ukraine
5
19 Kisin'ov
7 Budapest
8 Zagreb
O dessa
Romania
Ljubljana
Wien
6
Aleutian Islands
PetropavlovskKamcatskij
a
Omsk
Celinograd
Belarus
Poland
W arszawa
Praha
4 Bratislava
Berlin
16 Germany
Bern 15
Lyon
Atlanta
Dallas
0
A TL A N TI C
Philadelphia
W ashington
Phoenix
San Diego
Boston
N ew York
Denver
U n i t e d
Los Angeles
G dansk
Bonn
17
Brussel
Paris
France
i
Cita
Jekaterinburg
Ufa
Samara
S
San Francisco
0
Bay of
Biscay
Kazan
Moskva
(Moscow)
Minsk
spia n
Detroit
London
Newfoundland
s
Chabarovsk
3
Vilnius
Ca
Chicago
Sacramento
2O
Liverpool
Kingdom Ams.18
Ireland
Québec
Montréal
O ttawa
s
N ovosibirsk
Perm
Niznij
Novgorod
Riga
2
Kaliningrad
Denmark
u
Sankt-Peterburg
1 Tallinn
Stockholm
Kobenhavn
Glasgow
Dublin
Portland
Toronto
Helsinki
Oslo
North
Sea
United
Belfast
W innipeg
Minneapolis
R
Sea
C
C algary
Sea of
Okhotsk
Archangel'sk
Finland
Trondheim
Norway
Vancouver
Seattle
Sweden
Iceland
Reykjavik
a
Gulf of
Alaska
0
Jakutsk
Vorkuta
Murmansk
Norwegian
Sea
Hudson
Bay
3O
0
Anadyr'
Barents
Sea
Greenland
Sea
Greenland (Dk.)
Baffin
Bay
euro
4O
140
Alaska
(United States)
Islands
0
Alaska (US)
5O
0
cle
Cir
Ellesmere
Anta
rctic
Circ
le
O CE A N
B
De Grondwet
Starten
In het vorige hoofdstuk heb je geleerd over de democratische rechtsstaat. Om
van een democratische rechtsstaat te kunnen spreken, moet die aan een aantal minimale voorwaarden voldoen. (Lees eerst nog eens die voorwaarden).
Die voorwaarden beantwoorden aan het rechtvaardigheidsgevoel van alle
mensen. De laatste twee eeuwen is over die voorwaarden eensgezindheid
gegroeid, althans in de meeste westerse landen. Daarom zijn ze ook terug
te vinden in de grondwet van al die landen. Dat is ook in België het geval.
Surf eens naar de volgende sites en ga op zoek naar de Grondwet:
www.senate.be of www.dekrachtvanjestem.be
Heb je de tekst van de Grondwet gevonden? Prima! Downloaden dan, want je hebt hem nog
nodig.
Weten
Hieronder staan een aantal grondwettelijke rechten.
Welk artikel uit de Belgische Grondwet past daarbij?
●● vrijheid van persoon (= niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet
bepaalt) (art. .....................)
●● vrijheid van godsdienst (art. .....................)
●● vrijheid van taal (art. .....................)
●● vrijheid van onderwijs, het onderwijs is kosteloos (art. .....................)
●● persvrijheid (art. .....................)
●● onschendbaarheid van woning (art. .....................)
●● het briefgeheim is onschendbaar (art. .....................)
●● recht op arbeid (art. .....................)
●● recht op sociale zekerheid (art. .....................)
●● recht op sociale, geneeskundige en juridische bijstand (art. .....................)
●● recht op een behoorlijke huisvesting (art. .....................)
●● recht op vergaderen (art. .....................)
●● recht van vereniging (art. .....................)
●● petitierecht of het recht om verzoekschriften in te dienen (art. .....................)
●● eigendomsrecht (art. .....................)
●● gelijkheid van alle mensen (art. .....................)
2e, 3e, 4e graad
BSO
47
Doen
De Grondwet is belangrijk om de rechten van de burgers te beschermen. Dat was niet altijd
zo. Heel wat wantoestanden uit het verleden zijn nu dankzij onze Grondwet niet meer mogelijk.
Onderzoek de stukjes hieronder en noteer erbij welk artikel in de Grondwet nu van toepassing
is. Je kunt daarbij de lijst op de vorige bladzijde gebruiken.
Probleem
In de middeleeuwen: de
kinderen van de armen zijn
niet welkom in de school.
Bovendien moeten zij vader en
moeder helpen op het land.
Vanaf 1480 in heel Europa:
protestanten worden wegens
hun godsdienstige overtuiging
vervolgd en op de brandstapel
ter dood gebracht.
Einde 17e eeuw in Frankrijk:
Lodewijk de Veertiende, de
‘Zonnekoning’, laat met zijn
‘lettres de cachet’ (brieven
door de koning getekend)
iedereen opsluiten die zijn
beleid in vraag durft te stellen.
Tussen 1760 en 1820 in
Engeland: wie erin slaagt
een stuk grond te omheinen,
wordt er eigenaar van. Heel
wat kleine boeren hebben de
middelen niet om hun kleine
stukje grond te omheinen
en zijn daardoor verplicht
hun grond af te staan aan de
grootgrondbezitters.
Begin 19e eeuw in de VS:
slaven worden massaal uit
Afrika aangevoerd en worden
verplicht om te werken op de
katoenvelden.
48
Democratie en rechtsstaat
B De Grondwet
Artikel in onze
Grondwet
Onze rechten zijn vastgelegd in de Grondwet. Maar dat is niet overal ter wereld zo. Lees de
onderstaande voorbeelden en vul daarna het artikel in de Grondwet in, dat moet voorkomen
dat bij ons zoiets gebeurt.
Probleem
Artikel in onze
Grondwet
Ben Mabilan werd samen met zijn vijftienjarige zoon Orlando zonder bevel
gearresteerd en twintig dagen opgesloten. Men dacht dat hij aanhanger
was van de militaire vleugel van de verboden politieke partij. De jongen was
er getuige van dat zijn vader werd geslagen en gefolterd met elektrische
schokken. Hij kreeg zelf één elektrische schok toegediend.
Getta Mosis zit al tien jaar gevangen wegens zijn etnische afkomst.
Febe Vélasquez werd aangehouden omdat hij vakbondsleider is.
Andreas Christo zit in de gevangenis omdat hij vanwege zijn godsdienstige
overtuiging niet in het leger wil.
Wang Xizhe zit een veertien jaar lange gevangenisstraf uit voor het uitgeven
van een niet-officieel tijdschrift.
Mamadou Ba werd gedood omdat hij homo was.
Het gebouw waar Gzifa naar school ging, werd in brand gestoken door
rebellen die tegen onderwijs voor meisjes zijn.
Straatkinderen worden door huurmoordenaars uit de weg geruimd omdat ze
de winkeliers een doorn in het oog zijn.
Denk je dat een grondwet zulke situaties kan voorkomen? Waarom wel? Waarom niet?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
2e, 3e, 4e graad
BSO
49
Weten: Wat staat in de Grondwet?
In de Grondwet worden twee fundamentele zaken vastgelegd:
a. de democratische rechten en vrijheden van de burgers (vrijheid
van meningsuiting, godsdienstvrijheid, recht op sociale zekerheid,
persvrijheid,…);
b. de staatsstructuur, of hoe het land georganiseerd en bestuurd moet
worden (‘scheiding der machten’, de taken van de federale overheid
en van de gemeenschappen en gewesten, wat de gemeenten en provincies moeten doen, hoe wetten gemaakt worden,…).
Onze Grondwet telt 198 artikelen en kan gemakkelijk in een brochure van ongeveer 35 bladzijden worden uitgegeven. Hij is als volgt ingedeeld:
●● artikel 8 tot 32: de Belgen en hun rechten;
●● artikel 33 tot 166: de staatsmachten (de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht;
daar hebben we het later nog over);
●● artikel 167 tot 198: het grondgebied, buitenlandse betrekkingen, financiën, het leger, de
herziening van de Grondwet.
Rechten, vrijheden en staatsmachten vormen dus duidelijk de hoofdbrok. Die artikelen bepalen of ons land een democratische rechtsstaat is of niet. We kunnen dus gerust zeggen dat de
Grondwet het fundament vormt van democratische organisatie van de staat.
In de Grondwet staan alleen algemene principes. De concrete uitwerking ervan vind je in wetten, decreten en besluiten. Die concrete regelingen moeten uiteraard in overeenstemming zijn
met de Grondwet.
Omdat de basisprincipes van het land in de Grondwet staan, mag hij niet te makkelijk te wijzigen zijn. Voor een wijziging zijn strenge procedures vastgelegd.
Zo kan het parlement een grondwetswijziging niet goedkeuren met een gewone meerderheid
van de stemmen (dus de helft plus één). Voor een Grondwetswijziging is een
tweederdemeerderheid nodig.
50
Democratie en rechtsstaat
B De Grondwet
Extra: Spel: een grondwet en een reglement voor
onze klas
Vorm groepjes van 2 of 3.
Alle groepjes krijgen 16 kaartjes met een artikel dat ze zouden kunnen opnemen in de grondwet van de klas.
SPELVERLOOP:
Eerste stap
Ieder groepje selecteert 5 artikelen die het zeker opgenomen wil zien in de grondwet van de
klas.
Ieder groepje denkt dus na en onderhandelt om te komen tot die selectie. Je hoeft de rechten
en plichten niet volgens prioriteit te rangschikken.
Tweede stap
De hele klas samen stelt een gemeenschappelijke grondwet op, en keurt die goed met een
tweederdemeerderheid.
Concrete instructies over het verloop van deze tweede stap krijg je van de leraar op het moment
zelf.
Derde stap
De klas stelt een klasreglement op dat gebaseerd is op de grondwet, en keurt elk artikel goed
met een gewone meerderheid (dus de helft plus 1).
De goedgekeurde grondwet wordt dus concreet gemaakt. De hele klas bespreekt de 5 grondwetsartikelen een voor een en zoekt telkens naar concrete toepassingen die ze in het reglement
kan opnemen. Bijvoorbeeld: wat betekent concreet ‘Geen enkele leerling mag gediscrimineerd
worden’? Wanneer is er sprake van discriminatie? Welke straf wordt er gegeven als het toch
gebeurt?
De grondwet van onze klas
1
2
3
4
5
DatumHandtekeningen
2e, 3e, 4e graad
BSO
51
C
De scheiding der machten
Weten: Welke machten zijn er?
Om een land te regeren moeten wetten gemaakt worden. Als die wetten er zijn, moeten ze in
de praktijk uitgevoerd worden. En als zulke wetten aanleiding geven tot conflicten, dan moeten
die opgelost worden. In een democratische rechtsstaat heeft niemand zomaar de macht om
die dingen te doen. Er is ook niet één persoon of één instelling die als enige de macht heeft om
die drie dingen tegelijk te doen. Er zijn drie machten en die werken min of meer zelfstandig: de
wetgevende macht (de vertegenwoordigers van de bevolking), de uitvoerende macht (degenen die besturen), de rechterlijke macht (de rechters).
Doen: Waarom moeten de machten gescheiden zijn?
Lees even het volgende.
NACHTMERRIE
“Een paar maanden geleden stond ik stil voor de verkeerslichten op de hoek van de Steenstraat.
Ineens botste een andere auto achteraan tegen mijn auto. De knal drukte mij in de zetel. De
bestuurder van de andere auto maakte zich verschrikkelijk boos terwijl ik toch helemaal niet
in fout was. De politie werd erbij geroepen en maakte een proces-verbaal op. Gisteren moest
ik voor de rechtbank verschijnen. De rechter was de bestuurder van de andere auto. Hij oordeelde dat ik voor alle kosten moet opdraaien. Bovendien veranderde hij snel even de wet.
En hij voegde er nog aan toe dat hij zou zorgen dat de wet streng zou worden toegepast.
Daardoor mag ik nu de volgende zes maanden mijn auto niet besturen.”
Stel dat jou dat overkwam, zou je dan ook van een nachtmerrie spreken? Waarom?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
52
Democratie en rechtsstaat
C De scheiding der machten
DROOM
“Vorige week voetbalde België tegen Brazilië. België won de vriendschappelijke match met
11-1. Eerlijk­heidshalve moeten we eraan toevoegen dat de scheidsrechter een Belg was.”
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
.................................................................................................................... .
....................................................................................................................
Stel dat dat echt gebeurt, zou je dat dan ook een droom noemen? Waarom wel? Waarom niet?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
.................................................................................................................... .
....................................................................................................................
Hoe kunnen zulke situaties worden vermeden?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
.................................................................................................................... .
....................................................................................................................
Weten: Wie zijn de drie machten?
De wetgevende macht is in handen van het parlement, de uitvoerende macht ligt bij de regering
(en de koning), en de rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en rechtbanken.
In de Grondwet staat dat de koning het staatshoofd is, maar in realiteit heeft de koning geen
politieke macht. Zijn functie is vooral protocolair. Hij moet vooral ceremoniële taken
vervullen.
In de praktijk zijn die drie machten niet helemaal gescheiden, er is een zekere
wisselwerking. In theorie is de wetgevende macht (het verkozen parlement)
de belangrijkste macht, omdat het parlement het volk vertegenwoordigt.
Het parlement beslist over de wetten en daardoor over de organisatie van
de uitvoerende en de rechterlijke macht.
Maar in realiteit heeft de uitvoerende macht (de regering) meer overwicht.
De regering bestuurt het land en ontwerpt de meeste wetten. De regering
heeft in principe ook de steun van de meerderheid in het parlement.
De scheiding tussen de uitvoerende macht en de wetgevende
macht is dan ook niet zo strikt. En ook de rechterlijke macht moet
wetten interpreteren wanneer zij recht spreekt. De drie machten zijn dus wel
zelfstandig maar tussen hen bestaat er ook een zekere wisselwerking.
2e, 3e, 4e graad
BSO
53
Doen
Verbind op de juiste manier met elkaar:
Wetten maken rechterlijke macht regering
Wetten uitvoeren wetgevende macht
hoven en rechtbanken
Wetten interpreteren en rechtspreken
uitvoerende macht
parlement
Doen
Hieronder vind je drie verhalen uit het dagelijkse leven. Herken je in de drie verhalen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht? Kun je hier spreken van scheiding der machten?
NA DE SCHOOLFUIF
Milan: “Vorige week zaterdagnacht hield de politie mij tegen. Ik kwam rond 3 uur van de
schoolfuif met de fiets en mijn licht brandde niet. Mijn pa had mij nog verwittigd. Dat hadden
die mannen natuurlijk gezien. Gelukkig had ik niet gedronken. Ik heb een preek van 15 minuten gekregen, maar ze hebben geen pv opgesteld. Ik zal dus geen boete moeten betalen. Oef.
Coole gasten die flikken.”
Wetgevende macht:
..............................................................................................
Uitvoerende macht:
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Rechterlijke macht:
....................................................................................................
Scheiding der machten? Ja - Nee
Kun je ook verwoorden waarom?
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
54
Democratie en rechtsstaat
C De scheiding der machten
RUG AAN RUG …
Emma: “Ik heb gisteren vijf bladzijden straf gekregen van de studiemeester. Ik zat op de sportvelden met mijn rug tegen de rug van een meisje uit mijn klas. Niets aan de hand. Tenminste
dat dacht ik. Maar de leraar met toezicht vond dat dat niet paste. Ik vroeg hem waarom, maar
dat kon hij zo direct niet uitleggen.
Laat vallen, dacht ik. Vijf bladzijden aan mijn broek. En nog goed dat ik mij niet te hevig verdedigde, want dan wordt de portie verdubbeld.”
Wetgevende macht:
....................................................................................................................
Uitvoerende macht:
....................................................................................................................
Rechterlijke macht:
....................................................................................................................
Scheiding der machten? Ja - Nee
Kun je ook verwoorden waarom?
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
2e, 3e, 4e graad
BSO
55
SIGARETJE PAFFEN
Seppe: “Gisteren betrapte de leraar met toezicht mij tijdens de speeltijd met een sigaret.
Brute pech! Hij kon er niet mee lachen. Daar heeft die man meestal moeite mee. Ik had niet
echt een excuus en ik probeerde er mij dan ook niet uit te babbelen. Dat is onnozel. Het werd
een zaak werd voor het begeleidingsteam, dat bestaat uit vier leraren. Zij komen één keer per
week samen om straffen uit te spreken voor zware overtredingen. Als een sigaret roken nu ook
al een zware overtreding is.”
(een week later) Seppe: “Eén dag uitsluiting heb ik gekregen. Ik was nog niet goed binnen of
ze begonnen al te zwaaien met het schoolreglement. Bij ons is het schoolreglement opgesteld
door het schoolbestuur, door de directie, de ouders en door een afvaardiging van de leerlingen. Er was niet veel dat in mijn voordeel sprak. En zo komt het dat ik vandaag thuis zit straf
te schrijven.”
Wetgevende macht:
..........................................................
Uitvoerende macht:
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Rechterlijke macht:
..........................................................
Scheiding der machten? Ja - Nee
Kun je ook verwoorden waarom?
............................................................................
..................................................................................
.........................................................................................
...................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
....................................................................................................................
56
Democratie en rechtsstaat
C De scheiding der machten
D
De rechterlijke macht
Starten
Met de rechterlijke macht komen we soms onzacht in aanraking. Als we een overtreding
begaan, kunnen we beboet worden. Als we een misdaad begaan, kunnen we gevangenisstraf
oplopen. Maar bestraffen is niet gemakkelijk. Maak groepjes van vier tot zes leerlingen. Je
krijgt de beschrijving van een aantal misdrijven. Jullie zijn de jury of zelfs de rechters. Jullie
bepalen de straf en de strafmaat voor die misdrijven. Probeer dat zo eerlijk mogelijk te doen!
Houd rekening met de slachtoffers als die er zijn. Houd ook rekening met de dader. En noteer
ook waarom je voor die bepaalde straf en strafmaat hebt gekozen.
Mogelijke straffen zijn: bevel tot het betalen van een schadevergoeding, een boete, een voorwaardelijke straf, gemeenschapsdienst, gevangenisstraf, een verblijf in een jeugdinstelling,
dwangarbeid,...
Of beslissen jullie tot vrijspraak?
GEVAL 1:
De beschuldigde is voetballer Wim P. (26). Hij staat terecht voor illegaal
wapenbezit. Toen hij tijdens de winterstop vanuit Rome naar Brussel wilde
vliegen, werd het wapen in zijn handbagage gevonden. P. die een driejarig
contract uitdient bij AS Roma, zei dat het wapen een kerstcadeau was
voor zijn zus. Hij was vergeten dat het in zijn bagage zat, anders had hij het
wel aangegeven. P. pleit onschuldig voor illegaal wapenbezit.
.................................................................................................
......................................................................................................
..................................................................................................................
....................................................................................................................
.................................................................................................................... .
2e, 3e, 4e graad
BSO
57
GEVAL 2:
De beschuldigde is R. NV, een belangrijk bedrijf dat wereldwijd 15.000
mensen tewerkstelt. Vijf jaar geleden dumpte het bedrijf illegaal vaten
met radioactief afval en bedekte ze met een laag aarde. De vaten werden
verondersteld lekvrij te zijn en de grond werd verkocht aan een projectontwikkelaar die er een verkaveling van maakte. De projectontwikkelaar
beweert helemaal niet op de hoogte te zijn geweest van het radioactief afval.
Routinetests tonen nu een ongewoon hoge radioactiviteit in de nieuwe wijk. De
vaten lekken intussen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
.................................................................................................................... .
.................................................................................................................... .
........................................................................................................
...................................................................................................
...............................................................................................
GEVAL 3:
De beschuldigde is Fre P., een 16 jaar oude Gentenaar. Hij overviel Lisa
Bertels, een 75-jarige weduwe. Hij trok haar handtas uit de hand terwijl
ze stond te wachten om de straat over te steken. De oude dame keerde
net terug van de bank waar ze een paar rekeningen had betaald. De buit
bedroeg 20 euro. De oude dame die lijdt aan een hartkwaal, verblijft nog steeds
in het ziekenhuis, waar ze in shock naartoe werd gebracht.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
.................................................................................................................... .
.................................................................................................................... .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GEVAL 4:
De beschuldigde is Clara C. (49). Zij stichtte brand bij Goed en Goedkoop, een
verzekeringsmaatschappij in Zaventem, nadat ze was ontslagen. Mevrouw C.
­werkte reeds 25 jaar bij Goed en Goedkoop. Vijf mensen werden gewond
door de brand. De maatschappij verkeerde al een tijdje in financiële moeilijkheden, daarom ook werden onlangs 18 mensen ontslagen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Democratie en rechtsstaat
D De rechterlijke macht
GEVAL 5:
De beschuldigde is politieagent Karel J. (45). Op 24 december hield hij
Cindy T. tegen omdat ze te snel door de dorpskom van Baasvelde reed.
Omdat het kerstavond was, wilde agent J. het voorval best door de vingers
zien voor 15 euro en een kus.
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .................................................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GEVAL 6:
De beschuldigde is Mika N. Deze 23-jarige man kidnapte de 5 jaar oude dochter van de minister van Binnenlandse Zaken. De jongeman eiste dat 1 miljoen
euro werd achtergelaten in een vuilnisbak in het park. Met het geld wilde
hij de oorlogswezen opvangen. De man dreigde ermee de dochter van de
minister om te brengen als aan zijn eis niet tegemoet werd gekomen. Hij
werd gearresteerd toen hij de buit kwam ophalen.
.............................................................................................
...............................................................................................
..................................................................................................
.......................................................................................................
...................................................................................................................
GEVAL 7:
De beschuldigde is Dries B. (33). Hij doodde zijn vrouw toen hij haar in bed
betrapte met zijn beste vriend. Hij wurgde haar nadat hij zijn vriend bewusteloos had geslagen.
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
............................................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Na de oefening breng je alle vonnissen samen. Welke argumenten hebben meegespeeld in
het bepalen van de strafmaat? Jullie kunnen ook een advocaat of een jurist uitnodigen in de
klas. Welke strafmaat zou hij bepalen? Ga in de krant op zoek naar uitspraken van rechtszaken. Vergelijk die met jullie eigen vonnissen. Waren jullie strenger? Of minder streng? En
waarom? Kan een rechter in de realiteit om het even welke straf opleggen?
2e, 3e, 4e graad
BSO
59
Weten: Hoe is het gerecht in België georganiseerd?
RAAD VAN STATE
HOF VAN CASSATIE
GRONDWETTELIJK HOF
HOVEN VAN
ASSISEN
HOVEN VAN
BEROEP
ARBEIDSHOVEN
RECHTBANKEN VAN
EERSTE AANLEG
CORRECTIONELE
RECHTBANKEN
(per gerechtelijk arrondissement)
FAMILIEEN JEUGDRECHTBANKEN
(per gerechtelijk arrondissement)
POLITIERECHTBANKEN
geschillen i.v.m. verkeersongevallen
en overtredingen
BURGERLIJKE
RECHTBANKEN
RECHTBANKEN
VAN
KOOPHANDEL
(per gerechtelijk
arrondissement)
ARBEIDSRECHTBANKEN
VREDEGERECHTEN
geschillen tot € 2.500
geschillen i.v.m. huur en pacht
beroepsprocedure
uitsluitend strafzaken: hebben betrekking op overtredingen (bijvoorbeeld verkeersovertredingen,
nachtlawaai), wanbedrijven (bijvoorbeeld diefstal, oplichterij) en zware misdrijven (bijvoorbeeld
gewapende overval, moord)
uitsluitend burgerlijke zaken: hebben betrekking op geschillen tussen burgers onderling
(bijvoorbeeld betwistingen over huur) en tussen burgers en de overheid
(bijvoorbeeld betwistingen over onteigeningen)
strafzaken + burgerlijke zaken
Bron: Orde van Advocaten
60
Democratie en rechtsstaat
D De rechterlijke macht
Weten: De organisatie van de rechterlijke macht
Het vredegerecht
De vredegerechten behandelen alle zaken met een waarde van
minder dan 2500 euro en betwistingen over huur, onteigeningen,
erfdienstbaarheden, landbouwzaken en geesteszieken.
De politierechtbank
De politierechtbanken hebben elk een burgerlijke en strafrechtelijke
kamer:
●● De
burgerlijke kamers behandelen schadekwesties bij
verkeersongevallen.
●● De strafrechtelijke kamers zorgen voor de bestraffing van verkeersovertredingen en de bestraffing van de lichte misdrijven zoals nachtlawaai, vandalisme,
winkeldiefstallen enzovoort. De gemeenten mogen zulke overtredingen ook administratief bestraffen met een GAS-boete (een Gemeentelijke Administratieve Sanctie).
De rechtbank van eerste aanleg
De rechtbank van eerste aanleg is een algemene rechtbank die familie- en jeugdzaken, burgerlijke zaken en strafzaken behandelt. Ze oordeelt ook over de uitvoering van straffen.
De rechtbank van eerste aanleg is georganiseerd in 12 arrondissementen in België en elke
rechtbank van eerste aanleg heeft volgende afdelingen:
●● De familie- en jeugdrechtbank
Deze rechtbank behandelt familiale geschillen en jeugdzaken. De rechtbank hecht veel
belang aan bemiddeling tussen de partijen. Jongeren hebben hoorrecht in zaken over
het ouderlijke gezag, de verblijfsregeling en de contacten met hun ouders.
De familie- en jeugdrechtbanken gaan over zaken zoals
echtscheiding, adoptie, de uitkering van kinderbijslag, onderhoudsregelingen, erfenissen en testamenten en de reactie op
strafbare daden van minderjarigen (bijvoorbeeld plaatsing in
een instelling).
●● De burgerlijke rechtbank behandelt rechtszaken die niet
exclusief toegekend zijn aan andere rechtbanken, bijvoorbeeld
rechtszaken waarvan het bedrag hoger is dan 2500 euro (zaken
van minder dan 2500 euro worden namelijk door een vredegerecht behandeld), zaken in beroep van het vredegerecht,…
●● De correctionele rechtbank behandelt misdrijven (bijvoorbeeld
diefstal en namaken van identiteitskaarten) die niet aan de politierechtbank of het hof van assisen (zie verder) zijn toevertrouwd.
De rechtbank van koophandel
De rechtbanken van koophandel behandelen handelsgeschillen met een waarde van meer
dan 2.500 euro, geschillen over handelspraktijken, oneerlijke concurrentie en bescherming
van verbruikers.
2e, 3e, 4e graad
BSO
61
De arbeidsrechtbank
De arbeidsrechtbanken beslechten geschillen betreffende individuele arbeidscontracten,
arbeidsongevallen, sociale uitkeringen enzovoort.
Het hof van beroep
Er zijn 5 hoven van beroep, een in Antwerpen, Brussel, Gent, Luik en Bergen.
‘In beroep gaan’ (of ‘in hoger beroep gaan’) betekent dan men niet akkoord gaat met de uitspraak van de eerste rechtbank die de zaak heeft behandeld en zich tot een hogere rechtbank
wendt om herziening van de beslissing te krijgen.
Het hof van beroep behandelt de beroepen tegen de eerste vonnissen uitgesproken door een
rechtbank van eerste aanleg en een correctionele rechtbank.
Het arbeidshof
De 5 hoven behandelen de beroepen tegen vonnissen, uitgesproken door de
arbeidsrechtbanken.
Het hof van assisen (of assisenhof)
In elke provincie is er een assisenhof. Een assisenhof oordeelt over zware misdrijven zoals
moord en brandstichting, politieke misdrijven en persmisdrijven.
Het hof van assisen bestaat uit drie rechters en twaalf juryleden. De jury beslist alleen over
de schuld van de beschuldigde, en stelt daarna samen met de drie rechters de straf vast.
Tegen een uitspraak van het hof van assisen is geen hoger beroep mogelijk, enkel het Hof van
Cassatie kan nog een uitspraak doen over de procedure. Als het Hof van Cassatie oordeelt
dat de procedure niet wettelijk verlopen is, moet de rechtszaak overgedaan worden door een
ander assisenhof.
Het Hof van Cassatie
Er is slechts één Hof van Cassatie in België. Het is het
hoogste rechtscollege. Het Hof van Cassatie
waakt over de juiste toepassing van de
wetten door de hoven en rechtbanken.
Een geschil kan slechts bij het Hof van
Cassatie terechtkomen nadat het reeds
door een eerste rechter en een rechter
in beroep werd beoordeeld.
Het Hof van Cassatie onderzoekt niet
de grond van de zaak, enkel de wettelijkheid van de procedure. Wanneer het
Hof van Cassatie oordeelt dat er iets niet
volgens de wet is verlopen, zal het Hof de
beslissing verbreken. Men begint dan de
rechtszaak van voren af aan, bij een andere
rechtbank met dezelfde bevoegdheid.
62
Democratie en rechtsstaat
D De rechterlijke macht
Zetelende en staande magistratuur
In de hoven en rechtbanken maakt men een onderscheid tussen de zetelende magistratuur en
de staande magistratuur.
De zetelende magistratuur zijn de rechters en raadsheren.
De staande magistratuur is het openbaar ministerie. Dat vertegenwoordigt het belang
van de samenleving. Het heeft een dubbele taak:
●● Misdrijven opsporen en onderzoeken, de daders vervolgen en hun bestraffing vorderen. Dat is veruit de belangrijkste taak. Wanneer die magistraten voor de rechtbanken
een straf vragen, doen zij dat al rechtstaande, daarom spreekt men van de staande
magistratuur.
●● De rechter bijstaan met advies over de toepassing van de wet op het voorgelegde
geschil.
Weten: Familie- en jeugdrechtbank
Wist je dat...
●● de familie- en jeugdrechtbank drie afdelingen heeft: de familierechtbank, de jeugdrechtbank en de kamer voor minnelijke schikking
●● de jeugdrechter in uitzonderlijke gevallen een zaak van een jongere, ouder dan 16, door
een volwassenen-rechtbank kan laten behandelen?
●● jongeren die iets misdoen, komen voor de jeugdrechter. Die beslist wat er met hen moet gebeuren.
Voor een klein misdrijf krijgen ze een
lichte straf.
Ze moeten bijvoorbeeld de schade
betalen die ze hebben aangericht.
(In de praktijk draaien de ouders
daarvoor op.) Of de jongere moet
een aantal uren klusjes opknappen in de gemeente of elders.
Sommige jongeren plegen verschillende kleine misdrijven. Dan
kan de jeugdrechter hen naar een
open instelling sturen. Daar krijgen ze
begeleiding. Maar ze houden nog wat
vrijheid. Ze mogen soms naar huis.
Maar als een jongere een zwaar misdrijf
pleegt, dan moet hij naar een gesloten instelling. Daar probeert men hem of haar op het
rechte pad te helpen.
2e, 3e, 4e graad
BSO
63
Doen
Hieronder staan een aantal concrete situaties. Probeer in te vullen welke rechtbank of welk
gerechtshof elk van die situaties behandelt. Je kunt je hiervoor baseren op de tekst over de
organisatie van de rechterlijke macht.
1
De 17-jarige D.v.B. werd op heterdaad
betrapt toen zij in de Hulststraat te B. inbrak
in het huis van een bejaard echtpaar. Het
meisje bleek niet aan haar proefstuk toe. Na
een huiszoeking vond men bij haar de buit
van 30 gelijkaardige inbraken in de regio. 2
De 15-jarige E. is de voorbije maanden herhaaldelijk door de politie opgepakt voor
allerlei drugsdelicten. De ouders weten
met E. geen raad meer en willen niet meer
opdraaien voor alles wat E. mispeutert.
3
D.D. werd na de voetbalwedstrijd opgepakt
wegens openbare dronkenschap.
4
De buren Hugo B. en Jochen V. maken ruzie
over de appelboom in de tuin van eerstgenoemde. De kruin van de appelboom zou te
ruim zijn en geen zon meer doorlaten op de
kleine koer van Jochen.
64
Democratie en rechtsstaat
D De rechterlijke macht
5
De ouders van Mateo willen scheiden en
maken ruzie over waar Mateo moet wonen.
Mateo wil ook zelf zijn mening kunnen geven.
6
Rudy E. werd in een dronken toestand
tegengehouden door de federale politie.
Hij reed een fietser aan, gelukkig zonder veel
schade.
7
Twee hooligans moeten voor de rechter
verschijnen wegens opzettelijke slagen en
verwondingen en smaad aan de politie.
Weten: Hoorrecht
Kinderen en jongeren (=al wie jonger is dan 18 jaar) hebben hoorrecht of spreekrecht. Wanneer
een rechter een beslissing moet nemen in een zaak waar de jongere een belang heeft, kan de
rechter beslissen de jongere te spreken. Dat kan bijvoorbeeld als je ouders zouden scheiden.
Dat kan bijvoorbeeld als je ouders scheiden. Wanneer je door de rechter gehoord wordt, dan
is niemand anders aanwezig bij dat gesprek. Het gesprek is vertrouwelijk en je kunt zeggen
hoe je je voelt, wat je denkt, wat je zorgen zijn en wat je verwacht. Je hoeft dus niet te getuigen
over wat je gezien of gehoord hebt. Je moet geen kant kiezen.
Dat wil niet zeggen dat jij beslist over waar en bij wie je wilt verblijven in geval van echtscheiding, maar de rechter zal uiteraard wel rekening houden met jouw getuigenis.
2e, 3e, 4e graad
BSO
65
Doen
Misschien denk je nu: “Mij overkomt het nooit.”Lees dan even het volgende verhaal en beantwoord de vragen.
DADER VOOR DE RECHTER
DOOD ONDER BETONBLOK
Op een dag stond Frederic met zijn 14-jarige vriend Ralph in Anderlecht op de brug over de
spoorweg. Op de reling lag een zwaar betonblok. Op het ogenblik dat de trein tussen Gent
en Brussel kwam aangereden, duwde Frederic het betonblok naar beneden. Het was raak.
Het blok verbrijzelde de voorruit van de trein en de treinbestuurder was op slag dood. Als bij
wonder raakte geen enkele passagier gewond. De trein kwam 1 km verder automatisch tot
stilstand.
Getuigen zagen twee jongeren op de brug weglopen. Dankzij hun beschrijving werden de
twee diezelfde nacht nog door de politie onderschept. Al tijdens het eerste verhoor gingen ze
tot bekentenissen over. Ze probeerden eerst om de schuld in elkaars schoenen te schuiven.
Uiteindelijk nam Frederic de verantwoordelijkheid op zich. Frederic werd een paar weken later
18 jaar.
De jeugdrechter gaf het dossier uit handen. Dat wil zeggen dat Frederic als volwassene berecht werd.
Drie jaar na de feiten moest Frederic C. voor een assisenhof verantwoording afleggen.
De jury hield tijdens haar beraad rekening met wat er in de familiale verzekering van de moeder
van Frederic stond. Die verzekering betaalt geen schadevergoeding als er misdadig opzet is.
Frederic werd veroordeeld voor ‘onopzettelijke slagen en verwondingen, met de dood van de
treinbestuurder tot gevolg”. Hij kreeg vijf jaar cel met uitstel. De jury vond dat hij wel schuldig
was voor het gooien van de betonblok, maar dat hij niet de bedoeling had om de bestuurder
te doden.
Door die uitspraak hebben de verzekeringen de schade volledig vergoed. De assisenjury heeft
de moeder van Frederic behoed voor het bankroet.
●● Wat was het misdrijf in deze zaak?
●● Wat gebeurde er met Ralph?
●● Wat gebeurde er met Frederic?
●● De jeugdrechter gaf het dossier uit
handen, zo staat er in de tekst.
Wat betekende dat voor Frederic?
●● Wat vind je zelf van de straf die
Frederic kreeg?
66
Democratie en rechtsstaat
D De rechterlijke macht
E
Zonder persvrijheid geen
democratische rechtsstaat
Weten: Welke opdracht hebben de media?
Een essentiële pijler van onze democratische rechtsstaat is de vrijheid van meningsuiting en,
wat daarvan afgeleid is, de persvrijheid. Media als kranten, tijdschriften, radio, televisie en het
internet spelen een belangrijke rol in het verschaffen van informatie.
Een vrije pers is heel belangrijk in een democratie. De media moeten onafhankelijk, dus zonder
inmenging van de overheid, kunnen werken.
In een dictatuur is de pers niet vrij. De overheid bepaalt wat in de berichtgeving aan bod mag
komen en wat niet. De berichtgeving wordt gecensureerd. Want in een dictatuur verdraagt de
overheid geen kritiek.
Ook in een democratie zullen beleidsmensen het liefst positieve aspecten van hun beleid
bekend maken. Daarom is er in elke democratie behoefte aan een vrije pers, aan media
die onafhankelijk en ongecontroleerd de samenleving voorzien van informatie en kritische
commentaren.
De ‘vrijheid van drukpers’ – waarmee álle media wordt bedoeld – is dan ook een grondwettelijk
recht (art. 25). De persvrijheid moet garanderen dat de media voluit hun opdracht in de samenleving kunnen vervullen: bijdragen tot goed geïnformeerde burgers.
Wat houdt die maatschappelijke opdracht precies in? Welke functies hebben de media?
2e, 3e, 4e graad
BSO
67
1
Informatie geven over de werking van de overheid
De overheid is allereerst zélf verplicht tot ‘openbaarheid van
bestuur’. Dat wil zeggen: ze is verplicht om de bevolking tijdig
en correct te informeren over nieuwe maatregelen en veranderingen in het beleid. (Bijvoorbeeld over de wijziging van de
reglementering betreffende studiebeurzen; over de wijziging van
de voorwaarden voor de verbeterings- en renovatiepremie).
Bovendien is ze verplicht om bestuursdocumenten te laten inkijken of er een kopie van te bezorgen aan de burger die daarom
vraagt. (Bijvoorbeeld verslagen van de gemeenteraad,… )
Geld v
wegenoor
werke
n
De
Vlaam
Werken se minister va
nO
h
houdsp eeft het investe penbare
rogram
ma voo rings- en onde
vastgele
r openb
r
gd. Voo
are wer rd
miljoen
ken
euro op e Westhoek w
o
z
wegren
ovaties ijgelegd voor e rdt 7
en
en aanta
aanleg
l
en onde er gaat 5,2 m
il
rhoud v
Heuvell
an fiets joen naar
and en
paden in
de door
tocht va
n Kemm
el.
Ook de media moeten informatie kunnen geven over de werking
van de overheid en over hoe het gesteld is met de naleving van
de rechten van de burgers.
Om die functie goed te kunnen uitoefenen, hebben de media het
recht om ongehinderd informatie te verzamelen en die bekend
te maken. Dat recht gaat gepaard met de plicht om te zorgen
dat die informatie correct is. De media moeten de feiten onpartijdig verzamelen, mogen geen
belangrijke informatie schrappen of zaken verdraaien. Wanneer gepubliceerde informatie
nadien toch foutief blijkt, dan moeten de media dat rechtzetten.
2
De waakhond zijn van de democratie
Deze functie houdt verband met de vorige. De media houden de overheid en de politieke
wereld voortdurend in de gaten. Ze volgen het beleid en politici op de voet en brengen daarover kritisch verslag uit voor de bevolking. De media moeten daarbij onafhankelijk werken en
mogen aan geen druk toegeven.
3
De publieke opinie mee vormen
De media geven dus niet alleen informatie, ze geven ook kritiek en commentaar op het beleid
en nemen een standpunt in tegenover het beleid. Daarmee beïnvloeden ze ook de lezers,
luisteraars en kijkers. De media hebben daardoor een zekere macht over de publieke opinie.
Daarom is het erg belangrijk dat er een verscheidenheid van opinies te lezen en te horen is.
De bevolking moet kennis kunnen nemen van meerdere meningen in verschillende media.
Daarnaast is het belangrijk dat de bevolking duidelijk het onderscheid kan zien tussen de feiten
en een mening over die feiten.
4
Een spreekbuis zijn voor de bevolking
De media houden voortdurend voeling met wat leeft bij de bevolking en maken dat bekend
voor iedereen, ook voor de politici. Door hun berichtgeving slagen de media er ook in om thema’s op de politieke agenda te plaatsen.
Maar berichtgeving is altijd een keuze: sommige thema’s brengen ze (uitgebreid) onder de
aandacht, andere komen nauwelijks of niet aan bod. Journalisten bepalen dus mee wat politiek
68
Democratie en rechtsstaat
E Zonder persvrijheid geen democratische rechtsstaat
al dan niet belangrijk is.
Een bijzondere vorm van journalistiek is de onderzoeksjournalistiek. Die gaat verder dan het
nieuws dat op de redacties binnenkomt. Onderzoeksjournalisten gaan zelf achter verborgen
feiten aan (die vaak te maken hebben met wantoestanden, corruptie, machtsmisbruik, onrecht
enzovoort). Zo’n diepgravend onderzoek kan soms maanden tot jaren duren voor de journalist
er een rapport over publiceert.
5
Een forum bieden aan de bevolking
Via de media krijgt de bevolking de kans en de ruimte om zelf meningen in de openbaarheid
te brengen, en zo deel te nemen aan het publieke debat. Denk bijvoorbeeld aan de opiniestukken en lezersbrieven in kranten en tijdschriften.
Burgers nemen ook zelf initiatieven om via weblogs, internetforums, facebook, twitter,… opinies te delen en nieuws te maken.
Die vijf functies van de media zijn voor een democratie zo belangrijk, dat men de media wel
eens de vierde macht (naast de drie staatsmachten) noemt.
Doen
●● Bekijk een krant of de website
van een persmedium.
Welke functies van de media
vind je er allemaal in terug?
●● Zoek een artikel in de krant dat
gewoon FEITEN weergeeft, en
een artikel dat een MENING
over de feiten weergeeft.
●● Zoek enkele recente voorbeelden – uit het buitenland – waaruit
duidelijk blijkt dat de overheid de
media aan banden legt.
2e, 3e, 4e graad
BSO
69
F
Dictatuur en democratie
Weten
In 1918 leed Duitsland de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog. De nasleep
van die nederlaag veroorzaakte er een zware crisis. Veel Duitsers leden
honger en armoede. Bovendien waren zij zwaar ontgoocheld over de
nederlaag. Ze vonden ook dat de overwinnaars Duitsland onrechtvaardig behandelden en het land te zwaar straften. In die omstandigheden
konden Adolf Hitler en zijn nazipartij NSDAP zich geleidelijk opwerken.
Zij beloofden immers de crisis op te lossen en van Duitsland weer een
machtige staat te maken. Door heel wat goed uitgekiende
redevoeringen en indrukwekkende bijeenkomsten met
vlaggen en optochten slaagde Hitler erin heel veel aanhangers achter zich te krijgen. Geweld tegen degenen die het niet
met hem eens waren, werd niet geschuwd. Maar ook bij de verkiezingen deden de nazi’s het goed.
In 1933 werd Hitler rijkskanselier (eerste minister)
van Duitsland en in 1934 werd hij president. Door
alle belangrijke posten toe te kennen aan zijn aanhangers en vertrouwelingen, kon hij zijn machtspositie
verder uitbouwen. Door grootscheepse propaganda zette
Hitler de Duitsers almaar meer naar zijn hand. Wie niet volgde
werd uitgeschakeld. Zo groeide Duitsland in de jaren 1930 uit tot een
gewelddadige dictatuur. Hitler was er de ‘Führer’, de enige leider.
Hitler was een voorstander van een totalitaire maatschappij. Aan het individu en zijn vrijheden
werd weinig belang gehecht. Het individu was een onderdeeltje van de ‘volksgemeenschap’ en moest zich totaal inzetten voor de belangen van de staat.
Staatsbelang boven individueel belang. “Deutschland über alles.” Ook jongeren werden ingeschakeld in organisaties die van en voor de staat waren. In
de Hitlerjugend kregen ze een opvoeding die heel erg militair geïnspireerd
was. Ze leerden er blindelings te gehoorzamen en geraakten er overtuigd
van de grootheid van Hitler en van de Duitse staat.
In zijn streven om Duitsland tot de machtigste staat van Europa te maken,
lokte Hitler in 1939 de Tweede Wereldoorlog uit. De Duitse nederlaag in 1945
betekende tegelijk de val van Hitler.
70
Democratie en rechtsstaat
F Dictatuur en democratie
Doen
1
Op bladzijde 52 kun je lezen dat de scheiding van de machten een van de kenmerken van de
democratie is. Lees hieronder een tekst uit 1938 van Hans Frank, hoofdjurist van nazi-Duitsland. Los daarna de vragen op.
a. Aan het hoofd van het rijk staat de leider van de NSDAP en dit voor het leven.
b. Krachtens zijn leiderschap van de NSDAP is hij leider en kanselier van het rijk. Als staatshoofd heeft hij het opperste staatsgezag in handen, als hoofd van de regering beheert
hij de ganse centrale administratie. Het staatshoofd en de regeringsleider zijn verenigd
in één persoon. Die is opperbevelhebber van alle strijdkrachten.
c. De Führer en rijkskanselier is de wetgevende afgevaardigde van het Duitse volk en
bepaalt, zonder daarbij rekening te houden met vormelijke voorwaarden, de structuur
en de algemene politiek van het Rijk.
d. De Führer is de opperste rechter van de natie… Het kenmerk van het grondwetgevende
recht in het Derde Rijk is dat het niet het systeem van bevoegdheden weerspiegelt
maar de relatie van het geheel van het Duitse volk tot een persoonlijkheid die bezig
is geschiedenis te maken… De Führer wordt niet geruggensteund door wetgevende
bepalingen, maar door zijn verwezenlijkingen die hem worden ingegeven door zijn roeping en toewijding voor het volk… De wetgeving in Duitsland is het wettelijk maken van
de historische wil van de Führer…”
●● Waren de nazi’s voorstander van de scheiding van de machten?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
....................................................................................................................
.................................................................................................................... .
.................................................................................................................... .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ●● Waarom mag je zeggen dat Hitler de dictator van Duitsland was?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ....................................................................................................................
....................................................................................................................
.................................................................................................................... .
.................................................................................................................... .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2e, 3e, 4e graad
BSO
71
2
Hierna vind je enkele gegevens over het regime in Duitsland ten tijde van Hitler. Op een of
andere manier bewijzen zij dat de principes van de democratische rechtsstaat (zie bladzijde 41)
aangetast werden. Noteer bij elke tekst het overeenstemmende nummer van het principe van
de democratische rechtsstaat dat niet wordt toegepast.
HITLER OVER HET ‘FÜHRERPRINZIP’
“Er mogen geen meerderheidsbeslissingen zijn, slechts verantwoordelijke
personen. Natuurlijk kan iedereen raadgevers naast zich hebben, maar de
beslissing wordt genomen door één man. Slechts hij heeft het gezag en het
recht bevelen te geven. Het zal niet mogelijk zijn het helemaal zonder parlement te doen. Maar dat zal dan een raadgevend lichaam zijn.”
Joden, homoseksuelen en zigeuners waren het slachtoffer van de naziterreur. Hun vervolging eindigde met massale uitroeiing. Tijdens de Tweede
Wereldoorlog maakte het naziregime zich schuldig aan volkerenmoord.
De “Verordeningen tot Bescherming van Volk en Staat” maakten het de
regering mogelijk om willekeurige aanhoudingen te verrichten. Alle mogelijke tegenstanders konden zo uitgeschakeld worden.
De nieuwsverstrekking, de vrijetijdsbesteding en de kunst kregen als taak
propaganda te maken voor het regime. Ze werden dan ook geplaatst
onder strenge controle en censuur vanwege de staat. Het ministerie van
Propaganda, onder leiding van Joseph Goebbels, beschikte over uitgebreide macht. Veel kunstenaars, schrijvers en geleerden die zich niet aan
deze censuur wilden onderwerpen, verlieten Duitsland.
72
Democratie en rechtsstaat
F Dictatuur en democratie
G
Hoe democratisch ben ik?
Afsluiten: De D-test van Rokeach
(uit “De prijs van de democratie” uitgegeven door de Koning Boudewijnstichting)
De Amerikaanse socioloog M. Rokeach ontwierp een test om na te gaan in hoever een persoon
democratisch ingesteld is.
Democratisch ingestelde mensen hebben wel een eigen mening, willen die verdedigen en
hun verantwoordelijkheid opnemen. Maar ze staan ook open voor andere meningen. Ze zijn
verdraagzaam en bereid tot compromis, bereid om ‘water bij de wijn te doen’.
HOE VUL JE DE TEST IN?
Bij elke stelling ken je een cijfer toe, al naargelang je het met de stelling eens of oneens bent:
-3 = volstrekt oneens
-2 = sterk oneens
-1 = eerder oneens
0 = neutrale houding
+1 = eerder eens
+2 = sterk eens
+3 = volstrekt eens
Denk niet te lang na voor je een cijfer invult. Wees zo spontaan mogelijk, je eerste idee is
meestal het eerlijkst.
Achteraf worden de scores in de klas besproken.
-3
-2
-1
0
+1
+2
+3
Als ik er de kans toe had, zou ik de
wereld een grote dienst bewijzen.
Het leven wordt zinvol als men zich
inzet voor een ideaal of een doel.
Er zou zoveel gedaan moeten
worden en er is zo weinig tijd.
2e, 3e, 4e graad
BSO
73
-3
De democratie is de beste
regeringsvorm en het is nog beter
wanneer er een intellectuele elite
regeert.
Mijn bloed begint te koken als
iemand koppig weigert toe te
geven dat hij verkeerd is.
Het is normaal dat iemand veel
beter op de hoogte is van de
ideeën waarin hij gelooft, dan van
de ideeën die hij bestrijdt.
Al bij al is de wereld waarin wij
leven een erg eenzaam oord.
Het allerergste wat iemand kan
doen, is in het openbaar die
mensen aanvallen die in hetzelfde
geloven als hijzelf.
Eigenlijk is een mens maar een
hulpeloos en armzalig wezen.
Eigenlijk is het toch maar het beste
vrienden te kiezen die dezelfde
smaak en ideeën hebben als jijzelf.
Ik zou graag iemand hebben die
me kan zeggen wat ik moet doen
als ik persoonlijke problemen heb.
Er zijn mensen die ik haat vanwege
hun overtuiging.
Als er in een groep te grote
meningsverschillen bestaan, zal de
groep wel snel uit mekaar vallen.
Er zijn maar twee soorten mensen,
zij die voor de waarheid zijn, en zij
die ertegen zijn.
De enige manier om te weten wat
er in onze gecompliceerde wereld
omgaat, is te vertrouwen op leiders
of experts die ons vertrouwen
waard zijn.
In een hevige discussie ben ik
meestal zo sterk bezig met wat
ik ga zeggen, dat ik vergeet te
luisteren naar wat de anderen
zeggen.
74
Democratie en rechtsstaat
G Hoe democratisch ben ik?
-2
-1
0
+1
+2
+3
-3
-2
-1
0
+1
+2
+3
Een compromis maken met je
tegenstander is gevaarlijk, want
het is meestal een verraad aan de
eigen zaak.
De meeste mensen weten gewoon
niet wat goed voor hen is.
Hoewel vrije meningsuiting
belangrijk is, kan men ze spijtig
genoeg niet aan alle groepen
toestaan.
Als ik me eenmaal begin op te
winden in een discussie, kan ik niet
stoppen.
Uiteindelijk bestaat er waarschijnlijk
maar één waarheid.
De meeste mensen trekken zich
van een ander niets aan.
In een discussie vind ik het dikwijls
nodig enkele keren hetzelfde te
zeggen om zeker te zijn dat men
mij begrepen heeft.
Iemand die zich voor alles en nog
wat interesseert, heeft meestal
maar een zwakke persoonlijkheid.
De meeste mensen die over
maatschappelijke problemen
spreken, weten spijtig genoeg niet
waarover ze het hebben.
BEREKEN NU JE SCORE AAN DE HAND VAN DE VOLGENDE TABEL:
-3 = 1 punt
-2 = 2 punten
-1 = 3 punten
0 = 4 punten
+1 = 5 punten
+2 = 6 punten
+3 = 7 punten
Mijn persoonlijke score is
(totaal aantal punten):
............................................/175
2e, 3e, 4e graad
BSO
75
BETEKENIS VAN JOUW SCORE BIJ DE ROKEACH-TEST
Met die test gaat Rokeach na hoe democratisch of dogmatisch iemand is. Wie dogmatisch is,
gaat uit van de stelling ‘er bestaat één en maar één waarheid, namelijk de waarheid die ik ken’.
Dogmatisme houdt verband met een autoritaire, niet-democratische houding. Dogmatische,
autoritaire mensen hebben het moeilijk met opvattingen die afwijken van hun opvattingen. Ze
aanvaarden moeilijk dat andere mensen een andere kijk op de zaak kunnen hebben.
Maar let op voor te vlugge conclusies. Uitersten (een lage score en een hoge score) hebben
zowel voordelen als nadelen. Dogmatisme is nadelig voor een democratie, maar het tegenovergestelde – relativisme en scepticisme – zijn dat ook.
Relativisme gaat uit van de stelling ‘er zijn verschillende waarheden, afhankelijk van hoe je een
zaak bekijkt’. Scepticisme wil zeggen ‘er bestaat geen waarheid die je kunt kennen. Je kunt
niets met zekerheid weten’.
Die houdingen kunnen met zich meebrengen dat je nergens in gelooft, tot geen keuze wilt
of kunt komen, geen verantwoordelijkheid opneemt, onverschillig wordt en afhaakt. Met zo’n
houding is de democratie ook niet geholpen.
Een score tussen 25 en 81 betekent dat je weinig dogmatisch bent. Dat wil zeggen dat je
openstaat voor andere meningen, waarden en overtuigingen. Je ziet de werkelijkheid rondom
jou zoals ze zich aandient en niet door de gekleurde bril van je eigen wensen of waarden. Je
hebt de gewoonte meer op je eigen innerlijke stem te vertrouwen dan op een autoriteit buiten
jezelf. Je kunt je gemakkelijk neerleggen bij een meerderheidsbesluit en je bent vrij meegaand
in discussies. Pas op dat je niet al te meegaand bent, weet waarvoor je staat en verdedig je stelling. Het gevaar bestaat dat je over je heen laat lopen of de beslissingen overlaat aan enkele
doordrijvers.
Ligt jouw score tussen 81 en 138, dan ben je een beetje dogmatisch. Je reageert niet altijd
soepel en genuanceerd op nieuwe informatie, op andere standpunten. Voor anderen is het
vaak voorspelbaar hoe je zult reageren. Toch ben je bereid je standpunten te herzien indien
nodig, en rekening te houden met andere belangen en ideeën in een beslissingsmoment. Je
bent er sterk van overtuigd dat jouw mening de beste is, en dat kan je helpen je stelling goed
te verdedigen en invloed te hebben op de besluitvorming.
Zit je hoger dan 138, dan ben je behoorlijk dogmatisch. Je gelooft sterk in het bestaan van
één waarheid en je hebt het geluk die waarheid gevonden te hebben. Wegens jouw sterke
overtuiging is het moeilijk de waarde te ontdekken van andere standpunten, want voor jou zijn
die werkelijk van lager niveau. Daarom vecht je lang voor jouw kijk op de zaak, het is gewoon
te belangrijk. Als je informatie krijgt, of dingen ziet die niet stroken met jouw opvattingen dan
neem je die niet goed waar. Je bent niet geneigd tot compromissen, je ervaart dat als een
verraad aan de eigen zaak. Het positieve van zo’n houding is de gedrevenheid die ze met zich
meebrengt, je zet je 100 procent in voor je zaak. Een nadeel is dat zo’n houding weegt op een
democratische besluitvorming.
76
Democratie en rechtsstaat
G Hoe democratisch ben ik?
H
Samenvatting Module 2
Als je deze module helemaal hebt afgewerkt, dan ben je nu vertrouwd met:
**
regels die altijd en voor iedereen moeten gelden en hoe je zulke regels zelf
kunt opstellen;
**
wat een democratische rechtsstaat is en hoe je dat zelf kunt herkennen;
**
België als democratische rechtsstaat;
**
de Grondwet en het belang daarvan voor de rechtsstaat;
**
de Grondwet en de rechten van burgers;
**
de scheiding der machten;
**
de rechterlijke macht;
**
het belang van mediavrijheid in een democratische rechtstaat;
**
verschillende maatschappelijke functies van de media;
**
het verschil tussen dictatuur en democratie;
**
je eigen democratische houding.
Controleer voor jezelf of je over al die thema’s voldoende weet.
2e, 3e, 4e graad
BSO
77
78
Download