Enquête Taalgebruik en Stereotypen De enquête bestaat uit vier delen. Het eerste deel bevat vragen over algemene persoonsgegevens. Het tweede deel is gericht op stereotypen aangaande mensen van verschillende nationale, etnische en religieuze groepen, die in omloop zijn. Het tweede deel bestaat uit een lijst uitdrukkingen die betrekking hebben op diverse nationaliteiten en groepen. In het laatste deel komen weer stereotypen aan de orde. Bij het derde gedeelte krijg je een uitgebreide invulinstructie. Bovendien word je verzocht de delen van de enquête in te vullen in de volgorde waarin ze is samengesteld. Dat heeft wel invloed op de conclusies die later worden getrokken. Vragen van de afzonderlijke delen mag je in een willekeurige volgorde beantwoorden. Deel 1: Algemene vragen 1. Wat is je geslacht? man / vrouw 2. Wat is je leeftijd? ..........jaar 3. Studeer je? Zo ja, aan welke faculteit? Zo nee, wat is je opleiding / beroep? 4. Uit welk land kom je? Deel 2: Stereotypen 'Stereotype' wordt opgevat als: toeschrijving van specifieke eigenschappen (m.n. persoonlijkheidskenmerken, maar ook gedrag, uiterlijk, interesses, meningen en waarden) aan een of andere kategorie van mensen (bv. iemand is hardwerkend, hartstochtelijk, wreed, betrouwbaar, rijdt veel auto, hecht aan traditie of is sterk gericht op succes etc.) Welke stereotypen ken je ten aanzien van de volgende groepen? 1. Fransen 2. Engelsen 3. Joden 4. Spanjaarden 5. Turken 6. Grieken 7. Noren 8. Chinezen 9. Polen 10. Egyptenaren 11. Zwitsers 12. Ieren 13. Schotten 14. Amerikanen 15. Duitsers 16. Italianen 17. Oostenrijkers 18. Russen 19. Hongaren - 21. mensen uit Indonesië 22. Vlamingen 23. Negers - Deel 3: Vragen met betrekking tot de uitdrukkingen over buitenlanders In dit deel wordt een lijst Nederlandse vaste verbindingen aan je voorgesteld. De bedoeling van dit gedeelte is de bekendheid van de doorsnee taalgebruiker met deze uitdrukkingen te meten. - In de eerste kolom zie je de verbinding zelf, in de tweede moet je een '+' of een ' – ' invullen naargelang je de uitdrukking kent of er nooit van gehoord hebt. - Ken je de uitdrukking, vul dan in de 3de kolom haar betekenis. - Ken je ze niet, probeer de betekenis te doorzien op basis van haar delen en je wereldkennis. Schrijf je vermoeden in kolom 4. Bij voorbeeld: Misschien heb je de uitdrukking 'een harde noot kraken' nooit gehoord, maar je weet dat je soms een noot aantreft die je, ondanks al je moeite, niet kan kraken. Op basis van je algemene kennis weet je dus dat wie 'een harde noot kraakt' een zware klus met moeite heeft geklaard. De uitdrukking is dus a.h.w. 'doorzichtig'. - - In kolom 5 schrijf waarom je denkt dat de verbinding is ontstaan (geschiedenis, cultuur, godsdienst, stereotype, woordspel of een ander reden – geef daarbij concreet aan welke historische gebeurtenis / omstandigheden etc. je bedoelt). je mag het best niet weten, maar probeer toch een verband te leggen tussen de uitdrukking zelf en de werkelijkheid. In kolom 6 geef aan welke karaktertrekken van een bepaalde groep – indien aanwezig – in de uitdrukking wordt weerspiegeld. Schrijf in de laatste kolom ('F' staat voor freguentie) hoe vaak je de uitdrukking gebruikt of hoe vaak je haar in het taalgebruik van anderen aantreft. (v – vaak, z – zelden, n – nooit) * Let op: In geval van verbindingen waarin geen nationaliteitsnaam vermeld is schrijf ook over welke nationaliteit de uitdrukking gaat. Nr 1 2 3 4 5 6 1. 2. De uitdrukking +/ Iets met de Franse slag doen Hij kent Frans als een koe Spaans De Franse kerk staat open Een Franse brief schrijven In de Franse was 9 Doe zoals de Fransman doet, traag in de beurs en rap aan de hoed Wij zullen hem dat Frans praten wel afleren De Engelsen zijn geland Engels flegma 10 Engels gaar 11 Jodenfooi 12 Het lijkt hier wel een jodenkerk Jodenlawaai 7 8 13 3. De betekenis 4. Doorzichtigheid 5. Ontstaansbron 6. Eigenschap 7. F Nr 14 15 16 17 18 19 20 1. De uitdrukking Joodje geboren De Joden een ergernis en de Grieken een dwaasheid Net als de joden van achteraf beginnen Blind, arm en oud is jodenvloek Ze leven met hem als de joden met Onzen Heer Het is net of je een Jood vermoord hebt Er zijn meer joden die Piet heten 21 Het joodse kwaad 22 27 Zo vet als een Spaans anker Het Spaans benauwd krijgen Spanje gezien hebben Liever Turks dan paaps Eruitzien als een Turk Rijden als een Turk 28 Ik ben je Turk niet 29 32 Een Griek kan leven waar een ezel van honger zou sterven Een Grieks testament Noorwegen zit in de lucht Chinezen 33 Een rare Chinees 34 Dat komt uit de Chinese kerk Een Pools-Russisch handelsverdrag Het ging er pools toe 23 24 25 26 30 31 35 36 37 38 39 Terugverlangen naar de vleespotten van Egypte Een Egyptische duisternis Zo zat / dronken als een Zwitser 2. +/ - 3. De betekenis 4. Doorzichtigheid 5. Ontstaansbron 6. Eigenschap 7. F Nr 40 41 1. De uitdrukking Een baard als een Zwitser Zo wild als een Ier 42 Hij is aan heidenen overgeleverd 43 Schots en scheef 44 Een Amerikaans feest / fuif Er zijn nog rechters in Berlijn Zo glad als een Italiaan Een zuideuropees leventje Een Oostenrijker hebben Oostindisch doof 45 46 47 48 49 50 51 Het laat me Siberisch Naar Rusland gaan 52 Russische massage 53 Het rijk van het kwaad Hij werkt voor de koning van Pruisen Breekt een Vlaming een been dan is het ander nog heel Iemand naar Hongarije zenden Leven als een heiduk 54 55 56 57 58 2. +/ - 3. De betekenis 4. Doorzichtigheid 5. Ontstaansbron 6. Eigenschap 7. F Zo zwart als een neger Deel 4: Vragen met betrekking tot de stereotypen 1. Iedereen hecht waarde aan bepaalde stereotypen, maar niemand geeft dat graag toe. Op basis waarvan bouw je meestal je stereotiepe beelden op? 2. Hoe denk je dat stereotypen in het algemeen tot stand komen? 3. Denk je dat een direct contact met mensen nodig is zodat een stereotype over de groep waartoe zij behoren ontstaat? 4. Zijn – na invulling van de tabel – je opvattingen t.o.v. bepaalde groepen (aanzienlijk) veranderd? (d.w.z. heb je een ander stereotiep beeld van die mensen?) Geef aan over welke veranderingen het gaat. Bedankt voor het invullen van de enquête.