4. Gedematerialiseerde effecten A. Statuut

advertisement
Hoofdstuk IV • Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid
1051
§ 4.Gedematerialiseerde effecten
A.
Statuut
495. Een gedematerialiseerd effect wordt door een boeking in een geïnformatiseerd systeem belichaamd. Voor vennootschapseffecten is dit in beginsel een
boeking op een effectenrekening op naam van de eigenaar of de houder van het
effect. Er is geen onderliggend effect aan toonder of effect op naam, dat in ruil
voor de boeking wordt overhandigd aan de instelling die het geïnformatiseerd
systeem beheert. Dit is een belangrijk onderscheid6319 met de geïmmobiliseerde
effecten, die bij een vereffeningsinstelling, bewaarnemer, ook genoemd de centrale depositaris, dépositaire central of central securities depository, worden
gedeponeerd, waar ze als onderpand voor de boeking op de rekening worden
bijgehouden. Dit immobiliseringsstelsel wordt beheerst door het K.B. nr. 62
van 10 november 1967 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten,
gecoördineerd op 27 januari 2004. Dit K.B. is niet van toepassing op gedematerialiseerde vennootschapseffecten (art. 2, tweede lid, 3° K.B. nr. 62). Maar
vennootschapseffecten op naam kunnen daar wel worden gedeponeerd;6320 dit
kan nuttig zijn om te genieten van het beschermingsmechanisme dat dit K.B.
aanbiedt. Gedematerialiseerde effecten bestaan slechts als waardepapieren door
een boeking; geïmmobiliseerde effecten bestaan zonder de boeking, als ze in
een andere vorm zijn uitgegeven. Zolang het gedematerialiseerde effect niet
is geboekt (maar wel werd uitgegeven door een beslissing van de emittent
en een onderschrijving door de effectenhouder), is het effect geen waardepapier, maar een vorderingsrecht dat aan het gemeen recht inzake onlichamelijke
contractuele rechten is onderworpen. De overdracht gebeurt overeenkomstig
artikel 1690 B.W. (randnr. 488).
Hierna wordt enkel aandacht besteed aan de effecten in gedematerialiseerde
vorm uitgegeven door vennootschappen.6321 Het Wetboek van vennootschappen regelt het statuut van deze effecten in gedematerialiseerde vorm indien ze
door een NV, Comm. VA en SE worden uitgegeven (art. 468 W. Venn.). De
uitgifte van effecten in gedematerialiseerde vorm is niet beperkt tot kapitaalvennootschappen. Personenvennootschappen kunnen effecten, die geen aandelen
zijn en geen recht op lidmaatschapsrechten inhouden, in gedematerialiseerde
vorm uitgeven. Zij kunnen bijvoorbeeld obligaties in gedematerialiseerde
vorm aanbieden. Dit geldt onder meer voor coöperatieve vennootschappen.
Artikel 356 W. Venn. bepaalt dat de uitgifte van obligaties en de daaraan
verbonden rechten door de statuten van de coöperatieve vennootschap of de
6319
6320
6321
Voor het onderscheid wat de overdracht en andere transacties op het effect betreft, zie randnr. 497.
Ingevolge de verwijzing van art. 2 K.B. nr. 62 naar art. 2, 1° Wet 2 augustus 2002 betreffende het toezicht
op de financiële sector en de financiële diensten, dat ook aandelen en obligaties, uitgegeven door vennootschappen, omvat (art. 2, 31° van deze wet). Ze moeten wel vervangbaar zijn, wat enkel zou kunnen voor
effecten op naam uitgegeven door kapitaalvennootschappen (randnr. 506).
Voor effecten uitgegeven door andere emittenten, zie D. Van Gerven, “Gedematerialiseerde effecten”, R.W.
2007-08, 1700 e.v.
l a rc i e r
1052
Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid • Hoofdstuk IV
SCE worden geregeld.6322 Ook andere vennootschapsvormen, behoudens de
BVBA, die enkel obligaties op naam kan uitgeven (art. 244 W. Venn.), kunnen
obligaties in gedematerialiseerde vorm uitgeven bij gebreke van een verbod
in die zin; dit strijdt niet met het intuitu personae karakter (randnr. 52). Het
Wetboek van vennootschappen regelt hun statuut niet. Het statuut van deze
obligaties wordt volledig door de akte van uitgifte en aanvullend de statuten
van de vennootschap beheerst.
Andere effecten kunnen ook in gedematerialiseerde vorm worden uitgegeven.
Eén bijzondere categorie wordt wettelijk geregeld, met name door de Wet
van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen.6323
Thesauriebewijzen zijn effecten met een bepaalde duur die een schuldvordering
belichamen (art. 1, § 1, derde lid). Ze kunnen op naam of in gedematerialiseerde vorm worden uitgegeven. Zij hebben als minimumbedrag 250.000 euro
(of een equivalent daarvan in een vreemde munt) (art. 4).6324 De emittent moet
voor elk emissieprogramma van thesauriebewijzen een prospectus opstellen dat
ter beschikking van de onderschrijvers wordt gesteld; dat prospectus bevat de
gegevens die, naargelang van de kenmerken van de transactie, noodzakelijk zijn
opdat de inschrijvers en verwervers een oordeel kunnen vormen omtrent de
aard van de zaak en de aan de effecten verbonden rechten;6325 het bevat ook de
algemene voorwaarden van het programma; het jaarverslag en de jaarrekening
van de emittent van het laatste boekjaar en de beschikbare semestriële financiële informatie worden bijgevoegd (art. 5). Elk semester maakt de emittent de
financiële informatie bekend zoals bepaald door artikel 22 van het K.B. van
14 oktober 1991 (art. 2). Verder moet de emittent ook elk betekenisvol feit dat
het oordeel van de inschrijvers of verwervers kan beïnvloeden, bekendmaken via
een aanvulling van het prospectus (art. 5, § 3). De thesauriebewijzen worden,
per categorie van effecten met dezelfde kenmerken op naam van de eigenaar
of de houder, op een rekening geboekt bij een toegelaten instelling die rekeningen bijhoudt waardoor een onlichamelijk recht van mede-eigendom wordt
gevestigd op de algemeenheid van de op die rekening ingeschreven effecten
van dezelfde categorie.6326 De eigendom, de overdracht, de inpandgeving, het
beslag en de bescherming in geval van faillissement van de rekeninghouder
worden beheerst door de bepalingen opgenomen in de artikelen 3 tot 13bis
van de Wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten en de
overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium. Enkel schuldbewijzen
die overeenkomstig voormelde regeling worden uitgegeven, mogen de benaming
6322
6323
6324
6325
6326
Art. 356 W. Venn. is van toepassing op de SCE (art. 8 SCE Vo.).
K. Macours en M. Taeymans, “De uitgifte van thesauriebewijzen door vennootschappen”, T.R.V. 1992, 267.
Voor thesauriebewijzen in vreemde munt, zie K.B. 14 juni 1994 tot vaststelling van de regels van toepassing op het aanhouden op rekening van gedematerialiseerde effecten, uitgedrukt in vreemde munten of in
rekeneenheden.
Art. 16 K.B. 14 oktober 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen bepaalt de minimuminhoud van het prospectus.
Art. 3, § 1 Wet 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten en de overheidsschuld en het monetair
beleidsinstrumentarium (toepasselijk krachtens art. 4 Wet 22 juli 1991). De toegelaten instellingen worden
opgesomd in art. 3, § 2 van deze wet: de NBB en door haar vergunde instellingen of bijkantoren van
buitenlandse krediet- of beleggingsinstellingen, vergund in hun land van herkomst.
l a rc i e r
Hoofdstuk IV • Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid
1053
van thesauriebewijzen dragen (art. 4). Wanneer ze worden uitgegeven door een
kredietinstelling, worden ze als depositobewijs aangeduid (art. 1, § 1, tweede lid
en 4). Zij kunnen overigens op naam worden uitgegeven; de eigendom wordt
dan vastgelegd in een daartoe aangelegd register (art. 6). Thesauriebewijzen zijn
niet eigen aan vennootschappen; alle privaatrechtelijke en publiekrechtelijke
rechtspersonen kunnen ze uitgeven; ook buitenlandse vennootschappen kunnen
dat. Opdat een privaatrechtelijke rechtspersoon ze kan uitgeven is vereist, dat
uit de jaarrekening blijkt dat het eigen vermogen ten minste 25.000.000 euro
bedraagt of, wanneer het bedrag van het eigen vermogen lager is, ten minste
gelijk is aan 2.500.000 euro en de verhouding tussen, enerzijds, de vorderingen
op ten hoogste één jaar, de geldbeleggingen en liquide middelen en, anderzijds,
de schulden op ten hoogste één jaar, groter is dan één; als aan één van deze twee
laatste voorwaarden (de verlaagde drempel en de verhouding) niet is voldaan,6327
dan is de uitgifte van thesauriebewijzen enkel toegelaten mits een onherroepelijke en onvoorwaardelijke waarborg van een privaatrechtelijke entiteit, die
hieraan wel voldoet, of van de overheid (art. 13 K.B. van 14 oktober 1991).
Effecten die de staatsschuld vertegenwoordigen, kunnen in gedematerialiseerde vorm worden uitgegeven, overeenkomstig de Wet van 2 januari 1991
betreffende de markt van de effecten en de overheidsschuld en het monetair
beleidsinstrumentarium.
Dematerialisatie van vennootschapseffecten vereist, bij wijze van algemene
regel, de opening van een (effecten)rekening op naam van de houder van het
effect waarin het effect wordt ingeschreven. Het effect wordt vertegenwoordigd
door een boeking op een rekening, geopend op naam van de eigenaar of de
houder. Deze rekening wordt in beginsel door de effectenhouder geopend bij
een rekeninghouder, maar kan ook rechtstreeks bij de vereffeningsinstelling
worden geopend. Verhandelingen van het effect worden op deze rekening bijgeschreven. De overdrachten gebeuren van rekening tot rekening. Dit gebeurt via
een systeem van vereffening dat in beginsel6328 door een vereffeningsinstelling
wordt afgehandeld. De emittent moet zich hiervoor aansluiten bij een vereffeningsinstelling die zich mag inlaten met de vereffening van het soort effecten
die de emittent uitgeeft.6329 De effecten in gedematerialiseerde vorm worden per
categorie op naam van de vereffeningsinstelling in het betrokken register van
effecten op naam ingeschreven (art. 468, vierde lid W. Venn.). Effecten behoren
tot dezelfde categorie als ze onderling vervangbaar zijn, omdat ze van dezelfde
soort zijn, alsook dezelfde rechten en verplichtingen eraan zijn verbonden.6330
Gedematerialiseerde effecten in dezelfde rekening zijn vervangbaar. De houder
6327
6328
6329
6330
De laatste vereiste, met name de verhouding, kan worden vervangen door een verbintenis van een kredietinstelling dat, in geval een vernieuwing van de thesauriebewijzen, ingevolge de markttoestand, niet mogelijk
blijkt, deze instelling de emittent zal bijstaan om de verplichtingen uit deze thesauriebewijzen na te komen
(art. 13, tweede lid K.B. 14 oktober 1991).
Zie verder in volgend randnr. voor een geval waarin een erkende rekeninghouder voor de vereffening
instaat.
Voor een beschrijving van dit systeem, zie L. Van den Steen, De effectenrekening, Intersentia, Antwerpen,
2009, 45 e.v.
L. Van den Steen, o.c., 220-221.
l a rc i e r
1054
Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid • Hoofdstuk IV
kan geen recht laten gelden op bepaalde in deze rekening geboekte effecten; ze
zijn trouwens niet identificeerbaar bij gebreke van volgnummer.
496. De vereffeningsinstelling staat in voor de vereffening (“liquidation” in
het Frans en “settlement” in het Engels) van de transacties.6331 Dit wil zeggen
dat zij ervoor zorgt dat de transactie wordt uitgevoerd door de effecten op
de ene rekening uit te schrijven en op de andere rekening bij te schrijven. Dit
kan de rekening van een eigenaar van effecten zijn (als deze een rekening bij
de vereffeningsinstelling heeft geopend), maar is meestal een rekening van de
erkende rekeninghouder die de rekeningen van effectenhouders houdt (en daar
ook de effecten weg- of bijschrijft).
De instellingen die kunnen optreden als vereffeningsinstelling, moeten door
de overheid worden aangewezen. Het is een gereglementeerde activiteit.6332 De
regeling voor de aanwijzing van deze instellingen ligt neer in de bepalingen, van
toepassing op de betrokken categorie van gedematerialiseerde effecten. Vereffeningsinstellingen die zich inlaten met de vereffening van gedematerialiseerde
effecten die de staatsschuld niet vertegenwoordigen, vallen onder het prudentieel
toezicht van de NBB.6333 De NBB waakt ook over de goede werking van de
vereffeningssystemen.6334 De goede werking hiervan en meer in het algemeen
een adequaat juridisch kader voor een behoorlijke werking van de financiële
markten en structuren valt onder de continuïteit van de openbare dienst.6335
Voor de vereffening van aandelen, winstbewijzen, obligaties en warrants, uitgegeven door een NV, een Comm. VA en een SE, en certificaten op aandelen,
winstbewijzen, converteerbare obligaties en warrants, uitgegeven door een NV,
een Comm. VA en een SE, wordt de Interprofessionele Effectendeposito- en
Girokas NV (CIK) aangewezen als enige vereffeningsinstelling. Zij maakt deel
uit van de Euroclear-groep en oefent haar activiteiten uit onder de naam ‘Euroclear Belgium’. Zij kan de opname van nieuwe gedematerialiseerde effecten in
haar stelsel weigeren, voor een reeds bestaande uitgifte waarvan de effecten
oorspronkelijk in een andere vorm en met dezelfde ISIN-code zijn uitgegeven.6336
Voor de vereffening van obligaties, uitgegeven door deze vennootschapsvormen, kan ook de Nationale Bank van België (NBB) als vereffeningsinstelling
optreden.6337 Voor gedematerialiseerde effecten6338 van personenvennootschap6331
6332
6333
6334
6335
6336
6337
6338
L. Van den Steen, o.c., 85 e.v.; A. Van Impe, “De CSD-verordening: op weg naar een efficiënter posttransactioneel landschap?”, T.R.V. 2015, 87 e.v. Zie over de vereffeningsinstelling ook L. Van den Steen,
“Dematerialisatie in het Belgisch recht: nieuwe evoluties inzake de afschaffing van de toondereffecten – de
rol van de vereffeningsinstellingen nader beschouwd”, T.R.V. 2007, 467.
De instellingen die als vereffeningsinstelling kunnen optreden zijn opgesomd in art. 36/26 Wet 22 februari
1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België.
Art. 36/2 Wet 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België.
Art. 8 Wet 22 februari 1998; art. 23, § 3 Wet 2 augustus 2002.
Parl. St. Kamer, Z. [2007/2008], nr. 517/1, 9.
Art. 6, 1° K.B. 12 januari 2006 betreffende de gedematerialiseerde vennootschapseffecten.
Art. 6, 2° K.B. 12 januari 2006.
Uit art. 2, eerste lid K.B. nr. 62 blijkt, dat de aanwijzing van de vereffeningsinstellingen in dit K.B. ook
geldt voor de vereffening van gedematerialiseerde effecten die niet door het Wetboek van vennootschappen
worden bedoeld (a contrario art. 2, tweede lid, 3° K.B. nr. 62).
l a rc i e r
Hoofdstuk IV • Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid
1055
pen, die een schuldvordering belichamen, is de NBB als vereffeningsinstelling
aangewezen onder het K.B. nr. 62 (art. 1). Andere vereffeningsinstellingen
kunnen worden aangewezen bij K.B. Aldus zijn de CIK, met als handelsnaam
Euroclear Belgium, Euroclear Bank NV6339 en BNY Mellon CSD NV6340 als
vereffeningsinstellingen voor het K.B. nr. 62 aangesteld.
Houders van gedematerialiseerde effecten van kapitaalvennootschappen moeten
een rekening aanhouden bij een erkende rekeninghouder of bij de vereffeningsinstelling (art. 468, eerste lid W. Venn.). Houders van gedematerialiseerde
effecten, die een schuldvordering op de emittent of een derde belichamen,
uitgegeven door personenvennootschappen, openen een rekening bij de vereffeningsinstelling onder het K.B. nr. 62 of een daarbij aangesloten lid, met name
een instelling die krachtens de regels, van toepassing op het vereffeningssysteem
van de vereffeningsinstelling, gemachtigd is effectenrekeningen bij deze laatste
aan te houden (art. 1, 2° K.B. nr. 62).6341 Door het openen van deze rekening
sluiten ze met de vereffeningsinstelling een rekeningovereenkomst die een vorm
van huur van diensten is.6342 Voor thesauriebewijzen, uitgegeven door deze
vennootschappen, zie randnr. 495.
Voor aandelen, winstbewijzen, obligaties en warrants, uitgegeven door een NV,
een Comm. VA en een SE, en certificaten die zien op aandelen, winstbewijzen,
converteerbare obligaties en warrants, uitgegeven door een NV, een Comm.
VA en een SE, kunnen enkel de volgende instellingen als erkende rekeninghouder ageren: de kredietinstellingen van Belgisch recht, de in België gevestigde
bijkantoren van buitenlandse kredietinstellingen en beleggingsondernemingen,
die in hun land van herkomst ertoe gemachtigd zijn effecten bij te houden
voor rekening van derden, de beursvennootschappen van Belgisch recht, de in
België gevestigde verrekeningsinstellingen en vereffeningsinstellingen en de NBB
(art. 1 van het K.B. van 12 januari 2006 betreffende de gedematerialiseerde
vennootschapseffecten). De NBB is belast met toezicht op de activiteit van de
erkende rekeninghouders (art. 468 W. Venn.).
De obligaties in gedematerialiseerde vorm, uitgegeven door coöperatieve
vennootschappen, vallen tussen de mazen van het net. Zij worden immers
uitgegeven, overeenkomstig artikel 356 W. Venn.,6343 en dus overeenkomstig
het Wetboek van vennootschappen, zodat ze thuishoren bij de gedematerialiseerde effecten, uitgegeven door kapitaalvennootschappen, overeenkomstig
het Wetboek van vennootschappen (bedoeld in art. 2, 1°, eerste streepje van
de Wet van 14 december 2005). Het Wetboek van vennootschappen bevat
echter voor deze obligaties geen gelijkaardige bepalingen zoals deze die in
artikelen 468 en volgende van dit wetboek zijn opgenomen. Bovendien sluit
6339
6340
6341
6342
6343
K.B. 22 augustus 2002 (B.S., 4 september 2002).
K.B. 18 december 2012 (B.S., 28 december 2012).
Deze zou de opening kunnen weigeren als de overdraagbaarheid niet eenvoudig is omwille van wettelijke
en/of statutaire beperkingen.
M. Van der Haegen, “La loi du 7 avril 1995 sur les titres dématerialisés: régime des actions et obligations
dématérialisées émises par les sociétés anonymes de droit belge”, R.P.S. 1996, 19.
Deze wetsbepaling is op de SCE van toepassing (art. 8 SCE Vo.).
l a rc i e r
1056
Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid • Hoofdstuk IV
artikel 2 van het K.B. nr. 62 de “gedematerialiseerde effecten bedoeld in het
Wetboek van vennootschappen” uit van het toepassingsgebied van dit K.B. (met
uitzondering van art. 12, tweede t.e.m. het vierde lid van dit K.B.). De enige
oplossing is een akkoord te sluiten met een kredietinstelling die bereid is om
de overdracht van de effecten via rekeningen, die zij aanhoudt, te organiseren
(naar het voorbeeld van de regeling in de volgende alinea); dit wordt dan bij
de uitgifte aangekondigd.
Voor aandelen, winstbewijzen, obligaties en warrants, uitgegeven door een
NV, een Comm. VA en een SE, en certificaten op aandelen, winstbewijzen,
converteerbare obligaties en warrants van deze vennootschappen, die niet op
een gereglementeerde markt6344 worden verhandeld, bestaat de mogelijkheid
de vereffening te laten geschieden op het niveau van één rekeninghouder,
zonder een vereffeningsinstelling in te schakelen. Dit kan aldus voor effecten
die toegelaten zijn voor verhandeling op Alternext of de Vrije Markt, die geen
gereglementeerde markten zijn. De emittent kan ermee volstaan een rekeninghouder te contacteren op wiens naam de effecten in het register van de effecten
op naam worden ingeschreven. Deze rekeninghouder moet de effecten niet op
een rekening bij een vereffeningsinstelling inschrijven (art. 475ter W. Venn.).6345
In dat geval zullen de andere rekeninghouders, die gedematerialiseerde effecten
van effectenhouders houden, een rekening openen bij deze rekeninghouder die
instaat voor de vereffening of bij haar tussenpersonen (art. 469 W. Venn.). Er
kan wel maar één rekeninghouder met de vereffening worden belast, wat met
zich meebrengt dat alle gedematerialiseerde effecten aldaar op rekening zijn
ingeschreven; de effecten worden ingeschreven op naam van deze ene rekeninghouder in het register van effecten op naam, bijgehouden door de emittent
(art. 475ter, tweede lid W. Venn.).
De houder van het effect kan de sluiting van de rekening en de omzetting van
het effect in een effect op naam slechts vragen onder de voorwaarden van de wet
of de contractuele bepalingen die de dematerialisatie beheersen. Aldus bepaalt
artikel 462 W. Venn. voor gedematerialiseerde effecten, uitgegeven door een
NV, een Comm. VA of een SE, dat de eigenaar steeds de omzetting in effecten
op naam kan vragen. In zulk geval worden deze effecten ingeschreven in een
register van effecten op naam, dat door de vennootschap wordt bijgehouden.
De verzoeker van de omzetting draagt de kosten hiervan (art. 462 W. Venn.).
De verantwoordelijkheid, om te zorgen voor de nodige omkadering om de
verhandeling in gedematerialiseerde effecten mogelijk te maken, ligt bij de
emittent. Hij contacteert een vereffeningsinstelling of, voor de vennootschapseffecten die niet worden verhandeld op een gereglementeerde markt, spreekt
6344
6345
Met name in België, Euronext Brussels en de markt voor afgeleide producten van Euronext Brussels.
Alternext, de Vrije Markt, de Publieke Veilingen (Expert Markt), de Trading Facility en Easynext zijn geen
gereglementeerde markten.
Deze bijzondere regeling zou zijn voorzien voor beveks (M. van der Haegen en N. de Crombrugge, “La
dématérialiation des titres en Belgique: synthèse du régime légal après la loi du 25 avril 2007”, R.P.S.
2007, 469).
l a rc i e r
Hoofdstuk IV • Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid
1057
de rekeninghouder aan die voor de vereffening wordt aangewezen (art. 475ter
W. Venn.; ook wel hoofd van de piramide genoemd). Deze wordt in het register
van effecten op naam als houder ingeschreven (randnr. 495 in fine). De statuten of de uitgifteakte die het statuut van de effecten regelen of regelt, wordt
of worden aangepast opdat de effecten in gedematerialiseerde vorm kunnen
worden uitgegeven of omgezet. Als de statuten enkel de uitgifte van effecten
op naam toelaten, dan is omzetting in gedematerialiseerde vorm niet mogelijk.
B.
Uitgifte, eigendom, overdracht, vruchtgebruik en pand
Uitgifte, eigendom en andere rechten
497. De vorm van het effect wordt bij de uitgifte bepaald, tenzij zij reeds in
de statuten van de vennootschap vastligt. Indien de statuten de keuze laten,
bepaalt de vennootschap bij de uitgifte of de effecten in gedematerialiseerde
vorm worden uitgegeven. De boeking op rekening doet het gedematerialiseerd
effect (als waardepapier) ontstaan. Voordien heeft de houder wel effecten, maar
zij zijn niet gedematerialiseerd; bij gebreke van titel, zijn ze onlichamelijke
rechten (randnr. 488).
De boeking vestigt een onlichamelijk recht van mede-eigendom op het geheel
van effecten van dezelfde categorie, die op naam van de vereffeningsinstelling
of de erkende rekeninghouder in het register van effecten op naam zijn ingeschreven (art. 468, vijfde lid en 475ter, laatste lid W. Venn.). De boeking stelt
het eigendomsrecht ten aanzien van derden vast.6346 Dit is het gemeen recht
zoals ook blijkt uit artikel 2, tweede lid van het K.B. nr. 62,6347 met dit verschil dat, in dit laatste systeem, bestaande effecten, ongeacht de vorm, worden
gedeponeerd, terwijl gedematerialiseerde effecten door de boeking vorm krijgen
(zie randnr. 495). De geïmmobiliseerde effecten kunnen worden teruggenomen
en terug mobiel gemaakt; gedematerialiseerde effecten bestaan enkel door de
boeking en kunnen derhalve niet van de rekening worden afgehaald.6348
Het onlichamelijk recht van mede-eigendom, dat in geval van geïmmobiliseerde
effecten een afzonderlijk recht is, te onderscheiden van de gedeponeerde effecten, wordt als een verhandelbaar financieel instrument aangemerkt.6349 In het
geval van gedematerialiseerde effecten zijn er geen effecten die van de boeking
6346
6347
6348
6349
Dit wordt met zoveel woorden bevestigd in de Memorie van Toelichting bij de Wet 7 april 1995 die de
regeling van gedematerialiseerde effecten in de toenmalige Vennootschapswet heeft ingevoegd, Parl. St.
Senaat, Z. [1994-1995], nr. 1321/1, 5-6. Zie ook naar Frans recht T. Bonneau en F. Drummond, Droit des
marchés financiers, Economica, Paris, 2005, 86-87.
K.B. nr. 62 van 10 november 1967 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en
de vereffening van transacties op deze instrumenten, dat de regels bevat voor de boeking op rekening van
een bij een centrale depositaris in bewaring gegeven en hierdoor geïmmobiliseerde effecten (randnr. 506).
Het is ook mogelijk gedematerialiseerde effecten, die niet overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen zijn uitgegeven, te boeken op rekeningen in toepassing van het K.B. nr. 62 (zie verder in dit randnr.).
L. Van den Steen, De effectenrekening, Intersentia, Antwerpen, 2009, 22.
L. Van den Steen, o.c., 133-134 (met bespreking van de wetgeving in de buurlanden). Dit wordt met zoveel
woorden in art. 2, tweede lid K.B. nr. 62 bevestigd. L. Van den Steen gaat, in de daaropvolgende bladzijden,
op een overzichtelijke wijze nader in op de grondslag van deze kwalificatie en de gevolgen ervan.
l a rc i e r
Download