Centrum voor Onderzoek op het gebied van de - EUR-Lex

advertisement
722 / 65
PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
25 . 3 . 65
VERORDENING No. 11/65/EURATOM VAN DE RAAD
van 16 maart 1965
tot vaststelling van de regeling inzake de bezoldiging en de sociale zekerheid
van de functionarissen, verbonden aan een inrichting van het Gemeenschappelijk
Centrum voor Onderzoek op het gebied van de Kernenergie,
en tewerkgesteld in Nederland
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP
Artikel 2
VOOR ATOOMENERGIE,
De ambten waarin de aan een inrichting ver­
Gelet op Verordening no . 31 (E.E.G.), no . 11
(E.G.A.), tot vaststelling van het Statuut van de
ambtenaren en de regeling welke van toepassing
is op de andere personeelsleden van de Euro­
pese Economische Gemeenschap en van de Euro­
pese Gemeenschap voor Atoomenergie (1), inzon­
derheid op artikel 4, tweede alinea , en de arti­
kelen 94 en 95 van deze regeling,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Overwegende dat de Raad, op voorstel van
de Commissie, moet overgaan tot de vaststelling
bonden functionarissen kunnen worden tewerk­
gesteld zijn, naar aard en niveau van de werk­
zaamheden, ingedeeld in twee klassen naar ana­
logie van de standaardfuncties van bijlage I,
categorieën C en D van het Statuut van dé amb­
tenaren der Europese Economische Gemeenschap
en der Europese Gemeenschap voor Atoom­
energie (hierna genoemd het „ Statuut "). Klasse I
omvat 5 groepen met elk 18 salaristrappen en
klasse II omvat 4 groepen met elk 18 salaris­
trappen.
Artikel 3
van :
— de bezoldiging van de functionarissen,
verbonden aan een inrichting van het Gemeen­
schappelijk Centrum voor Onderzoek op het ge­
bied van de Kernenergie, voor elke standplaats ,
alsmede de toelagen, verzekeringen, sociale
voordelen en soortgelijke voordelen van welke
aard ook , die voor hen gelden, een en ander uit­
gaande van de plaatselijke gebruiken,
— de toelagen voor de functionarissen, ver­
bonden aan een inrichting van het Gemeenschap­
pelijk Centrum voor Onderzoek op het gebied
van de Kernenergie, die op het tijdstip van hun
aanstelling niet woonachtig zijn in het land of in
de onmiddellijke nabijheid van de plaats waar
zij hun werkzaamheden moeten verrichten,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD :
Voor iedere groep en salaristrap is het maan­
delijks basissalaris vastgesteld in de schaal die is
opgenomen in de bijlage . Dit basissalaris wordt,
in voorkomend geval, verhoogd met :
a) een huisvestingstoelage bestaande uit de
wettelijke huurcompensatie en een algemene
huurtoelage ;
b) een consignatietoelage ;
c) een vakantietoelage.
Deze toelagen worden uitbetaald op basis
van het percentage dat door de bevoegde Neder­
landse autoriteiten wordt vastgesteld.
Het in artikel 6 van de regeling bedoelde ge­
zag stelt vast binnen welke grenzen en onder
welke voorwaarden deze toelagen worden ver­
strekt en bepaalt de wijze van betaling.
Artikel 1
Deze verordening is van toepassing op de
functionarissen, verbonden aan een inrichting
van het Gemeenschappelijk Centrum voor
Onderzoek op het gebied van de Kernenergie
(G.C.O.K.), en bedoeld in artikel 4 , tweede
alinea, van de regeling welke van toepassing is
op de andere personeelsleden der Gemeenschap­
pen, hierna genoemd de „ regeling", die in Ne­
derland en in het bijzonder bij de inrichting te
Petten (provincie Noord-Holland) zijn tewerk­
gesteld.
(!) PB no . 45 van 14. 6 . 1962 , blz . 1385/62 .
Artikel 4
De aan een inrichting verbonden functionaris
gaat ieder jaar automatisch over naar de vol­
gende salaristrap van zijn groep. De aan een
inrichting verbonden functionaris kan wegens
bijzondere verdiensten bij besluit van het tot het
sluiten van overeenkomsten bevoegde gezag een­
maal in iedere groep in aanmerking komen voor
een bevordering van twee salaristrappen.
Overgang naar een hogere groep of naar de
hogere klasse geschiedt bij keuze, overeenkom­
stig artikel 92 van de regeling.
25 . 3 . 65
PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Artikel 5
De aan een inrichting verbonden functionaris
kan slechts in dringende gevallen of bij buiten­
gewone toevloed van werk worden verplicht tot
het verrichten van overwerk. De overuren geven
recht op compensatie in vrije tijd, die uiterlijk
moet worden opgenomen in de maand volgende
op die waarin het overwerk is verricht, of,
indien dit niet mogelijk is, op een vergoeding
waarvan het bedrag wordt vastgesteld overeen­
komstig de bepalingen van het Statuut.
In totaal mogen aan de functionaris niet
meer dan 40 overuren per maand of 150 over­
uren per kalenderhalfjaar worden opgedragen .
Artikel 6
De aan een inrichting verbonden functionaris
heeft op dezelfde voorwaarden als de ambte­
naren van de Europese Gemeenschap voor
Atoomenergie recht op de beloning voor
geoctrooieerde uitvindingen en buitengewone
diensten en op de toeslagen voor werkzaamheden
met een bezwaarlijk karakter, bedoeld in de
artikelen 94 , 99 en 100 van het Statuut .
Artikel 7
1.
De aan een inrichting verbonden functio­
naris is met ingang van de dag van zijn aanstel­
ling aangesloten bij de Nederlandse organen voor
sociale zekerheid, met name voor de verzekering
ter zake van ziekte, ongevallen, invaliditeit,
ouderdom en overlijden, alsook van werkloos­
heid. Hij ontvangt de uitkeringen uit hoofde van
zijn aansluiting bij deze organen, met inbegrip
van de gezinstoelagen.
2.
De instelling ziet erop toe dat samenloop
van deze uitkeringen met soortgelijke uitkerin­
gen die zij zelf verricht, wordt vermeden.
Artikel 8
Voor de in artikel 7 bedoelde aansluiting
neemt de instelling de werkgeversbijdragen voor
haar rekening en houdt zij de werknemersbij­
dragen op het salaris in.
De instelling sluit met de in artikel 7 ge­
noemde organen de noodzakelijke overeen­
komsten .
Artikel 9
Bij ziekte, ongeval of moederschap ontvangt
de aan een inrichting verbonden functionaris
de uitkeringen die volgens de Nederlandse rege­
ling voor sociale zekerheid ter zake zijn vast­
gesteld.
Artikel 10
Overeenkomstig de plaatselijke gebruiken
kunnen naast de uitkeringen krachtens de Ne­
723/ 65
derlandse regeling voor sociale zekerheid nog
andere uitkeringen worden toegekend. De finan­
ciering en het bedrag van deze uitkeringen
komen overeen met die voor het personeel van
het Reactor Centrum Nederland (R.C.N.).
Artikel 11
1.
De aan een inrichting verbonden functio­
naris die niet in zijn standplaats wordt aange­
worven, heeft recht op :
a) vergoeding van zijn verhuiskosten bij zijn
indiensttreding en bij beëindiging van de dienst,
wanneer deze beëindiging plaatsvindt in het
kader van artikel 98 , sub 1 a) en e) tweede
zinsnede, van de regeling ;
b) een inrichtingsvergoeding gelijk aan de
helft van zijn maandelijks basissalaris en/of een
dagvergoeding ;
c) in voorkomend geval, vergoeding van de
kosten van vervoer naar zijn standplaats .
2.
Aan de aan een inrichting verbonden func­
tionaris die om redenen van dienstbelang en met
speciale toestemming van zijn particuliere auto
gebruik maakt, kan het in artikel 6 van de rege­
ling bedoelde gezag een vergoeding per afge­
legde kilometer toekennen .
3.
Het in artikel 6 van de regeling bedoelde
gezag bepaalt de voorwaarden, de minimum­
percentages en de grenzen voor deze vergoedin­
gen en toelagen, waarbij met name rekening
wordt gehouden met de positie van de onge­
huwde functionarissen .
Artikel 12
De aan een inrichting verbonden functionaris
heeft recht op de schooltoelage, bedoeld in ar­
tikel 67 van het Statuut, indien de te zijnen laste
komende kinderen geen recht hebben op studie­
beurzen of op enige andere bij de Nederlandse
scholen gebruikelijke toelage.
Artikel 13
Ingeval de salarissen worden verhoogd in de
wetenschappelijke of technische sectoren die
kunnen worden vergeleken met die van de Euro­
pese Gemeenschap voor, Atoomenergie, en inzon­
derheid bij het Reactor Centrum Nederland,
vindt een herziening van de salarisschaal plaats
analoog aan die, toegepast ten behoeve van het
personeel dat werkzaamheden verricht die over­
eenkomen met die van de Europese Gemeen­
schap voor Atoomenergie . De Raad gaat dan zo
spoedig mogelijk tot deze herziening over, en
wel op voorstel van de Commissie en met de
gekwalificeerde meerderheid van stemmen, vast­
724/65
25 . 3 . 65
PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
treding van deze verordening heeft ontvangen,
gesteld in artikel 118 , lid 2 , tweede alinea, eerste
mogelijkheid, van het Verdrag tot oprichting
van de Europese Gemeenschap voor Atoom­
energie.
en
— de netto bezoldiging die hij bij toepassing
van deze verordening in de beschouwde maand
zou hebben ontvangen, aangenomen dat de ge­
zinslasten dezelfde zijn gebleven als in de
maand voorafgaande aan de inwerkingtreding
van deze verordening .
Artikel 14
De aan een inrichting verbonden functiona­
ris, wiens netto bezoldiging ingevolge de toe­
passing van deze verordening een vermindering
Verhoging van de bezoldiging na de inwer­
kingtreding van deze verordening wordt in min­
dering gebracht op deze toelage.
ondergaat, geniet een overbruggingstoelage.
Deze toelage is voor elke maand gelijk aan
het verschil tussen :
Artikel 15
— de netto bezoldiging die de betrokkene
in de maand voorafgaande aan de inwerking­
Deze verordening
1 januari 1965 .
treedt
in
werking
op
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks
toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 16 maart 1965 .
Voor de Raad
De Voorzitter
M. COUVE DE MURVILLE
BIJLA (j
rin guldens)
17
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Groep 1
715
735
755
77 5
795
815
835
855
875
895
915
935
955
975
995 1.015 1.035 1.055
Groep 2
600
620
640
660
680
700
720
740
760
780
800
820
840
860
880
900
920
940
Groep 3
520
540
560
580
600
620
640
660
680
700
720
740
760
780
800
820
840
860
Groep 4
440
460
480
500
520
540
560
580
600
620
640
660
680
700
720
740
760
780
Groep 5
385
405
425
445
465
485
505
525
545
565
585
605
625
645
665
685
705
725
Groep 1
520
540
560
580
600
620
640
660
680
700
720
740
760
780
800
820
840
860
Groep 2
440
460
480
500
520
540
560
580
600
620
640
660
680
700
720
740
760
780
Groep 3
385
405
425
445
465
485
505
525
545
565
585
605
625
645
665
685
705
725
Groep 4
330
350
370
390
410
430
450
470
490
510
530
550
570
590
610
630
650
670
KLASSE I
15
16
18
KLASSE II
Download