Solvent_Draak

advertisement
1. BEGRIPPEN
A. MISSIAEN IN DE LES 'dit staat in mijn batslijst van 20 begrippen'
Juxtamedullair nefron/ Lange loop nefron:
Nefron waarvan de glomerulus op de grens tussen cortex en medulla gelegen is en waarvan de dalende tak van de lis
van Henle tot in de inner medulla reikt.
Oppervlakkig nefron/ Korte loop nefron:
Nefron waarvan de glomerulus in de cortex gelegen is en waarvan de dalende tak niet in de binnenste medulla
doordringt en de dunne opstijgende tak ontbreekt.
RBF:
Het volume bloed dat per tijdseenheid aan de nier geleverd wordt. Deze bedraagt 1l/min of 20 % van het hartdebiet en
hangt af van de perfusiedruk en de weerstand.
Perfusiedruk:
Het verschil tussen de bloeddruk in de arteria renalis (arteriële bloeddruk) en in de vena renalis ( 0 mm Hg).
Autoregulatie:
Mechanisme dat zorgt voor constante RBF bij schommelingen van perfusiedruk (tussen 80 en 180 mm Hg) dat optreedt
na 15s als gevolg van myogeenrespons en tubuloglomerulaire feedback.
Myogene respons:
Contractie van de afferente arteriool door uitrekking en vice versa. De uitrekking depolariseert de gladde spiercel wat
leidt tot Ca-influx en contractie.
Tubuloglomerulaire feedback:
Contractie van de afferente arteriool door een hoog Cl-aanbod aan de macula densa en vice versa.
Slitdiafragma:
Membraan met poriën in de filtratieslits tussen de uitlopers van de podocyten.
Filtratieslit:
Spleetvormige ruimten die tussen de podocyten voorkomen.
GFR:
De glomerular filtration rate is het totale volume voorurine dat in een gedefinieerde tijdseenheid gefilterd wordt door
alle glomeruli van beide nieren.
Filtratiefractie:
Dit is de verhouding GFR/RPF en bedraagt 20 %.
Calbindine:
Dit is een calciumbindend proteïne dat een rol speelt in het reabsorberen van calcium in de nier.
Osmotische diurese:
Minder waterreabsorptie, omdat er een verlaging van de osmotische gradiënt door osmotische diuretica die gefilterd,
maar niet gereabsorbeerd worden.
Niet-volatiele zuren:
Alle protondonors die niet CO2 zijn.
Sinus caroticus:
Een hogedruksensor die de arteriële bloeddruk meet als maat voor het extracellulaire volume.
V. EXTRACELLULAIRE PH
Volatiele zuren:
CO2 als protondonor.
Niet-volatiele zuren:
Alle protondonors die niet CO2 zijn.
Titreerbare zuren:
Pi en creatinine die protonen afkomstig van CO2 en H2O bufferen in de urine.
Henderson Hasselbalch-vergelijking:
De relatie tussen de pH, de [HCO3-] en de Pco2.
pH = 6,1 + log( [HCO3-] / 0,03xPco2 )
Acute respiratoire acidose:
Te zure pH door een te hoge PaCO2 voordat de renale compensatie gebeurd is.
Chronische respiratoire acidose:
Te zure pH door een te hoge PaCO2 nadat de renale compensatie gebeurd is.
Acute respiratoire alkalose:
Te alkalische pH door een te lage PaCO2 voordat de renale compensatie gebeurd is.
Chronische respiratoire alkalose:
Te alkalische pH door een te lage PaCO2 nadat de renale compensatie gebeurd is.
VII. EXTRACELLULAIRE OSMOLALITEIT
Extracellulaire osmolaliteit:
De verhouding extracellulaire deeltjes op de extracellulaire H2O (normaal 287 mOsm/kg).
Extracellulaire toniciteit:
De concentratie deeltjes die buiten de cel gehouden wordt.
Perspiratio insensibilis:
Vocht dat we verliezen via de ademhaling en de niet-zwetende huid.
Waterdiurese:
Bij afwezigheid van ADH wordt de urine verdund door NaCl-reabsorptie tot 50mOsm/kg en 24l wordt geëxcreteerd.
Antidiurese:
ADH leidt tot de excretie van 0,5l/dag geconcentreerde (1200mOsm/kg) urine.
Hyaliene cylinder:
Tamm-Horsefall glycoproteïnes vormen hyaliene cylinders om E.Coli te bestrijden.
Countercurrent multiplication:
Doordat de dalende tak en de dikke opstijgende tak in de medulla in tegenovergestelde richting lopen, kan de
osmolaliteit hier sterk oplope (medullaire hyperosmolaliteit).
countercurrent exchange:
De dalende vasa recta (waarin NaCl en ureum gediffundeerd zijn), keren terug naar de cortex als opstijgende vasa
recta, om daar NaCl en ureum terug af tegen aan het interstitium, en zo de hyperosmolaliteit van de medulla in stand te
houden.
titreerbaar zuur:
Urinaire buffers die protonen gaan binden afkomstig van CO2 en H2O, namelijk Pi en creatinine.
Periaquaductaal grijs:
Worden gestimuleerd door de rekreceptoren in een volle blaas en zorgen samen met het ruggemerg en het pontiem
mictiecentrum voor de mictie (plassen).
Glomerotubulaire balans:
Het verhogen van de Na-reabsorptie in de proximale tubulus als de hoeveelheid gefilterde Na stijgt, om zo een constant
Na-aanbod aan de principal cell te kunnen garanderen.
Contractie alkalose:
Metabole alkalose tijdens het hersel van een ondervulling, dankzij gestimuleerde Na/H-antiporter (ortho+angiotens2) en
verhoogde H-secretie (aldosteron).
atelectase
Het collaberen van ganse longszones (individuele alveolen collaberen nooit, omdat naburige alveolen ze openrekken).
absorptieatelectase
atelectase veroorzaakt door een verstopte luchtweg, waarbij de alveolen leeglopen in het bloed dankzij de hogere druk
in de omgevende, geventileerde alveolen.
Defensief ademen
niezen, hoesten, sluiten van de glottis, bronchoconstrictie, mucussecretie en snel maar opervlakking ademen
(geïnduceerd door irritatiereceptoren in het epitheel van de luchtwegen).
Convectie
Het stromen van lucht van hoge naar lage druk. Door de geleidende luchtwegen is dit de ventilatie
BTPS:
Body temperature and pressure, saturated; op lichaamstemperatuur
ATPS:
Ambient temperature and pressure, saturated; op kamertemperatuur
7-DOH Cholesterol:
7-dehydrocholesterol. Hieruit vormt UV-licht vitamine D in de huid.
teugvolume
Het in-of uitgeademd volume bij normaal ademen (0,5l in rust)
inspiratoir reservevolume
Max volume lucht dat men kan inademen na normaal inademen
expiratoir reservevolume
Max volume lucht dat men kan uitademen na normaal inademen
residueel volume
het volume achterblijvende lucht na normale expiratie. FRC= 5x teugvol
inspiratoire capaciteit
Som van het inspiratoir reservevolume en het teugvolume
FRC
Het volume achterblijvende lucht na een normale expiratie. FRC = 5xteugvol. Daarom veranderen de alveolaire PA02 en
de PACO2 weinig tijdens de ademcyclus.
Vitale capaciteit
Som van het expiratoir reservevolume, teugvolume & inspiratoir reservevol
Totale longcapaciteit
totaal volume luht in respiratoir systeem na een maximale inspiratie
B. EXTRA VORIGE JAREN
juxtaglomerulair apparaat:
Deze structuur bestaat uit de macula densa, extraglomerulair mesangium en granulaire cellen in de afferente arteriool.
Bij een laag ECV secreteert de granulaire cel renine in het bloed.
extraglomerulair mesangium:
Is onderdeel van de macula densa en vormt een band tussen de macula densa en de wand van de afferente en
efferente arteriool.
filtratie-equilibrium:
Wanneer de netto oncotische druk gelijk is aan de neto hydrostatische druk.
Tamm-Horsfall glycoproteïne
Dit gesecreteerd glycoproteïne bindt aan E. coli en beschermt tegen deze infectie.
Parafolliculaire C-cellen
Deze cellen secreteren calcitonine wanneer de extracellulaire Ca-concentratie stijgt.
Oppervlaktespanning
Het verschijnsel dat het oppervlak van een vloeistof aan een vloeistof-gasovergang zich gedraagt als een veerkrachtige
laag
Podocyt:
Viscerale epitheelcel die met hun uitlopers filtratieslits vormen.
Respiratoire compensatie:
Aanpassen van de ademhaling om de metabole acidose of alkalose te neutraliseren.
Gelijke drukpunt:
De druk in de luchtweg daalt door de wet van Bernouilli en door turbulenties en wordt gelijk aan de druk rond de
luchtweg in de bronchi.
Pneumotachometer:
Meet debieten, die na integratie naar de tijd volumes opleveren.
Surfactant:
Verlaagt de de concentratie H2O-moleculen in het grensvlak en zo de oppervlaktespanning.
Airway closure:
Het platdrukken van bronchiolen door een positieve Pip, de lucht distaal van de obstructie kan niet meer uigeademd
worden. Dit gebeurt als de transmurale druk afneemt.
Dynamische compressie:
Vibratie open en dicht van de collabeerbare luchtwegen zonder kraakbeen.
Interstitieel oedeem:
Het 1e stadium van longoedeem, gekenmerkt door het opzwellen van de lymfevaten van de peribronchovasculaire
plexus.
FEV1:
Forced epiratory volume, volume na 1s krachtig uitademen.
FVC:
Forced vital capacity, volumeverandering tussen een maximale inademing en een maximale uitademing.
Ideaal gas:
Een gas dat aan de ideale gaswet voldoet: pV=nRT. Droge lucht is een voorbeeld.
STPD:
Standard temperature and pressure, dry (0°C, 760mmHg)
Hering-Breuer reflex:
Voorkomt hyperinflatie van de longen door reflexmatig de inspiratie te beëindigen.
Statische mechanica:
Dit is de mechanica wanneer de lucht niet stroomt, de alveolaire druk (PA) is gelijk aan PB.
Transferfactor:
= diffusiecapaciteit, de capaciteit van een stof om door de bloed-gasbarrière te diffunderen.
Thebesiaanse venen zijn de venen die de veneuze afvoer van het hart rechtstreeks draineren in het rechter atrium
(zie embryo, =sinus coronarius)
Principal cell: De Prinicpal cell bevindt zich in de wand van het verbindingsbuisje tot de buitenste medullaire
verzamelbuis. De belangrijkste functie is reabsorptie van Na en H 2O en secretie van K+.
Alpha intercalated cel: De Alpha Intercalated cell bevindt zich in de wand van het verbindingsbuisje tot de buitenste
medullaire verzamelbuis. De belangrijkste functie is secretie van protonen, en opname van HCO 3- en K+.
Bèta-Intercalated cell : De Bèta Intercalated cell bevindt zich in de wand van het verbindingsbuisje tot de buitenste
medullaire verzamelbuis. De belangrijkste functie is HCO3- secretie, en reabsorptie van Cl-.
Het primair cilium is een trilhaar dat in het lumen uitpuil, en buigt bij een groot urinedebiet, en laat zo Ca 2+ in de cel
stromen. Dit cytosolische Ca2+ opent het K+ kanaal, waardoor het gesecreteerd wordt.
Closing volume is het longvolume (% van de vitale capaciteit) waarbij airway closure optreedt.
Het juxtaglomerulair apparaat bestaat uit de macula densa, extraglomerulair mesangium en granulaire cellen in de
afferente arteriool. Bij een laag ECV secreteert de granulaire cel renine in het bloed.
De wet van Dalton zegt dat de som van alle partiële gasdrukken in een mengsel gelijk is aan de som van de totale
gasdruk.
̇̇̇̇ A
Alveolaire ventilatie vergelijking: Met de alveolaire ventilatie vergelijking kunnen we de alveolaire ventilatie (̇̇̇̇̇̇̇̇V
𝑉𝑐𝑜2
̇̇̇̇
(met een bolleke)) bepalen . 𝑉𝐴 =
× 0,863 (alle V's met bolleke.) De correctie is nodig omdat Vco 2 uitgedruk wordt
𝑃𝑎 𝑐𝑜2
in ml/min in STPD en VA in l/min BTPS.
Alveolair-arterieel Po2-verschil kwantificeert de VA/Q-verschillen. De PAO2 is de ideale PAO2 die zou voorkomen
indien de VA/Q overal 1 zou zijn.
Filtratiedruk (PF) is het verschil in hydrostatische druk tussen het glomerulair capillair (P GC) en de ruimte van Bowman
(PBS), verminderd met het verschil in oncotische druk tussen het glomerulair capillair (π GC) en de ruimte van Bowman
(πBS)
Paracellulaire diffusie is diffusie over een epitheel via de intercellulaire ruimte tussen de epitheelcellen.
K-sparende diuretica zijn diuretica die in de principall cell het Na+ kanaal sluiten (triamtereen en amiloride) of de
binding van aldosteron aan zijn receptor blokkeren (spironolacton, canrenoaat en eplerenon) omdat ze de K +-secretie
inhiberen.
Acid-ash dieet: Een acid-ash dieet vormt niet volatiele zuren zoals H3PO4. Vlees, vis, granen, eieren zijn voorbeelden
van een acid-ash dieet.
Alveolair oedeem is een later stadium van interstitieel oedeem, waarbij vocht van het capillair naarde alveolen lekt.
PEF, Peak expiratory flow is het maximale debiet bij krachtig uitademen.
Metabole alkalose is een te alkalische pH door een hoge extracellulaire [HCO3-]. Oorzaken zijn braken van
maagvocht, K+-depletie en ondervulling.
Transmurale druk is de In de long, verminderd met de intrapleurale druk. Ptm = PLong-Pip. Expansie van de long vereist
een positieve transmurale druk
Arteriële-alveolaire drukverschil
Het verschil tussen de capillaire bloeddruk en de alveolaire druk die het capillair omgeeft. Deze varieert in de long en ligt
aan de basis van de regionale verschillen in bloedtoevoer naar de longbasis en -top.
2. GETALLEN:
287 mOsm
pH aterieel bloed: 7.40
PaCO²: 40mmHg
[HCO3-]plasma: 24mM
3. GROTE (al dan niet intuïtieve) KANSHEBBERS BESPREEKVRAGEN:
A. NIERRRRR:
Extracellulaire Calcium p 23
B. LONGHHRR:
Ventilatie - Dyn Mech - weerstand - Beïnvloeding p30
Pulmonale circulatie - Beïnvloeding p30
Diffusie ... - p35
Met dank aan Lukas Hermans, Pieter d'Hoore, Dries Vergauwen en Kevin Hoornaert, tweede
bachelor 2012-2013
Download