Checklist

advertisement
Checklist
Contactgegevens
Onderstaand vult u de contactgegevens in van de eerste én tweede contactpersoon voor
wanneer er vragen zijn over het instrument(en), de aangeleverde documentatie of
anderszins.
Eerste contactpersoon
Naam
Functie
E-mailadres
Telefoonnummer
Werkdagen/-tijden
Tweede contactpersoon
Naam
Functie
E-mailadres
Telefoonnummer
Werkdagen/-tijden
Matthieu den Hoedt
Directeur Ipso Facto
[email protected]
070-3260456
Maandag tot en met donderdag, 9.00-17.00
Mieke van der Veer
Onderzoeker
[email protected]
070-3260456
Maandag tot en met vrijdag, 9.00-17.00
Bijgevoegde documenten
Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd.
Instrument
Documentatie over onderbouwing
Ingevuld format
Ingevulde checklist (contactgegevens, toelichting criteria)
Ja
Ja
Ja
Ja
Toelichting criteria
Op de volgende pagina geeft u aan of en in hoeverre aan de criteria voor de waaier van
cliëntervaringsinstrumenten wordt voldaan. Tevens geeft u per criterium een toelichting
op welke manier al dan niet aan het criterium wordt voldaan.
1. Meet ervaringen van individuele cliënten over de kwaliteit van de zorg en
dienstverlening van de organisatie (gericht op domeinen van kwaliteit van
bestaan).1
Toelichting criterium 1:
Instrument(en) voldoet aan criterium
Ja/in ontwikkeling/nee
Ja
De vragenlijst wordt verspreid onder alle cliënten van de instelling. Iedere cliënt beantwoordt vragen over de kwaliteit van
de zorg en dienstverlening van de organisatie. Iedere cliënt wordt persoonlijk geadresseerd. De vragenlijst kan afhankelijk
van de kenmerken van (een deel van) de populatie ook door ouders of vertegenwoordigers worden ingevuld, of door een
onafhankelijke medewerker van de organisatie in de vorm van een interview met de cliënt. Op de onderstaande sheet is
zichtbaar hoe we met de indeling van de vragenlijst aansluiten op de domeinen van kwaliteit van bestaan:
Hoe sluit ons instrument aan bij het kwaliteitskader?
• lichamelijk welbevinden
• psychisch welbevinden
• materieel welzijn
• cliëntveiligheid
• inter-persoonlijke relaties
• deelname aan de samenleving
• persoonlijke ontwikkeling
• zelfbepaling
• belangen
1. Wonen (intramurale cliënten) of
kortdurend verblijf (extramurale
cliënten)
2. (Para-)medische zorg
Basale behoeften
Sociale relaties
en acceptatie
Zelfverwezenlijking
• zorgafspraken en ondersteuningsplan
• kwaliteit van medewerkers en organisatie
• samenhang in zorg en ondersteuning
3. Dagbesteding
4. Vrijetijdsbesteding
3. Dagbesteding
4. Vrijetijdsbesteding
5. Begeleiding
Organisatie van
zorg en
dienstverlening
5. Begeleiding
6. Zorgplan en inspraak
6
Bron: workshop Ipso Facto en Leekerweide, Landelijke Kwaliteitsdag VGN, 9 januari 2012.
De domeinen uit het kwaliteitskader staan links op de sheet. De volgorde is enigszins aangepast om ze te laten aansluiten
op de praktijk (bij Leekerweide) en op het perspectief van de cliënt zelf. Het gaat dan bijvoorbeeld om cliëntveiligheid, we
vinden een veilige omgeving voor de cliënt een basisbehoefte. We hebben deze domeinen vervolgens samengevat in vier
overkoepelende thema’s: basale behoeften, sociale relaties en acceptatie, zelfverwezenlijking en de organisatie van zorg
en dienstverlening. Deze thema’s vormen de inhoudelijke achtergrond van ons instrument, maar zijn te abstract als kader
om van daaruit vragen aan cliënten te stellen. De vragenlijst is daarom concreter gemaakt door deze zoveel mogelijk te
laten aansluiten op de praktijk en de belevingswereld van de cliënt. Dit betekent voor de structuur dat de vragenlijst is
onderverdeeld in zes modules: begeleiding, wonen of kortdurend verblijf, dagbesteding, vrije tijd, dokters en therapie en
ondersteuningsplan en inspraak. We stellen in elke module behalve vragen naar ervaringen van cliënten ook vragen over
de relatie tussen de cliënt en de professional (zodat pijler 3 ook in het instrument wordt meegenomen).
1
Minimaal eens per drie jaar dienen alle cliënten te worden bevraagd met een instrument uit de waaier.
2. Genereert verbeterinformatie op individueel cliëntniveau. Deze
verbeterinformatie kan worden geaggregeerd naar de organisatorische
eenheid en/of naar de organisatie als geheel.
Toelichting criterium 2:
Ja/in ontwikkeling/nee
Ja
De basis van het onderzoek bestaat uit informatie die door de cliënt, een interviewer en/of een vertegenwoordiger van de
cliënt wordt verstrekt middels een schriftelijke vragenlijst. Ipso Facto verzamelt de ingevulde lijsten en verwerkt ze in een
databestand. Het databestand vormt vervolgens de basis voor de rapportage op organisatieniveau, maar kan ook gebruikt
worden om op niveau van individuele cliënten of organisatie-eenheden te rapporteren.
Op elke vragenlijst wordt de naam van de cliënt en de woonlocatie ingevuld (door de invuller/interviewer, of vooraf, door
de instelling. Indien gewenst kan dat ook in gecodeerde vorm) en deze achtergrondinformatie wordt overgenomen in het
databestand. Het databestand kan in bewerkte vorm worden teruggekoppeld naar de opdrachtgever. Denk aan een
‘geschoond’ bestand met de achtergrondgegevens van de cliënt (naam, (woon)locatie, leeftijd etc.) en antwoorden op de
meest onderscheidende vragen (bijvoorbeeld open vragen, verbeterpunten, ‘slotvraag’). Met dat bestand kan voor iedere
cliënt snel en eenvoudig worden opgezocht wat zijn of haar mening is op een selectie van onderwerpen, en welke
verbeterpunten zijn benoemd. Uiteraard kan een dergelijke terugkoppeling op individueel niveau ook in schriftelijke vorm
plaatsvinden, in korte individuele rapportages of dossiers, of door schema’s te maken voor meerdere cliënten tegelijk.
Op niveau van organisatorische eenheden of woningen (groepen van minimaal 10 cliënten) bieden wij de mogelijkheid aan
om factsheets op te stellen: korte rapportages (2 pagina’s) waarin wordt ingegaan op:

de antwoorden op een selectie van 8-10 gesloten vragen ( ‘basisvragen’ uit de vragenlijst)

een vergelijking van deze antwoorden met andere eenheden of woningen, en de gehele populatie

de verbeterpunten (vragen waarbij een bepaald deel van de geselecteerde cliënten aangeeft niet tevreden te zijn,
of dat verbetering mogelijk is)

een vergelijking van rapportcijfers of schaalscores met andere woningen of eenheden en met de gehele populatie.
De factsheets blijken in de praktijk een welkome aanvulling op de overkoepelende rapportage te zijn, vanwege de concrete
aanknopingspunten voor verbetering op het niveau van eenheden, woningen of bijvoorbeeld dagbestedinglocaties.
3. Er wordt systematisch gewerkt aan validiteit, verbetering en
onderbouwing van het instrument (als dat nog niet het geval is, krijgt men
twee meetcycli om dit op orde te krijgen).
Toelichting criterium 3:
Ja/in ontwikkeling/nee
Deels Ja, deels in ontwikkeling
Wij streven altijd naar een optimaal ‘passend’ instrument. Dit betekent dat we uitgaan van een ‘vaste kern’ van de
vragenlijst (vaststaande selectie van items), aangevuld met vragen of items die in overleg met de instelling worden
geformuleerd. Ook vragen wij voorafgaand aan elke afname input van de cliëntenraad. Wij hanteren als basisprincipe dat
het instrument zoveel mogelijk aansluiting heeft met de praktijk van de instelling. Dat betekent niet dat de ontwikkeling of
onderbouwing van het instrument stilstaat: in het algemeen kan worden gezegd dat de vragenlijst continu evolueert met
de ontwikkelingen in het veld en de eisen die worden gesteld aan onderzoek onder de doelgroep. Elk onderzoek wordt
afgesloten met een evaluatie, waarbij met de opdrachtgever(en waar mogelijk ook met de interviewers) wordt ingegaan
op mogelijke verbeterpunten van de vragenlijst en/of de wijze van dataverzameling.
Betrouwbaarheid en validiteit
De vragenlijst bestaat uit een aantal modules, en per module uit een set basisvragen (meerkeuze). Deze basisvragen
worden beschouwd als schaal. Van elke schaal is de betrouwbaarheid bepaald door de interne consistentie te berekenen.
De interne consistentie is goed, Cronbach’s alpha van elke schaal is ten minste 0.8.
Ook is van elk item de correlatie (samenhang) met het totaal van de schalen bepaald (de item-totaal correlatie). Deze
correlaties zijn niet altijd hoog, maar wel bijna altijd significant. Er is met andere woorden voor bijna alle items een zekere
samenhang tussen de gekozen antwoorden en het totaal van de antwoorden in de hele schaal. Dit kan worden gezien als
aanwijzing voor de validiteit van de gebruikte vragen. Het oordeel over de validiteit wordt verder onderbouwd door het
oordeel van zowel onderzoekers als de medewerkers en eindgebruikers (de zogenoemde ‘face validity’).
Een andere analyse die na elke afname wordt uitgevoerd heeft betrekking op de verdeling van de antwoorden op de
afzonderlijke stellingen, zodat we zichtbaar maken welke stellingen ‘goed’ worden ingevuld/beantwoord en welke minder.
Meer specifiek gaat het dan om het aandeel cliënten dat “weet niet” of “niet van toepassing” heeft geantwoord. Indien dit
aandeel erg groot is, kan het onderscheidend vermogen van het betreffende item (of de toepasselijkheid op de situatie) in
twijfel worden getrokken. Gezien de doelgroep hanteren we hier een ruime marge: minimaal 50% van de cliënten dient
een ‘echt’ antwoord op de vraag te hebben gegeven (dat wil zeggen: mee eens, neutraal of niet mee eens). Uiteraard
wordt hierbij wel rekening gehouden met de specificiteit van de vraag; van sommige vragen is bekend dat deze slechts
voor een deel van de doelgroep van toepassing is (denk bijvoorbeeld aan vragen over de fysiotherapeut: deze zijn niet van
toepassing voor de groep respondenten die geen fysiotherapie heeft).
Na analyse van het antwoordpatroon in het verleden is een aantal van de ‘basis’-vragen te ingewikkeld bevonden en als
gevolg daarvan verwijderd of anders geformuleerd bij een volgende afname.
Afname van het instrument
Een andere wijze waarop we het instrument verbeteren is door te kijken naar de wijze waarop het instrument wordt
afgenomen. We geven een mondelinge instructie aan een selectie van interviewers en daarnaast bevat iedere vragenlijst
een uitgebreid schriftelijke instructie. Wanneer de vragenlijst in de vorm van een interview wordt afgenomen, worden de
antwoorden vastgelegd op een voorgecodeerd formulier. Het formulier wordt afgesloten met enkele vragen aan de
interviewer:
1.
2.
Wat is uw oordeel over hoe het interview is verlopen (en over de bruikbaarheid van de antwoorden)?

Goed: (bijna) alle vragen behandeld, antwoorden zijn goed te gebruiken

Redelijk: bijv. deel van de vragen niet behandeld, maar gegeven

Niet goed: veel vragen niet behandeld en/of veel antwoorden niet bruikbaar
Kunt u het antwoord toelichten? Denk daarbij aan de volgende aspecten:


3.
antwoorden wel bruikbaar
Heeft de cliënt duidelijke ideeën over wat hij/zij wel of niet leuk vindt?
Waren er factoren die het interview hebben beïnvloed (bijvoorbeeld storende geluiden in de omgeving of de stemming van de cliënt)?
Wat zijn de belangrijkste onderwerpen voor de bewoner? Heeft de cliënt duidelijke ideeën over wat eventueel verbeterd zou kunnen worden in
de zorg of dienstverlening?
Op basis van deze beoordeling wordt besloten hoe de gegeven antwoorden worden verwerkt in de eindrapportage. Met de
derde vraag kunnen verbeterpunten op individueel niveau worden benoemd. Deze resultaten kunnen ook gebruikt worden
in de individuele terugkoppeling zoals beschreven onder criterium 2.
Verdere ontwikkeling van het instrument
We streven naar continue verbetering van het instrument. Zoals hierboven beschreven is er sprake van evaluatie van het
instrument na elke afname, maar daarnaast denken we ook over mogelijkheden om het instrument nog beter te laten
aansluiten op wensen van de opdrachtgever en kenmerken van de cliëntenpopulatie. Een van de opties die we overwegen
is het maken van versies voor verschillende (sub)doelgroepen. Zo denken we aan een verkorte versie voor cliënten met
een lager niveau. Het gaat dan om een selectie van de vragen waarvan gebleken is dat ze goed te begrijpen zijn door de
cliënten (de vragen die een duidelijk onderscheidend vermogen hebben), en die gezamenlijk een goede indruk geven van
de mening van de cliënt op een aantal basale aspecten van het bestaan. Om het beeld vervolgens compleet te maken kan
bij de cliënten die de verkorte vragenlijst invullen ter aanvulling de standaard vragenlijst naar de ouders/wettelijk
vertegenwoordigers worden gestuurd.
Download