Ieder kind is een ster! Schoolgids Schooljaar 2013-2014 Inhoudsopgave Onderwerp: Blz: Voorwoord Visie en missie Hygiëne in de school Voor het eerst naar school Wennen op school Aannameprocedure Leerplicht Wilt u meer informatie? Persoonsgebonden nummer Schoolafspraken De werkwijze in de groepen De doorgaande lijn Methodes die op De Ster gebruikt worden: Computergebruik in de school Het volgen van de leerlingen in hun ontwikkeling De zorgstructuur op onze school Groepsoverzichten Speciale zorg De zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Handelingsplannen (HP): Ontwikkelingsperspectief Doublure of versnelling A+ Hoogbegaafdheid Procedure bij verwijzingen Leerling gebonden financiering Onderwijs aan langdurig zieke leerlingen De begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs Intern begeleider Kenniscentrum Stichting Proo ZAT 12-netwerk/ Schoolmaatschappelijk werk Verino/verwijsindex Jeugdgezondheidszorg Gedragsafspraken Veiligheidsbeleid/ARBO dienst/Bedrijfshulpverlening (BHV) Gedragsafspraken Wettelijke Aansprakelijkheid Privacyregeling De directie Het team Vervanging van leerkrachten Stagiaires Scholing van leerkrachten Leerlingenraad Ouderraad Medezeggenschapsraad (MR) Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR) Contacten 4 5 6 6 6 6 6 7 7 7 7 8 9 12 12 12 13 13 13 13 14 14 14 14 15 15 15 16 16 16 17 17 17 17 18 18 19 19 19 19 20 20 20 21 22 22 22 22 2 Informatieavonden Rapportage Nieuwsbrief en website Ouderactiviteiten Onderwijstijd Voor-, tussen- en naschoolse opvang Verlofregeling Toelating, schorsing en verwijdering Klachtenregeling Verjaardag leerling Verjaardag leerkrachten Schoolfruit Schoolreis en schoolkamp Sporttoernooien Mobiele telefoons Sponsoring Namen en adressen 23 23 23 23 23 23 24 26 26 26 26 27 27 27 27 27 28 3 Voorwoord Voor de meeste kinderen is de basisschool de onderwijsvorm waar ze de meeste jaren van hun schoolloopbaan doorbrengen. Dat is niet zonder reden. Van peuter tot puber is er een hele weg te gaan. Een kind moet zijn/haar talenten ontdekken, vaardigheden ontwikkelen en er is veel te leren. Gelukkig hoeven ze dat niet alleen te doen. Naast het gezin en de omgeving waarin het kind opgroeit, vormt het onderwijs een belangrijke schakel in de opvoeding. Samen immers zorgen ouders en school voor het opvoeden van kinderen. In deze schoolgids kunt u kennis maken met de werkwijzen die wij vanuit de visie hebben gerealiseerd in de dagelijkse praktijk. Verder vindt u informatie over allerlei zaken die met onze school te maken hebben. De keuze voor een basisschool is een belangrijke keuze. Wij weten dat! Net als u willen wij uw kinderen optimaal voorbereiden op een goede en gelukkige toekomst. Samen met u als ouders / verzorgers willen we daar een bewuste bijdrage aan leveren. U kunt uw kind aan ons toevertrouwen. Wij wensen u en uw kinderen een heel fijn schooljaar toe. Team basisschool De Ster! 4 Visie en missie Basisschool De Ster is een interconfessionele basisschool, waar alle kinderen mogen zijn zoals ze zijn. Ieder kind is uniek en moet zoveel mogelijk kansen om zijn eigen mogelijkheden te ontwikkelen, ongeacht geloofsovertuiging. De interconfessionele identiteit komt tot uiting in de manier van lesgeven, maar ook in het samenleven met elkaar: kinderen, leerkracht en ouders. We onderkennen en respecteren ieders eigenheid, ongeacht herkomst, huidskleur of geloofsovertuiging. Er is ruimte en respect voor ieders inbreng. Basisschool De Ster is een basisschool waar welbevinden en betrokkenheid van groot belang zijn. Wij bieden kinderen de kans om initiatieven te ontplooien. Ook reiken wij hen een rijke leeromgeving aan, waarin ieder kind zich volledig kan ontwikkelen. Dit doen wij samen met u, uw kinderen en andere betrokkenen. Wij willen graag dat uw kind zich op onze school zich thuis voelt, uw kind mag zich zelf zijn op basisschool De Ster. We kijken gericht naar het welbevinden van het kind. Onze uitgangspunten hierbij zijn: relatie, competentie en autonomie. Onze school heeft als doel dat de leerstof is afgestemd op de behoeften en interesses van de kinderen. Samenwerken en afwisseling moeten er voor zorgen dat onze kinderen gestimuleerd worden voor datgene wat geleerd moet worden. Kinderen krijgen meer verantwoordelijkheden en worden geprikkeld tot zelfvertrouwen. Door themagericht werken, coöperatief leren en groepsoverstijgende werkvormen maken wij het leren betekenisvol. Leerlingen groeien in hun totale ontwikkeling, door de beweging tussen methode en toepassen van eigen kennis en vaardigheden. De grote waarde van coöperatief leren is dat iedereen van elkaar kan leren. Door goed samen te werken met overkoepelende organisaties, de ouders en uw kind komen wij tot een gemeenschappelijk doel: kinderen begeleiden tot individuen die zich in de maatschappij staande kunnen houden. We leren kinderen meeloper en dwarsligger te zijn. De rol van de leerkracht is belangrijk binnen basisschool de Ster. Leerkrachten zoeken steeds naar wat leerlingen zelf willen en al (bijna) kunnen. Daar baseren wij ons aanbod op. Zo wordt er een zonde van naaste ontwikkeling gecreëerd, waardoor leerlingen hun eigen ontwikkeling signaleren. Onze leerkrachten proberen een goed evenwicht te vinden tussen de betekenis van activiteiten voor de leerlingen en de doelen die onze leerkrachten willen bereiken met de activiteiten. In begeleide keuze helpen de leerkrachten onze leerlingen om initiatieven te nemen en plannen te maken voor hun activiteiten. Wij vinden het belangrijk dat elk kind de juiste aandacht krijgt. Wij werken volgens een eigen opgezette zorgstructuur. Hierin gaan we op een werkbare manier om met de onderwijsbehoeften van elk kind. Het kind en zijn/haar omgeving staat centraal. Wat heeft dit kind nodig om verder te komen? Hierbij durven wij kritisch naar ons handelen te kijken, overleggen wij met de ouders en vragen zo nodig externe om hulp. We hebben een zorg(advies)team. Het team komt wekelijks bij elkaar en bespreek dan leerlingen en bekijkt welke (extra) zorg een leerling bijvoorbeeld nodig heeft en hoe dit vorm kunnen geven binnen basisschool de Ster. Het zorg(advies)team houdt zich verder bezig met coördineren van dossiervorming en de doorlopende lijn, en ondersteund en begeleidt leerkrachten. Werken met groepsplannen en handelingplannen zorgt voor een zichtbare doorlopende leerlijn. Wij besteden binnen het leerproces aandacht aan het leren door doen. Wij willen actief gedrag bevorderen en van de lessen een belevenis maken, onder andere om de wereld om ons heen hierin te betrekken. 5 Motto: ‘Ieder kind is een ster’ Missie: kinderen opvoeden tot een waardige deelnemer van de huidige samenleving. Hygiëne in de school Dagelijks wordt de school schoongemaakt door medewerkers van een schoonmaakbedrijf. Van de leerlingen wordt verwacht dat zij het lokaal netjes houden. In iedere groep hebben dagelijks of wekelijks twee leerlingen klassendienst. Behalve praktisch, heeft dit ook een pedagogisch doel: de leerlingen leren dat er ook opgeruimd moet worden. Een apart terugkerend probleem zijn de hoofdluizen en ook onze school heeft daar soms ‘last’ van. Een preventieve maatregel hiertegen zijn de luizenzakken waar de jas in gestopt moet worden en die dan opgehangen wordt aan de kapstok. Elke leerling van onze school heeft een luizenzak en deze gaat met de leerling mee tijdens zijn/haar schoolloopbaan. Daarnaast vindt er na elke vakantie een luizencontrole plaats door ouders. Als er luizen/neten geconstateerd worden neemt de locatieleider contact op met de ouders. Wij willen er de nadruk op vestigen dat ouders de eerst verantwoordelijken zijn als het gaat om het signaleren van hoofdluis. Indien u hoofdluis constateert, wilt u dit dan melden bij de leerkracht van uw kind, zodat andere ouders geïnformeerd kunnen worden door middel van een brief. Voor het eerst naar school Als uw kind vier jaar wordt, mag het naar de basisschool. Het is op die leeftijd nog niet leerplichtig, dat komt pas als uw zoon of dochter vijf jaar wordt. Dan moet uw kind naar school. Vanaf het moment dat een kind leerplichtig is, is het de taak van de ouders ervoor te zorgen dat hun kind met vaste regelmaat de school bezoekt. Eén keer per jaar organiseert de school een open dag voor nieuwe ouders om een kijkje te nemen in de school. Dit wordt van te voren aangekondigd via de website, affiches in de supermarkten en via de plaatselijke kranten. Naast de open dag is het altijd mogelijk om een kijkje te komen nemen in de school en de sfeer te proeven. Wennen op school Een kind dat bijna vier jaar wordt mag 10 dagdelen de school bezoeken. Meestal gebeurt dat in de maand voordat het kind vier jaar wordt. Het is als kennismaking bedoeld en om alvast een beetje te wennen. De bezoeken vinden plaats in overleg met de leerkracht van de onderbouw. De leerkracht neemt contact met u op om data af te spreken. Aannameprocedure Als u interesse heeft voor onze school nodigen we u van harte uit een afspraak te maken met de locatieleider. Zij zal u de school laten zien, als het mogelijk is onder schooltijd, om alvast de sfeer te proeven. Uw eventuele vragen worden beantwoord, u krijgt verdere uitleg en een informatiepakket. Mocht u besluiten tot aanmelding van uw kind dan krijgt u een inschrijfformulier. Heeft uw kind op een andere school al een verwijzing naar het speciaal basisonderwijs gekregen, dan zullen wij ook doorverwijzen naar het speciaal onderwijs. Heeft uw kind een positieve beschikking van het CVI (Commissie van Indicatiestelling) dan kunt u in ‘’Procedure bij verwijzingen’’ lezen welke procedure wij volgen. Leerplicht Doel en inhoud van de leerplichtwet: Leerplicht hangt heel nauw samen met leerrecht, ofwel het recht op onderwijs. Overal ter wereld wordt dit recht als een groot goed beschouwd. Veel landen hechten er zelfs zoveel waarde aan, dat ze de jeugd via een wet verplichten om naar school te gaan. Nederland is één van die landen. In ons land staan de rechten en plichten van ouders, leerlingen en schooldirecties precies aangegeven in de 6 leerplichtwet. Deze wet is, kortweg gezegd, een rechtsmiddel waarmee gewaarborgd wordt dat alle jongeren in Nederland aan het onderwijs kunnen en zullen deelnemen. Het doel van de leerplichtwet is dat jongeren zo goed mogelijk worden toegerust met kennis en vaardigheden die zij nodig hebben om een zelfstandige plek in de samenleving te verwerven. Een afgeronde schoolopleiding is daarvoor een eerste vereiste. De volgende zaken staan in de leerplichtwet omschreven: • begin van de leerplichtige leeftijd; • het moment waarop een jongere niet langer onder de leerplichtwet valt; • op welke basis, al dan niet tijdelijk, vrijstelling verleend kan worden; • taken van leerplichtambtenaren; • verplichtingen van schooldirecties; • verplichtingen van ouders en/of leerlingen Wilt u meer informatie? Wilt u meer informatie over bijvoorbeeld verplichtingen van u, als ouder, of denkt u dat de leerplichtambtenaar u bij een specifiek probleem kan helpen, schroom dan niet contact op te nemen met de leerplichtambtenaar van het Regionaal Bureau Leerlingzaken: Koos van Norden (0341- 474480) Persoonsgebonden nummer Basisscholen zijn wettelijk verplicht bij inschrijving van nieuwe leerlingen naar het Burgerservicenummer (BSN) van de in te schrijven leerling te vragen. De opgave moet gebeuren aan de hand van een origineel document van de belastingdienst waarop vermeld staat: • het Burgerservicenummer van de leerling; • de volledige namen van de leerling. Het doel van het persoonsgebonden nummer is dat iedere leerling een uniek nummer krijgt. Dat nummer moeten onderwijsinstellingen gebruiken in hun communicatie met andere onderwijsinstellingen, de gemeente en overige overheden. Het persoonsgebonden nummer is in de meeste gevallen gelijk aan het Burgerservicenummer. De namen zoals die vermeld staan op de opgave van de belastingdienst moeten worden opgenomen in de leerling administratie evenals het Burgerservicenummer. De privacy is gewaarborgd, want de wet bescherming persoonsgegevens is van toepassing. Schoolafspraken Wij willen dat iedere leerling met plezier naar school gaat. Een school moet een veilige omgeving zijn. Om dat te realiseren moet iedereen zich aan de volgende afspraken houden: • we helpen elkaar; • we vertrouwen elkaar; • niemand speelt de baas; • niemand doet zielig; • niemand lacht uit. Eenmaal in de twee weken worden de afspraken binnen de groepen besproken tijdens de lessen van de Kanjertraining. Het is belangrijk dat ouders onze aanpak van de leerlingen steunen. Door consequent de afspraken te hanteren, weten leerlingen waar ze aan toe zijn. De werkwijze in de groepen Alle scholen behoren te gaan werken volgens de nieuwe kerndoelen die in het schooljaar 2005-2006 door het ministerie van OCW zijn ingevoerd. De kerndoelen gelden nu voor alle groepen. Wij hebben op school voor alle vakken methodes die voldoen aan de kerndoelen. Daarnaast zijn er doelen op het gebied van houding of vaardigheden die vakoverstijgend zijn. 7 De doorgaande lijn Van groot belang bij ieder vormingsgebied is de doorgaande lijn. Steeds weer is de vraag bij het beoordelen van nieuwe methodieken, is er sprake van een onderwijsaanbod, dat wordt ingezet in de kleutergroepen en doorloopt tot in groep 8. Bovendien is het ook belangrijk of er een doorgaande lijn is naar het vervolgonderwijs. Effectief leren als stroming heeft ook teweeggebracht, dat er aan uw kind meer eisen worden gesteld, maar ook in de methodes worden wegen aangegeven om als niet aan die eisen wordt voldaan een adequate leerweg aan te geven. Een en ander heeft naast consequenties voor de methodekeuze, ook consequenties voor de ontwikkeling van de vakbekwaamheid van de leerkracht. Het is een ontwikkeling die continu blijft doorgaan. Het geven van onderwijs is een zo dynamisch gebeuren, dat geen school kan waarmaken dat het onderwijsaanbod is afgerond of met andere woorden, dat er niets meer aan te verbeteren valt. Hieronder proberen wij als team aan te geven hoe wij gestalte geven aan de ontwikkeling van het onderwijs door methodekeuze en vergroting van onze vakbekwaamheid. De taak van het onderwijs in groep 1 en 2 kan het beste worden omschreven als 'het begeleiden en prikkelen van het ontwikkelingsproces van de individuele kleuter’. Hulpmiddelen hierbij zijn de weektaak en het keuzebord. In groep 1 en 2 werken we met de methode Schatkist. Dit is een methode die de volgende leerlijnen systematisch en in samenhang aan de orde stelt: • mondelinge taal; • woordenschat; • beginnende geletterdheid; • beginnende gecijferdheid; • sociaal-emotionele ontwikkeling; • wereldoriëntatie; • kunstzinnige oriëntatie; • motorische ontwikkeling. Schatkist gaat uit van betekenisvolle contexten, waarin diverse tussendoelen aan bod komen. Het is de basis voor een doeltreffende leesontwikkeling in de hele basisperiode. We geven het onderwijs vorm door: • het scheppen van situaties waarin veelsoortige ervaringen kunnen worden opgedaan; • het helpen bij het opdoen van ervaringen; • het helpen bij het ordenen en verdiepen van deze ervaringen. De activiteiten hebben betrekking op de totale ontwikkeling van een leerling. De groepsleerkracht zal dan ook niet hoofdzakelijk sturend, maar ook volgend en begeleidend bezig zijn. Veel voorkomende activiteiten: • de kring: deze richt zich vooral op de sociaal-emotionele vorming, de taalontwikkeling, rekenontwikkeling en wereldverkenning; • de werkles: door het werken met ontwikkelingsmateriaal en door expressieactiviteiten richt deze zich onder andere op de functieontwikkeling, lichamelijke ontwikkeling, de taalontwikkeling, oriëntatie in tijd en ruimte, cognitieve ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling. bewegingsactiviteiten: tijdens de spelles, het vrij spelen in het speellokaal, de gymnastiekles, de muziekles, buitenspel; muzikale vorming: de kleuters maken kennis met het 'vak' muziek in al haar verschijningsvormen. Ze maken zich muzikale vaardigheden eigen, waarbij de beleving centraal staat. Zo komen o.a. ritmische vorming, melodische vorming, improvisatieontwikkeling en muziek beluisteren aan de orde. Belangrijk is ook dat de kleuters veel plezier beleven aan het leren en zingen van liedjes die passen in hun belevingswereld. 8 Burgerschap vormt een belangrijk onderdeel van het primair onderwijs. Burgerschap wordt hierbij niet gezien als een vak apart, maar als een manier van lesgeven waarbij de leerlingen uitgedaagd worden na te denken over hun rol als burger in de Nederlandse samenleving. Bij burgerschap gaat het om de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en om daar actief een bijdrage aan te leveren. Ook als "kleine" burger moet je je betrokken voelen bij en verantwoordelijk zijn voor de maatschappij. De betrokkenheid en verantwoordelijkheid die je voor de gemeenschap voelt zijn een deel van je identiteitsontwikkeling. Methodes die op De Ster gebruikt worden: Schrijven In de onderbouw krijgen leerlingen voorbereidende schrijfoefeningen met het oog op de ontwikkeling van de fijne motoriek. Leerlingen leren hun pen/potlood goed vast te houden. Kleuters werken in thema's, hierin staat het ontwikkelen van de motoriek en het aanleren van een goede schrijfhouding centraal. In groep 3 wordt gebruik gemaakt van de methode de schrijfsleutel, die aansluit bij de leesmethode De leessleutel. De leerlingen leren de letter schrijven die centraal staat in het woord dat ze hebben leren lezen. Naast methodisch schrift wordt er aandacht besteed aan het schrijven van cijfers en aan tempo schrijven. De leerlingen leren tevens slordigheden op te sporen en te verbeteren. In groep 3 wordt het schrijven begonnen met een potlood en in januari wordt er over gegaan op een vulpen. Vanaf groep 4 maken we gebruik van de methode ‘Handschrift’. De methode bevat een doorgaande leerlijn technisch schrijven in lopend schrift voor groep 4 t/m 7. Groep 8 schrijft niet meer in een schrift van Handschrift. Groep 7 en 8 brengen het geleerde in praktijk en ontwikkelen een eigen handschrift. Taalvorming Taalvorming begint al tijdens de kleuterjaren, altijd spelenderwijs. Wij gebruiken daarbij ‘Schatkist Taal’. Rond een thema wordt de taal aangeboden door prentenboeken, verhalen, gesprekken, spelletjes, versjes en liedjes. De methode bevordert de taalontwikkeling en realiseert zo een doorgaande lijn. Belangrijk is dat leerlingen leren luisteren en zelf leren verwoorden, zodat zij meer grip krijgen op de wereld om hen heen. De volgende taalonderdelen komen op speelse wijze aan de orde: • uitbouwen van de woordenschat (zowel actief als passief); • kennismaken met geschreven taal; • bevorderen van communicatie tussen elkaar; • bevorderen van spreekvaardigheid; • ontwikkelen van luistervaardigheid; • ontwikkelen van concentratie. Voor groep 3 gebruiken we voor taal en lezen de Leessleutel. Alle onderdelen van aanvankelijk lezen en taal komen aan bod, de Leessleutel werkt aan: woordenschat, spelling, taalbeschouwing, begrijpend lezen en technisch lezen. Voor groep 4 t/m 8 gebruiken we de taalmethode ‘Taaljournaal'. De methode 'Taaljournaal' werkt aan: • woordenschat; • woordenschatstrategieën; • spreken / luisteren; • schrijven (stellen); • taalbeschouwing; • begrijpend lezen. 9 De methode 'Taaljournaal' leert leerlingen de belangrijkste spellingstrategieën. Daarnaast gebruiken we ook de werkwijze van “Zo leren leerlingen lezen en spellen”. Het lezen gaat in alle groepen door. Vier keer per week gaan de leerlingen 15 minuten duo-lezen. Twee maal per jaar wordt het leesniveau bepaald. In de loop van het jaar doet ook groep 3 mee. Wij stimuleren het lezen door leerlingen de bibliotheek te laten bezoeken, het meedoen aan de Kinderboekenweek en de voorleeskampioenschappen, maar ook door boekbesprekingen en spreekbeurten te houden. Het leesplezier staat daarbij voorop! Begrijpend lezen Voor begrijpend lezen gebruiken we, vanaf groep 4, de methode Nieuwsbegrip. Bij het begrijpend lezen gaat het vooral om het proces en de vaardigheden die de leerlingen in staat stellen om op de juiste manier informatie in woord, beeld en tekst te verwerken. Daarom worden korte leesstukjes (actuele verhalende teksten) afgewisseld met gedichtjes, tekeningen, foto's, advertenties en korte zakelijke teksten. Studerend lezen moet leiden tot het zelfstandig verwerven van nieuwe kennis over en inzichten in de omringende wereld, te onderscheiden in: • informatie kunnen verwerven; • informatie kunnen verwerken; • verwerkte informatie kunnen presenteren; • informatie individueel kunnen vastleggen en bewaren. Rekenen / wiskunde Kleuters kunnen spelenderwijs ervaring opdoen met diverse reken ontwikkelingsaspecten. Centraal staan de volgende rekenonderdelen: • tijdbeleving en tijdsbesef; • ruimtelijke- en meetkundige oriëntatie; • vergelijken, sorteren en ordenen; • meten en wegen; • getalbegrip en het tellen; • rekenkundige begrippen (meer, minder, veel, enzovoort). Bij onze reken- en wiskundemethode ‘Pluspunt’ en bij ‘Schatkist’ (groep 1 en 2) leren leerlingen het geleerde vooral met voorbeelden uit de praktijk toe te passen. Pluspunt is een zogenaamde realistische rekenmethode. Op deze manier krijgen de leerlingen meer inzicht. Vanaf groep 3 wordt met deze methode gewerkt. De groepen 3 t/m 8 gebruiken de software die hoort bij de rekenmethode. Wereldoriëntatie Hieronder verstaan wij de vakken: aardrijkskunde, geschiedenis, biologie en verkeer. Wij gebruiken de volgende methodes: • aardrijkskunde: ‘De blauwe planeet’, vanaf groep 3. De blauwe planeet heeft een heldere en duidelijke leerlijn voor topografie en besteedt aandacht aan natuur en milieu. • geschiedenis: ‘Bij de tijd’, vanaf groep 3. • verkeer: ‘Wijzer door het verkeer’; vanaf groep 1. • natuur en techniek: ‘Leefwereld’, vanaf groep 1. • Jeugd EHBO groep 8 Vanaf groep 1 en 2 wordt er spelenderwijs een begin gemaakt met deze vakken. Met behulp van voorbereidende activiteiten krijgen de leerlingen informatie over deze vakgebieden. Ook volgen wij met de groepen de volgende School tv-series: groep 1 en 2: ‘Koekeloere’, groep 3 en 4: ‘Huisje, boompje, beestje’ en ‘Leesdas lettervos’, groep 5 en 6: ‘Nieuws uit de Natuur’ en in groep 7 en 8: ‘School tv weekjournaal’ als aanvulling op onze lessen. 10 Engels (VVTO: vroeg vreemde talen onderwijs) De leerlingen van De Ster krijgen vanaf het schooljaar 2013-2014 Engels van groep 1 t/m groep 8. Dit wordt gegeven door de groepsleerkrachten. Engels is de internationale voertaal en de taal voor de toekomst. Een goede beheersing van de Engelse taal is van steeds groter belang voor studie en beroep. Leerlingen krijgen in hun dagelijkse leefwereld in toenemende mate met Engels te maken via de computer, televisie en muziek. Vroeg Engels is goed voor de totale taalontwikkeling van een kind en het is zelfs wetenschappelijk bewezen dat de cognitieve ontwikkeling en de algemene taalvaardigheid vooruit gaan bij het vroeg aanbieden van een tweede taal. De Ster vindt dat Engels alle leerlingen betere kansen biedt. In de onderbouw wordt gewerkt met Engelse boekjes aan de hand van thema’s. Spelenderwijs worden de kinderen vertrouwd gemaakt met de Engelse taal. De leerlijnen Engels vormen hierbij de leidraad. In de bovenbouw wordt gebruik gemaakt van de nieuwe digibord methode Take it Easy. Bewegingsonderwijs In de kleutergroepen is er elke dag een vorm van bewegingsonderwijs; dit kan zowel binnen als buiten plaatsvinden. Groep 4 t/m 8 heeft twee maal per week gymnastiek op maandag- en op woensdagmorgen in de gymzaal, op loopafstand van de school. De gymlessen worden twee keer per maand gegeven door een vakleerkracht, de overige lessen worden door de groepsleerkracht verzorgd. Sport, spel en (turn)oefeningen behoren tot de oefenstof, die zo gevarieerd mogelijk wordt aangeboden. Het is de gewoonte dat kinderen tijdens de gymlessen speciale kleding dragen, waarbij gymschoenen wenselijk zijn. De gymkleding van de kleuters is altijd op school aanwezig. Voor iedere vakantie krijgen de kleuters de gymspullen mee naar huis om te wassen. Creatieve vorming We geven les in handvaardigheid, dramatische expressie, muziek en tekenen. Verschillende technieken komen in een schooljaar aan bod. In de lagere groepen zal vaak worden aangesloten bij een belangstellingsgebied, zoals herfst, Sinterklaas of Kerstmis. Onder muziekonderwijs verstaan we onder andere zingen, dansen, het bespelen van de op school aanwezige muziekinstrumenten en het aanleren van begrippen als maat en ritme. Kunstzinnige oriëntatie • De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren; • De leerlingen bereiden een aantal keren per jaar met de groep / met alle groepen samen een optreden voor; • De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren; • De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. Sociaal emotionele ontwikkeling Kanjertraining Wij geven, schoolbreed van groep 1 t/m 8, één keer in de twee weken de lessen van de Kanjertraining. Dit is een methodische werkwijze voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Het belangrijkste doel van de Kanjertraining is dat een leerling positief over zichzelf en de ander leert denken. Als gevolg hiervan heeft de leerling minder last van sociale stress. Ook op langere termijn is dit effect merkbaar. Het is gebleken dat veel leerlingen na het volgen van de Kanjertraining zich beter kunnen concentreren op school en betere leerresultaten behalen. De verklaring hiervoor is eenvoudig. De Kanjertraining geeft leerlingen handvatten in sociale situaties, waardoor er tijd en energie vrij komt. Met het Kanjervolgsysteem wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen in kaart gebracht en gevolgd. De leerkracht vult dit twee keer per jaar in. In de groepen 5 t/m 8 vullen de leerlingen tevens twee keer per jaar zelf een lijst in. 11 Computergebruik in de school De school beschikt over een netwerk, verschillende I-pads en een aantal computers in de klas. De computers worden gebruikt: • tijdens de lessen in de klas, voor het werken en oefenen van vaardigheden op het gebied van taal, spelling en rekenen en voor extra werk. • voor het maken van werkstukken en spreekbeurten; • als opzoekmedium m.b.v. Netwijs. Zorg voor de leerlingen Het volgen van de leerlingen in hun ontwikkeling Wij proberen de leerlingen op onze school zo goed mogelijk in hun ontwikkeling te volgen. In eerste instantie gebeurt dat door goed te observeren en dit te noteren. Zo worden de jongste leerlingen geobserveerd tijdens hun spel, in de omgang met anderen en tijdens hun werk met het materiaal. Ook daarna worden de leerlingen blijvend gevolgd. Wij kijken hoe de leerresultaten zijn en hoe het verloop is van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Behalve de toetsen die horen bij de methode gebruiken we daar ook methodeonafhankelijke toetsen van Cito. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling te volgen gebruiken wij het Kanjervolgsysteem. Alle gegevens komen in een leerling dossier. Daarin worden ook gegevens opgenomen van leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en toets- en rapportgegevens van de verschillende jaren. Na iedere toetsperiode bespreken de leerkrachten samen met de interne begeleider de resultaten. Wanneer resultaten of bepaalde ontwikkelingen daarom vragen, stelt de leerkracht een handelingsplan op. Dit is een op schrift gesteld plan, waarin wij omschrijven hoe een probleem wordt aangepakt en met welke middelen. Na zes tot negen weken evalueren wij de resultaten en als het nodig is, vindt er een bijstelling plaats. Ouders worden hiervan op de hoogte gehouden. Aan het eind van het schooljaar stelt de leerkracht zijn of haar collega in de volgende groep op de hoogte van de vorderingen en resultaten. Dit gebeurt door middel van een overdrachtsformulier en een gesprek over de leerlingen. De zorgstructuur op onze school Als uw kind op vierjarige leeftijd bij ons op school komt, krijgen wij, als uw kind daar geweest is, informatie over de peutertijd met een overdrachtsformulier van de peuterspeelzaal. Uw kind(eren) worden gedurende hun schoolloopbaan gevolgd door middel van het leerlingvolgsysteem dat een onderdeel is van ons leerlingenadministratiesysteem Parnassys. Naast de methodegebonden toetsen worden er twee maal per jaar in alle groepen landelijk genormeerde toetsen afgenomen (CITO) op het gebied van taal, lezen en rekenen. Op deze toetsen kan een leerling een score halen die aangeduid wordt met letters A t/m E. Wij werken aan de hand van een toetskalender, deze ligt, voor belangstellenden, ter inzage op school. De resultaten van de gemaakte toetsen worden bijgehouden in ons leerlingvolgsysteem. Resultaten van toetsen Nadat uw kind een toets heeft gemaakt worden de resultaten daarvan genoteerd in Parnassys (het leerling administratiesysteem) en besproken. Hiervoor hanteren wij een aantal groeps- en leerlingbesprekingen: Toetsbesprekingen: twee maal per jaar, na het afnemen van de landelijk genormeerde toetsen, wordt er met het team een groepsbespreking gehouden o.l.v. de intern begeleider. Leerlingen die dan (ver) boven of onder het landelijk gemiddelde uitkomen worden uitgebreid besproken. 12 Ook worden de vervolgactiviteiten doorgenomen die de leerling in zijn ontwikkeling verder kunnen helpen. Daarnaast hebben we twee keer per jaar de bespreking van het Kanjervolgsysteem (vergadering op sociaal emotioneel gebied), in november en mei onder leiding van de intern begeleider, waaraan een bespreking van de handelingsplannen voor leerlingen die uitval vertonen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling is gekoppeld. Handelingsgerichte Proces Diagnostiek (HGPD) op school: Per jaar zijn er drie à vier momenten voor consultaties met de orthopedagoge van het Kenniscentrum van Stichting Proo. Deze gesprekken kunnen gebruikt worden om een leerling te bespreken, een observatie aan te vragen, verder onderzoek te doen of eventueel oudergesprekken te houden. Vanzelfsprekend wordt u als ouder op de hoogte gebracht van de resultaten van uw kind(eren). Groepsoverzichten Aan de hand van de groepsoverzichten besluit de groepsleerkracht samen met de intern begeleider (een leerkracht, die zich heeft gecertificeerd in speciale leerlingenzorg en die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de zorg, de eventuele verwijzingen en de contacten met de leerlingbegeleider van het kenniscentrum van Stichting Proo) welke leerling speciale zorg nodig heeft. Speciale zorg Bij speciale zorg kunnen, afhankelijk van de aard van het probleem (bijvoorbeeld uitval bij toetsen of ontwikkelingsvoorsprong), betrokken zijn: • alleen de groepsleerkracht; • de groepsleerkracht en de interne begeleider; • de groepsleerkracht, de intern begeleider en het Kenniscentrum; • de groepsleerkracht, de intern begeleider, het Kenniscentrum en het speciaal (basis) onderwijs. Voor er wordt gestart met speciale zorg is er altijd eerst contact tussen de groepsleerkracht en de ouders. De zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften De groepsleerkracht blijft altijd de eerst verantwoordelijke persoon voor leerlingen van de groep. De leerkracht kan contact opnemen met de intern begeleider over een leerling met leer- en/of gedragsproblemen. Na het zorgvuldig in kaart brengen van alle gegevens, kan er een handelingsplan worden gemaakt. De ouders zullen altijd op de hoogte worden gebracht als specifieke aandacht aan de orde is. Naast deze vormen van extra begeleiding voor zorgleerlingen kan ook hulp van buitenaf worden ingeschakeld; GGD (de logopedist, de jeugdarts), (school)maatschappelijk werk, het Kenniscentrum van St. Proo (orthopedagoog, psycholoog), de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg), Bureau Jeugdzorg, GGZ centraal, Centrum Jeugd en Gezin. Handelingsplannen (HP): In de maanden september en februari worden er handelingsplannen gemaakt naar aanleiding van de toetsuitslagen. Globaal gezien betekent een: uw kind zal extra leerstof krijgen, mogelijk een routeboekje volgen of extra tijd voor het oefenen van een zwak vak krijgen; B: gewoon doorgaan, alert zijn op eventueel een extra uitdaging; C: gewoon doorgaan, voor de leerkracht betekent het extra in de gaten houden, eventueel verlengde instructie en/of extra beurten, enzovoort; D: er wordt een handelingsplan gemaakt en uitgevoerd; E: er wordt een handelingsplan gemaakt en uitgevoerd. 13 Hierna volgen er zes wekelijkse voortgangsgesprekken met de intern begeleider waarbij wordt gekeken of het voor die zes weken gestelde doel is behaald of dat een eventuele bijstelling van hethandelingsplan nodig is. Natuurlijk worden de handelingsplannen met de ouders besproken. Ontwikkelingsperspectief Om te zorgen dat alle leerlingen die zorg krijgen die ze nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen, kan het zijn dat een leerling met leermoeilijkheden in een bepaald vakgebied niet de einddoelen van het basisonderwijs kan bereiken. Voor deze leerling wordt dan een ontwikkelingsperspectief opgesteld en de school biedt de mogelijkheid, na uitgebreid onderzoek en met toestemming van de ouders, tot het volgen hiervan. Dit perspectief geeft de leerling de mogelijkheid om via subdoelen op zijn eigen niveau de leerstof in eigen tempo op voldoende niveau te doorlopen met als minimum eindniveau voldoende beheersing leerstof eind groep zes. Doublure of versnelling De meeste leerlingen gaan van leerjaar één naar leerjaar twee naar leerjaar drie enzovoort. Er zijn echter omstandigheden waarin wordt besloten tot een doublure. We kijken naar de resultaten van het leerlingvolgsysteem, de resultaten in de klas en de observatiegegevens van de leerkracht. Samen met de ouders kan dan worden besloten tot een doublure. Leerlingen die al in oktober, november en december vier jaar zijn geworden (we spreken hier van late leerlingen), worden gevolgd en besproken om te zien of zij versneld naar leerjaar twee kunnen gaan. Bij een ontwikkelingsvoorsprong kan een leerling sneller door de basisschool gaan. Bij het laatste wordt echter nadrukkelijk ook gekeken naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. A+ We maken onderscheid tussen A en A+ leerlingen. De A+ leerlingen krijgen extra uitdaging in de vorm van Kien, Somplex of andere materialen, zoals journalistiek, geschiedenis, omgaan met het internet en kan er aan diverse thema’s gewerkt worden. De leerlingen kunnen via routeboekjes sneller door de basisleerstof, zodat ze de vrijgekomen tijd voor zichzelf zinvoller kunnen besteden. Hoogbegaafdheid Wij kunnen bij het vermoeden van (hoog)begaafdheid bij een leerling het interactief instrument het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH) gebruiken. Dit programma werkt met vier fasen van leerlingbegeleiding: • signalering van leerlingen die wellicht (hoog)begaafd zouden kunnen zijn. Met behulp van signaleringslijsten voor ouders en leerkrachten en didactische gegevens wordt bepaald of het zinvol is om de volgende stap te nemen; • diagnostiek: aan de hand van verzamelde diagnostische gegevens en vragenlijst ouder, leerling en leerkracht, kun je als school vaststellen of de leerling waarschijnlijk tot de groep (hoog)begaafde leerlingen behoort en of er aanpassingen in leerstofaanbod moeten worden gedaan; • leerlingbegeleiding is gericht op begeleiding van de leerkracht bij het opzetten van een handelingsplan. Het programma geeft duidelijk aan of er sprake is van begaafdheid of hoogbegaafdheid. Tevens geeft het programma informatie over materiaalgebruik; • evaluatie: met zowel ouders als leerlingen wordt onderscheid gemaakt tussen evaluatie op korte en lange termijn. Als er specifieke problemen zijn met een leerling worden de ouders hiervan op de hoogte gebracht en gehouden. De problemen worden regelmatig besproken met de intern begeleider en met het team tijdens de leerlingbespreking. Met behulp van de intern begeleider kan er een hulpprogramma voor individuele begeleiding worden gemaakt. Deze begeleiding, uitmondend in een handelingsplan, kan binnen en/of buiten de groep worden uitgevoerd. 14 Procedure bij verwijzingen Als er specifieke problemen met een leerling zijn, worden de ouders hiervan op de hoogte gebracht en gehouden. De problemen worden regelmatig besproken met de intern begeleider en met het team in een leerlingbespreking. Met behulp van de remedial teacher en/of intern begeleider kan er een hulpprogramma voor individuele begeleiding gemaakt worden. Deze begeleiding, uitmondend in een handelingsplan kan binnen en/of buiten de groep uitgevoerd worden. Als het hulpprogramma niet aanslaat en de problemen blijven bestaan, wordt na overleg en toestemming van de ouders, de hulp van de orthopedagoge en/of psycholoog van het Kenniscentrum ingeroepen. De leerling wordt door de deskundige op school onderzocht en er wordt advies gegeven hoe de begeleiding het beste kan plaatsvinden. Als na verloop van tijd blijkt dat de problemen, zelfs na intensieve begeleiding, blijven bestaan, gaat de school overleggen met de ouders over aanmelding bij de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg). De beslissing van de PCL is een beschikking en daarmee staat vast of een leerling naar het Speciaal Basisonderwijs (SBO) mag of niet. Het kan zijn dat uw kind beter af is in het speciaal basisonderwijs (SBO) of op het Speciaal Onderwijs (SO). Ook kan het zijn dat in het kader van het passend onderwijs besloten wordt dat uw kind binnen het regulier basisonderwijs blijft. Dit alles gebeurt in nauw overleg met u. Leerling gebonden financiering Op onze school zijn ook leerlingen welkom met een clusterindicatie. Bij de aanmelding van een leerling met een positieve beschikking van een Commissie van Indicatiestelling (CVI), ook wel een leerling met een rugzak genoemd, wordt een vaste intakeprocedure doorlopen. Indienouders van een leerling overwegen hun zoon of dochter op onze school aan te melden, worden ze schriftelijk uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek willen we inzicht krijgen in de motivering van de eventuele aanmelding op onze school, van de ideeën en verwachtingen die bij de ouders leven. Ook worden de specifieke hulpvragen van de leerling doorgenomen. Vervolgens wordt aan de hand van deze vragen en verder verzamelde informatie bezien of de school in staat is de leerling, nu en/of in de nabije toekomst, de gevraagde hulp te bieden. Centraal in die beantwoording staat, naast het belang van de leerling, de mogelijkheden van onze school om het ontwikkelingsproces van de leerling op een goede wijze te ondersteunen. Leidraad bij het gesprek is het toelatingsprotocol dat voor leerlingen met een leerling gebonden financiering wordt gehanteerd binnen de Stichting Proo. Indien onze school overgaat tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een teambesluit. We gaan er immers van uit dat bij toelating de leerling voor een langere periode welkom is binnen onze school. Indien onze school besluit een leerling niet toe te laten, wordt deze beslissing gemotiveerd aan de ouders/verzorgers kenbaar gemaakt. Samen met de ouders en het Regionaal Expertisecentrum (REC) wordt gezocht naar alternatieven. De ouders hebben altijd de mogelijkheid om tegen een afwijzing bezwaar aan te tekenen. Het vastgestelde beleidsplan en het toelatingsprotocol voor leerlingen met een leerling gebonden financiering van ons schoolbestuur ligt op school ter inzage. Onderwijs aan langdurig zieke leerlingen Een leerling die langdurig ziek is heeft ook recht op onderwijs. In overleg met de ouders/verzorgers en de consulent onderwijs aan zieke leerlingen worden afspraken gemaakt over hoe de leerling het beste kan worden begeleid. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden op de website van de stichting “Ziek zijn en onderwijs” (www.ziezon.nl). 15 De begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs Vaste onderdelen zijn elk jaar: • het schooladvies, opgemaakt uit het leerlingdossier en de behaalde resultaten in groep 8. Hierbij speelt ook bijvoorbeeld de werkhouding een rol; • de informatiedagen van het voortgezet onderwijs. We raden u aan die samen met uw kind te bezoeken. Ook worden er voor de leerlingen kennismakingsbezoeken georganiseerd. Hier gaan ze samen met de leerkracht of onder begeleiding van ouders naar toe; • de Cito eindtoets: in principe doen alle leerlingen mee aan deze toets. Het kan echter voorkomen dat een leerling een andere versie van de toets maakt (bijvoorbeeld bij dyslexie); • daarna volgen de individuele oudergesprekken waar, in samenspraak met de ouders, een definitieve schoolkeuze wordt bepaald; • de aanmelding geschiedt daarna door het invullen van een aanmeldingsformulier door de ouders. De school zorgt voor verdere afhandeling. De ouders krijgen nog voor de zomervakantie de bevestiging van de aanmelding in het voortgezet onderwijs; • de scores van de Cito eindtoets waren in 2010: 534,5 in 2011:535,1, in 2012: 533,4 in 2013: 535,1 Intern begeleider De intern begeleider is het aanspreekpunt voor leerkrachten op het gebied van de zorg voor leerlingen. Meestal is dat het geval als er in het onderwijsleerproces van een leerling problemen dreigen te ontstaan. De intern begeleider probeert samen met de groepsleerkracht hier een oplossing voor te vinden. Dit kan zijn door: • aangepaste leerstof; • leerstof op een andere manier aanbieden; • individuele hulp enzovoort; De intern begeleider heeft de volgende taken: • overzicht houden over het leerlingvolgsysteem en leerling dossiers, waarin ontwikkelingen en vorderingen van elke leerling geregistreerd staan; • houden van leerling besprekingen; • houden van besprekingen met de groepsleerkracht over de groep en/of individuele leerlingen en samen proberen oplossingen te vinden voor problemen die zich voordoen; • onderhouden van contacten met zorginstellingen (PCL, Zorgcommissie, Begeleidingsdienst, enzovoort.); • onderhouden van contacten met andere intern begeleiders uit het Samenwerkingsverband; • beheren van de artotheek (informatie en leermiddelen voor specifieke hulp). Kenniscentrum Stichting Proo De school kan gebruik maken van het Kenniscentrum voor: • algemeen overleg met de intern begeleider; • observeren en/of testen van individuele leerlingen op verzoek van de school. Hierbij wordt altijd eerst overlegd met de ouders. Aansluitend zijn er dan besprekingen en adviezen voor hulp; • Handelings Gerichte Proces Diagnostiekgesprekken. Onze begeleider voor dit schooljaar is Else Boers. De leerlingenzorg op onze school wordt voor een belangrijk deel bepaald door het zorgbeleid van het samenwerkingsverband WSNS, waarin wij participeren. 16 Samenwerkingsverband De leerlingenzorg op onze school wordt voor een belangrijk deel bepaald door het zorgbeleid van het samenwerkingsverband WSNS, waarin wij participeren. Onze school participeert in het samenwerkingsverband: Federatief samenwerkingsverband schoolbesturen primair onderwijs Drieluik. De beleidsvoornemens van dit samenwerkingsverband zijn verwoord in een “Ondersteuningsplan”. Dit plan wordt jaarlijks geactualiseerd. De school richt zich naar deze plannen en past het beleid hierop aan. Het samenwerkingsverband heeft een koersplan 2011 – 2015 opgesteld voor de komende vier jaar. ZAT 12-netwerk/ Schoolmaatschappelijk werk In vrijwel alle gemeentes is ook een bovenschools zorgteam aanwezig bestaande uit medewerkers van het maatschappelijk werk, politie, GGD en dergelijke. Het kan namelijk ook zo zijn dat de problemen van een leerling voortkomen uit de gezinssituatie of de omgeving van de leerling. In onze gemeente is een Zorg Advies Team. Mocht er problematiek zijn waar we als school, samen met de ouders, niet uitkomen en waar dit team zou kunnen helpen, dan kunnen we daar om advies en begeleiding vragen. In onze gemeente is een schoolmaatschappelijk werkster actief. Zij zal enige keren per jaar op school komen. Het kan dus zijn dat de intern begeleider van school u adviseert eens een afspraak met haar te maken als zich problemen met uw kind voordoen die verder gaan dan alleen leerproblematiek. Verino/verwijsindex Onze school kan in het belang van de leerling gebruik maken van de verwijsindex. Dit betekent dat verschillende hulpdiensten elkaar op de hoogte houden van hulpverlening aan een kind of een gezin. Dit gebeurt om te voorkomen dat hulpdiensten naast elkaar werken. Als wij een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van kindermishandeling of huiselijk geweld dan handelen wij zoals beschreven staat in de Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld Stichting Proo. Scholen zijn sinds 1 juli 2013 verplicht deze Meldcode te hanteren. De meldcode ligt ter inzage op school. Jeugdgezondheidszorg Schoolarts Tijdens de schoolperiode krijgt uw zoon/dochter een aantal keren te maken met medewerkers van de afdeling Jeugdgezondheidszorg en Logopedie van de GGD ‘s-Gravendeel. Onderzoeken die worden uitgevoerd zijn een vervolg op de onderzoeken die uw kind op het consultatiebureau heeft gehad. Tijdens de onderzoeken wordt gekeken naar verschillende zaken die te maken hebben met de groei en ontwikkeling van kinderen. De logopedist kijkt speciaal naar taalontwikkeling, uitspraak, stem, vloeiendheid van spraak en mondgewoonten. Wanneer er iets niet goed gaat in de ontwikkeling van uw kind, dan kan vroegtijdig actie worden ondernomen. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat uw kind slechter gaat zien, groeiproblemen krijgt of moeite heeft met verstaanbaar praten. Ook kan het zo zijn dat u zelf met vragen over de opvoeding en/of gezondheid van uw kind zit. Deze en andere onderwerpen kunnen tijdens het onderzoek van de arts, assistente, jeugdverpleegkundige of logopedist aan bod komen. Alle onderzoeken vinden plaats op basis van vrijwilligheid. U wordt vooraf geïnformeerd wanneer een onderzoek plaatsvindt. De onderzoeken op de basisschool zijn: • 5-jarigen: Preventief logopedisch onderzoek gericht op o.a. taal, uitspraak, stem, vloeiendheid van spraak en mondgewoonten (uitgevoerd door logopedist). Duur van het onderzoek: 15 minuten. • Leerjaar 2: Preventief gezondheidsonderzoek gericht op vroegtijdige onderkenning van ontwikkelingsstoornissen, lichamelijke afwijkingen en aandacht voor opvoedkundige zaken (uitgevoerd door de jeugdarts en assistente). De ouders zijn bij dit onderzoek aanwezig. Duur van het onderzoek: 25 minuten. 17 • Leerjaar 7: Preventief verpleegkundig onderzoek, gericht op sociaal emotionele ontwikkeling en vragen over de opvoeding (uitgevoerd door de jeugdverpleegkundige). De ouders zijn bij dit onderzoek aanwezig. Duur van het onderzoek: 20 min. Extra onderzoek of gesprek Soms is het wenselijk dat een leerling tussentijds een extra onderzoek krijgt. Dit onderzoek kan worden uitgevoerd door de jeugdarts, assistente, jeugdverpleegkundige of logopedist (afhankelijk van het onderwerp). In overleg met u als ouder(s)/verzorger(s) kunnen de arts van het consultatiebureau voor kleuters, de groepsleerkracht van school, de begeleidingsdienst en de schoollogopedist om een extra onderzoek en/of controle vragen. Het is belangrijk dat u vroegtijdig met uw vragen of moeilijkheden komt; dan kan er vaak gemakkelijker iets aan worden gedaan. Logopedist De schoollogopedist is in dienst van de GGD ‘s-Gravendeelen voert preventieve taken uit. Dit betekent dat er wordt geprobeerd logopedische problemen te voorkomen of zo vroeg mogelijk op te sporen, zodat er vroegtijdig hulp kan worden geboden. De basisactiviteiten zijn: 1. screening van de leerlingen uit groep 2 op de spraak, het mondgedrag, de taalvaardigheid, het stemgebruik en het gehoor; 2. onderzoek: indien ouders, leerkrachten, de schoolarts of anderen twijfelen over de spraak, de taal, de stem of het gehoor, kan de logopedist worden gevraagd de leerling te onderzoeken. Dit geldt voor alle leerlingen in het basisonderwijs, van groep 1 t/m 8; 3. behandeling: als mocht blijken dat uw kind logopedische behandeling nodig heeft zal dit plaatsvinden bij een vrijgevestigde logopedist. Veiligheidsbeleid/ARBO dienst/Bedrijfshulpverlening (BHV) • Veiligheid is zeer belangrijk. Onze school wil leerlingen, onderwijspersoneel en ouders een plek bieden waar ze veilig zijn en waar ze zich veilig voelen. We trachten de risico’s te minimaliseren en incidenten te voorkomen; • er is een ongevallen- en een incidentenregistratie op school; • op onze school zijn meerdere personen opgeleid als BHV’er. Zij hebben de lessen gevolgd met levensreddende handelingen, brandpreventie en het blussen van brandjes. Op school is een ontruimingsplan aanwezig. De BHV’ers zorgen voor coördinatie bij calamiteiten en verlenen zo nodig eerste hulp. Dit schooljaar zullen we twee keer, als oefening, de school ontruimen; • op bestuursniveau is een preventiemedewerker aangesteld. Verder is daar een arbeidsomstandighedenbeleidsplan (ARBO plan) vastgesteld dat maatregelen en activiteiten bevat die er op gericht zijn veiligheid, gezondheid en welzijn van medewerkers, leerlingen en bezoekers te bevorderen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan een goede werksfeer waardoor verzuim tot een minimum wordt beperkt. Op bovenschools niveau is een schoolveiligheidsplan opgesteld; • onze school zorgt voor een goed pedagogisch klimaat, waarbij het van belang is dat leerlingen zich veilig voelen. Goed toezicht op de leerlingen in en buiten de school en het creëren van een goede sfeer van respect en samenwerking staan hierbij centraal. Gedragsafspraken Wij vinden het erg belangrijk dat leerlingen zich veilig en vertrouwd voelen op school. De Kanjertraining verbindt de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen met waarden en normen. Voorts zijn er links naar sociale redzaamheid en gezond gedrag. De algemene gedragsregels en klassenregels worden samen met de leerlingen jaarlijks aan het begin van het schooljaar opgesteld. 18 Wettelijke Aansprakelijkheid Stichting Proo heeft een aantal verzekeringen afgesloten voor alle scholen die onder haar bestuur vallen. Het betreft de volgende verzekeringen: - Reisverzekering: de reisverzekering is afgesloten voor ouder- en medezeggenschapsraad, activiteitencommissie, leerlingen en hun begeleiders. - Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering: de bedrijfsaansprakelijkheid is afgesloten voor het bestuur en haar bestuursleden, directie en personeel, vrijwilligers en ouderparticipanten, activiteitencommissie, OR/MR en haar bestuursleden, leerlingen, stagiaires en gasten. - Ongevallencollectiefverzekering: de ongevallencollectiefverzekering is voor bestuursleden, personeel, vrijwilligers (incl. ouderparticipanten), leerlingen en stagiaires van andere scholen die hun stage doen op een school van Stichting Proo. Indien een schade of ongeval plaatsvindt, waarbij de school aansprakelijk wordt gesteld, neemt de directeur contact op met het bestuurskantoor van Stichting Proo voor de afwikkeling van de aansprakelijkheidsstelling. Privacyregeling Regelmatig worden er bij ons op school foto’s gemaakt of ook wel eens video-opnames. Ook is het mogelijk via onze website afbeeldingen, waar leerlingen op staan, te bekijken. Mocht u om één of andere reden niet willen dat uw kind(eren) op afbeeldingen te zien zijn, geeft u dat dan door aan school. Wij zullen dan proberen dat te voorkomen. Het team De directie Rosalie Alfons is de meerscholen directeur van De Ster. Tanja middelkoop is locatieleider. Zij is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de school in alle opzichten. Dit geldt voor zowel het onderwijskundig gebied als de dagelijkse organisatie. Mocht Tanja afwezig zijn, dan kunt u een bericht doorgeven via de e-mail. Een e-mail kunt u sturen naar [email protected]. De mailbox wordt dagelijks gecheckt. Het team De groepsleerkrachten geven les in de groepen en zijn eerstverantwoordelijk voor alle zaken die de leerlingen in de groep betreffen. Soms zijn er twee leerkrachten in een groep. Zij zorgen onderling voor een evenwichtige taakverdeling en hebben regelmatig overleg met elkaar. De groepsleerkrachten zijn: Groep 1 Marie-Claire van der Kraan Groep 2 Bo Luik Groep 3 Marjolein Verkerk Groep 4 Leonie van Bommel Groep 5 Aaron van Dormolen Groep 6 Cordian Vermeij Groep 7 Daeley van der Graaff Groep 8 Nina Visser Intern begeleider: De werkzaamheden op het gebied van de individuele leerlingbegeleiding worden gecoördineerd door een speciaal daarvoor aangestelde leerkracht, de intern begeleider. 19 De werkdagen worden door de collega’s in onderling overleg ingevuld. Daarnaast is er nog formatieruimte beschikbaar voor de locatieleider, interne begeleiding, kanjertraining en wat extra instructie in de groepen. De definitieve afspraken daarover worden vlak voor of in de zomervakantie gemaakt. U wordt daar aan het begin van het schooljaar over geïnformeerd. Vervanging van leerkrachten Om ervoor te zorgen dat lesuitval tot een minimum beperkt blijft hebben we het volgende protocol. Wanneer de eigen leerkracht is verhinderd vragen wij de eventuele duo-partner of hij/zij kan invallen, vervolgens zoeken we in het bestand van Stichting Proo naar invallers. Wanneer dat geen oplossing biedt, zal een klas de eerste dag dat er geen vervanging is, worden verdeeld over de andere klassen. Op de tweede en volgende dagen dat er geen vervanging is, zal een combinatie naar huis moeten worden gestuurd. Bij een langere periode zal dit elke dag een andere combinatie zijn. Natuurlijk wordt u dan van te voren ingelicht. Er zijn situaties te bedenken dat bovenstaand protocol niet kan worden gehanteerd, bijvoorbeeld bij uitval van de kachel tijdens de wintermaanden. In dit geval gaan alle leerlingen naar huis. Als er voor leerlingen geen thuisopvang is, proberen we een oplossing te bedenken in samenspraak met de betrokken ouders. Stagiaires Als school bieden wij stagiaires de gelegenheid om het vak te leren. Dat betekent dat er in het schooljaar gedurende een bepaalde periode een aantal stagiaires op school aanwezig kunnen zijn. Zij zullen aan de leerlingen een aantal lessen geven. Dat gebeurt altijd onder eindverantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. Scholing van leerkrachten Voor elk nieuw schooljaar wordt in overleg met het team bepaald wat de veranderingsonderwerpen in het nieuwe schooljaar zijn. Voor dit schooljaar zijn de veranderingsonderwerpen: • aandacht voor kwaliteitsbeleid en professionele cultuur. • handelingsgericht werken op basis van behoeften van het kind. Waken over kwaliteit Op drie manieren werken we op school aan een verdere kwaliteitsverbetering: • actualisering van de methoden; • specifieke scholing van personeel; • implementatie van een goed leerlingvolgsysteem Lesmethoden Voor het lesgeven maken we gebruik van moderne lesmethoden. Elk jaar wordt er veel geld geïnvesteerd in het aanschaffen van nieuw materiaal. Bij het kiezen van lesboeken en ander materiaal wordt gelet op kwaliteit en uiterlijk. Doorslaggevend is niet alleen de vraag of kinderen goed kunnen leren met behulp van deze methode, maar ook of het materiaal er aantrekkelijk uit ziet. Voorts wordt er goed op gelet of de methode extra oefenstof biedt voor de zorgleerlingen, maar ook verrijkingsstof voor die kinderen die extra moeilijk werk aan kunnen. 20 Het Personeel Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken. U heeft uw kind aan hen toevertrouwd. Ze zorgen ervoor dat de materialen en de lesboeken zinvol gebruikt worden. De teamleden werken niet op eigen houtje, maar besteden veel tijd aan samenwerking en overleg. Teamgeest is de motor tot succes. Jaarlijks wordt er veel tijd besteed aan scholing. De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. Nieuwe ontwikkelingen volgen we op de voet. Daarom zijn er elk schooljaar een of twee studiedagen voor alle teamleden en worden diverse leerkrachten verder geschoold. Naast lesgevende taken hebben leerkrachten ook allerlei andere taken. Ze overleggen met ouders van ouderraad en medezeggenschapsraad, organiseren bijzondere activiteiten, zijn aanwezig bij sportactiviteiten, hebben zitting in diverse werkgroepen, volgen nascholingscursussen, lezen vakliteratuur, om maar een greep te doen uit de vele taken. Deze schooltaken zijn beschreven in de normjaartaak van de leerkrachten. Toetsen Een derde manier om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken (en waar mogelijk te verbeteren) is het werken met toetsen. Toetsen geven ons inzicht in de prestaties van de kinderen. Bovendien geeft het een totaalbeeld van de school. Vanaf groep 1 wordt gebruik gemaakt van toetsen. Na toetsing wordt gekeken welke leerlingen extra zorg nodig hebben. Verplichte onderwijstijd Door het ministerie is op jaarbasis een ondergrens voor het totale aantal te ontvangen uren onderwijs vastgesteld. De minimale onderwijstijd verdeeld over 8 jaar is 7520 uur. Jaarlijks wordt het aantal uren per bouw berekend om aan de wettelijke eisen te voldoen. Geplande ontwikkelingen • Voortzetten van de teamscholing op het gebied van Handelings Gericht Werken (HGW) waarbij er groepsplannen worden ingevoerd in plaats van allemaal individuele plannen. • Verbetering van instructie, klassenmanagement, klassenklimaat, bevordering zelfstandigheid, rapportage naar elkaar. • Het aanleggen van groepsplannen voor leerlingen die extra zorg krijgen. • Afspraken maken betreffende communicatie onderling. • Vergroten van ouderbetrokkenheid bij de school. • Het project Opbrengst Gericht Werken vanuit de PO-raad. • Bewaken grote lijnen vak-en vormingsgebieden. • Klassenconsultatie en coaching met nabespreking door ib-er. • ICT-onderwijs uitbreiden. • Duidelijk wegzetten hoe de analyse van de resultaten plaatsvindt. • Beweging/sport en cultuur integreren. Ouders en de school Leerlingenraad De leerlingenraad behartigt de belangen van alle leerlingen op onze school. De raad bestaat uit een gekozen afvaardiging van leerlingen. De raad komt een aantal malen per jaar bij elkaar en denkt mee over schoolse zaken. De raad wordt betrokken bij beslissingen die de leerlingen aangaan en brengt wensen en ideeën van leerlingen tijdens de vergadering naar voren. 21 Ouderraad Op diverse manieren betrekken wij ouders bij onze school. De ouderraad zorgt voor een goede samenwerking tussen ouders en school. De ouderraad onderhoudt contacten met het team en de overige ouders. In overleg met het team organiseert de ouderraad jaarlijks allerlei festiviteiten, zoals het Sinterklaasfeest en de kerstviering. Aan de ouders wordt elk jaar een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd. Het bedrag dat gevraagd zal worden zal niet veel afwijken van het bedrag dat we de laatste jaren gevraagd hebben, het afgelopen jaar bedroeg de bijdrage € 25,00 per kind. Van de ouderbijdrage worden zaken zoals de sinterklaasviering, sinterklaascadeaus, kerstfeest, kerstmaaltijd, prijsjes, bloemen, deelname aan diverse sportactiviteiten, lenteontbijt, ouderavonden en traktaties tijdens de avondvierdaagse bekostigd. Medezeggenschapsraad (MR) De Medezeggenschapsraad (MR) is gekozen door ouders en leerkrachten en bestaat uit vier leden, te weten: twee ouders en twee leerkrachten. De meerscholen directeur van De Ster is adviseur van de MR en vertegenwoordigt het bestuur in de MR vergadering. De MR vergadert vijf à zes keer per jaar. Deze data zijn opgenomen in de jaarkalender. De vergaderingen zijn openbaar. Als u van plan bent een keer een vergadering bij te wonen, dan kunt u dit melden bij één van de MR-leden. De taak van de MR is het behartigen van de belangen van ouders, leerlingen en personeel. De MR probeert deze belangen in overeenstemming te brengen met de wensen en voorstellen van het bevoegd gezag. In ons geval is dat Stichting Proo. De MR heeft adviesrecht of instemmingsrecht al naar gelang het onderwerp. Omdat het werk van de MR minder zichtbaar is dan dat van de OR aarzelen veel ouders om zich voor deze raad op te geven. Dat is jammer, omdat een school veel aan de inbreng van de MR-leden heeft. Samen met de ouders kan een school een goede organisatie neerzetten waarin over en weer van elkaar kan worden geleerd en waarin je samen voor het belang van de leerlingen kunt opkomen of dat nou op het gebied van huisvesting is of op het gebied van een fusie. De MR-leden nemen voor een periode van drie jaar zitting in de MR. Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR) Naast een MR is er ook een vertegenwoordiging in de Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR) van Stichting Proo. Binnen dit overlegorgaan worden schooloverstijgende zaken op stichtingsniveau besproken zoals bestuursformatieplan, protocol veiligheid, beleid ten aanzien van personeel, ICT en financiën. Contacten Opvoeden gebeurt thuis, maar ook op school. Een groot gedeelte van de dag brengt uw kind door op school. Het is in het belang van de leerling dat ouder en school elkaar ondersteunen in de opvoeding en informeren over het welzijn van het de leerling. Een regelmatig contact is daarvoor noodzakelijk. Ouders zijn altijd welkom om te komen praten over hun kind. Dit kan voor of na schooltijd. Als u wat langer wilt praten, kunt u een afspraak maken. Mocht de leerkracht u willen spreken dan zullen wij u uitnodigen voor een gesprek. In een gesprek met ouders staat het welzijn van het de leerling voorop. Leerkrachten en ouders beseffen dat wederzijdse kritische belangstelling de leerling ten goede komt. Actieve betrokkenheid van ouders is voor een school van nu onontbeerlijk. Na elk rapport worden de ouders in de gelegenheid gesteld om te komen praten over de ontwikkeling van hun kind. Dit geldt ook voor de ouders van de leerlingen in de groepen 1 en 2. Volgens de wet hebben beide ouders recht op dezelfde informatie over hun kind. Dat recht blijft na een echtscheiding bestaan. Dit geldt ook als de ouder geen ouderlijk gezag heeft. Scholen mogen pas afwijken van de informatieplicht wanneer er een rechterlijke beschikking ligt. Van de school mogen ouders verwachten dat zij zich neutraal opstelt en beide ouders in gelijke mate van informatie voorziet. Indien gewenst, worden beide ouders apart uitgenodigd voor praatavonden en dergelijke. Dit moet wel zelf door de ouders worden aangegeven. 22 Informatieavonden Er worden meerdere informatieavonden gepland. Aan het begin van het schooljaar wordt een informatieavond gehouden voor groep 1 t/m 8. De doelen van deze avond zijn: • een eerste kennismaking tussen leerkracht en ouders; • bespreking van de kernpunten uit het leerstofaanbod van het komende schooljaar; • verduidelijking van enkele regels en praktische zaken. Hiernaast vinden er informatieavonden plaats met uiteenlopende onderwerpen. Hierover wordt u in de nieuwsbrief geïnformeerd. Rapportage Vier keer per jaar wordt er schriftelijk, door middel van een rapport, aan de ouders van de leerlingen van groep 2 t/m 8 gerapporteerd. De leerlingen uit groep 1 krijgen in juni het eerste rapport mee voor de overgang naar groep 2. De data waarop de rapporten worden uitgedeeld worden vermeld in de schoolkalender. Wij hebben de rapporten zo samengesteld dat niet alleen de resultaten te lezen zijn, maar ook de manier waarop deze zijn behaald. Sociaal gedrag, speel-/werkhouding, concentratie enzovoort worden ook beoordeeld. Nieuwsbrief en website Naast de werkjes en andere resultaten van de verschillende activiteiten, krijgen de leerlingen regelmatig berichten en briefjes mee die van belang zijn voor de diverse activiteiten. Wekelijks verschijnt de nieuwsbrief. Daarin staat informatie van de school en uit de verschillende groepen. Ook kan de directie, de ouderraad en/of de medezeggenschapsraad desgewenst hierin mededelingen doen. Wij streven ernaar om de website als goede bron van informatie te gebruiken. De nieuwsbrief is er bijvoorbeeld altijd op te lezen. Ook kunt u foto’s van diverse activiteiten bekijken en/of uitprinten. Ouderactiviteiten Behalve de ouders die in de MR of de OR zitten zijn er op allerlei gebied nog veel meer ouders actief op onze school. De ouders kunnen actief zijn op het gebied van: begeleiding sportevenementen, helpen bij feesten, klusjes en nog veel meer. Vaak krijgt u in zo’n geval een briefje van de ouderraad of van een leerkracht. Hierop kunt u dan reageren. Soms benaderen we ook ouders gericht voor een karweitje Onderwijstijd Onderwijstijd Leerlingen krijgen voldoende tijd om zich de leerstof eigen te maken, minimaal 7520 lesuren per leerling. In de groepsmap zijn alle lijsten, overzichten en formulieren opgenomen die nodig zijn voor het plannen (wat, wanneer, waarmee en hoe), noteren (vorderingen en resultaten) en evalueren. Voor-, tussen- en naschoolse opvang De Ster werkt met een continurooster. Alle leerlingen blijven tussen de middag op school en eten met de leerkracht in de klas. 23 Verlofregeling Hier treft u de officiële verlofregeling van het Regionaal Bureau Leerling aan. Verlofregeling voor de leerling Ieder kind valt, vanaf de dag dat het 5 jaar wordt, onder de Leerplichtwet 1969. Dit betekent dat uw kind naar school moet en dat u uw kind niet meer zomaar thuis mag houden. Natuurlijk kan het voorkomen dat u, om een speciale reden, vrij wilt vragen voor uw kind. Hierbij onderscheidt de leerplichtwet twee soorten “extra verlof”. Vakantieverlof Vakantieverlof buiten de schoolvakanties kunt u alleen krijgen als u wegens de specifieke aard van uw beroep niet in staat bent om één keer per jaar met uw kinderen tijdens de gewone schoolvakanties op vakantie te gaan. Bovendien is dit vakantieverlof nog aan een aantal andere regels gebonden. Het vakantieverlof mag: • nooit worden opgenomen in de eerste twee weken na de zomervakantie; • maar één keer per schooljaar worden opgenomen; • maximaal tien schooldagen bedragen. Als u vakantieverlof wilt aanvragen kunt u hiervoor op school een formulier krijgen. De werkgeversverklaring op de achterkant van dit formulier moet worden ingevuld door uw werkgever. Verlof wegens gewichtige omstandigheden In alle andere gevallen waarin u vrij wilt vragen voor uw kind vult u het formulier “aanvraag verlof wegens gewichtige omstandigheden” in. Ook dit formulier kunt u op school ophalen. Bij gewichtige omstandigheden moet u denken aan bruiloften, begrafenissen, jubilea, sociale of medische omstandigheden enzovoort. Ook in het geval dat u verlof wenst wegens uw godsdienstige overtuiging en/of godsdienstige feesten, moet u dit aanvragen met het formulier “aanvraag verlof wegens gewichtige omstandigheden”. Waarvoor kunt u geen verlof krijgen Hieronder vindt u enkele voorbeelden die onder de leerplichtwet niet tot gewichtige omstandigheden worden gerekend en waarvoor u dus geen verlof kunt krijgen: • familiebezoek in het buitenland; • vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding; • een lang weekend Centerparcs; • vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden; • een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan; • eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte; • verlof voor een leerling, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn. Overige situaties Naast de twee hiervoor genoemde vormen van verlof kent de leerplichtwet nog een aantal “gronden voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek”, bijvoorbeeld als uw kind ziek is of als het onderwijs is opgeschort. Bij dit laatste kunt u denken aan de situatie waarbij sommige scholen gesloten waren vanwege mond- en klauwzeer. 24 Procedure De ingevulde aanvraagformulieren levert u, zo mogelijk acht weken voor de beoogde verlofdatum, in bij de directeur. Deze neemt een beslissing over de aanvraag. Als u het niet eens bent met de beslissing kunt u hiertegen bezwaar aantekenen en hierna eventueel in beroep gaan. Als u vragen hebt over verlof of u twijfelt of u voor een bepaalde gebeurtenis wel verlof kunt krijgen, kunt u met deze vragen terecht bij de directeur en/of locatieleider. Op school en bij de gemeente zijn ook folders over leerplicht en verlof te verkrijgen. Als u uw kind zonder toestemming thuishoudt van school moet de directeur dit als ongeoorloofd schoolverzuim melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente waar u woont. Indien deze inderdaad ongeoorloofd verzuim constateert, zal er proces verbaal worden opgemaakt en krijgt u een boete. Schooltijden Op ‘De Ster’ werken we met het continu rooster. We zijn hier vijf jaar geleden om verschillende redenen mee gestart: - Vanuit de literatuur werd duidelijk dat een korte pauze met het eten in de eigen groep met de eigen leerkracht helpt om in dezelfde concentratie verder te kunnen werken. Inmiddels hebben we daar positieve ervaringen mee en kunnen we de literatuur onderschrijven. - Voor werkende ouders betekent een continurooster over het algemeen dat er een langere periode op een dag ononderbroken gewerkt kan worden. Er is geen aanwezigheid thuis of oppas meer nodig tussen de middag. In de praktijk betekent het continurooster het volgende: - De kleuters krijgen vanaf 11.30 uur tot 12.00 uur de tijd om hun eten en drinken (dat doorouders mee gegeven is) samen met hun eigen leerkracht op te eten. Vanaf 12.00 uur tot12.30 uur kunnen de kinderen spelen in het speellokaal of op het schoolplein onder begeleiding van een leerkracht. De kinderen van groep 3 eten, ook met hun eigen leerkracht, vanaf 11.45 uur tot 12.00 uur en spelen daarna buiten of in de klas onder begeleiding van de leerkracht. - De kinderen van groep 4, 5 en 6 hebben les tot 12.00 uur. Ze eten van 12.00-12.15 uur en hebben pauze van 12.15 tot 12.45 uur. - De kinderen van groep 7/8 spelen van 11.30 tot 12.00 uur buiten. Daarna eten ze van 12.00 tot 12.15 uur in de klas. In het onderstaande schema kunt u de precieze aanvang- en sluiting tijden van de schooldag vinden. Voor- en na school is de mogelijkheid tot buitenschoolse opvang en peuteropvang. ’s morgens 08.15 – 11.45 uur (gr 4,5,6 08.15-12.00) Woensdag alle groepen tot 12.00 u ’s middags 12.30 – 14.30 uur (gr 4,5,6 12.45-14.30) Groep 1 t/m 4 is vrij op woensdag- en vrijdagmiddag. Groep 5 t/m 8 is vrij op woensdagmiddag. Wij verwachten dat alle kinderen om 8.15 uur klaar zijn om met de les te beginnen. Ouders mogen met hun kind alvast wat eerder binnenkomen dan 8.15 uur, de deur is 8.05 uur open. 25 Diversen Toelating, schorsing en verwijdering Op onze school is een document aanwezig dat de toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen regelt. Dit document ligt ter inzage op school. Klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt ontstaan wel eens misverstanden of worden af en toe fouten gemaakt. Dat kan bij ons op school ook gebeuren. Mocht u het op bepaalde punten niet eens zijn met ons of klachten hebben over de gang van zaken op school, meldt u dat dan in eerste instantie bij de groepsleerkracht van uw zoon of dochter. Wij nemen u en uw kind serieus en proberen om met elkaar de beste oplossing te vinden. Mocht dit niet lukken of hebt u het idee dat u uw klacht niet met de leerkracht kunt bespreken, dan kunt u de zaak bespreken met de directie of de schoolcontactpersoon. Deze laatste is door het bestuur van de school aangesteld om er voor zorg te dragen dat klachten van leerlingen of ouders altijd serieus worden genomen en op een passende manier worden afgehandeld. De schoolcontactpersoon van onze school is HermyHattink. Alle ouders en leerlingen kunnen een beroep doen op de contactpersonen voor problemen van welke aard dan ook. Problemen waar u of uw kind niet met iedereen of met de groepsleerkracht over durft of wil praten. Het gesprek wordt vertrouwelijk behandeld en er worden geen stappen gezet zonder uw toestemming of die van uw kind. Zeker als het gaat om machtsmisbruik is het van belang met de schoolcontactpersoon hierover te praten. Wij spreken van machtsmisbruik wanneer het gaat over zaken als (seksuele) intimidatie, pesten, mishandeling, discriminatie, fysiek geweld, inbreuk op de privacy, maar ook als het gaat om de didactische, pedagogische of organisatorische aanpak van uw kind of de groep waarin uw kind zit. In overleg met de schoolcontactpersoon wordt bekeken wat er gedaan moet worden, of wie er moet worden ingeschakeld om tot de best mogelijke oplossing te komen. Als het nodig mocht zijn wordt een klacht doorverwezen naar de externe vertrouwenspersoon en, indien nodig, naar de onafhankelijke landelijke klachtencommissie. Ook is het mogelijk dat u of uw kind zich rechtstreeks wendt tot de externe vertrouwenspersoon. Ons bestuur heeft Herman Riphagen, van de schoolbegeleidingsdienst ‘s-Gravendeel, aangesteld als externe vertrouwenspersoon, tel. 038 – 4539943, e-mail: [email protected]. Geef, als u hem belt of mailt, aan dat u een beroep op hem doet in zijn rol als vertrouwenspersoon voor de Stichting Proo Noord-Veluwe. De klachtenregeling van ons bestuur en het reglement van de landelijke klachtencommissie zijn te verkrijgen bij de directie, de schoolcontactpersoon en het bestuurskantoor: [email protected]. Tenslotte is het mogelijk dat u of uw kind rechtstreeks een klacht indient bij de landelijke klachtencommissie. Informatie vindt u op www.lgc-lkc.nl, telefoonnummer 0348-405246. Verjaardag leerling Als een leerling jarig is dan wordt het in de klas toegezongen, mag de jarige een kaart uitkiezen bij de groepsleerkracht en zich ook laten feliciteren door het team. Als u een foto wilt maken van uw jarige kind kan dat aan het begin van de ochtend tijdens het toezingen. Wilt u ook graag een foto van het trakteren, dan kunt u een fototoestel aan de leerkracht geven. Verjaardag leerkrachten Dit jaar vieren de leerkrachten hun verjaardag gezamenlijk op juffendag. Op de dag dat een leerkracht daadwerkelijk jarig is wordt hij of zij toegezongen door de hele school. 26 Schoolfruit Bij ons op school bestaat de mogelijkheid om uw kind op te geven voor schoolfruit. Uw kind krijgt dan elke week op dinsdag en donderdag vers fruit in de pauze. Het aanbod van het fruit is in wisselende variëteiten en seizoensgebonden. De kosten hiervoor zijn € 20,00 per jaar. Op de andere dagen kan uw kind voor in de pauze iets gezonds te eten en/of te drinken meenemen. Schoolreis en schoolkamp De leerlingen van groep 1 t/m 6 gaan elk jaar op schoolreis en groep 7/8 gaat op kamp. Wij streven ernaar om het maximale bedrag voor het schoolreisje te houden op € 25,00. Het bedrag voor het schoolkamp hangt af van de accommodatie en de activiteiten die de leerlingen gaan ondernemen. Hierover wordt u nader geïnformeerd. Sporttoernooien De leerlingen van De Vlinderboom doen mee aan diverse sporttoernooien en andere sportieve activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn het korfbal en de avondvierdaagse. Deze activiteiten zijn buiten schooltijd en deelname is niet verplicht. Bij deze activiteiten hebben we de hulp van ouders nodig. Indien er voor bepaalde activiteiten te weinig hulpouders zijn kunnen wij besluiten de activiteit niet door te laten gaan. Mobiele telefoons Leerlingen die een mobiele telefoon mee naar school nemen zetten die bij het binnen komen van de school uit en leveren die in bij de leerkracht. De leerlingen halen de mobiele telefoon aan het einde van de dag weer op bij de leerkracht. De mobieltjes die niet worden ingeleverd en in de klas blijven aanstaan worden door de leerkracht ingenomen en na twee dagen weer teruggegeven. Ouders worden in dat geval hiervan op de hoogte gesteld. Sponsoring Op onze school willen we op een verantwoorde en zorgvuldige wijze omgaan met sponsoring. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een school, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt waarmee leerlingen of hun ouders in schoolverband worden geconfronteerd. Uitgangspunt voor het sponsorbeleid van onze school is het convenant “scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” dat in 2002 door de staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen en 15 organisaties (waaronder de besturenorganisatie van het openbaar onderwijs) is ondertekend. Het convenant ligt op de school ter inzage. De belangrijkste gedragsregels daaruit zijn: • sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school; • het mag geen schade berokkenen aan de geestelijke- en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen; • het moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen; • het mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen; • sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden; • het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. Voor beslissingen over sponsoring moet draagvlak zijn binnen de schoolorganisatie en bij de ouders. De oudergeleding van de MR heeft instemmingsrecht over beslissingen betreffende sponsoring. Bij sponsoring kan gedacht worden aan: • sponsoring van activiteiten; • advertenties in bijvoorbeeld de schoolkrant of de schoolgids; • uitdelen van producten; 27 • sponsoring van gebouw / inrichting / computerapparatuur; • shirtreclame. Namen en adressen Algemene adres gegevens Schoolbestuur directeur Locatie leider Leerkrachten Ondersteunende werkzaamheden in de klas Ondersteunende werkzaamheden in de school Administratief medewerker Inspectie van het onderwijs Contactpersonen van het onderwijs GGD Zuid-Holland zuid Leden medezeggenschapsraad Personeelsgeleding Oudergeleding Leden ouderraad Voorzitter Penningmeester Overige leden Interconfessionele basisschool De Ster Oranjestraat 131 c 3295 BC ‘s-Gravendeel tel. 0123-456788 Fax: 0123-456789 [email protected] Stichting Proo – primair openbaar onderwijs Eisenhowerlaan 59 3290 AS ‘s-Gravendeel tel. 0341-466370 Carmen van der Roest [email protected] tel. 06-81622057 Tanja Middelkoop e-mail: [email protected] tel. 0341-554 232 Nina Visser Leonie van Bommel Daeley van der Graaff Aaron Dormolen Cordian Vermeij Marjolein Verkerk Bo Luik Marie-Claire van der Kraan Chantal Drommel Tiny Vink Annemarie Beijleveld [email protected] www.onderwijsinspectie.nl HermyHattink (team) 0341-554232 Herman Riphagen (vertrouwenspersoon) 0384539943 Karel Lotsyweg 40 3318 AL Dordrecht Tel.078 770 8500 Nina Visser, Leonie van Bommel GythaVelema& Leo Groeneveld (voorzitter) Barbara Harteveld René Harteveld AnneliseSwaters Valeria van Dalen Esmar de Jong 28