Lezing dr. C.J.W. Leget over ‘menselijke waardigheid’, gehouden op de Algemene Ledenvergadering van de NPV op 19 mei 2009. Carlo Leget is katholiek theoloog en universitair hoofddocent zorgethiek aan de Katholieke Universiteit Brabant (KUB) in Tilburg Ook voor de „doeners‟ bij de NPV geldt: je moet eerst even nadenken, voordat je iets kunt doen… Daarom een inhoudelijke lezing over het begrip „menselijke waardigheid.‟ 1. De herkomst van het begrip „waardigheid‟: Waar komt het eigenlijk vandaan? 2. Welke drie soorten waardigheid kunnen we onderscheiden in de discussie? De NVVE (Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig levenseinde) is bezig met een groot onderzoek en probeert de menselijke waardigheid tot één van de nieuwe speerpunten van het debat te maken. Als je daar iets tegen in wil brengen, moet je op de hoogte zijn van de problemen die je met dat thema in huis haalt. Daarom wil ik een voorstel doen voor een manier om na te denken over waardigheid; zeg maar een denkkader. Maar we beginnen met het opruimen van de spraakverwarring. Als je gaat lezen en je verdiepen in het thema waardigheid dan kom je allerlei verschillende invullingen tegen. 1. Voor sommige mensen betekent waardigheid decorum: decorumverlies is verlies van waardigheid en sommige mensen zeggen dan dat je dan ook niet langer moet willen leven. 2. Internationaal wordt er gesproken over dying with dignity. Sterven met waardigheid. Dan denk je “prachtig”, maar als je verder kijkt, gaat het vaak over euthanasie en hulp bij zelfdoding. Dus blijkbaar kan het begrip waardigheid op verschillende ethische manieren van kijken geplakt worden. Er zijn dan ook ethici die zeggen dat je de term niet meer moet gebruiken want er is veel te veel verwarring. De een bedoelt decorum, de ander autonomie. Het voorstel is dan om de stap van waardigheid er tussenuit te halen en gewoon te benoemen wat we bedoelen. Er worden verschillende accenten gelegd. De een zegt het is intrinsiek aan je mens-zijn en niemand kan het je afnemen, en de ander zegt nee hoor waardigheid is wat je voelt. Je voelt je waardig of niet. En als je het niet meer voelt, dan is het er niet meer. Hoe schep je orde in de Babylonische spraakverwarring? De eerste mogelijkheid is een woordenboek. Wat zegt bijvoorbeeld de Dikke Van Dale? Bij woordenboeken heb je eerst iets van “fijn” maar als je er dieper over nadenkt, vraag je jezelf af “Wat weet ik nu?” Wat zegt namelijk het woordenboek: 1. De hoedanigheid van waardig te zijn. De eigenschap of omstandigheid van eerbied te verdienen of wekken. De vraag is dan: Wat wordt met „waardig‟ bedoeld? 2. Ambt waaraan eer of aanzien verbonden is, een aanzienlijke betrekking. Bijvoorbeeld en minister of burgemeester; er zit een waardigheid verbonden. 3. Een scheikundige betekenis. Die laten we nu verder rusten. Een andere manier om naar een woord te kijken is om te zoeken naar ompalende begrippen. Het boek „Het juiste woord‟ helpt daarbij. Want bij het woord „waardigheid‟ staat daar eerbied, achting, respect en eer. En dankzij die ompalende woorden krijg je langzamerhand een idee waar het bij waardigheid om gaat. Maar taal is een levend medium, taal verandert steeds. Een derde manier om zicht te krijgen op de term waardigheid is om te kijken naar waar het vandaan komt; de geschiedenis van de term. Lezing dr. C.J.W. Leget, gehouden op de ALV d.d. 19 mei 2009 1 In onze westerse samenleving zie je dat we het woord hebben van de Romeinen. Het wordt gebruikt door oude denkers, zoals Cicero (10-43 v. Christus). Een tekst van Cicero waarin hij spreekt over twee betekenissen van waardigheid. Een daarvan komt overeen met wat we al gehoord hebben in de betekenis van de Dikke Van Dale. Namelijk de eerste is sociaal: waardigheid als de publieke erkenning van een functie De tweede is een innerlijke en blijvende wezenstrek, iets dat bij onze natuur hoort, waardoor een mens zich van andere wezens onderscheidt. Wij kunnen nadenken. De Romeinen discussieerden erover of dat kunnen nadenken – de ratio, de rede – iets is dat bij ons sterfelijke lichaam hoort of dat het iets onsterfelijks, iets eeuwigs is, dat bij een menselijke ziel hoort. De Romeinen gingen discussiëren over waardigheid en ze koppelden het aan iets dat typisch menselijk is, namelijk het kunnen nadenken. Dat bleek later in het christendom een vruchtbare gedachte te zijn. Als je gaat kijken in de Bijbel, zie je dat het woord waardigheid eigenlijk niet eens zo‟n Bijbels begrip is. Als je puur kijkt naar de Joodse, Hebreeuwse en Hellenistische cultuur (de culturen waarbinnen het Oude en Nieuwe Testament zijn ontstaan), dan zie je dat het begrip waardigheid geen rol speelt zoals bij ons. Soms komt het in de buurt, maar het is geen dragend begrip zoals „heiligheid‟ of een theologisch geladen begrip als „leven‟ of een woord als „genade‟. We zien dus dat het begrip waardigheid pas betekenis krijgt in een combinatie van een Bijbelse voedingsbodem met het Romeinse denken uit die tijd. Die twee komen samen bij denkers of kerkvaders zoals Augustinus (354-430), een hele belangrijke denker voor onze traditie. Je ziet dat Augustinus dezelfde combinatie maakt die Cicero maakt als hij de wezenstrek, dat kunnen denken, in verband brengt met het geschapen zijn naar Gods beeld van de mens. Daar gebeurt dus iets heel belangrijks want daar wordt waardigheid gekoppeld aan de schepping. En dan is waardigheid iets dat onlosmakelijk is verbonden met ons mens-zijn, met ons geschapen zijn door God. Augustinus zegt: Zoals God ieder schepsel overtreft zo overtreft de ziel ook ieder lichamelijk schepsel door de waardigheid van haar natuur. Hij zegt eigenlijk: de onsterfelijke ziel van de mens is zo waardig en zo veel waardiger dan een lichaam omdat hij door God geschapen is. Je ziet hier de basis gelegd worden voor de waardigheid zoals die in onze tijd onder andere door christenen wordt gebruikt. Dit gaat door, onder andere in de middeleeuwen. Thomas van Aquino (1225-1274) is een belangrijke kerkvader van voor de Reformatie die het gedachtegoed van Augustinus verder doortrekt en verder doordenkt. Ik vind het belangrijk om even stil te staan bij van Aquino om een contrast te maken met onze tijd. Je ziet dezelfde koppeling bij hem, namelijk het door God geschapen zijn en de waardigheid van de mens. Dat is het „Imago Dei‟-motief, het „beeld van God‟-motief. Thomas combineert dat nog met het „vrije wil‟-motief. Omdat wij naar Gods beeld geschapen zijn, kunnen wij denken, hebben wij een vrije wil en dat behoort tot onze waardigheid. Als je nu kijkt in de teksten van Thomas dan pik ik er twee teksten uit die van belang zijn. De eerste tekst gaat over de vraag of je een mens ooit mag doden? Ik heb die tekst vertaald en in die tekst zegt Thomas dat een mens die zondigt, afwijkt van wat redelijk is. Door het zondigen, zinkt de mens onder de menselijke waardigheid voor zover een mens van nature vrij is en omwille van zich zelf bestaat. En zo zakt hij als het ware af naar een niveau van ondergeschiktheid aan dieren. Zo iemand wordt geordend op het nut van de anderen. Dan zegt hij: hoewel het op zichzelf slecht is om een mens te doden, die zijn waardigheid nog bezit, kan het goed zijn om een zondaar te doden want een slecht mens is slechter dan een dier en richt meer schade aan, zoals de filosoof zegt. Ik ga er nu niet verder op in, maar wil laten zien dat Thomas over waardigheid nadenkt in vergelijking met dieren. Hij zegt zolang mensen heilig leven zijn mensen boven dieren verheven. Maar zodra ze gaan zondigen, zakken ze onder het niveau van dieren en kan het soms geoorloofd zijn hen te doden. Lezing dr. C.J.W. Leget, gehouden op de ALV d.d. 19 mei 2009 2 Voor onze discussie is het interessant of hij ook spreekt over waardigheid in relatie tot lijden en sterven zoals de NVVE dat wil gaan doen in haar onderzoek en in haar politiek. Omdat scherp te krijgen zou je moeten kijken naar het lijden van Christus. Want als er iemand geleden heeft dan is Hij het wel. Hij doet dat aan de hand van een tekst van Thomas in het Latijn. Hij heeft geen tijd gehad om hem nog te vertalen en geeft ter plekke weer wat er in de tekst staat. Volgens de middeleeuwse theologie heeft Christus alle vormen van lijden gekend die mogelijk zijn. Dat heeft ook te maken met het theologisch denken van die tijd. Niets menselijks was Hem vreemd. Er was dus geen vorm van lijden waarmee Christus geen bekendheid had. Dus iedereen die lijdt kan zich als het ware uitgenodigd voelen om zich met het lijden van Christus te verbinden. Thomas gaat dat na en zegt dat je er op verschillende manieren naar kan kijken. Een van die manieren is door er naar te kijken vanuit de mensen, namelijk op welke manieren mensen kunnen lijden. Je kunt lijden door heidenen, door joden, door mannen door vrouwen, door vorsten door dienaren door volkeren door mensen die je vertrouwd zijn en door bekenden. Al die groepen kan je door lijden en bij Jezus is dat allemaal gebeurd. Voorbeeld Petrus die vertrouwd met Hem was en Hem heeft verraden. Je kunt ook kijken naar het lijden als iets dat je verbindt met dingen waaraan een mens kan lijden (thema‟s) vrienden, honger, eer (het ontbreken van eer - Christus werd uitgescholden) dingen die van je afgenomen worden (zijn kleed werd van Hem afgenomen en er werd om gedobbeld) in zijn ziel, door angst en in het lichaam doordat Hij geslagen werd en gegeseld. Tenslotte zegt Thomas dat je ook nog kunt kijken naar verschillende lichaamsdelen waarin je kunt lijden en waaraan Jezus leed. Het hoofd, de handen (de spijkers) het gezicht het lichaam (gespuugd) en zelfs als Zijn zintuigen komen aan bod. De tast (geseling) de smaak (de spons) de reuk, het gehoor en het gezicht. Waarom gaan we zo uitgebreid op deze dingen in? Nergens wordt een verband gelegd met waardigheid. En dat is interessant. Voor die middeleeuwse denker, dat het lijden van Christus als grootste vorm van lijden wordt gezien, dat Christus vrijwillig op zich nam. Dat lijden omvat alles wat je maar kan bedenken, maar er is geen enkel verband met waardigheid. Dat geeft toch te denken. Want blijkbaar kun je lijden op een manier die je waardigheid niet aantast! Dus wat is de waardigheid dan? Vanuit de Middeleeuwen gaan we door naar de naar de Renaissance. En dan zie je iets heel ingrijpends gebeuren. In de Middeleeuwen stond God centraal en de mens en de wereld waren daaronder geordend. In de Renaissance ging alles kantelen en zie je dat de mens centraal kwam te staan. De mens staat rechtop en gaat anders naar God kijken. e Een belangrijke denker uit de 15 eeuw in de Italiaanse Renaissance is Jean Pic de La Mirandole (1463-1494). Deze denker heeft een belangrijk geschrift geschreven over waardigheid. Hij trekt een motief uit de oudheid door en zegt als het ware de mens is schepper van zichzelf en dat is de waardigheid van de mens. Je ziet dat God op de achtergrond verdwijnt en dat de mens zijn eigen waardigheid creëert. Het vrije-wil motief komt helemaal voorop te staan. Binnen de filosofie zie je nog andere accenten gelegd gaan worden als we twee eeuwen later gaan kijken. Thomas Hobbes (van 1588-1679) is een belangrijke denker als het gaat om politiek en de organisatie van de samenleving. Hij spreekt ook over dignity (waardigheid). Maar hij zegt dat het dan dat het gaat om de publieke waarde van een mens, dus over wat hij waard is in een samenleving, dat is zijn waardigheid. Als je zo naar waardigheid gaat kijken, dan wordt het duidelijk anders dan wat we hiervoor zagen. Stel dat je in een verpleeghuis zit en je bent dementerend. Als je dan door deze bril kijkt, dan heeft dat nogal wat consequenties. Lezing dr. C.J.W. Leget, gehouden op de ALV d.d. 19 mei 2009 3 De manier van kijken naar waardigheid maakt dus nogal wat uit en heeft nogal wat consequenties. Ik wil daarmee duidelijk maken hoe divers het begrip waardigheid is. Positiever beoordeel ik een denker als Immanuel Kant (1724-1804) Kant is een hele belangrijke denker voor de Filosofie. Kant zegt dat waardigheid onlosmakelijk is verbonden met ieder mens, want geen enkel mens mag je enkel als een middel beschouwen. Ieder mens is oneindig waardevol in zichzelf. Die waardigheid van een mens kan je niet van hem afnemen. Je kunt het ontkennen en verduisteren, maar een mens heeft geen prijs, is onbetaalbaar, oneindig waardevol en waardig. Je ziet het thema van de waardigheid terug in belangrijke documenten van de katholieke kerk. Een heel belangrijk document van ongeveer 100 jaar oud was het document Rerum Novarum van Leo XIII (leefde van 1810-1903, was paus van 1878-1903). Deze paus protesteerde als het ware tegen de armoede van de arbeiders. Je moet het niet zien zoals Marx, maar je moet het wel zien dat deze mensen ook een waardigheid hebben en dat God Zelf als het ware eerbied heeft voor de waardigheid van ieder mens. Dus wie zijn wij dan als wij die waardigheid gaan schenden. Hij koppelde dat aan een aantal natuurlijke rechten van de mens: eigendom, bezit, grond, leven, arbeid, allemaal dingen die we kennen. Deze rechten zijn later bouwstenen geworden voor iets dat niet meer religieus verwoord is, maar dat nog wel heel veel christelijke wortels heeft namelijk de Universele verklaring van de rechten van de mens. Deze verklaring is een mijlpaal in de westerse geschiedenis als je leest wat het eerste artikel is. Daar staat dat alle menselijke wezens zijn geboren in vrijheid en gelijk in waardigheid en rechten. Dat is ongelooflijk als je daar over doordenkt wat hier gezegd wordt, want hier wordt iets heel fundamenteels gezegd. U snapt het is een universele verklaring - men wil geen godsdienstoorlogen ontketenen – dus het niet aan een religie of geloof koppelen. Maar er wordt wel gezegd dat ieder mens gelijk is in vrijheid en er is gelijkheid van waardigheid en rechten geboren en zij zijn begiftigd met redelijkheid en bewustzijn en moeten jegens elkaar handelen jegens elkaar in een geest van broederschap. We hebben gezien waar het begrip vandaan komt via het christendom en dit zijn dus eigenlijk hele christelijke noties die hier verwoord wordt op een manier die niet meer gekoppeld is aan het christendom, maar die wel voet aan de grond hebben gekregen. We maken even de balans op: In een kwartier tijd hebben we 2000 jaar geschiedenis doorgenomen. Wat heeft dat nu opgeleverd? Ik heb willen laten zien dat waardigheid een begrip is dat zich historisch heeft ontwikkeld en dat allerlei betekenislagen kent. Als de lagen van de aardlagen van de grand Canyon, zo heeft het begrip ook allerlei lagen. Die lagen werken door in de discussie. Wat je ziet is dat waardigheid wordt gezien als een intrinsieke eigenschap van de mens, iets wat onlosmakelijk met de mens verbonden is. Maar soms door andere denkers wordt het gezien als iets dat je krijgt van andere mensen, wat andere mensen jou toekennen. Meer het sociale begrip van waardigheid dat we al bij Cicero zagen. En er wordt een verbinding gelegd tussen de waardigheid van de mens en het morele handelen zoals in de Universele verklaring: omdat wij met gelijke waardigheid geboren zijn moeten wij als broeders en zusters met elkaar omgaan Hoe speelt waardigheid nu in de huidige discussie? De historische ontwikkelingen mogen we weer even laten zakken en we gaan verder met het samen een denkoefening doen. We gaan een schema invullen waarbij we drie belangrijke betekenissen van waardigheid uitwerken. We gaan bij elk van die drie begrippen uitwerken hoe ze sterke en problematische kanten hebben en hoe ze met elkaar samenhangen. Lezing dr. C.J.W. Leget, gehouden op de ALV d.d. 19 mei 2009 4 De ervaren waardigheid Dit is de waardigheid die ik zelf ervaar omdat ik gezond ben en omdat ik mijzelf kan bewegen, mijn geld kan verdienen, mijn tijd kan indelen. Deze waardigheid kan onder druk staan, er kan een situatie ontstaan waarin ik ziek wordt, zwak wordt en verander en mijzelf niet meer herken. Dat ik in de spiegel kijk en denk, ben ik dit nog? En die zelf ervaren waardigheid daarvan weten we dat in onze cultuur in onze samenleving veel mensen daar aan lijden. Er zijn mensen die zeggen van mij hoeft het dan niet meer. Minister Borst destijds: als ik mijn kinderen niet meer herken, dan hoeft het van mij niet meer. Dan ben ik niet meer wie ik was en voel ik niet meer die waardigheid en ervaar ik die niet meer. Het is deze insteek van waardigheid waar de NVVE nu met een groot onderzoek bezig is. Men heeft meer dan 5.000 leden bevraagd over wat zij onder waardigheid verstaan. Ze hebben allemaal aangegeven dat ze op een bepaald moment niet meer verder willen leven als hun waardigheid is aangetast. De vraag die aan die mensen is gesteld is: maar wat bedoel je dan met waardigheid? De antwoorden die daar uit kwamen die worden nu door de VU uitgeplozen. Men heeft die antwoorden gegroepeerd in de vier dimensies van palliatieve zorg en daaronder weer eindeloos vertakt. - - Voor sommige mensen is het verlies van waardigheid het verlies van zelfstandigheid, onafhankelijkheid Voor anderen betekent dat het veranderen in lichamelijk voorkomen Weer anderen vullen het psychisch in: het gaat mij om de mentale helderheid. Als ik niet meer helder kan denken, dan verlies ik mijn waardigheid en dan ervaar ik dat niet meer. Of als ik heel depressief of neerslachtig wordt, dan verlies ik mijn waardigheid Weer anderen vullen het sociaal in: als ik een last ben voor in kinderen, dan is er voor mij geen waardigheid meer. Dan voel ik me onwaardig Anderen vullen het heel existentieel in: als ik geen controle meer heb over mijn leven of als ik niet meer ben wie ik was, dan hoeft het van mij niet meer lichamelijk psychisch sociaal existentieel Zelfstandigheid, onafhankelijkheid, zelfredzaamheid Mentale helderheid Zich een last voelen Geen controle over leven Veranderingen in lichamelijk voorkomen Neerslachtigheid Privacy bedreigd Niet meer zijn wie je was Verontrustende symptomen Niet kunnen accepteren Niet met respect of begrip behandeld Gewenst behandeldoel Beperking activiteiten(hobby's) Niet mentaal kunnen vechten Geen steun gemeenschap Leven geen zin Niet kunnen communiceren Geen zinvol spiritueel leven Omgevingsfactoren Onzekerheid Nadenken over het einde De NVVE hoopt dit verder uit te kristalliseren tot een soort instrument, om op die manier waardigheid te kunnen meten. En met dat instrument hopen ze dan weer ooit mensen makkelijker te kunnen helpen die zelf een einde aan hun leven willen maken of laten maken. Lezing dr. C.J.W. Leget, gehouden op de ALV d.d. 19 mei 2009 5 Wat ze doen is ingewikkeld. Want blijkbaar als je in onze tijd gaat kijken vullen mensen het begrip ook verschillend in. Je moet dus eerst gaan vragen: “Wat bedoelt u?” als u dat begrip gebruikt. Wat zij doen, is niet origineel. Het is in Amerika ook al gedaan. Er is een Canadees onderzoeker Chochinov, een psychiater die dat ook al heeft geprobeerd. Zij maken daar een vertaling van als het ware. Wat is nu het sterke en het zwakke van deze benadering van waardigheid? Zou je hier een ethiek op kunnen bouwen als samenleving? Kan je zeggen: dit wordt het fundament: als mensen het zelf niet meer ervaren, wie zijn wij dan om hen waardigheid aan te praten? Sterk punt: Het sterke punt is dat als je lijden moet dragen, dan is zelfrespect een belangrijke factor. Om lijden te kunnen dragen is ervaren waardigheid een belangrijk element van draagkracht. Dat hebben ze goed gezien. Het kan helpen bij het dragen van lijden. Zwak punt: Maar er zit ook een heel zwak punt in deze benadering: dat is dat de mens zich kan vergissen. Het voorbeeld zijn jonge meisjes die anorexia hebben. Het zijn mooi meisjes die zich zelf niet mooi genoeg vinden. Hun omgeving zegt: je bent prachtig. Zij zelf zeggen: nee ik ben veel te dik. Tragisch hoe – vanuit ons perspectief – jonge meisjes zich kunnen vergissen over hun schoonheid. Dat zelfde kan bij waardigheid ook gebeuren. Je kunt iemand in bed zien liggen en zeggen: er is niets met je aan de hand, je bent wel ziek, je bent dement, maar je bent toch gewoon een mens. Maar zij zelf kunnen zeggen: ik voel die waardigheid niet meer. Dat is het probleem als je alle kaarten zet op die ervaren waardigheid, als mensen het zelf niet meer voelen, wie zegt dat ze zich niet vergissen. Moeten we ze niet helpen om het weer te zien om het weer te voelen. Dan nu de tweede betekenis van waardigheid: De relationele of toegekende waardigheid Dat eerste is een kringetje dat in zich zelf ronddraait. Maar dit tweede is een kringetje dat van de ander naar mij verwijst en van mij naar de ander. Het gaat hier om een wederzijds verhaal. Want andere mensen kunnen mij op zo‟n manier verzorgen dat ik mij zelf weer de moeite waard ga vinden. Aandacht is heel belangrijk in de zorg. Afstemming en liefdevolle nabijheid is heel belangrijk in de zorg. Daardoor gaan mensen weer voelen dat ze geliefd zijn en dat ze de moeite waard zijn. Je zou kunnen zeggen dat waardigheid ontstaat wanneer er andere mensen in beeld komen en dat het iets is tussen mensen. Dat dat misschien een basis zou kunnen zijn voor onze ethiek. Het is niet origineel. Dezelfde meneer Chochinov die heeft dat uitgewerkt hoe dokters kunnen helpen om patiënten het gevoel te geven dat ze waardig zijn aan het levenseinde hij heeft dat uitgewerkt in therapeutische sessies. Annelies van Heijst is een collega van mij. Zij zegt: “Het klopt wel, die relationele waardigheid, maar het is niet genoeg om het alleen maar te verkondigen.” Een verpleeghuis: Voor ons zijn alle patiënten waardig. Dat kan je wel zeggen, maar maak het eens waar in de alledaagse zorg, dan wordt het pas echt een ethisch begrip. Zij noemt het pure verkondigen easy listening waardigheid. Het gaat het ene oor in en het andere weer uit. Waarmaken is van belang. Waardigheid is niet iets dat je slechts toekent: jij bent wel of niet waardig, maar iets dat in een relatie, een betrekking tussen mensen ontstaat, daar moet je iets voor doen. Daar moet je jezelf in de strijd gooien. Dan blijkt waardigheid twee kanten te hebben. Als ik op iemand neerkijk, dan is het niet alleen een anders waardigheid die ik aantast, maar ook mijn eigen waardigheid. Want ik misdraag me dan. Dus waardigheid, zegt van Heijst en met haar andere denkers, is iets tussen mensen, iets relationeels. Dat moeten we met elkaar maken en als we het niet met elkaar maken dan verdwijnt het. Is dit dan de oplossing? Kunnen we het hier mee doen? Ik denk dat er ook aan deze invulling sterke en zwakke kanten zitten. Sterke kant: Wil jij jezelf waardig voelen, dan moeten er mensen geweest zijn die jou dat verteld hebben. Kinderen in ellende hebben vaak in hun vroege jaren niet het gevoel gehad dat ze de moeite waard waren. Er is niemand geweest die echt van ze gehouden heeft op een onvoorwaardelijke manier. Als je nooit Lezing dr. C.J.W. Leget, gehouden op de ALV d.d. 19 mei 2009 6 ervaren hebt dat je waardig bent, de moeite waard bent dan is het niet zo gemakkelijk om daar zelf op te komen. Zwakke kant: Sommige culturen ontkennen waardigheid systematisch. Voorbeelden van culturen waren je vrouwen kunt verkopen, er meerdere hebben, je kunt ze slaan en hoeft je dan niet te verantwoorden. Als we naar de geschiedenis kijken dan is dat bar en boos. De recente geschiedenis, dan hebben we de Tweede Wereldoorlog. Toen werden bepaalde bevolkingsgroepen systematisch hun waardigheid ontkend. Dus hoe vindt je nu houvast als de cultuur afglijdt en de waardigheid zoek raakt? Om dat op te lossen is de derde vorm van waardigheid belangrijk: Intrinsieke waardigheid Dit gaat uit van het idee dat waardigheid onlosmakelijk verbonden is met ons mens zijn. Het is al een oud idee. Ik heb al laten zien dat het al begon met de Romeinen en overgenomen door het christendom en verbonden aan de gedachte dat wij als mens geschapen zijn en waardig zin. Die gedacht van de intrinsieke waardigheid kan een belangrijk tegenwicht bieden als mensen het zelf niet meer voelen of als een cultuur afglijdt. Dan is er nog die gedachte waar we ons aan vast kunnen houden en die we kunnen linken aan de bronnen van onze moraal. Sterke kant: Het kan een begrip zijn dat tegen de werkelijkheid in gaat (het is een contrafactisch begrip) Als je in China aangereden wordt stopt er niemand. Geen barmhartige Samaritaan die je helpt. Waarom niet? Omdat het in die cultuur anders wordt gezien. Hoe dan toch nog waardigheid zien. Door dit soort gedachtes hoog te houden dat het intrinsiek in iedere mens zit en dat het niet afhankelijk is van de cultuur. Het zit in iedere mens en heeft dus ook ethisch te betekenen en heeft zeggingskracht Zwakke kant: Als je alle kaarten zet op intrinsieke waardigheid dan kan het probleem zijn dat het een leeg begrip kan blijven. Je kunt zeggen: ja ik hoef die figuur langs de kant van de weg niet te helpen want zijn waardigheid kan hij toch niet verliezen. Dan werkt het begrip niet. Het probleem kan ook zijn dat als iemand werkelijk heel erg lijdt, wanneer hij niets meer voelt van waardigheid en de familie ook niets meer kan brengen van waardigheid, dan kunnen wij wel zeggen ja het is er nog wel maar wat heeft die zieke of lijdende daar aan en hoe kunnen we iemand dan steunen? Volgens mij zijn daarom alle drie de begrippen belangrijk. Die drie invullingen van waardigheid zijn alle drie belangrijk en het is van belang om in de discussie steeds weer met elkaar te bedenken welke bedoelen we nu? En waarom zijn ze alle drie belangrijk? Omdat wat je ervaart afhankelijk is van de mensen om je heen. En die naasten weer geïnspireerd worden door wat jij ervaart aan waardigheid. En het raamwerk, die intrinsieke waardigheid moet gedragen worden door de praktijk! Dus waardigheid in de meest volle zin is als alle drie aanwezig zijn en als we dat hoog kunnen houden. Het gaat om een cultuur waar we die waardigheid bevorderen. Het gaat niet van zelf, je moet het doen! Waardigheid is een expressief begrip Het drukt iets uit, dat mensen de moeite waard zijn. Het schept een wereld het maakt de wereld op een bepaalde manier. Het is het zelfde als met het Christelijke geloof: je kunt niet gaan zitten wachten, je moet het doen, je moet het in praktijk brengen en dan zie je dat de wereld echt anders wordt en dan zie je dat onze behandeling van zieken en stervenden anders wordt. Dat is een ingewikkeld spel en een ingewikkelde balans… Lezing dr. C.J.W. Leget, gehouden op de ALV d.d. 19 mei 2009 7