geschiedenis havo

advertisement
geschiedenis havo | syllabus centraal examen 2016 domein a en b van het examenprogramma
Versie april 2014
4.4
Specificaties of inperkingen of opmerkingen bij een aantal kenmerkende
aspecten los van de historische contexten.
Van werkversie syllabus vanaf 2008 naar syllabi in 2016.
Sinds de invoering van het pilotexamen geschiedenis in 2006 is tussen pilotdocenten en examenmakers
consensus ontstaan over bepaalde kenmerkende aspecten. Het gaat dan om het toespitsen of beperken
van de oriëntatiekennis bij een bepaald kenmerkend aspect of om het noemen van een bepaald begrip
dat onontbeerlijk is bij dit kenmerkend aspect. In het kader van zoveel mogelijk verheldering heeft het
CvE ervoor gekozen om daar waar deze consensus nog steeds betekenis heeft, dit in de syllabus van
2016 op te nemen. Het onderstaande maakt daarmee onderdeel uit van de specificatie bij domein B.
Kenmerkende aspecten
Specificatie4, stofbeperking of opmerking
1)
De levenswijze van jagers-verzamelaars
2)
Het ontstaan van landbouw en
landbouwsamenlevingen
3)
Het ontstaan van de eerste stedelijke
De sociaaleconomische en politieke
gemeenschappen
veranderingen die gepaard gingen met het
ontstaan van de eerste stedelijke
gemeenschappen.
4)
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken
Bij het denken over burgerschap en politiek
en het denken over burgerschap en politiek in de wordt met name gedoeld op de democratie in
Griekse stadstaat
Athene. Het gaat hierbij niet om uitvoerige
kennis van alle instellingen.
5)
De klassieke vormentaal van de GrieksBedoeld worden bouwkunst en
Romeinse cultuur
beeldhouwkunst.
6)
De groei van het Romeinse imperium waardoor
Het gaat hier om de wederzijdse beïnvloeding
de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa
van de cultuur van de bevolking in de
veroverde gebieden en de Grieks-Romeinse
verspreidde
cultuur. 5
7)
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse
In de late oudheid dringen vanuit het noorden
cultuur en de Germaanse cultuur van
Germaanssprekende groepen door in het
Noordwest-Europa
Romeinse Rijk. Op termijn leidt dit tot het
uiteenvallen van het westerse deel van dat rijk
in een aantal Germaanse staten. Sommige van
deze staten zijn heel duidelijk erfgenamen van
de Grieks-Romeinse cultuur, in andere is het
Germaanse element dominanter.
8)
De ontwikkeling van het jodendom en het
Het christendom kwam uit het jodendom voort
christendom als de eerste monotheïstische
en werd uiteindelijk staatsgodsdienst in het
godsdiensten
Romeinse Rijk.
4
5
Waar HC is vermeld, wordt verwezen naar de historische context waarbinnen een kenmerkend
aspect is gespecificeerd. Cursief is alleen voor vwo.
In het recente verleden werd nog gesproken over ‘romanisering’, maar dat is een beperktere
weergave van dit kenmerkend aspect.
pagina 25 van 43
geschiedenis havo | syllabus centraal examen 2016 domein a en b van het examenprogramma
Versie april 2014
9)
De verspreiding van het christendom in geheel
Europa
10)
11)
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa
van de agrarisch-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende agrarische cultuur,
georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het
bestuur
De opkomst van handel en ambacht die de basis
legde voor het herleven van een agrarischurbane samenleving
De opkomst van de stedelijke burgerij en de
toenemende zelfstandigheid van steden
Het conflict in de christelijke wereld over de
vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke
macht het primaat behoorde te hebben
De expansie van de christelijke wereld naar
buiten toe, onder andere in de vorm van de
kruistochten.
Het begin van staatsvorming en centralisatie
Het begin van de Europese overzeese expansie
12)
13)
14)
15)
16)
17)
18)
19)
20)
21)
22)
23)
24)
25)
26)
27)
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de
renaissance en het begin van een nieuwe
wetenschappelijke belangstelling
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de
klassieke Oudheid
De protestantse reformatie die splitsing van de
christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in
de stichting van een Nederlandse staat
Het streven van vorsten naar absolute macht
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en
de bloei in economisch en cultureel opzicht van
de Nederlandse Republiek
Wereldwijde handelscontacten,
handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie
De wetenschappelijke revolutie
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat
werd toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en
sociale verhoudingen
Het gaat hierbij om een geleidelijk proces
waarbij monniken en de politieke elite vaak
samenwerkten en waarbij zowel sprake kon
zijn van verspreiding van boven af (de elite
eerst) als van syncretisme.
Het gaat hierbij om het causaal verband tussen
de ondergang van het (West-) Romeinse Rijk
en het ontstaan van een zelfvoorzienende
samenleving.
HC
Onder meer zichtbaar in de Investituurstrijd.
HC
Hierbij gaat het om oorzaken en gevolgen.
Hierbij wordt gedacht aan Italië vanaf het
midden van de veertiende eeuw.
Hierbij wordt gedacht aan bouwkunst,
beeldende kunst en het humanisme.
HC
HC
HC
HC
HC
In de exacte wetenschappen komen theorieën
en wetten voortaan tot stand op grond van
redeneren en waarnemen in combinatie met
experimenteren.
HC vwo
pagina 26 van 43
geschiedenis havo | syllabus centraal examen 2016 domein a en b van het examenprogramma
Versie april 2014
28)
29)
30)
31)
32)
33)
34)
35)
36)
37)
38)
39)
40)
41)
42)
43)
44)
Voortbestaan van het ancien régime met
pogingen om het vorstelijk bestuur op
eigentijdse verlichte wijze vorm te geven
(verlicht absolutisme)
Uitbouw van de Europese overheersing, met
name in de vorm van plantagekoloniën en de
daarmee verbonden trans-Atlantische
slavenhandel, en de opkomst van het
abolitionisme
De democratische revoluties in westerse landen
met als gevolg discussies over grondwetten,
grondrechten en staatsburgerschap
De industriële revolutie die in de westerse
wereld de basis legde voor een industriële
samenleving
Discussies over de ‘sociale kwestie’
De moderne vorm van imperialisme die verband
hield met de industrialisatie
De opkomst van emancipatiebewegingen
Voortschrijdende democratisering, met
deelname van steeds meer mannen en vrouwen
aan het politieke proces
De opkomst van politiek-maatschappelijke
stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionalisme en feminisme.
De rol van moderne propaganda- en
communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie
Het in praktijk brengen van de totalitaire
ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme
De crisis van het wereldkapitalisme
Het voeren van twee wereldoorlogen
Racisme en discriminatie die leidden tot
genocide, in het bijzonder op de joden
De Duitse bezetting van Nederland
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal
door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij
oorlogvoering
Vormen van verzet tegen het West-Europese
imperialisme
HC vwo
Onder invloed van de Verlichting kwam er
discussie over de slavernij. Deze leidde in de
negentiende eeuw tot afschaffing van de
slavenhandel (en later tot afschaffing van de
slavernij).
HC vwo
HC
HC
HC
HC
HC
HC
HC
HC
HC
Hierbij wordt gedacht aan het opkomend
nationaal bewustzijn in koloniën, dat door de
wereldoorlogen werd versterkt.
pagina 27 van 43
geschiedenis havo | syllabus centraal examen 2016 domein a en b van het examenprogramma
Versie april 2014
45)
46)
47)
De verdeling van de wereld in twee ideologische
blokken in de greep van een wapenwedloop en
de daaruit voortvloeiende dreiging van een
atoomoorlog
De dekolonisatie die een eind maakte aan de
westerse hegemonie in de wereld
De eenwording van Europa
48)
De toenemende westerse welvaart die vanaf de
jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding
gaf tot ingrijpende sociaal-culturele
veranderingsprocessen
49)
De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele
samenlevingen.
HC
HC vwo
Zie ook HC
Het gaat bij dit aspect niet om verdragen en
organisaties, noch om de politieke instellingen
van de EU, maar wel om de verbanden met de
Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog.
Zie ook HC
In dit tijdvak bereikt de westerse wereld een
unieke mate van welvaart, hetgeen
veranderingen mogelijk maakt in allerlei
gezagsverhoudingen en op het gebied van
normen en waarden.
In het centraal examen worden “pluriforme en
multiculturele samenlevingen” als één begrip
gehanteerd.
pagina 28 van 43
Download