The central objective of the research is to examine the mobilisation

advertisement
Samenvatting
Deze studie onderzoekt de mobilisering van Zuid-Afrikaanse vrouwen in
vakbondsactiviteiten in de periode tussen 1973 en 2003. Het onderzoek onderstreept
de rol van Zuid-Afrikaanse vrouwen in de strijd voor rechten van arbeiders op het
werk en hun bijdragen in de opbouw van de arbeidersbeweging. Het toont aan dat
vrouwen initiatieven hebben genomen in de mobilisering van arbeiders en de
organisatie van de vakbeweging binnen verschillende sectoren. Onderzoekers van de
arbeidersbeweging, met name binnen de Zuid-Afrikaanse context, besteden weinig
aandacht aan de betrokkenheid van vrouwen in vakbewegingsactiviteiten en hun
bijdragen binnen deze organisaties. Dit onderzoek stelt echter dat Zuid-Afrikaanse
vrouwen op de voorgrond hebben gestaan van arbeidersdebatten op het werk. Zij
hebben een cruciale rol gespeeld in het ontwikkelen en beschermen van rechten van
arbeiders.
De sociale achtergrond of levensloop van de geïnterviewde vakbondsactivistes is
belangrijk om hun deelname aan de vakbeweging te verklaren. De verschillende
contexten, zoals de maatschappij, familie, werkplaats en vakbeweging, waarin
individuen zijn verankerd zijn van belang. Ik betoog dat de ervaringen en observaties
van individuen binnen deze verschillende contexten essentieel zijn om hun gedrag en
motivaties te begrijpen. Uit deze studie blijkt dat de mobilisering en het activisme van
vrouwen in vakbewegingen niet alleen te verklaren valt uit de ervaringen op het werk.
Lonen en slechte werkomstandigheden zijn typische factoren die genoemd worden als
verklaringen voor arbeidsgeschillen en voor de mobilisatie in de vakbeweging. Deze
factoren blijken inderdaad van belang te zijn voor veel van de geïnterviewde
vrouwen. De politieke context is echter ook belangrijk voor het vormen van hun
klassenbewustzijn als arbeidsters. Het apartheidsregime en het overheersen van
rassendiscriminatie en uitbuiting van zwarte mensen in de maatschappij en op het
werk blijken centraal te staan in de mobilisering van vele van de geïnterviewde
vrouwen. Deze studie toont ook aan dat de zwarte identiteit het belangrijkst was in de
ontwikkeling van een solide klassenbewustzijn van vrouwen en mannen gedurende
het apartheidstijdperk.
1
Het ervaren van seksediscriminatie op het werk en binnen de maatschappij is tevens
van belang in het verklaren van de mobilisering en het activisme van vrouwen binnen
de vakbond. Ik heb in deze studie aangetoond dat het gebrek aan rechten met
betrekking tot het moederschap, seksuele intimidatie en ongelijke betaling enkele van
de onderwerpen zijn die de betrokkenheid van vrouwen in vakbonden hebben
beïnvloed. De strijd van vrouwen op het werk bewijst dat arbeidersklassepolitiek lage
lonen en slechte arbeidsomstandigheden te boven gaat. Het percentage vrouwen van
de beroepsbevolking en de leden van de vakbeweging trekt onze conceptualisering
van de arbeidersklasse en de sociaal-economische strijd in twijfel. De eisen van
vrouwen voor seksegelijkheid noodzaken werkgevers, vakbonden en zelfs
onderzoekers om sekse-issues op te nemen in de definitie van arbeidsvoorwaarden.
Vrouwelijke activisten hebben sinds de vroege jaren ’80 de uitsluiting bevochten van
vrouwenissues van de agenda van de arbeidersbeweging. In 1983 organiseerden
vrouwen informele vrouwenfora, die zij gebruikten om een collectieve sekse-identiteit
en solidariteit te ontwikkelen door discussies over specifieke vrouwenissues en
ervaringen van vrouwen op verschillende terreinen zoals het gezin, de werkplek en de
vakbeweging. Zij hebben deze fora gebruikt om strategieën te ontwikkelen om de
prioritering van de doelen van de vakbeweging aan te vechten en om te eisen dat
seksediscriminatie de volle aandacht zou krijgen. Door middel van de vrouwenfora
hebben vrouwenactiviteiten de vakbonden uitgedaagd om resoluties aan te nemen en
beleid te ontwikkelen dat seksegelijkheid aanpakt.
In tegenstelling tot beweringen dat Afrikaans vrouwenactivisme gedurende de vroege
jaren ’80 conservatief was en de patriarchale sekseverhoudingen niet ter discussie
stelde, beargumenteert deze studie dat deze strijd een belangrijk onderdeel vormde
van het activisme van vrouwen gedurende deze periode. De studie toont ook aan dat
vrouwelijke activisten eisen stelden over veranderingen in de leiderschapsstructuur
van de arbeidersbeweging. Ondanks de sterke mannelijke oppositie binnen de
vakbonden zijn vrouwen erin geslaagd bonden te dwingen vrouwenissues op de
agenda te zetten en te bespreken op nationale congressen, om zo recht te doen aan de
gezamenlijke ervaringen van vrouwelijke arbeiders. De conflicten over de agenda en
doelen van een sociale beweging weerspiegelen het eenzijdig mannelijke karakter van
2
de vakbeweging. De verschillende sekse-identiteiten van vakbondsleden hebben grote
invloed op hun besluiten en doelen.
Activisme tegen sekseongelijkheid wordt beïnvloedt door seksebewustzijn of het
beseffen van seksediscriminatie. Seksebewustzijn ontwikkelt zich door een reeks
gebeurtenissen in de levensloop van vrouwen, zowel binnen het gezin als binnen de
maatschappij. Sommige van deze ervaringen vinden plaats gedurende de vroege
levensjaren en hebben voor een deel van de geïnterviewden een belangrijke invloed
op hun visies en percepties op sekseverhoudingen. De meeste vrouwen in dit
onderzoek verzetten zich tegen patriarchale dominantie binnen persoonlijke relaties.
Terwijl sommigen binnen relaties blijven en mannelijke autoriteit of dominantie
aankaarten, zijn sommigen zover gegaan hun man te verlaten of van hem te scheiden.
De Zuid-Afrikaanse transitie van apartheid naar democratie in de vroege jaren ‘90
verschilt in belangrijke mate van de transities in Latijns-Amerika en Midden- en OostEuropa. In Zuid-Afrika hebben vrouwen de uitkomst van de onderhandelingen
kunnen beïnvloeden en ervoor gezorgd dat resoluties over seksegelijkheid werden
aangenomen. Via het Women’s National Coalition (WNC) hebben Zuid-Afrikaanse
vrouwen actief bijgedragen aan de democratische uitkomst van een postapartheid
Zuid-Afrika. De formatie van het WNC had tot doel vrouwen bijeen te brengen in een
brede coalitie en te verzekeren dat vrouwen met één stem zouden spreken om de
invloed van vrouwen op het transitieproces te maximaliseren. Deze studie toont aan
dat de ontwikkeling van het WNC echter moeizaam verliep vanwege de diversiteit
van de deelnemende vrouwen en wie zij representeerden. Het WNC bestond uit
vrouwen van verschillende economische, politieke, geografische en raciale
achtergronden. Hun definitie van vrouwenonderwerpen en wat zij als prioriteit zagen,
werd beïnvloed door deze achtergronden.
Het onderzoek laat ook zien wat vrouwen uit de arbeidersklasse hebben bijgedragen
aan de uitkomst van het transitieproces. Terwijl andere wetenschappers de rol hebben
benadrukt van ‘elite’ vrouwen, zoals intellectuelen, politici en bestuursleden van
vrouwenorganisaties, toon ik aan dat vrouwen uit de arbeidersklasse ook significant
hebben bijgedragen aan dit proces. Zij hebben ervoor gezorgd dat de belangen van
arbeidersklasse
vrouwen,
in
het
bijzonder
3
zwangerschapsverlof,
recht
op
kinderopvang, en seksuele intimidatie, zijn opgenomen in de eisen voor
vrouwenrechten. De representatie van vakbondsvrouwenactivisten binnen het WNC
werd wederom beïnvloed door hun achtergrond en ervaringen.
Feminisme in Zuid-Afrika bleef gedurende de apartheid een zeer omstreden
onderwerp. Veel vrouwenactivisten binnen de arbeidersbeweging identificeerden zich
niet als feministen en verzetten zich tegen zulke tendensen. Deze studie toont echter
aan dat de strijd van vrouwen binnen de arbeidersbeweging wel degelijk de ongelijke
machtsrelaties tussen vrouwen en mannen aan de orde stelde. Vrouwen vochten voor
de transformatie van ongelijke sekseverhoudingen op het werk en binnen de
vakbeweging. Ook al identificeerden vrouwen zich dus niet met de feministische
beweging, zij hielden zich wel bezig met typisch feministische strijdpunten. Dit
onderzoek weerspreekt het idee dat het feministische discours dat werd gepropageerd
tijdens de transitieperiode en op het WNC een recent fenomeen is. In plaats daarvan
stel ik dat de geschillen van vrouwelijke arbeiders in de bonden en op het werk over
gelijksoortige onderwerpen gingen.
Het succes van het WNC komt tot uiting in de grondwet van het land, die
seksegelijkheid garandeert in alle sectoren van de Zuid-Afrikaanse maatschappij. De
belangrijkste barrière voor Zuid-Afrikaanse vrouwen om deze rechten volledig te
realiseren, is het gebrek aan transformatie binnen sleutelorganisaties en -instituties.
Het aannemen van beleid en wetgeving is één stap in het bevorderen van de rechten
van vrouwen en het promoten van seksegelijkheid. Uitvoering van beleid en het
naleven van wetten is een volgend cruciaal stadium. Voor de vrouwen in de
vakbeweging
is
de
belangrijkste
uitdaging
de
verandering
van
de
leiderschapsstructuur van de vakbonden. De constitutionele overwinning van ZuidAfrikaanse vrouwen zal evenmin kunnen worden gerealiseerd zonder strijd om de
transformatie van het leiderschap van sleutelinstituties binnen de overheid en de
maatschappij. Transformatie op dit niveau gaat niet alleen om het plaatsen van
vrouwen in posities van besluitvorming- en uitvoering. Maar het betekent ook het
veranderen van mannelijke attituden, overtuigingen en waarden die vrouwen als
minderwaardig beschouwen in de algemene maatschappij.
Vertaling: Pauline Vincenten
4
Download