openbaring aan johannes (2)

Romeinen (6)
WELKOM
GK 118: 1

God is getrouw, zijn plannen falen niet,

Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen.

Die 't heden kent, de toekomst overziet,

laat van zijn woorden geen ter aarde vallen;

en 't werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant,

volvoert zijn hand.
GK 118: 2

De Heer regeert! Zijn koninkrijk staat vast,

zijn heerschappij omvat de loop der tijden;

een sterke hand, die nooit heeft misgetast,

blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden;

de adem zijner lippen overmant

de tegenstand.
Romeinen (6)
GEBED
Romeinen (6)
1. Lezen Romeinen 9:1-6; 10:1-21
1. Paulus verlangen dat zijn volksgenoten tot geloof
komen…
1.
Paulus wijst op grote belang van de verkondiging (Romeinen
10:14-18)
2. Hoe staat het met ons verlangen naar de bekering van
het Nederlandse volk?
1.
2.
3.
Nadenken
Mogelijkheden
Hindernissen
2. Vragen vorige keren (is alweer een tijdje geleden)
Romeinen (6)
1. Romeinen 9-11 gaat over de positie van Israël.
1. Belangrijk > in de tijd van Paulus bestond de kerk
voor het merendeel uit Joden:
1. Dus de kerk:
1.
2.
Joden die Jezus hebben aangenomen als verlosser;
Heidenen die Jezus hebben aangenomen als verlosser;
2. Israël:
1.
Die Joden die Jezus hebben verworpen als verlosser (tot dan
toe!)
2. Grote vraag: hoe zit het dan met de beloften?
Romeinen (6)
1. In Romeinen 9 belangrijk thema:
1. Verkiezing?
Veel vragen – bedoeling van de verkiezing is niet:
1. Onzekerheid – niet wroeten in de plannen van God
2. Wel
1. Zekerheid – maar komen tot lofprijzing
1.
2. Verschillende verwijzingen naar Oude Testament
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Ismaël – Isaäk
Esau – Jakob
Farao –
Alledaagse pot – kostbare vaas
Niet mijn volk – mijn volk
De rest
Romeinen (5)
1. Lezen: Romeinen 10:14-11:12 blz. 31-32
1. Oefening in lezen
1.
Handig om de tekst in twee kolommen te zetten, waarbij de
vragen links staan en de antwoorden rechts.
Romeinen (5)
1. Beeld van de boom:
1. Boom is het volk Israël + Oude Testament
1. In de tijd van Paulus kende mensen het principe van
enten bij olijfbomen : dus goede takken werden geënt op
de oude stam en niet vruchtdragende takken >
weggebroken.
2. De nieuwe takken (= heidenen) zijn geënt
3. Sommige takken (ongelovigen) zijn weggenomen
Romeinen (6)
1. Hoe staat u nu tegenover Israël:
1. Nog steeds bijzonder volk?
2. Volk onder de volken – geen uitzondering meer?
3. Kerk in de plaats van Israël gekomen?
1. Belangrijk
1.
2.
3.
Christus de zoon van Abraham en van David (Matteüs 1)
Eén herder = Christus (Johannes 10)
Eén volk = de scheidsmuur is weggebroken (Efeziërs 2)
Romeinen (6)
1. Het is belangrijk dat de gemeente een positieve
plaats inneemt in de samenleving
1. En God dient – (Romeinen 12:1-2 < Exodus 19:5-6)
2. De gemeente onderling (Romeinen 12:3-8)
3. De gemeente in de samenleving (Romeinen 12:921)
4. De gemeente en de overheid (Romeinen 13:1-7)
5. De gemeente onderling en in de samenleving
(Romeinen 13:8-14)
Romeinen (6)
1. Nog even de setting:
1. Miljoenenstad:
1. Overheid > Romeinen 13:1-7
2. Gemeenten bestaande uit Joden en Grieken
1. Verhouding tot de wet en de besnijdenis
2. Gerechtigheid in Christus voor zowel de Joden als de
Grieken – Abraham vader van de gelovigen uit de
besnijdenis als de onbesnedenen.
3. Het geloof in Christus verandert de verhouding tot
de wet > Romeinen 7
Romeinen (6)
1. Romeinen 14:1-15:13 (lezen)
1. Blz. 37
1. De trefwoorden op blz. 38
2. Zoek de eenheid in Christus!
1. Problemen :
1. eten en drinken
2. Feestdagen / geen bijzondere dagen (sabbat!)
2. Oplossing
1. Terug naar de kern : van Christus en dat betekent:
1.
Aanvaarding / niet oordelen over overtuigingen
Romeinen (6)
1. Romeinen 15 > uiteindelijk doel van de brief,
namelijk voorbereiding op de reis naar Spanje!
Romeinen (6)
1. Komend najaar
1. Efeziërs
GK 118: 3

De Heilge Geest, die in de waarheid leidt,

doet aan zijn kerk Gods heilgeheimen weten.

Die nimmer van haar wijkt in eeuwigheid,

heeft zijn bestek met wijsheid uitgemeten.

Zo bouwt hij Christus’ kerk van land tot land

met vaste hand.
Romeinen (6)
DANKGEBED