Het lijden van de tegenwoordige tijd

advertisement
Paulus en Israël
Romeinen 9-11
Waar gaat het om in Romeinen 9?
God kiest uit!
9:6 ..want niet allen die uit
Israël zijn, zijn Israël…
ABRAHAM ABRAHAM ABRAHAM
Hagar
Saraï
Ketura
Wie geldt voor nageslacht?
Ismaël
Izaäk
Zimran
Romeinen 9:11,13:
….zelfs toen de kinderen nog niet
geboren waren en niets goeds of
kwaads bedreven hadden…
…werd tot haar (Rebekka) gezegd:
‘de oudste zal de jongste dienen’
Waarom zegt Paulus
dat in 9:11,13?
Romeinen 9:12
..opdat het verkiezend voornemen
van God zou blijven,
niet op grond van werken,
maar op grond daarvan,
dat Hij riep
Tweeling
Izaäk wel? Ismaël niet?
Esau niet? Jakob wel?
Farao?
God onrechtvaardig?
Mozes?
Waar hangt uitkiezen van af?
M
E
N
S
?
G
O
D
?
‘het hangt dus niet daarvan af,
of iemand wil,
dan wel of iemand rent,
maar van God, die zich ontfermt’
Paulus, Romeinen 9:16
‘Hij ontfermt zich dus over
wie Hij wil
en Hij verhardt
wie Hij wil’
Paulus, Romeinen 9:18
God, de pottenbakker
Vaten tot eer .. en tot oneer
‘…om de
rijkdom van zijn heerlijkheid
bekend te maken over
de voorwerpen van ontferming,
die Hij tot heerlijkheid heeft
voorbereid…’
Romeinen 9:23
Jesaja roept over Israël uit
22. ’Want, al ware uw volk, o Israël, als het
zand der zee, een rest daaronder zal zich
bekeren; verdelging/afsluiting is vast
besloten, overvloeiende van gerechtigheid.
23. Ja, een verdelging/afsluiting die vast
besloten is, voltrekt de Heer, de HEER van
de heerscharen, in het midden van het
hele land’
Jesaja 10:22,23
Jesaja had twee zonen
wie?
Maher-schalal chaz-baz:
haastig buit, spoedig roof
Jesaja 8:1-3
S(ch)ear Jasub:
een rest bekeert zich/keert terug
Teksten uit Jesaja 10:22,23 en 1:9
gaan beide over de rest van Israël
Het getal van de zonen van Israël
als de zand van de zee 
een rest zal gered worden!
Wat heeft dit met
de heidenen te maken?
‘Indien de Heer sebaot
(Jahweh van de menigten)
ons geen zaad overgelaten had,
als Sodom zouden wij geworden
zijn en aan Gomorra zouden wij
gelijk gemaakt zijn’
Jesaja 1:9; Romeinen 9:29
de heidenen – gojim
zochten geen gerechtigheid
Romeinen 9:30
• de heidenen hebben
de gerechtigheid verkregen
door geloof
Israël, hoewel het een wet der gerechtigheid
najaagde, is tot een wet der gerechtigheid niet
gekomen – Romeinen 9:31
‘waarom? (om)dat het niet uit geloof,
maar uit wetswerken is,
stoten zij zich aan de steen des aanstoots’
steen des aanstoots,
rots van ergernis Rom.9:33
Download