januari 2012 BBV Notitie Investeringen/Kredieten 1. Inleiding. In de praktijk blijkt het moeilijk te zijn investeringskredieten te beheersen. Het is weerbarstiger dan de regelgeving doet vermoeden. Investeringskredieten worden regelmatig overschreden, termijnen van uitvoering niet gehaald en het komt ook nog al eens voor dat jaargrenzen onbedoeld worden gepasseerd. Ook het verschil tussen investeringen met een economisch nut en een maatschappelijk nut werpt vragen op. Deze laatste soort kan (bij voorkeur alleen bij wijze van uitzondering) geactiveerd worden (artikel 59.4 BBV), terwijl de investeringen met een economisch nut juist moeten worden geactiveerd (artikel 59.1 BBV). Bijdragen van derden mogen (artikel 62.2 BBV) daarop weer in mindering worden gebracht. Ook het fenomeen “reserve kapitaallasten” werpt veel vragen en misverstanden op. In deze notitie wordt, aan de hand van voorbeelden, ingegaan op de verschillende situaties waarbij op verschillende wijze investeringskredieten kunnen worden aangevraagd. Tevens wordt ingegaan op overschrijdingen van dergelijke kredieten en begrotingsconsequenties van, de vaak voorkomende, vertragingen in de uitvoering. 2. Algemeen. “Voor alle taken en activiteiten brengt de raad jaarlijks op de begroting de bedragen die hij daarvoor beschikbaar stelt, alsmede de financiële middelen die hij naar verwachting kan aanwenden.” Zo luidt artikel 189, lid 1, Gemeentewet. Deze taken en activiteiten betreffen de jaarlijkse lasten, waaronder de (kapitaal)lasten die voortvloeien uit de investeringen. Ook het bedrag van een investering kan tot de jaarlijkse lasten worden gerekend, hetgeen afhankelijk is wat hierover is geregeld in de financiële verordening o.g.v. artikel 212 Gemeentewet. Volgens het BBV bestaat de begroting uit de beleidsbegroting en de financiële begroting, waarbij de financiële begroting bestaat uit het overzicht van baten en lasten en een uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting. In deze uiteenzetting wordt afzonderlijk aandacht besteed aan de investeringen; onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut (BBV art. 20, lid 2b). Door de vaststelling van de begroting gaat de raad akkoord met de in de uiteenzetting opgenomen investeringen en de daaruit voortvloeiende lasten die in de desbetreffende programma’s zijn opgenomen. Indien er investeringskredieten noodzakelijk zijn in de loop van het jaar die niet bij de vaststelling van de begroting waren voorzien, dienen deze ter besluitvorming aan de raad te worden voorgelegd. Zo’n voorstel aan de raad dient te worden vergezeld met een structureel sluitende begrotingswijziging, waarin de baten en lasten voortvloeiende uit de investering zijn opgenomen. 1 januari 2012 In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) wordt in de artikelen 59 tot en met 65 ingegaan op de waardering, activering en afschrijving. Daarnaast is er in mei 2007 een notitie van de Commissie BBV verschenen over de verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen. 3. Het aanvragen van investeringskredieten. In de begroting worden op grond van artikel 20 BBV de nieuwe investeringen opgenomen (zie een voorbeeld van een overzicht in de bijlage). De hieruit voortvloeiende lasten worden, voor zover deze op het begrotingsjaar drukken , bij het betreffende programma opgenomen, alsmede in het overzicht van baten en lasten. Voorbeeld 1 Ladderwagen In 2012 is er een nieuwe ladderwagen voor de Brandweer nodig. De kosten worden geraamd op € 200.000,= en de levensduur is naar verwachting 8 jaar. De binnen de gemeente gehanteerde omslagrente is 4%. Wijze van aanvraag en verwerking In de begroting wordt het investeringsbedrag opgenomen en de uit deze investering voortvloeiende exploitatielast (rente € 8.000,= en afschrijving € 25.000,=) wordt in het betreffende programma (bijvoorbeeld Openbare Orde en Rampenbestrijding) opgenomen. Naast de begroting is er nog de uitvoeringsinformatie die bestaat uit de productenraming en toelichting ten tijde van de begroting(art. 66 BBV). De toelichting op de productenraming bestaat tenminste uit een overzicht van kapitaallasten (art. 67 BBV) en uit dit overzicht wordt de informatie gegeven over de afschrijvingen en de toegerekende rente (art. 68 BBV). De uitvoeringsinformatie is voor het college en niet voor de raad. Voorbeeld 2 Stadhuis Bij de begrotingsbehandeling 2012/2015 heeft de raad op voorstel van het college een uitgaafstelpost opgenomen voor een nieuw te bouwen stadhuis. In augustus 2012 is het voor het college duidelijk wat het nieuw te bouwen stadhuis gaat kosten en daarom stelt zij de raad voor een krediet beschikbaar te stellen van € 20.000.000.=. De kosten is als volgt verdeeld: 2012 2013 2014 2015 € 4.000.000,= € 6.000.000,= € 8.000.000,= € 2.000.000,= Wijze van aanvraag en verwerking In het voorstel aan de raad wordt een krediet gevraagd van € 20.000.000,= met een indicatieve verdeling van de investering over de jaren. Uiteraard wordt een begrotingswijziging voorgesteld waarin de lasten voortvloeiend uit de investering (rente en afschrijving) voor 2012 zijn opgenomen. Tevens dient te worden aange2 januari 2012 geven op welke wijze de structurele lasten van het stadhuis in de toekomst gedekt zullen worden. Voorbeeld 3 Sportcentrum De raad heeft enkele jaren geleden een bestemmingsreserve ingesteld om een groot sportcentrum te realiseren. Het college heeft berekend dat dit centrum € 50.000.000,= gaat kosten. Dit sportcentrum heeft niet alleen een locale en regionale functie, maar ook nationaal en internationaal. Daarom verstrekken enkele nationale sportbonden en ministeries een investeringssubsidie van € 20.000.000,=. Voor het resterende bedrag van € 30.000.000,= wil het college geld onttrekken aan de reeds ingestelde bestemmingsreserve Sportcentrum. Wijze van aanvraag en verwerking Het college stelt de raad voor om een krediet van € 50.000.000,= beschikbaar te stellen voor de realisatie van een sportcentrum, zijnde een investering met een economisch nut. Het bedrag van € 30.000.000,= (investering na de aftrek van de bijdragen van derden) zal worden geactiveerd. Tevens wordt de raad voorgesteld om de bestemmingsreserve Sportcentrum om te vormen tot de reserve Kapitaallasten Sportcentrum. De jaarlijkse kapitaallasten (rente en afschrijving) voortvloeiend uit het geactiveerde bedrag maken een onderdeel uit van het resultaat voor bestemming. Uit de nieuw ingestelde reserve vindt jaarlijks een onttrekking plaats voor de rente en afschrijving van de investering. Vervolgens ontstaat het resultaat na bestemming. Voorbeeld 4 Grondaankoop voor niet in exploitatie genomen complex In maart 2012 wil het college een stuk grond aankopen om dit te ontwikkelen tot een woningbouwlocatie. Kosten € 2.000.000,=. Wijze van aanvraag en verwerking Alhoewel het betreffende gebied (binnen het Grondbedrijf) nog niet in exploitatie is genomen en er geen exploitatie begroting is opgesteld, zal het college in het raadsvoorstel aannemelijk moeten maken dat de aankoopprijs zodanig is dat een sluitende exploitatie mogelijk moet zijn. Indien dit niet het geval is zal voor het onrendabele deel dekking aangegeven moeten worden c.q. zal (hopelijk slechts een tijdelijke) afwaardering tegen de marktwaarde moeten plaatsvinden (middels een, niet herstelbare, afboeking of het treffen van een verliesvoorziening). Voorbeeld 5 Grondaankoop voor in exploitatie genomen complex Er is in het grondbedrijf een complex geopend voor de realisatie van een industrieterrein. Op basis van een sluitende exploitatiebegroting heeft de raad op voorstel van het college het complex in exploitatie genomen. Naast de kosten van bouwrijp maken is voor de aankoop van de gronden een bedrag van € 10.000.000,= opgenomen. Het college wil een stuk grond van € 4.000.000,= aankopen. Dit stuk grond past in de exploitatiebegroting. 3 januari 2012 Wijze van aanvraag en verwerking Toen de raad het besluit nam om het complex in exploitatie te nemen was dat mede op basis van de sluitende exploitatieopzet. De raad heeft hiermee een krediet gevoteerd ter grootte van die exploitatieopzet. Het college hoeft voor de voorliggende aankoop niet nog eens een krediet aan te vragen, tenzij hier over met de raad afwijkende afspraken zijn gemaakt. 4. Onderschrijdingen en overschrijdingen. Als alles volgens plan gaat wordt de investering binnen de door de raad vastgestelde kaders (o.a. financiële en tijdsmatige) uitgevoerd, maar wat zijn de gevolgen als dat niet lukt? Uitgaande dat er met de raad geen nadere afspraken zijn gemaakt kunnen de volgende situaties zich voordoen. Voorbeeld 1a. Ladderwagen In juni 2012 blijkt dat de ladderwagen pas in 2013 geleverd kan en betaald moet worden. Gevolg c.q. oplossing De raad hoeft geen nieuw krediet te voteren. Wel zal het betreffende bedrag in de begroting 2013 moeten worden opgenomen. De lasten zijn al in de meerjarenbegroting/concept-begroting 2013 opgenomen. In de rekening 2012 vallen de geraamde exploitatielasten vrij en maken een onderdeel uit van het gerealiseerde resultaat. 4 januari 2012 Voorbeeld 1b. Ladderwagen In december 2012 blijkt dat de ladderwagen pas in 2013 geleverd kan en betaald moet worden. De begroting 2013 is al vastgesteld, waarin de lasten voor de ladderwagen zijn opgenomen. Gevolg c.q. oplossing De raad moet geen nieuw krediet voteren, want dan zou dit 2x plaatsvinden. Wel moet de raad het betreffende bedrag in 2013 opnieuw opvoeren door middel van een begrotingswijziging. Voorbeeld 2a. Stadhuis De bouw van het stadhuis is vertraagd en in 2012 wordt maar € 2.000.000,= uitgegeven. Het college gaat er vanuit dat de vertraging in 2013 wordt ingelopen. De uitgaaf 2013 zal daarom geen € 6.000.000,= maar € 8.000.000,= bedragen. Gevolg c.q. oplossing Ondanks het feit dat er maar € 6.000.000,= aan kapitaaluitgaaf is geraamd hoeft het college niet naar de raad. Het totaalbedrag en het jaar van gereedkomen blijft immers gelijk. De raad zal natuurlijk wel over de voortgang worden geïnformeerd. Voorbeeld 2b. Stadhuis Bij de bouw van het stadhuis blijkt dat de funderingswerkzaamheden € 3.000.000,= duurder zullen uitvallen dan was geraamd. Het totaal beschikbare krediet is daardoor te laag. Gevolg c.q. oplossing Het college informeert de raad per omgaande en stelt de raad voor een aanvullend krediet beschikbaar te stellen en de hieruit voortvloeiende lasten en de dekking van deze lasten worden in een door de raad vast te stellen begrotingswijziging verwerkt. Voorbeeld 3a. Sportcentrum Door een forse vertraging in de uitvoering wordt het Sportcentrum later dan verwacht in gebruik genomen. De geraamde kapitaallasten zijn (nog) niet nodig, maar hiervoor is al wel een onttrekking geraamd uit de reserve Kapitaallasten Sportcentrum. Gevolg c.q. oplossing De gemeenterekening kent bij de resultaatbepaling een voordeel vanwege de onttrekking aan de reserve Sportcentrum, terwijl er nog geen sprake is van lasten. Bij de winstbestemming zal het college de raad voorstellen de onttrekking te compenseren door een storting in die reserve voor eenzelfde bedrag. 5 januari 2012 Voorbeeld 5a. Grondaankoop voor een in exploitatie genomen complex Het college wil een stuk grond aankopen voor het in exploitatie genomen complex dat veel duurder is dan was ingeschat. Hierdoor zal het complex niet langer een sluitende exploitatie hebben. Gevolg c.q. oplossing Het college zal aan de raad een voorstel moeten doen tot de afwaardering van deze exploitatieopzet om weer tot een sluitende exploitatie te komen. In plaats van een afwaardering kan er ook een verliesvoorziening worden getroffen. Dit verlies kan mogelijk via de algemene bedrijfsreserve worden opgevangen. 5. Nadere afspraken met de raad Om te voorkomen dat investeringskredieten keer op keer door middel van een begrotingswijziging worden opgevoerd (zie voorbeeld 1b) kunnen hierover afspraken met de raad worden gemaakt. In het uitwerkingsbesluit financiële verordening (zie artikel 212 van de Gemeentewet) dat door de raad is vastgesteld kan bijvoorbeeld zijn opgenomen dat: - - Bij de aanvraag van kredieten zal een planning worden toegevoegd waarin is opgenomen wanneer uitgenut gaat worden (kasplanning). Deze kasplanning vormt de basis van de te berekenen kapitaallasten. Daarnaast kan op basis van deze planning inzicht worden gegeven wat de eventuele vertraging is bij de uitvoering van het project. Kredieten die langer dan … jaar uitlopen vallen vrij. Indien het krediet toch nog langer nodig is dient het college dit aan de raad middels een kredietvoorstel voor te leggen. Vaak zitten er in de begroting ook nog investeringen voor vervanging van materieel (auto’s, computers e.d.) de zogenaamde routine-investeringen. Ook hierbij wordt regelmatig de behoefte gevoeld deze kredieten deels over te boeken. Het over te boeken bedrag kent men vaak pas nadat de begroting voor het volgend jaar al is vastgesteld. Om te voorkomen dat er (tijdelijk) geen krediet is maar toch uitgaven gedaan moeten worden kan in het uitwerkingsbesluit bijvoorbeeld het volgende worden opgenomen. Bij overboeking van overlopende kredieten van routine-investeringen via een begrotingswijziging worden de volgende criteria gehanteerd: - per over te boeken post geldt een minimum van ….; - de kredieten kunnen maximaal éénmaal worden overgeheveld, hetgeen inhoudt dat het krediet na twee jaar vrijvalt; - overheveling is noodzakelijk om de met de raad afgesproken prestaties na te komen. 6 januari 2012 Om te voorkomen dat er wel onttrekkingen aan reserves plaatsvinden, terwijl de bedoelde inspanning niet heeft plaatsgevonden (zie voorbeeld 3a) kan het volgende worden opgenomen: - De kapitaallastenreserves zijn gekoppeld aan de betreffende investeringen. Dit houdt in dat wanneer de investering vertraging oploopt de onttrekking evenredig lager zal zijn en vice versa. Soms vinden investeringen sneller plaats dan was voorzien. Hierdoor kan een overschrijding van het voor dat jaar beschikbaar gestelde krediet ontstaan. Zolang het totale krediet niet wordt overschreden en ervan uitgaande dat een eventuele extra last past binnen het geautoriseerde programmatotaal, is er geen noodzaak om dit separaat aan de raad voor te leggen en kan worden volstaan met melding in de reguliere bestuursrapportages. 7 januari 2012 Kapitaallasten en nieuwe investeringen 2012 Bijlage Cursief = investeringen 2012 Balans Omschrijving nr. Sector/ Boekwaarde dienst 1-1-2012 B0101 Gronden en terreinen 31.133.589 Vermeerdering Verminderingen Afschrijving (investering) 2.238.210 Boekwaarde Rente* Totaal 31-12-2012 1.287 kapitaallasten 33.370.512 1.246.964 1.248.251 2.238.210 24.420 24.420 927 5.588.489 257.113 258.040 41.489.059 10.134.661 450.368.009 19.624.999 29.759.660 Specificatie vermeerdering: - Vleugelschool SAM B0102 Woonruimten 2.238.210 5.589.416 B0103 Bedrijfsgebouwen 419.013.611 Specificatie vermeerdering: - Renovatie parkeergarage OW 300.000 12.122 287.878 6.018 18.140 - Transformatieplan OW 13.396.409 0 13.396.409 0 0 - Sportcentrum SAM 500.000 2.621 497.379 10.000 12.621 - Kinderopvang SAM 1.299.878 0 1.299.878 0 0 - Huisvesting scholen en BSO SAM 13.445.733 58.102 13.387.631 158.290 216.392 - Multifunctionele accommodaties SAM 12.547.039 82.259 12.464.780 464.165 546.424 6.358.020 2.047.611 71.838.797 3.512.334 5.559.945 B0104 Grond- weg- en waterbouwk.werken 67.528.388 Specificatie vermeerdering: - Investering ivm WUW OW 479.300 5.210 474.090 9.172 14.382 - Diverse (riolerings)werkzaamheden OW 1.570.000 36.180 1.533.820 144.335 180.515 - Beken en sprengen OW 4.308.720 44.189 4.264.531 220.131 264.320 40.500 415.870 2.616.639 131.106 546.976 B0105 Vervoermiddelen 2.992.009 Specificatie vermeerdering: 8 januari 2012 Cursief = investeringen 2012 Balans Omschrijving nr. Sector/ Boekwaarde dienst 1-1-2012 Vermeerdering Verminderingen Afschrijving (investering) Boekwaarde Rente* Totaal 31-12-2012 kapitaallasten - Voertuigen BRW 21.500 1.532 19.968 322 1.854 - Dienstauto PD 19.000 1.653 17.347 285 1.938 8.182.790 3.047.605 25.531.474 920.792 3.968.397 286.800 19.092 267.708 4.738 23.830 B0106 Machines/apparaten/installaties 20.396.289 Specificatie vermeerdering: - Diversen Publieksdienst PD - Parkeerautomaten/apparatuur OW 2.340.000 91.032 2.248.968 39.923 130.955 - Transformatieplan OW 3.680.990 0 3.680.990 0 0 - Automatisering MID 1.875.000 139.862 1.735.138 63.491 203.353 672.550 1.162.757 12.317.445 586.860 1.749.617 20.000 782 19.218 341 1.123 B0107 Overige materiële vaste activa 12.807.652 Specificatie vermeerdering: - Routine investeringen 2012 BRW - Routine investeringen 2012 MID 29.550 2.570 26.980 443 3.013 - Routine investeringen 2012 OW 465.500 40.499 425.001 6.976 47.475 - Vervanging meubilair en inventaris MID 157.500 0 157.500 2.687 2.687 16.810.718 601.631.365 26.280.168 43.090.886 Totaal materiële activa 559.460.954 58.981.129 0 * exclusief bouwrente 9