Het complete MI boek

advertisement
Voor alle leeftijden: van voorschoolse educatie tot en met universiteit.
ISBN: 978-90-74233-05-7
www.bazalt.nl
De intelligenties en hun toepassing in het onderwijs
Het ultieme hulpmiddel om enthousiasme over de theorie van de Meervoudige
Intelligentie om te zetten in toepassingen in de dagelijkse onderwijspraktijk!
De intelligenties en hun toepassing in het onderwijs
Deel 1
Het Complete MI Boek
Laat meervoudige intelligentie tot leven komen in uw klas, bij uw vak, op uw school
met deze veelomvattende gids! U treft er 23 hoofdstukken in aan waarin de meerdere intelligenties èn hun toepassing in onderwijs worden verkend en aangeboden.
Daarbinnen:
• Meer dan 160 MI didactische structuren waarmee iedere les verandert in een
MI les.
• 125 kant-en-klare MI activiteiten met kopieerbaar werkmateriaal.
• Stappenplan voor MI lessen, leercentra, werkstukken en thema’s.
• De zeven elementen van authentieke MI meting.
• De Meervoudige Intelligentie Test en Facet Test voor de acht intelligenties.
• Hoe te matchen, stretchen en vieren met de meerdere intelligenties.
• Honderden ideeën voor het creëren van een MI klas en MI school.
• Analytische en intuïtieve verkenning van elke intelligentie.
• MI theorie beoordeeld op basis van wat we weten over het functioneren van
ons brein.
• Drie visies op het toepassen van het MI concept voor alle onderwijsgevenden.
Meervoudige Intelligentie
Meervoudige Intelligentie
“Het meest omvattende boek over Meervoudige Intelligentie voor leraren, interne
begeleiders, schoolbegeleiders, opleiders, trainers, schoolmanagers en schoolbestuurders!”
Deel 1
Het complete MI boek
Dr. Spencer Kagan & Miguel Kagan
Deel 1
De intelligenties en hun toepassing in het onderwijs
Meervoudige Intelligentie
Het complete MI boek
Dr. Spencer Kagan & Miguel Kagan
Inhoud
Deel 1: De intelligenties en hun
toepassing in het onderwijs
Bijlage A:
Overzicht van didactische
structuren en de intelligenties
Voorwoord
De Visies
Hoofdstuk 1.
Hoofdstuk 2.
Een korte vooruitblik
Drie visies op toepassing
van MI in het onderwijs:
MI matchen, stretchen en
vieren
De Intelligenties
Hoofdstuk 3. Wat is een intelligentie?
Hoofdstuk 4. De acht intelligenties
Hoofdstuk 5. Zijn er andere intelligenties?
Hoofdstuk 6. Knap op veel manieren
Deel 2: In de klas:
structuren en activiteiten
Voorwoord
Intelligenties matchen
Hoofdstuk 7. MI didactische structuren
Hoofdstuk 8. Activiteiten om intelligenties te matchen met leerstof
Intelligenties stretchen
Hoofdstuk 9. Meervoudige intelligentie
ontwikkelen
Hoofdstuk 10. Activiteiten om intelligenties te stretchen
Intelligenties vieren
Hoofdstuk 11. Respecteren van uniciteit,
vieren van diversiteit
Hoofdstuk 12. Activiteiten om uniciteit
en diversiteit te vieren
Deel 3: Schoolontwikkeling,
MI meting, evaluatie van MI
theorie
Voorwoord
MI in schoolontwikkeling
Hoofdstuk 13. MI Lessen, LeerCentra,
Werkstukken, Thema’s
Hoofdstuk 14. Een MI Klas creëren
Hoofdstuk 15. Een MI School creëren
Testen en observeren van MI
Hoofdstuk 16. Hoe wenselijk is het testen
van MI voor gedifferentieerd onderwijs?
Hoofdstuk 17. Zijn valide MI tests mogelijk?
Hoofdstuk 18. De MIT en de FacetTests
Hoofdstuk 19. Authentiek beoordelen
van MI
MI theorie nader geëvalueerd
Hoofdstuk 20. Is de MI theorie in overeenstemming met breinonderzoek?
Hoofdstuk 21. Voldoen de intelligenties
aan de acht criteria?
Hoofdstuk 22. Verder dan meervoudige
intelligentie: nóg meer!
Hoofdstuk 23. Verdiensten van de MI
theorie
Bijlage B:
Categorieën intelligenties
Voorwoord
Je lessen met MI verrijken ...
Meer leerlingen bereiken!
Talent en prestatie
Elke leerling heeft verschillende
talenten. Zonder aandacht voor
deze individuele verschillen loopt
het huidige onderwijs vast, gezien
de groeiende verscheidenheid van
levensverhalen van leerlingen die
samenkomen in één school. Scholen,
die geen aandacht willen of kunnen
hebben voor de individuele leerling,
zien hun resultaten snel achteruit
lopen. Immers, leerlingen die niet
aangesproken worden op hun
krachtige kant, scoren slecht. En
daarmee ook hun scholen, die worden
afgerekend door de publieke opinie en de onderwijsinspectie - op wat zij
te bieden hebben aan de individuele
leerling.
MI concept
Het uitgangspunt van het concept
van ‘Meervoudige Intelligentie’ is
dat élke leerling talenten heeft die
niet te vatten zijn in de simpele
constatering dat hij ‘meer of minder
intelligent’ is. De een is verbaal sterk,
de ander ziet snel logische gevolgen.
Een derde blinkt uit met ruimtelijk
inzicht of kan veel met muziek en
ritme. Denk ook aan leerlingen die
naturalistisch zijn gericht, met een
sterk vermogen tot gedetailleerd
observeren en classificeren. Of aan
leerlingen voor wie de wereld draait
om interpersoonlijk contact.
Deze verschillende intelligenties
bepalen hoe een leerling optimaal
leert. Een muzikaal kind zal sneller
onthouden hoe het zit met de
formulering van vragende zinnen in
het Engels als hij het patroon in de
zinsmelodie herkent. Een leerling met
een sterke naturalistische intelligentie,
dus met oog voor details, kan de
Europese landen beter onthouden
door de kustlijnen te vergelijken in
de atlas. En neem de interpersoonlijk
gerichte leerling: die leert misschien
het meest door verhalen te horen van
reizigers over wat ze beleefden in een
land.
Toch is het betrekkelijk eenvoudig
om in de dagelijkse onderwijspraktijk
leerlingen individueel te benaderen,
zonder daarvoor meteen de gehele
schoolorganisatie
of
identiteit
op z’n kop te zetten. Spencer en
Miguel Kagan ontwikkelden op
basis van voorbeelden en research
uit de Verenigde Staten, Australië,
Singapore en Canada werkmaterialen
die het binnen elke onderwijssoort,
ook binnen de meer klassikale
aanpak mogelijk maken individuele
talenten van leerlingen te activeren.
Uitgangspunt daarbij is het concept
van de ‘Meervoudige Intelligentie’
waarbij leerlingen vooral op hun
kracht en dan pas op hun zwakkere
kanten worden aangesproken.
MI theorie
De theorie van ‘Meervoudige Intelligentie’ werd voor het eerst beschreven
in 1983 door Howard Gardner in zijn
boek ‘Frames Of Mind’. Sindsdien
wordt het idee dat er zeven of acht
specifieke vormen van intelligentie
5
zijn bijna altijd aangeduid als “Howard
Gardners theorie”, alsof het zijn
persoonlijke privé idee is over wat het
betekent om een intelligent persoon te
zijn. Dit ondanks het feit dat het een
van de meest toegepaste en herkende
psychologische concepten van de
laatste decennia is. Sommige van de
felste critici beweren dat de theorie
“geen empirische basis” heeft en
anderen noemen het een “meer literaire
dan wetenschappelijke formulering”.
Andere wetenschappers zeggen wel
dat dit komt doordat de theorie nog
zo kort bestaat en dat er altijd dit soort
tegenstand ontstaat wanneer nieuwe
wetenschappelijke inzichten doen
twijfelen aan de traditionele aannamen
over een belangrijk onderwerp.
Gardner heeft vanaf het begin
aangegeven dat MI gebaseerd is op
een grote hoeveelheid empirische
researchresultaten, ook van anderen.
En er zijn intussen verschillende
onderzoeken gedaan, op grote schaal
en in meerdere landen, die de essentie
van de theorie bevestigen.
“Niets zo praktisch als een goede
theorie”, wordt wel eens gezegd. In
dit geval is het nog waar ook.
MI in onderwijs
Bij de toepassing van MI in het
onderwijs hebben we in de loop van
de tijd diverse varianten gezien. Men
begon dikwijls met de leerlingen in
te delen naar hun sterke intelligentie
om vervolgens ieder vak aan te
bieden volgens de sterke intelligentie.
Uiteraard
bleek
dat
praktisch
onhaalbaar, terwijl veel leerlingen
zich overvoerd voelden en eenzijdig
benaderd. Daarna kwam het idee
naar voren dat elke les eigenlijk op
acht manieren zou moeten worden
aangeboden, zodat men en een beroep
deed op de sterke intelligentie en
toch ook de andere intelligenties
stimuleerde. Dit was echter ook
snel weinig boeiend voor de meeste
leerlingen en men kwam in tijdnood.
De laatste 10 jaar zijn er twee manieren
van toepassen van MI in omloop.
Bij de ene aanpak probeert men de
intelligenties in te bouwen in de
leerstof. Bij geschiedenis over de Franse
tijd komt dan ook het landschap en de
natuur rond Waterloo aan de orde.
Kortom bij ieder vak worden alle
intelligenties ingebouwd. Dit maakt
de lessen zeker aansprekend voor veel
leerlingen. Leraren zijn er dikwijls een
tijd enthousiast over om hun lessen
op deze manier om te bouwen. De
vele voorbereiding die ervoor nodig
is zorgt er meestal voor dat het na
verloop van tijd verwatert.
MI model voor kijken en doen
Voor mensen in het onderwijs
is het verschil in opinie tussen
de
intelligentietheoretici
minder
interessant. Gardner zelf had niet
voorzien dat zijn werk zo aan zou
slaan in het onderwijs. Dat komt
omdat veel leraren bevestigd zien
wat ze altijd hebben geweten: dat
leerlingen zo verschillend zijn in
taakaanpak, oplossingsstrategieën en
belangstelling. De acht intelligenties
bieden hen een model waarmee ze
beter begrijpen hoe een leerling leert
en zich gedraagt. Het handige is dat
het tegelijkertijd een manier oplevert
om gericht activiteiten aan te bieden.
Bij de andere aanpak richt men zich
niet zozeer op de inhoud maar op
het leerproces. Men streeft er dan naar
bij een serie lessen over hetzelfde
6
onderwerp activiteiten aan bod te
laten komen waarbij alle intelligenties
worden ingeschakeld. Bij geschiedenis
over de Franse tijd maken leerlingen
dan visueel-ruimtelijke schema’s
waarin de invloed van die tijd op
wetgeving, taalgebruik en dergelijke
in kaart wordt gebracht en wordt een
rap gemaakt waarin de tegenstanders
van de Fransen hun argumenten naar
voren brengen. Het zorgt eveneens
voor afwisseling in de lessen. Het
geeft de leraren een repertoire aan
activiteiten die ze meestal ook op
langere termijn blijven gebruiken.
Met dat repertoire aan meervoudig
intelligente ‘structuren’ (werkvormen)
is elke lessenserie met weinig voorbereiding Meervoudig intelligent te
maken.
werkvormen worden genoemd) in staat
in elke lessenserie alle intelligenties
te betrekken. In totaal zijn er zo’n
120, zodat leraren zich steeds verder
kunnen ontwikkelen. De praktijk leert
ons dat veel leraren direct een of meer
structuren in hun lessen toepassen,
dat het enthousiasme bij leraren en
leerlingen toeneemt en dat leraren ook
op lange termijn zo blijven werken.
Het is tot hun dagelijkse gereedschap
geworden! Veel extra voorbereiding is
er dan ook niet nodig.
Inclusief coöperatief leren
Het mooie is dat de activiteiten in
Kagan’s MI aanpak voldoen aan de
eisen van coöperatief leren. Wat geen
wonder is omdat Kagan (naast Johnson
& Johnson) een van de grondleggers
daarvan is. We weten dat coöperatief
leren (mits goed gestructureerd
toegepast) een leerwinst op kan
leveren van 27%, die winst zit dan
gelijk ingebouwd in onze MI aanpak.
Kagan
Dr. Spencer Kagan ging verder in op
het werk van Gardner en ontwikkelde
een scala aan praktische toepassingen
van Meervoudige Intelligentie in
het onderwijs. Hij is internationaal
de invloedrijkste figuur bij het toepassen van MI. Hij doet volgens de
hierboven beschreven aanpak 2. In
essentie komt zijn aanpak erop neer,
dat hij verschillende werkvormen
gebruikt die elk een andere vorm
van intelligentie prikkelt. Door
voor dezelfde leerstof verschillende
werkvormen aan te bieden, aansluitend
bij de verschillende vormen van
intelligentie, krijgt elk kind de kans
zijn talenten te gebruiken. Zo kan elke
leerling op zijn manier toegang krijgen
tot zoveel mogelijk leerstof. Doordat
de werkvormen niet slechts binnen
één vak kunnen worden toegepast
zijn leraren al met een stuk of twintig
‘didactische structuren’ (zoals die
Dit boek
Het boek dat nu voor u ligt is mondiaal gezien - het meest complete
handboek over de toepassing van
Meervoudige Intelligentie in het
onderwijs. Het is dan ook in meerdere
talen gepubliceerd. In Nederland is het
beschikbaar sinds 2000. Het inmiddels
telkens actueel gehouden boek beleeft
nu zijn vierde druk. Het heeft zijn
weg al naar veel scholen gevonden.
Die halen er ideeën uit over gaan de
werkwijze echt systematisch invoeren,
meestal met hulp van ons of onze
partners. We zijn er trots op dat we
zo’n belangrijk boek mogen uitgeven.
Dook Kopmels
Manager Bazalt Educatieve Uitgaven
7
Hoofdstuk 2
Drie visies op toepassing
van MI in het onderwijs:
(MI) matchen, stretchen en vieren
Wat zijn de mogelijkheden voor lesgeven
in, met en over meervoudige intelligentie
in de groep? Er zijn minstens drie verschillende soorten lessen nodig:
1. Intelligentie als een onderwerp op zichzelf (lesgeven in meervoudige intelligentie)...
2. Intelligentie als een middel om kennis
D e
V i s i e s
gen: als leraren kennen we leerlingen
die briljant zijn in rekenen, maar zwak
in taal. We kennen de ‘laatbloeiers’ en
hebben met succes leerlingen beter
leren nadenken. We kennen leerlingen die laag scoren bij standaardtests
maar erg intelligent zijn in andere
situaties.
De MI theorie toont zijn waarde in de veranderde
visie op intelligentie, het onderwijsprogramma, de
lesmethodes, de leerlingen en onszelf.
te verwerven (lesgeven met meervoudige intelligentie)...
3. ‘Meta-intelligentie’ - intelligentie onderzoekt zichzelf (lesgeven over meervoudige intelligentie)
(Lazear, 1991, p.xviii).
Howard Gardner heeft zijn MI theorie
gepresenteerd als een bewuste uitdaging van de gangbare opvattingen
over intelligentie. Gardner definieert
intelligentie als “...het vermogen om
problemen op te lossen of producten
te vervaardigen die van belang zijn
in een bepaalde cultuur of gemeenschap” (Gardner, 1993, p. 15).
Er staan drie stellingen centraal bij
deze theorie:
1) intelligentie is niet één geheel,
2) intelligentie is niet statisch en
3) intelligentie kan niet volledig worden vastgesteld door IQ tests.
De drie stellingen berusten ontegenzeggelijk op waarheid. De algemeen
gangbare ervaring komt heel goed
overeen met elk van deze drie stellin-
Kijken we naar de meer wetenschappelijke bewijsvoering, dan vinden we
een hele verscheidenheid aan ondersteunend materiaal: factoranalyse en
subschalen bij intelligentietests; personen die een opmerkelijke toename
in IQ en intellectuele ontwikkeling
vertoonden (Feuerstein, 1980; Rhymer,
1993); ratten waarvan het brein groeide
nadat ze verrijkende ervaringen meemaakten (Diamond, 1988); een reeks
van veranderingen in de hersenen
als gevolg van verschillende soorten
ervaringen (Kandel & Hawkins, 1992)
en gebrek aan voorspellende waarde
van IQ tests voor succes in het leven
buiten school. Er kan weinig ingebracht worden tegen de fundamentele
aannamen van de MI theorie.
De Visies 2 - 1
Howard Gardners geschenk aan het
onderwijs, het MI concept, creëert een
paradigmaverandering op onderwijsgebied. Hij heeft een revolutie op
gang gebracht die ons onderwijsprogramma en ons lesgeven beide zal
veranderen. Het gebeurt zelden dat
een academicus een synthese weet te
maken die zo uitgebreid is als de MI
theorie. Dat hij zóveel verschillend
onderzoek en theorie in één theorie
wist samen te voegen zegt veel over
het bijzondere vermogen van Howard
Gardner. De MI theorie toont zijn
waarde in de veranderde visie op in-
ling met leerproblemen; ze ontwikkelde een erg laag zelfbeeld en een afkeer
van school. Toen ze in groep 5 kwam
functioneerde ze enkele niveaus lager
dan haar groepsgenoten.
Paula deed in de zomer, vóór ze naar
groep zes ging een zelfmoordpoging.
Haar leraar in groep zes viel het op
dat Paula een goede lichaamshouding
had. Ze had het gevoel dat Paula
profijt zou hebben van kinesthetische
instructie. Paula’s leraar vroeg haar
een ‘bewegingsalfabet’ te maken:
bewegingen die de letters van het
alfabet vormden.
Howard Gardners geschenk aan het onderwijs, het MI
concept, creëert een paradigmaverandering op onderwijsgebied.
telligentie, het onderwijsprogramma,
de lesmethodes, de leerlingen en onszelf. Het werk van Gardner is enorm
belangrijk voor het onderwijs. Het
MI concept bevordert een herziening
en een verrijking van programma en
instructie. En met behulp van het MI
denkkader kunnen we beter de verschillen tussen leerlingen verkennen,
begrijpen en vieren.
Misschien is het grootste geschenk
van Gardner aan het onderwijs wel,
dat het MI concept nieuwe visies geeft
op wat onderwijs kan zijn.
Drie MI Visies
Visie 1: Matchen
Eén van de meest opvallende beschrijvingen in de literatuur over MI is de
casusbeschrijving van Paula (Campbell, Campbell & Dickinson, 1992, p.
7-8). In haar eerste schooljaren werd
Paula gediagnosticeerd als een leer-
Paula ging hiermee aan de slag. Ze
maakte niet alleen de letters, ze verwerkte ze ook in een dans. Paula
ging verder: met het dansen van haar
naam, van de woorden op het schoolbord, bij het spellen van woorden en
zelfs ‘danste’ ze complete zinnen.
Visie 1: Matchen
• Doel: vergroten van het schoolsucces, meer voldoen aan de kerndoelen.
• Aanpak: didactische structuren
matchen met de sterkere intelligenties van de leerling.
• Transformatie: de manier van lesgeven wordt gewijzigd.
• Visie: we elimineren of reduceren in
belangrijke mate falen van leerlingen door te onderwijzen via didactische structuren die een
combinatie vormen
met de intelligenties van elke leerling.
De Visies 2 - 2
Ze trad op voor haar hele groep.
Paula’s zelfvertrouwen en plezier in
school nam toe. Aan het eind van
groep zes functioneerde ze op het normale niveau van lezen en schrijven. In
groep zeven volgde ze alle lessen op
gemiddeld niveau en haalde cijfers
die boven het gemiddelde lagen.
Het verhaal van Paula vormt de basis
voor de eerste van de drie krachtige MI
visies op hoe onderwijs kan zijn. Deze
eerste visie brengt een verandering in
lesgeven met zich mee. Alles wat we
-in theorie- moeten doen is het ontwikkelen van ‘didactische structuren’
Kortom: schoolsucces wordt bereikt
door het lesgeven te matchen met de
meervoudige intelligentie van de leerlingen. Alle aspecten van het onderwijsprogramma worden meer toegankelijk gemaakt door les te geven via
didactische structuren die een beroep
doen op de sterke kanten van een leerling. Het is belangrijk op te merken,
dat deze eerste visie geen wijziging
van de leerstof vraagt, maar van
de didactiek. De leraar van Paula
twijfelde niet aan het belang van het
leren spellen van woorden, ze veranderde alleen de methode om haar dit
Kortom: schoolsucces wordt bereikt door het lesgeven
te matchen met de meervoudige intelligentie van de
leerlingen.
voor elk van de intelligenties. Deze
gebruiken we om een deel van het
onderwijsprogramma toegankelijk te
maken dat anders ontoegankelijk is.
Dit heeft tegelijkertijd een flink effect
op het zelfvertrouwen van de leerlingen en op hun plezier in school.
Waar het op neer komt is dat we onze
manier van lesgeven matchen met de
manier waarop leerlingen knap zijn.
In Gardners woorden (1993, p. 33):
“Op deze manier wordt een leerling via
een andere weg naar de oplossing van het
vraagstuk geleid, misschien met behulp
van een intelligentie die relatief sterk ontwikkeld is bij die leerling.”
Het doel, de leerprestaties in alle gebieden van het onderwijsprogramma
te maximaliseren, wordt in deze visie
niet bereikt door het veranderen van
de inhouden maar door de werkvormen te veranderen. Niet het wát,
maar het hóe!
te leren - leren door bewegen in plaats
van de traditionele methodes.
Visie 2: Stretchen
Gardner verschafte de basis voor een
tweede krachtige MI visie met de
gloedvolle beschrijving van zijn bezoek in 1980 aan het Suzuki Talent Education Centre in Matsumoto, Japan.
“De optredens waren werkelijk ongelofelijk. Kinderen van amper zeven of acht jaar
oud speelden delen van vioolconcerten uit
concertrepertoire. Een tiener speelde een
virtuoos stuk uit de romantische periode.
Kinderen - amper oud genoeg om een
viool vast te houden - voerden een aantal
stukken uit in een indrukwekkend samenspel. De volleerde manier waarop ze dat
deden, zou ieder Westers schoolkind met
trots hebben vervuld. De jongelui traden
op met stijl, animo en nauwkeurigheid,
zichzelf overduidelijk amuserend en vol
voldoening....”
(Gardner, 1983, p. 367).
De Visies 2 - 3
Gardner beschrijft hier normale leerlingen die presteren als uitzonderlijke
wonderkinderen. In zijn latere werk
(1993, p. 48) verklaart Gardner:
“Wat het Suzuki Centre heeft gedaan op
het gebied van muzikale prestaties kan,
geloof ik, bereikt worden bij elke andere
intelligentie en inderdaad heeft iedere
intelligentie zijn eigen specifieke onderwijskundige aanpak nodig.”
Zo ontstaat er uit de MI theorie een
tweede visie op hoe onderwijs zou
kunnen zijn.
Gardner (1993, p. 9) ziet deze tweede
visie als het eigenlijke doel van de
school:
“Naar mijn mening zou het doel van de
school moeten zijn de intelligenties te ontwikkelen waardoor mensen zich kunnen
ontplooien in hun werk en vrije tijd en
wel op een manier die past bij hun sterkere en minder sterke intelligenties.”
Het doel in deze visie is: iedere menselijke intelligentie tot het maximum
te ontwikkelen, met name door het
onderwijsprogramma zo te veranderen dat het aandacht heeft voor de
ontwikkeling van elk van de intelligenties. In het kort: ontwikkeling van
de intelligenties wordt bereikt door
leerprogramma en intelligenties op
Visie 2: Stretchen
• Doel: zo sterk mogelijk ontwikkelen
van alle intelligenties.
• Aanpak: didactische structuren en
leerstof stretchen alle intelligenties
bij alle leerlingen.
• Transformatie: de leerstofinhoud wordt gewijzigd.
• Visie: we maken iedere
leerling op alle manieren
intelligenter.
elkaar af te stemmen, oftewel: stretchen van de ontwikkeling van de
meervoudige intelligentie bij de leerlingen.
Het is belangrijk te vermelden dat
deze visie geen verandering van de
manier van lesgeven vraagt maar een
verandering van het onderwijsprogramma. We geloven dat we iedere
intelligentie maximaal kunnen stretchen. Zo creëren we een bevolking die
knapper is in ieder van de intelligenties. Dat doen we door onze lesprogramma’s aan te laten sluiten bij de
verschillende intelligenties: onderwijzen wordt gericht op de ontwikkeling
van álle intelligenties.
Visie 3: Vieren
Deze derde visie op verandering van
het onderwijs door de toepassing van
het MI concept houdt een wijziging
van attitude in. De attitude van leraren ten opzichte van leerlingen, van
leerlingen ten opzichte van elkaar en
van iedere leerling ten opzichte van
zichzelf. Door toepassing van het MI
concept brengen we onder leraren
en leerlingen een hernieuwd respect
voor elkaar tot stand, respect voor het
unieke in ieder individu.
Dit toegenomen begrip en respect
voor zichzelf en anderen is gebaseerd
op het begrijpen en vieren van het
unieke patroon van intelligenties in
ieder mens en de rijkdom van onze
gezamenlijke diversiteit.
Gardner (1993, p. 109) geeft een ontroerend voorbeeld.
Donnie, zoals Gardner hem noemt,
had grote problemen met de leerstof
van groep drie.
De Visies 2 -4
Twee maanden na het begin van het
schooljaar gaf Donnie’s leraar aan,
dat hij waarschijnlijk dat jaar over zou
moeten doen. In het kader van Project
Spectrum bekeek zij een video waarop Donnie’s opmerkelijke prestatie bij
technisch-mechanisch werk duidelijk
werd. Dit veranderde haar beeld van
Donnie ingrijpend.
“Hij bleek goed nadenkend en toegewijd
te kunnen functioneren. De leraar kon
haast niet geloven dat deze leerling die
zoveel moeite had met zijn schoolwerk,
minstens zo goed was als menig volwassene bij dit werk in de gewone wereld. Ze
vertelde me later, dat ze drie nachten niet
had kunnen slapen. Ze was ontzet door
het feit dat ze Donnie zo voorbarig en snel
had opgegeven en zocht nu manieren om
hem wel te bereiken.
Tot mijn plezier kan ik nu melden dat
Donnie later beter presteerde op school,
Visie 3: Vieren
• Doel: begrijpen en positief vieren van
onze eigen uniciteit en die van anderen.
• Aanpak: denken over het eigen cognitief functioneren en onderling gesprek daarover zorgen ervoor dat
leerlingen het MI concept ontdekken.
• Transformatie: begrip van jezelf en
van anderen wordt gewijzigd.
• Visie: we creëren bij leraren een
nieuw respect voor de leerlingen en
bij leerlingen een nieuw respect voor
zichzelf; dat doen we door bij de
leraren en leerlingen het positieve
van ieders eigen patroon van
intelligenties te benadrukken. We geven bij de leerlingen een aanzet tot het
begrijpen van de verschillen
tussen mensen en tot het
daarmee om kunnen gaan.
waarschijnlijk doordat hij had gemerkt dat
er gebieden zijn waarin hij kan uitblinken
en dat hij vaardigheden bezit die gewaardeerd worden door volwassen mensen.”
In feite beschouwt deze derde visie
het MI concept zélf als leerstof voor
leerlingen en leraren.
Op het moment dat deze visie gerealiseerd wordt, denkt een leerling niet
meer over zichzelf in termen als knap
of dom, maar ziet hij zichzelf meer
als een unieke mengeling van sterke
en zwakke kanten. Leerlingen vieren
hun eigen uniek zijn en dat van anderen.
Schoolresultaten verbeteren als leerlingen hun eigen unieke patroon van
intelligenties kennen en accepteren,
alleen al omdat het gemakkelijker is
iets te verbeteren als je erkent niet
zo goed te zijn in iets. Het is gemakkelijker toe te geven ergens minder
goed in te zijn als je weet dat je andere
sterke kanten hebt. Als we slechts één
maatstaf hebben voor het meten van
intelligentie zit iedere persoon boven
of onder een ander. Wanneer we die
ene maatstaf vervangen door vele
kleinere, dan is niemand beter dan
een ander: we hebben allemaal een
uniek patroon van intelligenties en we
vieren dat van onszelf. We vragen ons
niet langer af hoe knap we zijn, maar
hoe we knap zijn.
De doelen zelfkennis en zelfacceptatie, evenals kennis en acceptatie van
anderen, worden in deze visie bereikt
door leerlingen over meervoudige
intelligentie te onderwijzen, door hen
hun eigen unieke patroon van intelligenties en dat van anderen te laten
ontdekken.
De Visies 2 - 5
Kortom: zelfkennis en sociaal begrip
worden bereikt door metacognitie
(denken over je denken) en door leerlingen zelf de diversiteit in intelligenties onder elkaar te laten ontdekken
en te leren vieren.
Leerlingen leren dat de keuzes die
zijzelf en anderen maken een reflectie
zijn van hun eigen unieke patroon van
intelligenties op dat moment. Nadat
leerlingen een keuze hebben gemaakt
om een aantekening in hun schrift te
schrijven of te tekenen bijvoorbeeld,
krijgen ze de tijd om na te denken over
deze keuze: als een voorbeeld van de
voorkeur die ze hebben voor de ene
of de andere intelligentie. Nadat leerlingen een tijdje aan een probleem
hebben gewerkt, stoppen ze even om
te bespreken hoe ze het probleem aan
het benaderen zijn. In dit proces van
vergelijken ontdekken leerlingen dat
ze elk een ander denkproces volgen,
dat ieder individu een eigen patroon
van intelligenties heeft. Het doel van
deze reflectie of metacognitie is zowel
het verkrijgen van zelfkennis als het
begrijpen van anderen.
Merk op, dat deze derde doelstelling geen verandering met zich meebrengt in het onderwijsprogramma
en ook niet in de manier van lesgeven. Het creëert in plaats daarvan
een verandering in de manier waarop
we naar leerlingen kijken en hoe zij
zichzelf en anderen zien. Het houdt
in dat er tijd vrij gemaakt wordt om
leerlingen te laten nadenken en praten over hoe ze denken en waarom ze
bepaalde keuzes maken.
Op de volgende pagina, Drie MI visies voor het onderwijs, staat een
samenvatting van de drie MI visies
voor het onderwijs: matchen, stretchen en vieren van de meervoudige
intelligentie van leerlingen.
Eigenlijk komt het erop neer dat leerlingen door metacognitie aangemoedigd worden het concept van de meervoudige intelligentie te ontdekken.
De Visies 2 - 6
Drie MI visies voor het onderwijs
1. Matchen
• Het matchen van didactische structuren met de intelligenties van de
leerlingen.
• De leerstof toegankelijk maken
voor alle leerlingen.
• Meerdere verbanden leggen met
het onderwijsprogramma.
• De leerstof aanbieden via alle intelligenties.
• Manieren creëren
waardoor alle leerlingen kunnen leren.
• Lesgeven met MI.
Op hoe meer manieren we onderwijzen,
des te meer leerlingen we zullen bereiken.
En op hoe meer manieren we iedere leerling zullen bereiken!
3. Vieren
• Begrijpen en vieren van ons eigen
unieke patroon van intelligenties.
• Onszelf verbeteren door metacognitie en reflectie.
• Respect hebben voor het unieke
patroon van intelligenties
van een ander.
• Waardering hebben
voor verschillen.
• Genieten van onze
collectieve diversiteit.
• Lesgeven over MI.
Respecteren dat ieder uniek is en de diversiteit op prijs stellen!
Vraag niet hoe knap we zijn, maar hoe we
knap zijn!
2. Stretchen
• Het stretchen van de meervoudige
intelligentie van de leerlingen.
• De ontwikkeling van elk van de
intelligenties aanmoedigen.
• Het ontwikkelen van zowel de
dominante als de niet-dominante
intelligenties van de leerling.
• Groei stretchen in elk facet
van elke intelligentie.
• Versterken van de
capaciteiten van leerlingen in iedere intelligentie.
• Lesgeven in MI.
Leerlingen helpen ieder facet van iedere
intelligentie te stretchen!
Leerlingen op vele manieren knapper
maken!
De Visies 2 - 7
Literatuur
Campbell, L., Campbell, B.,
& Dickinson, D. (1992)
Teaching and Learning through Multiple
Intelligences.
Stanwood, WA: Campbell & Associates, Inc.
Rymer, R. (1989)
Genie: An Abused Child’s Flight from
Silence.
New York: Cambridge University
Press
Diamond, M. C. (1988)
Enriching Heredity: The Impact of the
Environment on the Anatomy of the
Brain.
New York: Free Press
Feuerstein, R. (1980)
Instrumental Enrichment.
An Intervention Program for Cognitive
Modifiability.
Glenview, IL: Scott, Foresman and
Co.
Gardner, H. (1983)
Frames of Mind.
The Theory of Multiple Intelligences.
New York: Basic Books
Gardner, H. (1993)
Multiple Intelligences.
The Theory in Practice.
New York: Basic Books
Kandel, E. R., & Hawkins, R. D.
The Biological Basis of Learning and
Individuality.
Scientific American, 1992, 267(3),
78-86
Lazear, D. (1991)
Seven Ways of Teaching: The Artistry
of Teaching with Multiple Intelligences.
Arlington Heights, IL: IRI/Skylight
Training and Publishing, Inc.
De Visies 2 - 8
Download