Voor alle leeftijden: van voorschoolse educatie tot en met universiteit. ISBN: 978-90-74233-05-7 www.bazalt.nl De intelligenties en hun toepassing in het onderwijs Het ultieme hulpmiddel om enthousiasme over de theorie van de Meervoudige Intelligentie om te zetten in toepassingen in de dagelijkse onderwijspraktijk! De intelligenties en hun toepassing in het onderwijs Deel 1 Het Complete MI Boek Laat meervoudige intelligentie tot leven komen in uw klas, bij uw vak, op uw school met deze veelomvattende gids! U treft er 23 hoofdstukken in aan waarin de meerdere intelligenties èn hun toepassing in onderwijs worden verkend en aangeboden. Daarbinnen: • Meer dan 160 MI didactische structuren waarmee iedere les verandert in een MI les. • 125 kant-en-klare MI activiteiten met kopieerbaar werkmateriaal. • Stappenplan voor MI lessen, leercentra, werkstukken en thema’s. • De zeven elementen van authentieke MI meting. • De Meervoudige Intelligentie Test en Facet Test voor de acht intelligenties. • Hoe te matchen, stretchen en vieren met de meerdere intelligenties. • Honderden ideeën voor het creëren van een MI klas en MI school. • Analytische en intuïtieve verkenning van elke intelligentie. • MI theorie beoordeeld op basis van wat we weten over het functioneren van ons brein. • Drie visies op het toepassen van het MI concept voor alle onderwijsgevenden. Meervoudige Intelligentie Meervoudige Intelligentie “Het meest omvattende boek over Meervoudige Intelligentie voor leraren, interne begeleiders, schoolbegeleiders, opleiders, trainers, schoolmanagers en schoolbestuurders!” Deel 1 Het complete MI boek Dr. Spencer Kagan & Miguel Kagan Deel 1 De intelligenties en hun toepassing in het onderwijs Meervoudige Intelligentie Het complete MI boek Dr. Spencer Kagan & Miguel Kagan Inhoud Deel 1: De intelligenties en hun toepassing in het onderwijs Bijlage A: Overzicht van didactische structuren en de intelligenties Voorwoord De Visies Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2. Een korte vooruitblik Drie visies op toepassing van MI in het onderwijs: MI matchen, stretchen en vieren De Intelligenties Hoofdstuk 3. Wat is een intelligentie? Hoofdstuk 4. De acht intelligenties Hoofdstuk 5. Zijn er andere intelligenties? Hoofdstuk 6. Knap op veel manieren Deel 2: In de klas: structuren en activiteiten Voorwoord Intelligenties matchen Hoofdstuk 7. MI didactische structuren Hoofdstuk 8. Activiteiten om intelligenties te matchen met leerstof Intelligenties stretchen Hoofdstuk 9. Meervoudige intelligentie ontwikkelen Hoofdstuk 10. Activiteiten om intelligenties te stretchen Intelligenties vieren Hoofdstuk 11. Respecteren van uniciteit, vieren van diversiteit Hoofdstuk 12. Activiteiten om uniciteit en diversiteit te vieren Deel 3: Schoolontwikkeling, MI meting, evaluatie van MI theorie Voorwoord MI in schoolontwikkeling Hoofdstuk 13. MI Lessen, LeerCentra, Werkstukken, Thema’s Hoofdstuk 14. Een MI Klas creëren Hoofdstuk 15. Een MI School creëren Testen en observeren van MI Hoofdstuk 16. Hoe wenselijk is het testen van MI voor gedifferentieerd onderwijs? Hoofdstuk 17. Zijn valide MI tests mogelijk? Hoofdstuk 18. De MIT en de FacetTests Hoofdstuk 19. Authentiek beoordelen van MI MI theorie nader geëvalueerd Hoofdstuk 20. Is de MI theorie in overeenstemming met breinonderzoek? Hoofdstuk 21. Voldoen de intelligenties aan de acht criteria? Hoofdstuk 22. Verder dan meervoudige intelligentie: nóg meer! Hoofdstuk 23. Verdiensten van de MI theorie Bijlage B: Categorieën intelligenties Voorwoord Je lessen met MI verrijken ... Meer leerlingen bereiken! Talent en prestatie Elke leerling heeft verschillende talenten. Zonder aandacht voor deze individuele verschillen loopt het huidige onderwijs vast, gezien de groeiende verscheidenheid van levensverhalen van leerlingen die samenkomen in één school. Scholen, die geen aandacht willen of kunnen hebben voor de individuele leerling, zien hun resultaten snel achteruit lopen. Immers, leerlingen die niet aangesproken worden op hun krachtige kant, scoren slecht. En daarmee ook hun scholen, die worden afgerekend door de publieke opinie en de onderwijsinspectie - op wat zij te bieden hebben aan de individuele leerling. MI concept Het uitgangspunt van het concept van ‘Meervoudige Intelligentie’ is dat élke leerling talenten heeft die niet te vatten zijn in de simpele constatering dat hij ‘meer of minder intelligent’ is. De een is verbaal sterk, de ander ziet snel logische gevolgen. Een derde blinkt uit met ruimtelijk inzicht of kan veel met muziek en ritme. Denk ook aan leerlingen die naturalistisch zijn gericht, met een sterk vermogen tot gedetailleerd observeren en classificeren. Of aan leerlingen voor wie de wereld draait om interpersoonlijk contact. Deze verschillende intelligenties bepalen hoe een leerling optimaal leert. Een muzikaal kind zal sneller onthouden hoe het zit met de formulering van vragende zinnen in het Engels als hij het patroon in de zinsmelodie herkent. Een leerling met een sterke naturalistische intelligentie, dus met oog voor details, kan de Europese landen beter onthouden door de kustlijnen te vergelijken in de atlas. En neem de interpersoonlijk gerichte leerling: die leert misschien het meest door verhalen te horen van reizigers over wat ze beleefden in een land. Toch is het betrekkelijk eenvoudig om in de dagelijkse onderwijspraktijk leerlingen individueel te benaderen, zonder daarvoor meteen de gehele schoolorganisatie of identiteit op z’n kop te zetten. Spencer en Miguel Kagan ontwikkelden op basis van voorbeelden en research uit de Verenigde Staten, Australië, Singapore en Canada werkmaterialen die het binnen elke onderwijssoort, ook binnen de meer klassikale aanpak mogelijk maken individuele talenten van leerlingen te activeren. Uitgangspunt daarbij is het concept van de ‘Meervoudige Intelligentie’ waarbij leerlingen vooral op hun kracht en dan pas op hun zwakkere kanten worden aangesproken. MI theorie De theorie van ‘Meervoudige Intelligentie’ werd voor het eerst beschreven in 1983 door Howard Gardner in zijn boek ‘Frames Of Mind’. Sindsdien wordt het idee dat er zeven of acht specifieke vormen van intelligentie 5 zijn bijna altijd aangeduid als “Howard Gardners theorie”, alsof het zijn persoonlijke privé idee is over wat het betekent om een intelligent persoon te zijn. Dit ondanks het feit dat het een van de meest toegepaste en herkende psychologische concepten van de laatste decennia is. Sommige van de felste critici beweren dat de theorie “geen empirische basis” heeft en anderen noemen het een “meer literaire dan wetenschappelijke formulering”. Andere wetenschappers zeggen wel dat dit komt doordat de theorie nog zo kort bestaat en dat er altijd dit soort tegenstand ontstaat wanneer nieuwe wetenschappelijke inzichten doen twijfelen aan de traditionele aannamen over een belangrijk onderwerp. Gardner heeft vanaf het begin aangegeven dat MI gebaseerd is op een grote hoeveelheid empirische researchresultaten, ook van anderen. En er zijn intussen verschillende onderzoeken gedaan, op grote schaal en in meerdere landen, die de essentie van de theorie bevestigen. “Niets zo praktisch als een goede theorie”, wordt wel eens gezegd. In dit geval is het nog waar ook. MI in onderwijs Bij de toepassing van MI in het onderwijs hebben we in de loop van de tijd diverse varianten gezien. Men begon dikwijls met de leerlingen in te delen naar hun sterke intelligentie om vervolgens ieder vak aan te bieden volgens de sterke intelligentie. Uiteraard bleek dat praktisch onhaalbaar, terwijl veel leerlingen zich overvoerd voelden en eenzijdig benaderd. Daarna kwam het idee naar voren dat elke les eigenlijk op acht manieren zou moeten worden aangeboden, zodat men en een beroep deed op de sterke intelligentie en toch ook de andere intelligenties stimuleerde. Dit was echter ook snel weinig boeiend voor de meeste leerlingen en men kwam in tijdnood. De laatste 10 jaar zijn er twee manieren van toepassen van MI in omloop. Bij de ene aanpak probeert men de intelligenties in te bouwen in de leerstof. Bij geschiedenis over de Franse tijd komt dan ook het landschap en de natuur rond Waterloo aan de orde. Kortom bij ieder vak worden alle intelligenties ingebouwd. Dit maakt de lessen zeker aansprekend voor veel leerlingen. Leraren zijn er dikwijls een tijd enthousiast over om hun lessen op deze manier om te bouwen. De vele voorbereiding die ervoor nodig is zorgt er meestal voor dat het na verloop van tijd verwatert. MI model voor kijken en doen Voor mensen in het onderwijs is het verschil in opinie tussen de intelligentietheoretici minder interessant. Gardner zelf had niet voorzien dat zijn werk zo aan zou slaan in het onderwijs. Dat komt omdat veel leraren bevestigd zien wat ze altijd hebben geweten: dat leerlingen zo verschillend zijn in taakaanpak, oplossingsstrategieën en belangstelling. De acht intelligenties bieden hen een model waarmee ze beter begrijpen hoe een leerling leert en zich gedraagt. Het handige is dat het tegelijkertijd een manier oplevert om gericht activiteiten aan te bieden. Bij de andere aanpak richt men zich niet zozeer op de inhoud maar op het leerproces. Men streeft er dan naar bij een serie lessen over hetzelfde 6 onderwerp activiteiten aan bod te laten komen waarbij alle intelligenties worden ingeschakeld. Bij geschiedenis over de Franse tijd maken leerlingen dan visueel-ruimtelijke schema’s waarin de invloed van die tijd op wetgeving, taalgebruik en dergelijke in kaart wordt gebracht en wordt een rap gemaakt waarin de tegenstanders van de Fransen hun argumenten naar voren brengen. Het zorgt eveneens voor afwisseling in de lessen. Het geeft de leraren een repertoire aan activiteiten die ze meestal ook op langere termijn blijven gebruiken. Met dat repertoire aan meervoudig intelligente ‘structuren’ (werkvormen) is elke lessenserie met weinig voorbereiding Meervoudig intelligent te maken. werkvormen worden genoemd) in staat in elke lessenserie alle intelligenties te betrekken. In totaal zijn er zo’n 120, zodat leraren zich steeds verder kunnen ontwikkelen. De praktijk leert ons dat veel leraren direct een of meer structuren in hun lessen toepassen, dat het enthousiasme bij leraren en leerlingen toeneemt en dat leraren ook op lange termijn zo blijven werken. Het is tot hun dagelijkse gereedschap geworden! Veel extra voorbereiding is er dan ook niet nodig. Inclusief coöperatief leren Het mooie is dat de activiteiten in Kagan’s MI aanpak voldoen aan de eisen van coöperatief leren. Wat geen wonder is omdat Kagan (naast Johnson & Johnson) een van de grondleggers daarvan is. We weten dat coöperatief leren (mits goed gestructureerd toegepast) een leerwinst op kan leveren van 27%, die winst zit dan gelijk ingebouwd in onze MI aanpak. Kagan Dr. Spencer Kagan ging verder in op het werk van Gardner en ontwikkelde een scala aan praktische toepassingen van Meervoudige Intelligentie in het onderwijs. Hij is internationaal de invloedrijkste figuur bij het toepassen van MI. Hij doet volgens de hierboven beschreven aanpak 2. In essentie komt zijn aanpak erop neer, dat hij verschillende werkvormen gebruikt die elk een andere vorm van intelligentie prikkelt. Door voor dezelfde leerstof verschillende werkvormen aan te bieden, aansluitend bij de verschillende vormen van intelligentie, krijgt elk kind de kans zijn talenten te gebruiken. Zo kan elke leerling op zijn manier toegang krijgen tot zoveel mogelijk leerstof. Doordat de werkvormen niet slechts binnen één vak kunnen worden toegepast zijn leraren al met een stuk of twintig ‘didactische structuren’ (zoals die Dit boek Het boek dat nu voor u ligt is mondiaal gezien - het meest complete handboek over de toepassing van Meervoudige Intelligentie in het onderwijs. Het is dan ook in meerdere talen gepubliceerd. In Nederland is het beschikbaar sinds 2000. Het inmiddels telkens actueel gehouden boek beleeft nu zijn vierde druk. Het heeft zijn weg al naar veel scholen gevonden. Die halen er ideeën uit over gaan de werkwijze echt systematisch invoeren, meestal met hulp van ons of onze partners. We zijn er trots op dat we zo’n belangrijk boek mogen uitgeven. Dook Kopmels Manager Bazalt Educatieve Uitgaven 7 Hoofdstuk 2 Drie visies op toepassing van MI in het onderwijs: (MI) matchen, stretchen en vieren Wat zijn de mogelijkheden voor lesgeven in, met en over meervoudige intelligentie in de groep? Er zijn minstens drie verschillende soorten lessen nodig: 1. Intelligentie als een onderwerp op zichzelf (lesgeven in meervoudige intelligentie)... 2. Intelligentie als een middel om kennis D e V i s i e s gen: als leraren kennen we leerlingen die briljant zijn in rekenen, maar zwak in taal. We kennen de ‘laatbloeiers’ en hebben met succes leerlingen beter leren nadenken. We kennen leerlingen die laag scoren bij standaardtests maar erg intelligent zijn in andere situaties. De MI theorie toont zijn waarde in de veranderde visie op intelligentie, het onderwijsprogramma, de lesmethodes, de leerlingen en onszelf. te verwerven (lesgeven met meervoudige intelligentie)... 3. ‘Meta-intelligentie’ - intelligentie onderzoekt zichzelf (lesgeven over meervoudige intelligentie) (Lazear, 1991, p.xviii). Howard Gardner heeft zijn MI theorie gepresenteerd als een bewuste uitdaging van de gangbare opvattingen over intelligentie. Gardner definieert intelligentie als “...het vermogen om problemen op te lossen of producten te vervaardigen die van belang zijn in een bepaalde cultuur of gemeenschap” (Gardner, 1993, p. 15). Er staan drie stellingen centraal bij deze theorie: 1) intelligentie is niet één geheel, 2) intelligentie is niet statisch en 3) intelligentie kan niet volledig worden vastgesteld door IQ tests. De drie stellingen berusten ontegenzeggelijk op waarheid. De algemeen gangbare ervaring komt heel goed overeen met elk van deze drie stellin- Kijken we naar de meer wetenschappelijke bewijsvoering, dan vinden we een hele verscheidenheid aan ondersteunend materiaal: factoranalyse en subschalen bij intelligentietests; personen die een opmerkelijke toename in IQ en intellectuele ontwikkeling vertoonden (Feuerstein, 1980; Rhymer, 1993); ratten waarvan het brein groeide nadat ze verrijkende ervaringen meemaakten (Diamond, 1988); een reeks van veranderingen in de hersenen als gevolg van verschillende soorten ervaringen (Kandel & Hawkins, 1992) en gebrek aan voorspellende waarde van IQ tests voor succes in het leven buiten school. Er kan weinig ingebracht worden tegen de fundamentele aannamen van de MI theorie. De Visies 2 - 1 Howard Gardners geschenk aan het onderwijs, het MI concept, creëert een paradigmaverandering op onderwijsgebied. Hij heeft een revolutie op gang gebracht die ons onderwijsprogramma en ons lesgeven beide zal veranderen. Het gebeurt zelden dat een academicus een synthese weet te maken die zo uitgebreid is als de MI theorie. Dat hij zóveel verschillend onderzoek en theorie in één theorie wist samen te voegen zegt veel over het bijzondere vermogen van Howard Gardner. De MI theorie toont zijn waarde in de veranderde visie op in- ling met leerproblemen; ze ontwikkelde een erg laag zelfbeeld en een afkeer van school. Toen ze in groep 5 kwam functioneerde ze enkele niveaus lager dan haar groepsgenoten. Paula deed in de zomer, vóór ze naar groep zes ging een zelfmoordpoging. Haar leraar in groep zes viel het op dat Paula een goede lichaamshouding had. Ze had het gevoel dat Paula profijt zou hebben van kinesthetische instructie. Paula’s leraar vroeg haar een ‘bewegingsalfabet’ te maken: bewegingen die de letters van het alfabet vormden. Howard Gardners geschenk aan het onderwijs, het MI concept, creëert een paradigmaverandering op onderwijsgebied. telligentie, het onderwijsprogramma, de lesmethodes, de leerlingen en onszelf. Het werk van Gardner is enorm belangrijk voor het onderwijs. Het MI concept bevordert een herziening en een verrijking van programma en instructie. En met behulp van het MI denkkader kunnen we beter de verschillen tussen leerlingen verkennen, begrijpen en vieren. Misschien is het grootste geschenk van Gardner aan het onderwijs wel, dat het MI concept nieuwe visies geeft op wat onderwijs kan zijn. Drie MI Visies Visie 1: Matchen Eén van de meest opvallende beschrijvingen in de literatuur over MI is de casusbeschrijving van Paula (Campbell, Campbell & Dickinson, 1992, p. 7-8). In haar eerste schooljaren werd Paula gediagnosticeerd als een leer- Paula ging hiermee aan de slag. Ze maakte niet alleen de letters, ze verwerkte ze ook in een dans. Paula ging verder: met het dansen van haar naam, van de woorden op het schoolbord, bij het spellen van woorden en zelfs ‘danste’ ze complete zinnen. Visie 1: Matchen • Doel: vergroten van het schoolsucces, meer voldoen aan de kerndoelen. • Aanpak: didactische structuren matchen met de sterkere intelligenties van de leerling. • Transformatie: de manier van lesgeven wordt gewijzigd. • Visie: we elimineren of reduceren in belangrijke mate falen van leerlingen door te onderwijzen via didactische structuren die een combinatie vormen met de intelligenties van elke leerling. De Visies 2 - 2 Ze trad op voor haar hele groep. Paula’s zelfvertrouwen en plezier in school nam toe. Aan het eind van groep zes functioneerde ze op het normale niveau van lezen en schrijven. In groep zeven volgde ze alle lessen op gemiddeld niveau en haalde cijfers die boven het gemiddelde lagen. Het verhaal van Paula vormt de basis voor de eerste van de drie krachtige MI visies op hoe onderwijs kan zijn. Deze eerste visie brengt een verandering in lesgeven met zich mee. Alles wat we -in theorie- moeten doen is het ontwikkelen van ‘didactische structuren’ Kortom: schoolsucces wordt bereikt door het lesgeven te matchen met de meervoudige intelligentie van de leerlingen. Alle aspecten van het onderwijsprogramma worden meer toegankelijk gemaakt door les te geven via didactische structuren die een beroep doen op de sterke kanten van een leerling. Het is belangrijk op te merken, dat deze eerste visie geen wijziging van de leerstof vraagt, maar van de didactiek. De leraar van Paula twijfelde niet aan het belang van het leren spellen van woorden, ze veranderde alleen de methode om haar dit Kortom: schoolsucces wordt bereikt door het lesgeven te matchen met de meervoudige intelligentie van de leerlingen. voor elk van de intelligenties. Deze gebruiken we om een deel van het onderwijsprogramma toegankelijk te maken dat anders ontoegankelijk is. Dit heeft tegelijkertijd een flink effect op het zelfvertrouwen van de leerlingen en op hun plezier in school. Waar het op neer komt is dat we onze manier van lesgeven matchen met de manier waarop leerlingen knap zijn. In Gardners woorden (1993, p. 33): “Op deze manier wordt een leerling via een andere weg naar de oplossing van het vraagstuk geleid, misschien met behulp van een intelligentie die relatief sterk ontwikkeld is bij die leerling.” Het doel, de leerprestaties in alle gebieden van het onderwijsprogramma te maximaliseren, wordt in deze visie niet bereikt door het veranderen van de inhouden maar door de werkvormen te veranderen. Niet het wát, maar het hóe! te leren - leren door bewegen in plaats van de traditionele methodes. Visie 2: Stretchen Gardner verschafte de basis voor een tweede krachtige MI visie met de gloedvolle beschrijving van zijn bezoek in 1980 aan het Suzuki Talent Education Centre in Matsumoto, Japan. “De optredens waren werkelijk ongelofelijk. Kinderen van amper zeven of acht jaar oud speelden delen van vioolconcerten uit concertrepertoire. Een tiener speelde een virtuoos stuk uit de romantische periode. Kinderen - amper oud genoeg om een viool vast te houden - voerden een aantal stukken uit in een indrukwekkend samenspel. De volleerde manier waarop ze dat deden, zou ieder Westers schoolkind met trots hebben vervuld. De jongelui traden op met stijl, animo en nauwkeurigheid, zichzelf overduidelijk amuserend en vol voldoening....” (Gardner, 1983, p. 367). De Visies 2 - 3 Gardner beschrijft hier normale leerlingen die presteren als uitzonderlijke wonderkinderen. In zijn latere werk (1993, p. 48) verklaart Gardner: “Wat het Suzuki Centre heeft gedaan op het gebied van muzikale prestaties kan, geloof ik, bereikt worden bij elke andere intelligentie en inderdaad heeft iedere intelligentie zijn eigen specifieke onderwijskundige aanpak nodig.” Zo ontstaat er uit de MI theorie een tweede visie op hoe onderwijs zou kunnen zijn. Gardner (1993, p. 9) ziet deze tweede visie als het eigenlijke doel van de school: “Naar mijn mening zou het doel van de school moeten zijn de intelligenties te ontwikkelen waardoor mensen zich kunnen ontplooien in hun werk en vrije tijd en wel op een manier die past bij hun sterkere en minder sterke intelligenties.” Het doel in deze visie is: iedere menselijke intelligentie tot het maximum te ontwikkelen, met name door het onderwijsprogramma zo te veranderen dat het aandacht heeft voor de ontwikkeling van elk van de intelligenties. In het kort: ontwikkeling van de intelligenties wordt bereikt door leerprogramma en intelligenties op Visie 2: Stretchen • Doel: zo sterk mogelijk ontwikkelen van alle intelligenties. • Aanpak: didactische structuren en leerstof stretchen alle intelligenties bij alle leerlingen. • Transformatie: de leerstofinhoud wordt gewijzigd. • Visie: we maken iedere leerling op alle manieren intelligenter. elkaar af te stemmen, oftewel: stretchen van de ontwikkeling van de meervoudige intelligentie bij de leerlingen. Het is belangrijk te vermelden dat deze visie geen verandering van de manier van lesgeven vraagt maar een verandering van het onderwijsprogramma. We geloven dat we iedere intelligentie maximaal kunnen stretchen. Zo creëren we een bevolking die knapper is in ieder van de intelligenties. Dat doen we door onze lesprogramma’s aan te laten sluiten bij de verschillende intelligenties: onderwijzen wordt gericht op de ontwikkeling van álle intelligenties. Visie 3: Vieren Deze derde visie op verandering van het onderwijs door de toepassing van het MI concept houdt een wijziging van attitude in. De attitude van leraren ten opzichte van leerlingen, van leerlingen ten opzichte van elkaar en van iedere leerling ten opzichte van zichzelf. Door toepassing van het MI concept brengen we onder leraren en leerlingen een hernieuwd respect voor elkaar tot stand, respect voor het unieke in ieder individu. Dit toegenomen begrip en respect voor zichzelf en anderen is gebaseerd op het begrijpen en vieren van het unieke patroon van intelligenties in ieder mens en de rijkdom van onze gezamenlijke diversiteit. Gardner (1993, p. 109) geeft een ontroerend voorbeeld. Donnie, zoals Gardner hem noemt, had grote problemen met de leerstof van groep drie. De Visies 2 -4 Twee maanden na het begin van het schooljaar gaf Donnie’s leraar aan, dat hij waarschijnlijk dat jaar over zou moeten doen. In het kader van Project Spectrum bekeek zij een video waarop Donnie’s opmerkelijke prestatie bij technisch-mechanisch werk duidelijk werd. Dit veranderde haar beeld van Donnie ingrijpend. “Hij bleek goed nadenkend en toegewijd te kunnen functioneren. De leraar kon haast niet geloven dat deze leerling die zoveel moeite had met zijn schoolwerk, minstens zo goed was als menig volwassene bij dit werk in de gewone wereld. Ze vertelde me later, dat ze drie nachten niet had kunnen slapen. Ze was ontzet door het feit dat ze Donnie zo voorbarig en snel had opgegeven en zocht nu manieren om hem wel te bereiken. Tot mijn plezier kan ik nu melden dat Donnie later beter presteerde op school, Visie 3: Vieren • Doel: begrijpen en positief vieren van onze eigen uniciteit en die van anderen. • Aanpak: denken over het eigen cognitief functioneren en onderling gesprek daarover zorgen ervoor dat leerlingen het MI concept ontdekken. • Transformatie: begrip van jezelf en van anderen wordt gewijzigd. • Visie: we creëren bij leraren een nieuw respect voor de leerlingen en bij leerlingen een nieuw respect voor zichzelf; dat doen we door bij de leraren en leerlingen het positieve van ieders eigen patroon van intelligenties te benadrukken. We geven bij de leerlingen een aanzet tot het begrijpen van de verschillen tussen mensen en tot het daarmee om kunnen gaan. waarschijnlijk doordat hij had gemerkt dat er gebieden zijn waarin hij kan uitblinken en dat hij vaardigheden bezit die gewaardeerd worden door volwassen mensen.” In feite beschouwt deze derde visie het MI concept zélf als leerstof voor leerlingen en leraren. Op het moment dat deze visie gerealiseerd wordt, denkt een leerling niet meer over zichzelf in termen als knap of dom, maar ziet hij zichzelf meer als een unieke mengeling van sterke en zwakke kanten. Leerlingen vieren hun eigen uniek zijn en dat van anderen. Schoolresultaten verbeteren als leerlingen hun eigen unieke patroon van intelligenties kennen en accepteren, alleen al omdat het gemakkelijker is iets te verbeteren als je erkent niet zo goed te zijn in iets. Het is gemakkelijker toe te geven ergens minder goed in te zijn als je weet dat je andere sterke kanten hebt. Als we slechts één maatstaf hebben voor het meten van intelligentie zit iedere persoon boven of onder een ander. Wanneer we die ene maatstaf vervangen door vele kleinere, dan is niemand beter dan een ander: we hebben allemaal een uniek patroon van intelligenties en we vieren dat van onszelf. We vragen ons niet langer af hoe knap we zijn, maar hoe we knap zijn. De doelen zelfkennis en zelfacceptatie, evenals kennis en acceptatie van anderen, worden in deze visie bereikt door leerlingen over meervoudige intelligentie te onderwijzen, door hen hun eigen unieke patroon van intelligenties en dat van anderen te laten ontdekken. De Visies 2 - 5 Kortom: zelfkennis en sociaal begrip worden bereikt door metacognitie (denken over je denken) en door leerlingen zelf de diversiteit in intelligenties onder elkaar te laten ontdekken en te leren vieren. Leerlingen leren dat de keuzes die zijzelf en anderen maken een reflectie zijn van hun eigen unieke patroon van intelligenties op dat moment. Nadat leerlingen een keuze hebben gemaakt om een aantekening in hun schrift te schrijven of te tekenen bijvoorbeeld, krijgen ze de tijd om na te denken over deze keuze: als een voorbeeld van de voorkeur die ze hebben voor de ene of de andere intelligentie. Nadat leerlingen een tijdje aan een probleem hebben gewerkt, stoppen ze even om te bespreken hoe ze het probleem aan het benaderen zijn. In dit proces van vergelijken ontdekken leerlingen dat ze elk een ander denkproces volgen, dat ieder individu een eigen patroon van intelligenties heeft. Het doel van deze reflectie of metacognitie is zowel het verkrijgen van zelfkennis als het begrijpen van anderen. Merk op, dat deze derde doelstelling geen verandering met zich meebrengt in het onderwijsprogramma en ook niet in de manier van lesgeven. Het creëert in plaats daarvan een verandering in de manier waarop we naar leerlingen kijken en hoe zij zichzelf en anderen zien. Het houdt in dat er tijd vrij gemaakt wordt om leerlingen te laten nadenken en praten over hoe ze denken en waarom ze bepaalde keuzes maken. Op de volgende pagina, Drie MI visies voor het onderwijs, staat een samenvatting van de drie MI visies voor het onderwijs: matchen, stretchen en vieren van de meervoudige intelligentie van leerlingen. Eigenlijk komt het erop neer dat leerlingen door metacognitie aangemoedigd worden het concept van de meervoudige intelligentie te ontdekken. De Visies 2 - 6 Drie MI visies voor het onderwijs 1. Matchen • Het matchen van didactische structuren met de intelligenties van de leerlingen. • De leerstof toegankelijk maken voor alle leerlingen. • Meerdere verbanden leggen met het onderwijsprogramma. • De leerstof aanbieden via alle intelligenties. • Manieren creëren waardoor alle leerlingen kunnen leren. • Lesgeven met MI. Op hoe meer manieren we onderwijzen, des te meer leerlingen we zullen bereiken. En op hoe meer manieren we iedere leerling zullen bereiken! 3. Vieren • Begrijpen en vieren van ons eigen unieke patroon van intelligenties. • Onszelf verbeteren door metacognitie en reflectie. • Respect hebben voor het unieke patroon van intelligenties van een ander. • Waardering hebben voor verschillen. • Genieten van onze collectieve diversiteit. • Lesgeven over MI. Respecteren dat ieder uniek is en de diversiteit op prijs stellen! Vraag niet hoe knap we zijn, maar hoe we knap zijn! 2. Stretchen • Het stretchen van de meervoudige intelligentie van de leerlingen. • De ontwikkeling van elk van de intelligenties aanmoedigen. • Het ontwikkelen van zowel de dominante als de niet-dominante intelligenties van de leerling. • Groei stretchen in elk facet van elke intelligentie. • Versterken van de capaciteiten van leerlingen in iedere intelligentie. • Lesgeven in MI. Leerlingen helpen ieder facet van iedere intelligentie te stretchen! Leerlingen op vele manieren knapper maken! De Visies 2 - 7 Literatuur Campbell, L., Campbell, B., & Dickinson, D. (1992) Teaching and Learning through Multiple Intelligences. Stanwood, WA: Campbell & Associates, Inc. Rymer, R. (1989) Genie: An Abused Child’s Flight from Silence. New York: Cambridge University Press Diamond, M. C. (1988) Enriching Heredity: The Impact of the Environment on the Anatomy of the Brain. New York: Free Press Feuerstein, R. (1980) Instrumental Enrichment. An Intervention Program for Cognitive Modifiability. Glenview, IL: Scott, Foresman and Co. Gardner, H. (1983) Frames of Mind. The Theory of Multiple Intelligences. New York: Basic Books Gardner, H. (1993) Multiple Intelligences. The Theory in Practice. New York: Basic Books Kandel, E. R., & Hawkins, R. D. The Biological Basis of Learning and Individuality. Scientific American, 1992, 267(3), 78-86 Lazear, D. (1991) Seven Ways of Teaching: The Artistry of Teaching with Multiple Intelligences. Arlington Heights, IL: IRI/Skylight Training and Publishing, Inc. De Visies 2 - 8