Didactisch lesontwerp

advertisement
LESONTWERP
ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING
Naam: Esther Geuens
Campus Heverlee
Hertogstraat 178
3001 Heverlee
Tel. 016 375600
www.khleuven.be
Vakkencombinatie: Aardrijkskunde - Biologie
Stagebegeleider DLO: Mevr. A. Steegen
School: WICO Campus Sint-Hubertus
Les gegeven door: Esther Geuens
Onderwijsvorm: A-stroom
Vak: Aardrijkskunde
Richting: ASO
Onderwerp: Gesteenten
Klas: 1Aa (en 1Ab)
Vakmentor: Mr. D. Indenhoek
Lokaal: 406
Datum/Data: 2014/04/29
Aantal leerlingen:
Lesuur/-uren: 8.25u – 9.15u (1e lesuur) en
9.15u – 10.05u (2e lesuur)
BEGINSITUATIE
Situering in de lessenreeks
-
-
-
Deze les rond gesteenten hoort bij het thema ‘Oppervlaktegesteenten, bodem en ondergrond’. In totaal
worden er 3 lestijden aan dit thema besteed, waarvan dit de tweede les is. In deze les leren wat een groeve is
de lln gesteenten determineren adhv een determineertabel. Daarbij komen zowel de vaste als de losse
gesteenten aan bod.
In de voorgaande les leerden de lln gesteenten determineren. Daarbij leerden ze o.a. losse en vaste
gesteenten onderscheiden van elkaar. Verder leerden ze ook specifieke gesteenten kennen. Nog eerder
leerden de lln over het thema ‘reliëf’. Ze leerden o.a. op kaarten en foto’s de verschillen in hoogte en helling
van een berg te achterhalen. Ook leerden ze in eigen woorden verwoorden hoe de werking van stromend
water in een landschap werkt om zo de kenmerken van rivieren en valleien te herkennen. Als laatste zagen ze
hoe je van kaarten de vervuilingsgraad van rivieren kan aflezen, om de oorzaken ervan te ontdekken.
Na deze les zullen de overige lessen over gesteenten volgen. Ze zien alles over fossielen en leren over
oppervlaktegesteenten, die ze moeten kunnen situeren op de kaart van België.
Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is)
-
Leerlingen hebben de gesteenten grind, leem, zand en klei al gezien in vorige les. De kennis over losse
gesteenten zou aanwezig moeten zijn.
Ze leerden reeds enkele vaste gesteenten kennen bij het determineren van gesteenten. Hier zouden ze zich
nog enkele eigenschappen van moeten herinneren die deze les van pas komen.
Ze kennen het verschil nog niet tussen bodem en ondergrond.
Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit
-
Sommige leerlingen hebben al kennis gemaakt met de gesteenten zand en klei. Zand herkennen ze bij de
zandstranden, bv. van het zandkastelen bouwen. Ervaringen met klei kunnen opgedaan zijn bij het knutselen.
Sommige leerlingen kunnen bepaalde gesteenten herkennen aan de gesteenten die ze kunnen terug vinden in
hun huis.
Leerlingen die pas gebouwd hebben kunnen gezien hebben dat de aardkorst verdeeld is in delen.
Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, …
-
Een nieuwe leerkracht kan de klassfeer positief of negatief beïnvloeden.
Het is een klas uit het eerste middelbaar. Meestal is het vrij eenvoudig om deze leerlingen te motiveren en ze
goed te laten meewerken in je les.
DIDACTISCHE VERANTWOORDING
Welke (vak)didactische principes en werkvormen komen in je les aan bod? Waarom kies
je voor deze aanpak?


Geleidelijkheidsprincipe: het begrip ‘groeve’ duidelijk gemaakt. Pas later komt en de begrippen ‘ondergrond’ en
‘bodem’ aan bod. Uiteindelijk zal ook nog kort vermeld worden wat er met groeves gedaan wordt die niet meer
gebruikt worden, de nabestemming dus.
Herhalingsprincipe: Eerst wordt een korte herhaling van vorige les gegeven. De leerstof wordt herhaald door de
1
oefeningen die als vastzetting ingevuld worden. Bij een nieuwe lesfase wordt regelmatig verwezen naar een
vorige fase, zodat de leerlingen herinnerd worden aan de leerstof.
Motiveringsprincipe: Er wordt met verschillende werkvormen gewerkt. Google Earth wordt ook geïntegreerd in
de les. Ook worden elementen uit de leefwereld van de lln toegepast in de les. Daardoor wordt de motivatie
hoog behouden.
Aanschouwelijkheidsprincipe: Ook deze les zijn er stenen aanwezig die getoond worden aan de leerlingen. Het
zijn niet slechts afbeeldingen, maar het is levensecht materiaal. De leerlingen zullen zich zo de gesteenten en
de leerstof beter herinneren, wat van toepassing zal komen op een toets of examen.


EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN
Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)
Vakoverschrijdende eindtermen
Niet van toepassing
Vakgebonden eindtermen
ET10 Bodem en ondergrond in een ontsluiting of op een afbeelding onderscheiden.
ET11 In de eigen omgeving bouwmaterialen in verband brengen met gesteenten of de verwerking ervan.
Situering in het leerplan:
VVKSO, Leerplan aardrijkskunde 1e graad ASO, Brussel, September 2008, D/2008/7841/038
Leerstofthema
4.5
Oppervlaktegesteenten, bodem en ondergrond
Leerplandoelstellingen en did. wenken
6.1
Op het terrein (= in een ontsluiting) of op een foto de begrippen oppervlaktegesteente, bodem en
ondergrond herkennen en op een schets aanduiden.
De begrippen oppervlaktegesteente, bodem en ondergrond worden aangebracht. De leerlingen leren ze
herkennen op foto of op terrein en aanduiden op een schets.
7.
In de eigen leefruimte en België bouwmaterialen in verband brengen met gesteenten of de verwerking
ervan.
De verbanden tussen gesteenten en bouwnijverheid kunnen zijn: klei, leem - baksteen, kwartszanden glas, krijt - cement, zand, grind – beton, arduin – vensterbanken, leisteen - dakbedekking ... Dit kan zowel
in (school)gebouwen als een groeve in de eigen omgeving.
ALGEMEEN LESDOEL
leerlingen kunnen voorbeelden en toepassingen van de geziene gesteenten opsommen.
SCHOOLAGENDA
(Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.)
/
BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.)
- COPPENHOLLE, J., VAN MOL, R., VERSTAPPEN, H., GAEREMYNCK, V., APPELMANS, G., VAN BROECK, C., geogenie
1, handleiding, de boeck, Antwerpen, 2009, 195 blz.
- GOYVAERTS, E., VERSPAGEN, F., horizon, handleiding, plantyn, Mechelen, 2010, 120 blz
- COPPENHOLLE, J., VAN MOL, R., VERSTAPPEN, H., GAEREMYNCK, V., APPELMANS, G., VAN BROECK, C., geogenie
1, de boeck, Antwerpen, 2009, 195 blz.
- GOVAERTS, E., VERSPAGEN, F., meridiaan, plantyn, Mechelen, 2010, 136 blz.
- SIEWAK-SOJKA, Z., Cracow, Pascal, Bielsko-Baila, 2007, 111 blz.
LEERMIDDELEN & MEDIA




Leerwerkboek van de lln
Powerpoint
Pointer
Gesteenten
AANWEZIG IN HET LOKAAL




Beamer
Krijtbord
Computer
Atlassen
2
Didactisch lesontwerp
KRACHTIGE LEEROMGEVING
Leerdoelen
Lesfasen
& timing
Lesfase 1:
Het verband
leggen een
verlaten groeve en
een natuurgebied
of stortplaats.
Onderwijs- en leeractiviteiten
Media
HUISTAAK – p.64
P.64 mogen jullie thuis voorbereiden. Enkele gesteenten
vertellen jullie op deze pagina hoe ze zijn ontstaan. De
bedoeling is dat jij raadt over welk gesteente het gaat.
Vervolgens schrijf je het juiste nummertje in de kader bij
het gesteente. We zullen een voorbeeld samen doen.


3. Jouw beurt met gesteenten
Wie leest er de tekst bij nummer 1 even voor?
Over welk gesteente gaat het hier?
OLG – Gesteenten ondergrond Neerpelt
Google Earth
(Lkr toont Vossemeren)
 Wie herkent deze plaats?
 Wie is er al eens geweest?
 Heb je ook al eens activiteiten op het meer gedaan?
 Zijn deze plassen er altijd geweest?
Vroeger bevonden er zich daar putten.
 Hoe zijn die putten daar gekomen?
Ik kan jullie al zeggen dat die putten er niet vanzelf zijn
BORD:
gekomen.
 Wat is de reden dat men daar is beginnen te graven?
 Wat hadden ze nodig uit de grond?
OEFENING – gesteente in ondergrond Neerpelt
Maar welk gesteente zit er in deze omstreken in de grond?
(lln zoeken op in atlas)
2 toepassingen
Leerinhoud
ATLAS
5. losse en vaste gesteenten worden
ontgonnen in grote gebieden.
De ontginning van gesteenten gebeurt in grote
groeven: dat is een plaats waar aan de
oppervlakte (in dagbouw) delfstoffen worden
ontgonnen.

Groeven eigen leefomgeving
-
Ontginning van zand
Geel zand wordt gebruikt in beton
en voor wegenaanleg.
 Welk gesteente vindt men specifiek in Neerpelt terug?
Dat zand dat hier in de ondergrond zit, is geel van kleur.
 Kijk eens op de kaart op de ppt. Hoe noemen ze het
zand nog wel dat voorkomt in Neerpelt?
 Voor wat zouden ze dat zand dus gebruiken?
De groevewanden zijn ontstaan door de
machines, voor het ontginnen of verbrijzelen van
het gesteente.
OLG – wit zand
Als we dan meer dan het oosten gaan, komen we een ander
 In Mol bevindt het witte zand zich niet diep in
3
opsommen waarin
kwartszand
verwerkt zit.
soort zand in de ondergrond tegen.
 Wat lees je af in de legende?
 Wat zou er dus gemaakt worden van wit zand?
 Waar bevinden we ons op de kaart?
 Hoe komt het dat dat witte zand op zo weinig plaatsen
ontgonnen wordt?
de grond. Hoe meer men naar het oosten gaat,
hoe geler de zand is en hoe dieper men zou
moeten graven om aan het zuivere witte zand te
komen.
Artikel – Toepassingen zand (p.65)
Dat witte zand wordt verwerkt in heel wat producten. Artikel
Daarvoor heb ik een artikeltje bij. De bedoeling is dat jullie
zoeken in welke producten dat witte zand terugkomt.

-
Wit zand wordt gebruikt in glas,
computerchips, schuurmiddelen,
wasmiddelen, lijmen,
televisieschermen…
Waar wordt kwartszand nog voor gebruikt?
Invullen – groeven in eigen omgeving (p.65)
(klassikaal overlopen)
Verwoorden welke
gesteenten er in
Vlaanderen
ontgonnen kunnen
worden.
Verwoorden welke
gesteenten men in
Wallonië ontgint.
Invullen – vindplaatsen (p.65)
(klassikaal overlopen met kaart op ppt)
ATLAS
 Welk soort gesteenten komen we voornamelijk in
Vlaanderen tegen?
BORD:
Demonstratie Google Earth – vaste gesteenten
Google Earth
In jullie lwb worden al een aantal plaatsen vernoemd waar
de vaste gesteenten in België kunnen ontgonnen worden.
(Lkr toont verschillende groeves waar vaste gesteenten
ontgonnen worden.)
 Vindplaatsen losse gesteenten
Zand: Mol
Grind: Maasland
Klei: Rupelstreek
In Vlaanderen vinden we grind-, zand- (soms
met zandstenen), leem- en kleigroeven.
 Vindplaatsen vaste gesteenten
Vooral in Wallonië, ten zuiden van de Samber
en de Maas. Het belangrijkste vaste
gesteente dat in België ontgonnen wordt, is
kalksteen.
4
Download