PRIORITEITENWERKING DPB: BEGELEID ZELFSTANDIG LEREN Geert Kentane voor directies en leraren De meeste scholen kennen een aantal prioriteiten van de Diocesane Pedagogische Begeleiding te Gent: evaluatie, vakgroepwerking en de overgang basis- naar secundair onderwijs. Naast deze bekende onderwerpen staan nu ook diverse vormen van begeleid zelfstandig werk (BZL) op het programma van de DPB. In de loop van de volgende jaren hoort u hierover ongetwijfeld meer, maar ook nu al willen we u een aantal ‘boeiende praktijkvoorbeelden’ niet onthouden. Het Katholiek Secundair Onderwijs (KSO-Glorieux) te Ronse bijt de spits af. U leest hier het verslag van een interessant experiment in de eerste graad (basisoptie klassieke studiën). Uitgangspunt is de ervaring van leraar klassieke talen Renaat Steurtbaut, nl. dat leerlingen met diverse achtergronden en basiskennis het eerste leerjaar A, klassieke studiën aanvatten. Deze leraar wil beter inspelen op de verschillen tussen zijn leerlingen en hen een grotere verantwoordelijkheid geven. In onderstaand verhaal verneemt u van hemzelf een en ander over positieve elementen én valkuilen. Tot slot worden ook enkele tips gegeven voor BZL in ander vakken. De module-agenda als instrument voor begeleid zelfstandig leren in de eerste graad Klassieke Studiën en Latijn Ons probleem: leerlingen verschijnen met sterk uiteenlopende profielen in het eerste leerjaar A, klassieke studiën Op 1 september stond voor de zoveelste keer een lichting enthousiaste, jonge klimmers klaar die aan de zware tocht wilden beginnen. Ik moet hen voor twee jaar gidsen langs moeilijke bergpaden, ik leer hen hoe ze hun materiaal moeten gebruiken, hoe ze moeten leren vallen en opstaan, hoe ze elkaar en zichzelf kunnen beveiligen, hoe ze hun klimtechniek kunnen verfijnen en hoe ze moeten leren volharden… Na die twee jaar neemt een andere gids het van mij over. Die zal hen uiteindelijk naar de top begeleiden en hen onderweg van de mooiste uitzichten laten genieten. Dan pas zullen ze al die technieken die ze hebben geleerd naar waarde leren schatten, dan pas zullen ze voor hun vele inspanningen beloond worden. Sommigen zullen echter vroeger afhaken, de berg weer afdalen en een ander parcours kiezen dat hen beter ligt. Anderen zouden – als ze dat mochten – de tocht helemaal in hun eentje afleggen en misschien nog sneller de top bereiken… Het is dus aan de gids om te beslissen waar iedereen – al was het maar om veiligheidsredenen – beter bij elkaar blijft en waar sommigen, na de nodige instructies of met behulp van een routebeschrijving, ook individueel of in kleine groepjes een deel van de tocht kunnen afleggen. Sommige jongeren zullen ervoor kiezen om steeds in de buurt van de gids te blijven. Anderen gaan liever zelf – of samen – op ontdekking, gaan als het moet ook eens op hun bek, komen desnoods toch terug bij de gids om uitleg en zoeken dan weer een nieuwe uitdaging… Een studierichting met Klassieke Talen – die ken ik nu eenmaal het beste – lijkt erg goed op zo’n lange tocht in de bergen en de grote moeilijkheid is dat ik leerlingen in de eerste graad allerlei knepen en vaardigheden moet bijbrengen waarvan ze vaak pas veel later zullen beseffen waarvoor ze die nodig hebben. Wellicht gaat de vergelijking ook op voor andere vakgebieden en daarom is het project dat ik hieronder voorstel – mutatis mutandis – ook toepasbaar in andere studievakken. Ons doel: beter inspelen op de verschillen tussen de leerlingen en leerlingen meer verantwoordelijkheid geven In onze school, het KSO Glorieux in Ronse, heeft de vakgroep Klassieke Talen in overleg met de directie en de pedagogische begeleiding beslist om de leerlingen van de eerste graad voor de vakken Klassieke Studiën en Latijn te laten werken met module-agenda’s. De bedoeling daarvan was om beter te kunnen inspelen op de persoonlijke behoeften van de leerlingen, om de leerkracht meer als begeleider/gids van het leerproces in te schakelen, om leerlingen zelf controle te laten krijgen op hun leerproces en om ook de planlast voor leerlingen en leerkracht te vereenvoudigen. Het project dient ook als pilootproject voor de vakoverschrijdende eindterm “leren leren” in de eerste graad en voor het evalueren van attitudes. Het concept van de de module-agenda Hoe ziet de module-agenda er concreet uit? De leerlingen krijgen één A4-tje (zie moduleagenda in bijlage) waarop in een oogopslag alle opdrachten, toetsen en evaluaties terug te vinden zijn voor één periode (van zo’n 5 à 8 lessen). Leerlingen hoeven dus geen aparte toetsen- of takenadministratie meer bij te houden. Hieronder vind je er een voorbeeld van – de versie voor onze leerlingen (zie bijlage) is immers een stuk compacter omdat ze een heleboel vertrouwde afkortingen (voor het handboek bijvoorbeeld) bevat. Blok 1: lessen en taken Kolom “les”: hier staan de lessen in een vaste volgorde genummerd; er zit namelijk een logica in het traject. De leerlingen moeten eerst stap 48 afwerken voor ze echt verder kunnen gaan met stap 49. Sommige lessen vragen van de leerlingen volledig zelfstandig werk (in vet kader), in andere lessen worden klassikale uitleg en persoonlijke opdrachten afgewisseld. Af en toe wordt een les volledig klassikaal gegeven (dan is de kolom “paraaf leerkracht” van tevoren gearceerd.) Sommige lessen zijn niet genummerd, bv. de grote toetsen. Die kunnen ook buiten de vaste volgorde gegeven worden, ze worden in overleg met de leerlingen vastgelegd. Kolom “datum”: is niet ingevuld. De leerlingen moeten die zelf aanvullen wanneer we bij een bepaald onderdeel belanden. Het blijft zo voor mij als leerkracht ook mogelijk om een extra lestijd in te lassen, de oefeningen te onderbreken voor een activiteit buiten de vaste lessenreeks,… Kolom “lesinhoud en af te werken oefeningen”: de leerlingen weten van tevoren wat ze in een les mogen verwachten, kunnen die desgewenst al voorbereiden of kunnen een reeks oefeningen op voorhand maken. Ze weten ook dat de opdrachten indien nodig thuis moeten worden afgewerkt. De meeste leerlingen werken in duo’s aan de opdrachten en moeten dus ook onderling afspraken maken voor het thuiswerk. Kolom “paraaf leerkracht”: hier teken ik de opdrachten af die zijn afgewerkt en verbeterd aan de hand van oplossingenmapjes. Opdrachten die klassikaal worden verbeterd worden automatisch geparafeerd wanneer de leerling ze heeft voorbereid. Leerlingen die een taak niet tijdig afwerken of een opdracht niet voorbereiden moeten achteraf die taak komen voorleggen. Sancties worden overbodig: de leerling straft zichzelf door werk uit te stellen… Kolom “te studeren”: hier vinden de leerlingen de theorie, grammatica of woordenschat die ze in principe tegen de betreffende les moeten instuderen. Ze weten dat ze daarover steeds kunnen getoetst worden. Ook hier kunnen leerlingen dus voor een zekere periode hun werk plannen als ze dat wensen. De leerlingen vinden in Blok 1 ook steeds wat ze nodig hebben voor de lopende lessenreeks én wat ze voor de volgende module zullen moeten meebrengen. Blok 2 Evaluatie Hier noteren de leerlingen de uitslagen van de afgelegde toetsen. De kolom “score 2” is voorzien omdat ik mijn leerlingen aanmoedig om bij een toets waarbij de score onder 7/10 blijft een tweede kans te ondernemen: ze komen dan met mij de toets bespreken, vragen indien nodig bijkomende uitleg en komen tijdens de middagpauze de toets opnieuw maken (maximum score blijft dan beperkt tot 7…). Dat heeft er in het eerste trimester in elk geval voor gezorgd dat veel minder leerlingen op bepaalde onderwerpen afhaken dan de voorbije jaren – toen ik dit systeem nog niet toepaste. Ik geef ook steeds een score op 5 voor het al dan niet tijdig indienen van de afgewerkte module. Blok 3 Attitude-evaluatie Bij elke module wordt één aandachtspunt naar voor geschoven (stiptheid, efficiëntie, concentratie,…) dat dan op het einde achtereenvolgens door de leerling, de leerkracht en de ouders kan worden geëvalueerd op een schaal met -, + of +. Dit soort schaal wordt in onze school ook gebruikt bij andere projecten waarbij ook de attitudes worden geëvalueerd. Een eigen vaklokaal met materiaal om gemakkelijker te differentiëren Binnen de vakgroep Klassieke Talen beschikken we sinds dit schooljaar over twee naast elkaar gelegen lokalen, waarvan één zijn eigen bibliotheek bevat. Dat maakt het mogelijk om leerlingen die bijvoorbeeld sneller aan de opdrachten werken uit te dagen om eens oefeningen te maken of teksten te lezen uit andere boeken, of om werkjes te maken die in de klas kunnen worden voorgesteld. Deze bibliotheek staat pas in de kinderschoenen, maar ze sluit goed aan bij het “hoekenwerk” dat de leerlingen uit de lagere school kennen en ze past in het gedifferentieerd werken dat we zelf willen aanbieden. Een eerste balans na enkele maanden experiment Dit project loopt nu voor het eerst in de hele eerste graad voor Klassieke Studiën en Latijn. Ik probeer het samen met de leerlingen kritisch te blijven bekijken, maar stel tot nu toe vast dat het de betrokkenheid van de leerlingen sterk verhoogt. Uiteraard zijn er leerlingen die ook met dit instrument nalaten om hun werk te plannen, maar wie het wel doet heeft het gevoel dat hij veel meer zelf in handen kan nemen. Aangezien de leerstof in de eerste graad toch een groot deel (saaie ?) grammatica bevat, is dat voor de motivatie van de leerlingen een enorme troef. De knappe leerlingen zijn tevreden dat ze zich voor een groot stuk alleen uit de slag mogen trekken, de goede leerlingen worden begeleid waar ze dat nodig hebben en ikzelf kan vooral oog hebben voor de individuele begeleiding van wie het echt moeilijk heeft. De realiteit blijft echter dat er geen wondermiddel bestaat tegen een verkeerde oriëntatie: voor sommige leerlingen helpt ook een ver doorgedreven begeleiding niet. De module-agenda is ook een goed instrument om ouders mee te laten zorgen voor de begeleiding van hun kind. Ik merkt als leerkracht dat die betrokkenheid van ouders niet in elk gezin even groot is, maar de commentaren van ouders zijn toch vaak erg relevant of zelfs confronterend en uitdagend voor mezelf. Op die manier hoeven ouders ook geen oudercontact af te wachten om al iets te weten te komen over de leerattitudes van hun kind. Toch zijn er ook ouders die het systeem onvoldoende benutten en niet in de gaten hebben – ondanks de commentaar – dat het met de studies van hun kind de verkeerde kant opgaat. Kan het ook voor andere vakken? Het voorgestelde systeem vraagt vrij veel aandacht en energie van de betrokken leerkracht – het is ook vrij moeilijk om zoiets te doen wanneer je leerstof voor de eerste keer moet geven. Maar als je het toch probeert, zul je merken dat het extra werk snel rendeert, op het vlak van leerlingbetrokkenheid in de eerste plaats, maar ook op het vlak van de zuivere studieprestaties. Wie niet steeds aan de lijn bij de gids heeft leren klimmen, zal het uiteindelijk ook beter kunnen… We hebben dit systeem gebaseerd op een handboekenreeks die het persoonlijk werk goed mogelijk maakt, maar we zijn ervan overtuigd dat het ook in andere omstandigheden én voor andere vakken (gedeeltelijk) toepasbaar is. Iedereen die dat wenst kan met onze vakgroep contact opnemen voor meer informatie of voor het overnemen van materiaal. Renaat Steurbaut vakgroep Klassieke Talen KSO Glorieux Ronse Glorieuxlaan 30 9600 Ronse 055/23.38.92 [email protected] Agenda module 10 2 Lat … Naam: ………………………………… Nr.: … Meebrengen: Grammaticaal Overzicht D.14-15; Woordenlijst tot nr. 750; Werkboek (aanbreng grammaticale theorie) hoofdstuk 4 Voorbereiden: herhalen tijden van het werkwoord; herhalen woordenschat en stamtijden tot 650 Les Datum Lesinhoud en/of af te werken oefeningen 48 49 50 51 52 53 54 - Paraaf Te studeren lkr. Woordenschat en stamtijden tot 660 voorbereiding woordenschat; grammatica.: voltooide tijden: perfectum, plusquam-perfectum, futurum exactum; werkboek 4.2-4.3 gramm.: oef. bij plusquamperfectum in handboek ATRIUM 4.5: a-b(1-10)-c(11-20)-d gramm.: oef. bij futurum exactum in ATRIUM 4.8: a-b-c gramm.: oef. bij alle tijden van het werkwoord in ATRIUM 4.10: d-e(1-10)-g(9-16)-h(1-6)-i(1-12) lectuur.: ATRIUM 4.6 Het verhaal van de verspieder (r. 1-22); vertaling: r. 1-22 lect.: ATRIUM 4.11 Vlucht naar de vrijheid (r. 128); vertaling: r. 1-28 lect.: ATRIUM 4.6-4.11: bespreking vertalingen inhoudsvragen Overhoring Woordenschat en stamtijden 1-650 Grammaticaal Overzicht D.14 Wo. en st. tot 665 Gramm. Ov. D.15 Wo. en st. tot 670 Wo. en st. tot 680 Wo. en st. tot 690 Wo. en st. tot 700 Wo. en st. tot 710 Meebrengen voor volgende module: Woordenschat tot 800 Voorbereiden: theorie bijgesteld adjectief + naamwoordelijk deel van het gezegde herhalen SO score 1 nr. 36 / 37 / 38 / 39 / score2 paraaf ouder(s) Module ingediend op: / / / / /5 Evaluatie: lesmateriaal en notities Ik ruim mijn notities niet tijdig op en/of Leerling - + + Leerkracht - + + - + + heb soms het nodige materiaal niet bij me. De leerling sleurt vaak overbodig materiaal mee of heeft het nodige materiaal niet bij zich. Commentaar en paraaf leerkracht We merken dat onze zoon/dochter geen Ouders systeem heeft om de boekentas te vullen. Handtekening (en eventueel commentaar) ouders Ik neem elke dag de nodige notities en boeken mee naar de les, en neem geen overbodig materiaal mee. De leerling heeft wat hij/zij nodig heeft, steeds bij zich. Onze zoon/dochter gaat voor het vullen van de boekentas doordacht en systematisch te werk. Datum: / /2006